Page 281 of 348

Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen*
● Remped
aal intr
appen en ingetrapt houden.
● Toets een keer indrukken om de elektr
o-
nische parkeerrem uit te schakelen ››› pag.
179.
● Als de wagen een schakelbak heeft, koppe-
lingsped
aal helemaal intrappen.
● De 1e versnelling inschakelen of keuzehen-
del in stand D/S
››› pag. 186 zetten.
● Aan de toets trekken en deze uit
getrok-
ken houden om de combinatie wagen en
aanhangwagen tegen te houden met de elek-
tronische parkeerrem.
● Het rempedaal lossen.
● Langzaam beginnen te rijden. Daarvoor in
het geval
van de schakelbak het koppelings-
pedaal langzaam lossen.
● De toets niet losl
aten tot de motor vol-
doende aandrijfkracht heeft om het rijden te
starten. ATTENTIE
Als u een aanhangwagen op verkeerde wijze
trekt, ku nt
u de controle over de wagen verlie-
zen met ernstige letsels tot gevolg.
● Het rijden met aanhangwagen en het trans-
porteren
van zware of grote voorwerpen heeft
invloed op de rijeigenschappen en vergroot
de remafstand.
● Rijd altijd verstandig en voorzichtig. Rem
sneller d
an gebruikelijk. ●
De snelheid en de rij s
tijl aanpassen aan het
zicht, het weer, het wegdek en het verkeer.
De snelheid verminderen, met name wanneer
u hellingen af rijdt.
● Bijzonder voorzichtig gas geven. Plots rem-
men en bruuske manoeu
vres vermijden.
● Zeer goed opletten bij het inhalen. De snel-
heid meteen verl
agen wanneer u merkt dat de
aanhangwagen slingert.
● Probeer in geen geval de wagen met aan-
hangw
agen weer "recht te krijgen" door te
accelereren.
● Houd rekening met de maximaal toegesta-
ne snelheid in het land in k
westie voor voer-
tuigen met aanhangwagen; deze snelheid
kan lager zijn dan die voor voertuigen zonder
aanhangwagen. Aanhangwagenstabilisator
De aanhangwagenstabilisator is een bijko-
mende f
u
nctie v
an het elektronisch stabilise-
ringsprogramma (ESC).
Als de aanhangwagenstabilisator vaststelt
dat de aanhangwagen slingert, grijpt hij au-
tomatisch in samen met de stuurbekrachti-
ging om het slingeren te verminderen.
Vereisten voor de aanhangwagenstabilisator
● De wagen is af fabriek uitgerust met een
trekhaak
of werd achteraf voorzien van een
compatibele trekhaak. ●
De ESC en ASR
zijn actief. Op het instru-
mentenpaneel brandt het controlelampje
of niet.
● De aanhangwagen is elektrisch aangeslo-
ten op het trekk
ende voertuig met het stop-
contact voor aanhangwagen.
● U rijdt sneller dan ca. 60 km/u (37 mph).
● De maximaal toegestane disselkogeldruk
wordt g
ebruikt.
● De aanhangwagen heeft een starre dissel.
● Als de aanhangwagen een rem heeft, moet
die zijn uitg
erust met een mechanische op-
looprem. ATTENTIE
De hogere veiligheid die de aanhangwagen-
stab i
lisator biedt mag nooit aanleiding zijn
tot het nemen van grotere risico's.
● De snelheid en de rijstijl aanpassen aan het
zicht, het w
eer, het wegdek en het verkeer.
● Voorzichtig accelereren wanneer het weg-
dek glad i
s.
● Wanneer een systeem aan het regelen is,
stoppen met
accelereren. ATTENTIE
De aanhangwagenstabilisator kan mogelijk
niet al l
e rijsituaties correct inschatten.
● Wanneer de ESC is uitgeschakeld, is ook de
aanhangw
agenstabilisator uitgeschakeld. » 279
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Page 282 of 348

Bedienen
●
De st ab
ilisator detecteert niet altijd de lich-
te en weinig stabiele aanhangwagens, dus
worden ze in dergelijke gevallen niet gestabi-
liseerd.
● Wanneer u rijdt over een glad wegdek met
weinig grip, kan de aanh
angwagen zelfs met
de stabilisator knikken.
● Aanhangwagens met hoog zwaartepunt
kunnen kant
elen, zelfs zonder eerst te slinge-
ren.
● Als er geen aanhangwagen aangekoppeld
is en een st
eker van de aanhangwagen op het
stopcontact aangesloten is (bijv. als er een
fietsenrek met verlichting aan hangt), kan de
wagen onder extreme rijomstandigheden
plotseling automatisch gaan remmen. Een trekhaak achteraf inbouwen
Afb. 219
Maten en bevestigingspunten voor
het ac
hter
af inbouwen van een trekhaak. SEAT adviseert om het naderhand inbouwen
v
an een tr
ekh
aak bij een gespecialiseerde
werkplaats te laten uitvoeren. Zo is het wel-
licht nodig om het koelsysteem aan te pas-
sen of warmtewerende platen te monteren. SEAT raadt u aan om daarvoor een SEAT-dea-
ler te raa
dplegen.
Als naderhand een trekhaak wordt inge-
bouwd, moeten steeds de afstandsmaten in
acht worden genomen. De afstand tussen het
midden van de kogelkop en het wegdek
››› afb. 219 D mag niet kleiner zijn dan aan-
g e
g ev
en. Dit geldt ook voor de volledig bela-
den wagen, inclusief de maximaal toegesta-
ne disselkogeldruk.
Afstandsmaten ››› afb. 219:
Bevestigingspunten
932.5 mm
Min. 65 mm
350-420 mm
220 mm
615.5 mm
1,043 mm ATTENTIE
Indien de kabels verkeerd of op ongepaste
wijze w or
den verbonden, kunnen er zich sto-
ringen voordoen aan het volledige elektroni-
sche systeem van de wagen, hetgeen kan lei-
den tot ongevallen en ernstige letsels.
● Sluit het elektrische systeem van de aan-
hangw
agen nooit aan op de elektrische aan-
sluitingen van de achterlichten of andere voe-
dingsbronnen. Gebruik alleen geschikte ste-
kers voor het aansluiten van de aanhangwa-
gen. A
B
C
D
E
F
G
280
Page 283 of 348
Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen*
●
Het acht er
af monteren van een trekhaak
aan de wagen mag enkel in een gespeciali-
seerde werkplaats worden uitgevoerd. ATTENTIE
Als de trekhaak verkeerd ingebouwd is of de
v erkeer de tr
ekhaak gebruikt is, is het moge-
lijk dat de aanhangwagen van de trekkende
wagen loskomt. Dit kan ernstige ongevallen
en dodelijke letsels tot gevolg hebben. Let op
Gebruik enkel trekhaken die zijn goedge-
keurd door S
EAT voor het model in kwestie. 281
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Page 284 of 348

Aanwijzingen
Aanwijzingen
V er
zor
ging en onderhoud
Accessoires en technische wij-
zigingen Accessoires, onderdelen en reparatie-
werkzaamheden Laat u zich vóór het kopen van accessoires
en onder
del
en inf ormer
en.
Uw wagen biedt een hoge mate aan actieve
en passieve veiligheid. Als uw wagen nader-
hand met accessoires wordt uitgerust of als
onderdelen moeten worden vervangen, kunt
u het beste een beroep doen op het advies
en de hulp van een officiële SEAT dealer. Uw
officiële SEAT dealer geeft u graag informatie
over doelmatigheid, wettelijke bepalingen en
de techniek van accessoires en onderdelen.
Wij raden aan alleen vrijgegeven SEAT acces-
soires en SEAT Originele Onderdelen ®
te ge-
bruiken. Deze zijn door SEAT gecontroleerd
op betrouwbaarheid, veiligheid en geschikt-
heid. Vanzelfsprekend zorgt de officiële SEAT
dealer voor een vakkundige montage.
Naderhand ingebouwde apparaten die de
controle van de bestuurder over de wagen
rechtstreeks beïnvloeden, zoals bijv. snel-
heidsregelsystemen of elektronisch geregel- de dempingssystemen, moeten voor
zien zijn
van een e-code (keuringscode van de Europe-
se Unie) en voor uw wagen zijn goedgekeurd.
Extra aangesloten elektrische apparaten,
bijv. koelboxen, ventilatoren en claxons, die
niet voor de directe controle van de wagen
dienen, moeten zijn voorzien van een CE-
code (conformiteitsverklaring van de fabri-
kanten in de Europese Unie). ATTENTIE
Accessoires, zoals telefoon- of bekerhouders,
mogen nooit op de af dekk
ingen van airbags
of binnen de actieradius van de airbags aan-
gebracht worden. Als de airbag bij een aanrij-
ding geactiveerd wordt, bestaat er anders
een groter gevaar voor verwondingen. Technische wijzigingen
Bij technische wijzigingen onze voorschriften
op
v
o l
gen.
Ingrepen aan elektronische onderdelen, soft-
ware, bekabeling en gegevensoverdracht
kunnen functiestoringen tot gevolg hebben.
Vanwege de koppeling van elektrische onder-
delen kunnen deze storingen ook direct de
werking van systemen die er niet in eerste in-
stantie mee te maken hebben, belemmeren.
Dit betekent dat de betrouwbaarheid van uw
wagen in gevaar gebracht kan zijn en dat de
onderdelen van de wagen eerder slijten dan normaal. Dit kan ertoe leiden dat de wagen
niet meer wettelijk
wordt goedgekeurd.
Wij vragen uw begrip ervoor dat uw officiële
SEAT dealer geen garantie kan geven voor
schade die het gevolg is van ondeskundig
handelen.
Wij adviseren u daarom om alle werkzaamhe-
den uitsluitend bij officiële SEAT dealers met
SEAT Originele Onderdelen ®
te laten uitvoe-
ren. ATTENTIE
Werkzaamheden of wijzigingen aan uw wa-
gen, die ondesk u
ndig worden uitgevoerd,
kunnen storingen veroorzaken - gevaar voor
ongelukken. Zend- en kantoorapparatuur
Ingebouwde zendapparatuur
V
oor het
na
derhand inbouwen van zendappa-
ratuur in de wagen is in het algemeen goed-
keuring vereist. SEAT staat het inbouwen van
goedgekeurde zendapparatuur in de wagen
toe onder de voorwaarden dat:
● De installatie van de antenne deskundig
gebeurt
.
● De antenne buiten het interieur van de wa-
gen is aan
gebracht (met gebruik van afge-
schermde kabels en niet-reflecterende anten-
ne-aanpassing).
282
Page 285 of 348

Verzorging en onderhoud
● Het eff
ectiev e
zendvermogen aan de voet
van de antenne niet meer dan 10 W be-
draagt.
Een officiële SEAT dealer of een erkend auto-
bedrijf kan u meer informatie geven over de
inbouwmogelijkheden en de werking van
zendapparatuur met een hoger zendvermo-
gen.
Mobiele zendapparatuur
Bij het gebruik van universele mobiele tele-
foons en zendapparatuur kunnen storingen
in de werking van de elektronica van uw wa-
gen ontstaan. De oorzaken hiervoor kunnen
zijn:
● Wagen zonder buitenantenne.
● Verkeerd geïnstalleerde buitenantenne.
● Zendvermogen van meer dan 10 W.
Daarom mag een draag
bare telefoon of zend-
apparatuur zonder of met verkeerd geïnstal-
leerde buitenantenne niet in het interieur van
de wagen worden gebruikt ››› .
L et
er bo v
endien op dat alleen met een bui-
tenantenne de optimale reikwijdte van de ap-
paraten wordt bereikt.
Kantoorapparatuur
Het naderhand inbouwen van apparaten uit
de woon-/werkomgeving in de wagen is toe-
gestaan, zo lang deze apparaten niet de di- recte controle van de bestuurder over de wa-
gen beïnvloeden en v
oorzien zijn van een -
code. Naderhand ingebouwde apparaten die
de controle van de bestuurder over de wagen
kunnen beïnvloeden, moeten daarentegen
altijd een typegoedkeuring voor uw wagen
bezitten en van een e-code zijn voorzien. ATTENTIE
In het interieur van de wagen gebruikte
draagb ar
e telefoons of zendapparatuur zon-
der of met verkeerd geïnstalleerde buitenan-
tenne kunnen door te hoge elektromagneti-
sche velden schadelijk voor de gezondheid
zijn. Let op
● Het na derh
and inbouwen van elektrische of
elektronische apparaten in deze wagen heeft
gevolgen voor de typegoedkeuring en kan in
bepaalde omstandigheden het intrekken van
het kentekenbewijs tot gevolg hebben.
● Let op de aanwijzingen voor de bediening
van de mobiel
e telefoons en zendapparatuur. Verzorging en reiniging
A lg
emeen Regelmatig, deskundig onderhoud is belang-
rijk
v oor de
w
aardevastheid van uw wagen.
Bovendien kan het onderhoud ook één van de voorwaarden voor het behoud van garan-
tieclaims b
ij eventuele corrosie en lakschade
aan de carrosserie zijn.
De vereiste onderhoudsmiddelen zijn bij de
officiële SEAT dealer en gespecialiseerde za-
ken verkrijgbaar. Let op de gebruiksaanwij-
zingen op de verpakking. ATTENTIE
● Bij verk eer
d gebruik kunnen onderhouds-
middelen schadelijk voor de gezondheid zijn.
● Berg alle verzorgingsproducten op een vei-
lige plaat
s op, uit de buurt van kinderen. An-
ders bestaat gevaar voor vergiftiging. Milieu-aanwijzing
● Geef de v oork
eur aan producten die het mi-
lieu niet aantasten.
● De resten van verzorgingsproducten horen
niet bij het hui
svuil. Verzorging van de wagen, bui-
t
en
zijde
W
assen van de wagen Hoe langer insectenresten, uitwerpselen van
v
og
els, boomh
ars, straat- en industriestof,
teer, roetdeeltjes, strooizout en andere
agressieve stoffen op de lak blijven zitten, »
283
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Page 286 of 348

Aanwijzingen
hoe groter de schadelijke werking ervan is.
Hog e t
emper at
uren, bijvoorbeeld door inten-
sieve zonnestralen, versterken de bijtende
werking ervan.
Na de winter (als er is gestrooid) moet beslist
ook de onderzijde van de wagen grondig
worden gewassen.
Automatische wasinstallaties
Voordat u de wagen in een automatische
wasinstallatie laat wassen, moet u de gebrui-
kelijke voorzorgsmaatregelen nemen (sluiten
van ruiten en dak). Zitten er speciale aan-
bouwdelen aan de wagen, bijv. spoilers, een
dakdragersysteem of een antenne, dan kunt
u het beste met de eigenaar van de wasin-
stallatie overleggen.
Wasinstallaties zonder borstels genieten de
voorkeur.
Wassen met een hogedrukreiniger
Let bij het wassen van de wagen met een ho-
gedrukreiniger beslist op de gebruiksaanwij-
zingen voor de hogedrukreiniger. Dit geldt in
het bijzonder voor de druk en de spuitaf-
stand. Voldoende afstand bewaren tot zachte
materialen, zoals rubber slangen of isolatie-
materiaal, alsmede tot de sensoren van de
parkeerhulp*, die in de achterbumper zitten.
In geen geval rondstraalsproeikoppen of
vuilfrezen gebruiken. Met de hand wassen
Als de w
agen met de hand wordt gewassen,
eerst het vuil met ruim water laten weken en
zo goed mogelijk afspoelen.
Daarna de wagen met een zachte spons, een
washand of een autoborstel met lichte druk
schoonmaken. Hierbij van boven naar bene-
den gaan, met het dak beginnend. Alleen bij
hardnekkig vuil shampoo gebruiken.
Spons of washand steeds uitspoelen.
Wielen, dorpels en dergelijke als laatste
schoonmaken. Hiervoor een andere spons
gebruiken. ATTENTIE
● Was de w
agen alleen bij uitgeschakeld con-
tact - Anders bestaat er gevaar voor ongeluk-
ken.
● Handen en armen tegen metalen delen met
scherpe kant
en beschermen, als u de onder-
kant van de wagen, de binnenzijde van de
wielkasten of de wieldoppen schoonmaakt -
gevaar voor snijwonden!
● De wagen wassen in de winter: water en
sneeuw in het r
emsysteem kan de remwer-
king negatief beïnvloeden - gevaar op onge-
lukken! VOORZICHTIG
● Wagen niet in de f
elle zon wassen - gevaar
voor schade aan de lak! ●
Gebruik g een ru
we sponsen of iets soortge-
lijks voor het verwijderen van de restanten
van insecten. Het oppervlak kan hierdoor be-
schadigd raken.
● Op gezette tijden, bijv. tijdens een tank-
stop, h
ardnekkig vastzittend vuil (zoals in-
sectenresten) van de koplampen verwijderen.
Koplampen nooit met een droge doek of een
droge spons, maar alleen nat schoonmaken.
Bij voorkeur zeepsop gebruiken.
● Vooral banden mogen nooit met rond-
straal
sproeikoppen worden schoongemaakt.
Zelfs bij een relatief grote spuitafstand en
heel korte inwerktijd kan schade ontstaan.
● Voordat u door een wasstraat rijdt, moet u
de buitens
piegels naar binnen klappen, om
beschadiging van de buitenspiegels te voor-
komen. Buitenspiegels die elektrisch inge-
klapt kunnen worden mogen niet met de
hand, maar alleen elektrisch in en uit worden
geklapt. VOORZICHTIG
● Was t
u de wagen in een automatische was-
straat, dan wordt aanbevolen onderstaand
proces voor de vergrendeling van de ruiten-
wisserarmen uit te voeren om te vermijden
dat ze naar de bovenzijde van de ruit zouden
worden verplaatst:
–de motorkap moet gesloten zijn
– schakel het contact in en vervolgens weer
uit 284
Page 287 of 348

Verzorging en onderhoud
–
druk de hendel v
an de ruitenwisser kort
naar voren (ruitensproeierfunctie). De rui-
tenwisserarmen zijn vergrendeld. Milieu-aanwijzing
Wagen alleen op daarvoor aangewezen was-
p laat sen w
assen. Daar wordt voorkomen dat
eventueel door olie verontreinigd water in het
afvoerwater komt. In bepaalde gebieden is
autowassen buiten zulke wasplaatsen verbo-
den. Sensoren en cameralenzen
●
Sneeuw met een handveger verwijderen en
ij s
b ij
voorkeur met een ontdooispray.
● Reinig de sensoren met producten die vrij
zijn van op
losmiddelen en een schone, droge
doek.
● Maak de cameralens met een normaal in
de handel v
erkrijgbaar glasreinigingsmiddel
op basis van alcohol nat en veeg de lens met
een droge doek schoon. Bij een active lane
assist* wordt het gedeelte voor de lens nor-
maliter schoongehouden door de ruiten-
sproeiers. VOORZICHTIG
● Als u de w
agen wast met een hogedrukrei-
niger: –
houd dan v o
ldoende afstand tot de sen-
soren in de voor- en achterbumpers.
– Reinig niet de cameralenzen of het ge-
bied daaromheen met de hogedrukreini-
ger.
● Gebruik nooit warm of heet water om snee-
uw en ijs t
e verwijderen van de lens van de
achteruitrijcamera, omdat deze daardoor kan
scheuren.
● Bij het schoonmaken van de lens nooit een
onderhoudsmiddel met
een schurende werk-
ing gebruiken. Conserveren en oppoetsen
Waxbehandeling
D
e c
onser
vering beschermt de wagenlak. Ui-
terlijk wanneer op de schone lak het water
niet meer duidelijk als ronde druppels is te
zien, de wagen door het aanbrengen van een
vaste was opnieuw beschermen.
Ook als in de automatische wasinstallatie re-
gelmatig een vloeibare was wordt gebruikt,
is het aan te bevelen de lak ten minste twee-
maal per jaar met vaste was te beschermen.
Dode insecten die vooral in het warme jaar-
getijde op het voorste gedeelte van de motor-
kap en op de voorbumper achterblijven, kun-
nen overigens veel gemakkelijker van een
goed geconserveerde lak worden verwijderd. Polijsten
Alleen al
s de lak van uw wagen dof is gewor-
den en als u met conserveringsmiddelen
geen glans meer kunt verkrijgen, is polijsten
nodig.
Als het toegepaste polijstmiddel geen be-
waarmiddelen bevat, moet vervolgens een
conserveringsmiddel worden aangebracht. VOORZICHTIG
● Behandel m
atte lak of kunststof delen niet
met polijstmiddelen of vaste wax.
● De sierlijsten die om het panoramadak en
de voorruit lopen, mog
en niet met lakpoets-
middelen worden behandeld. U mag deze
echter wel met vaste was behandelen. Wieldoppen
De zilverkleurige sierdelen en sierlijsten be-
s
t
aan uit mi
lieu-oogpunt uit 100% alumini-
um (geen chroom).
Voor het verwijderen van vlekken en aanslag
op de sierlijsten pH-neutrale onderhouds-
middelen gebruiken - dus geen chroom-
poetsmiddelen. Lakpolijstmiddelen zijn
eveneens niet geschikt voor het onderhoud
van sierdelen en sierlijsten. Ook krachtige al-
kalische schoonmaakmiddelen, die vaak
worden gebruikt voordat de wasstraat in »
285
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Page 288 of 348

Aanwijzingen
wordt gereden, kunnen bij het indrogen
m att
e of melk
achtige vlekken veroorzaken.
De officiële SEAT dealers beschikken over mi-
lieuvriendelijke reinigingsmiddelen, die voor
uw wagen zijn getest en vrijgegeven.
Kunststof delen Kunststof delen moeten gereinigd worden
met een v
oc
htige doek. Bij hardnekkige ver-
vuiling mogen kunststof delen ook met spe-
ciale oplosmiddelvrije kunststofreinigings-
en onderhoudsmiddelen worden behandeld.
Lakonderhoudsmiddelen zijn voor kunststof
delen niet geschikt.
Koolstofdelen De carbon onderdelen van uw wagen hebben
een g
el
akt op
pervlak. Deze hebben geen bij-
zondere verzorging nodig en worden op de-
zelfde manier als andere gelakte onderdelen
schoongemaakt ›››
pag. 283.
Lakschade Kleine lakbeschadigingen zoals krassen,
s
c
hr ammen of
sporen van steenslag direct
met lak bijwerken, voordat er corrosie ont-
staat. Hiervoor hebben officiële SEAT dealers de bij uw wagen passende lakstif
ten of
spuitbussen.
Het laknummer van de originele lak van de
wagen staat op de sticker met wagengege-
vens ››› pag. 320.
Mocht er toch enige corrosie zijn ontstaan,
dan deze door een gespecialiseerde werk-
plaats grondig laten verwijderen.
Ruiten Goed zicht verhoogt de verkeersveiligheid.
Om de w
erk
ing
van de ruitenwisserbladen
niet nadelig te beïnvloeden (ratelen), mogen
de ruiten nooit met insectenverwijderaar of
was worden schoongemaakt.
Resten rubber, olie, vet of siliconen kunt u
met een ruitenreiniger of een siliconen-ver-
wijderingsmiddel verwijderen. Resten was
kunnen daarentegen alleen met een speciaal
reinigingsmiddel worden verwijderd. Meer in-
formatie hierover is verkrijgbaar bij de officië-
le SEAT dealer.
Ook de binnenzijde van de ruiten moet regel-
matig worden schoongemaakt.
Voor het drogen van de ruiten een aparte lap
of zeem gebruiken. In de zeem die u voor de
lak hebt gebruikt, zitten resten conserve-
ringsmiddelen. ATTENTIE
De voorruit mag niet met waterafstotende
ruitbes c
hermingsmiddelen worden behan-
deld. In situaties waarbij het zicht slecht is,
bijv. bij regen, als het donker is of bij laag-
staande zon, is er een groter gevaar voor ver-
blinding: gevaar op ongelukken! Bovendien
kunnen de ruitenwisserbladen bijgeluiden
gaan produceren. VOORZICHTIG
● Sneeuw en ijs op ruit
en en buitenspiegels
met een kunststof krabber verwijderen. De
krabber niet heen en weer bewegen, maar al-
leen in één richting schuiven om krassen te
voorkomen.
● De verwarmingsdraden zitten aan de bin-
nenzijde v
an de achterruit. Om schade te
voorkomen, mag u geen stickers op de ver-
warmingsdraden plakken.
● Nooit sneeuw of ijs van ruiten en spiegels
verwijder
en met warm of heet water - gevaar
voor scheurvorming in het glas! Velgen
Regelmatig onderhoud is nodig, opdat de
v
el
gen er l
ang goed uit blijven zien. Als
strooizout en remslijpsel niet regelmatig wor-
den afgespoeld, wordt het materiaal aange-
tast.
286