Page 9 of 348
De essentie
Binnenaanzicht (stuur links)1 ››› pag. 9
2 ››› pag. 24
3 ››› pag. 25
4 ››› pag. 38 5
››› pag. 40
6 ››› pag. 15
7 ››› pag. 26
8 ››› pag. 30 9
››› pag. 27
10 ››› pag. 25
11 ››› pag. 44
12 ››› pag. 16 13
››› pag. 42
14 ››› pag. 24
15 ››› pag. 12
16 ››› pag. 14 17
››› pag. 11
18 ››› pag. 53
19 ››› pag. 12
20 ››› pag. 13 7
Page 10 of 348
De essentie
Binnenaanzicht (stuur rechts)1 ››› pag. 25
2 ››› pag. 38
3 ››› pag. 25
4 ››› pag. 16 5
››› pag. 27
6 ››› pag. 26
7 ››› pag. 30
8 ››› pag. 40 9
››› pag. 24
10 ››› pag. 9
11 ››› pag. 12
12 ››› pag. 11 13
››› pag. 44
14 ››› pag. 42
15 ››› pag. 15
16 ››› pag. 12 17
››› pag. 13
18 ››› pag. 24
19 ››› pag. 53
20 ››› pag. 14 8
Page 11 of 348

De essentie
Werking Openen en s luit
en
P or
tieren Afb. 1
Sleutel met afstandsbediening: toet-
sen. Afb. 2
Bestuurdersportier: knop centrale ver-
gr endelin g. Ver- en ontgrendelen met de sleutel
● Vergrendelen: drukken op de knop
› ››
afb
. 1.
● De wagen vergrendelen zonder alarmsys-
teem: een tweede maal
drukken op de knop
››› afb. 1 gedurende de volgende 2 secon-
den.
● Ontgrendelen: drukken op de knop
››› afb
. 1.
● Achterklep ontgrendelen: de knop
››› afb
. 1 gedurende minstens 1 seconde in-
gedrukt houden.
Ver- en ontgrendelen met de schakelaar van
de centrale vergrendeling
● Vergrendelen: drukken op de knop
››› afb
. 2. Geen enkel portier wordt geopend
van buitenaf. U kunt de portieren van binnen
ontgrendelen door tweemaal aan de slot-
greep te trekken.
● Ontgrendelen: drukken op de knop
››› afb
. 2.
››› in Beschrijving op pag. 118
››› pag. 117
››› pag. 9, ››› pag. 10 Bestuurdersportier ontgrendelen of
v
er
gr endel
en Afb. 3
Portiergreep aan bestuurderzijde: ver-
bor g
en s lot
cilinder. Als de centrale vergrendeling uitvalt, kan het
be
s
tuur
dersportier via de slotcilinder worden
vergrendeld en ontgrendeld.
Bij het handmatig vergrendelen van het por-
tier, zullen alle andere portieren automatisch
vergrendelen. Bij het handmatig ontgrende-
len zal uitsluitend het portier van de bestuur-
der worden ontgrendeld. Volg de instructies
m.b.t. de inbraakbeveiliging ›››
pag.
117 op.
● De sleutelbaard van de wagensleutel uit-
klappen ›
›› pag. 118.
● Steek de sleutelbaard in de onderste ope-
ning van de k
lep op de portiergreep aan be-
stuurderzijde ››› afb. 3 (pijl) en til de klep op. » 9
Page 12 of 348

De essentie
● Voer de s
leut
elbaard in de slotcilinder en
ontgrendel of vergrendel de wagen.
Bijzonderheden
● Het alarmsysteem blijft geactiveerd bij ont-
grendelde wag
ens. Het alarm zal echter nog
niet afgaan ›››
pag. 117.
● Na het openen van portier aan bestuur-
derszijde heef
t u 15 sec. om het contact in te
schakelen. Daarna gaat het alarm af.
● Contact inschakelen. De elektronische weg-
rijblokkering herk
ent een geldige sleutel en
schakelt het alarmsysteem uit. Let op
Het alarmsysteem wordt niet geactiveerd
wanneer de wag en met
de sleutelbaard ver-
grendeld wordt ›››
pag. 117. Noodvergrendeling van de portieren
z
onder s
lotc
ilinder Afb. 4
Portier noodvergrendelen. Als de centrale vergrendeling uitvalt, moeten
de por
tier
en z
onder slotcilinder apart worden
vergrendeld.
Aan de voorzijde van het bijrijdersportier zit
een noodvergrendeling (alleen zichtbaar bij
geopend portier).
● Afdekkap uit de opening trekken.
● De sleutel in de gleuf in de binnenkant ste-
ken en naar rec
hts (rechterportier) resp. naar
links (linkerportier) draaien tot tegen de aan-
slag.
Nadat het portier is vergrendeld, kan het por-
tier niet meer van buitenaf worden geopend.
Het portier kan van binnenuit worden ont-
grendeld en geopend door eenmaal aan de
slotgreep te trekken. Achterklep
Afb. 5
Achterklep: handgreep Afb. 6
Achterklep: toets om de klep te sluiten. De werking van de achterklepontgrendeling
i
s
el ektri
sch. Wordt geactiveerd door licht te
drukken op de handgreep ››› afb. 5.
Om de status vergrendelen/ontgrendelen te
wijzigen, drukt u op de drukknop of op de
toets ››› afb. 1 van de sleutel met afstands-
bediening. 10
Page 13 of 348

De essentie
Is de achterklep open of niet juist gesloten,
d an w
ordt
dit op het display van het instru-
mentenpaneel weergegeven.* Als bij het rij-
den met een snelheid van meer dan 6 km/u
(4 mpu) de achterklep wordt geopend, klinkt
ook een waarschuwingssignaal*.
Openen en sluiten
● De achterklep openen: op de handgreep
drukken. De kl
ep wordt automatisch geo-
pend.
● De achterklep sluiten: houd de klep met
een van de handgr
epen van de binnenbekle-
ding vast en sluit ze door ze naar onderen te
brengen, of druk op de knop in de klep*
››› afb. 6.
››› in Automatische blokkering van
achterklep op pag. 132
››› pag. 129
››› pag. 11 Noodontgrendeling van de achterklep
Afb. 7
Bagageruimte rechtsachter: toegang
t ot
de noodont gr
endeling. Afb. 8
Bagageruimte rechtsachter: noodont-
gr endelin g. De achterklep kan van binnenuit worden
noodont gr
endel d.
● M
et de sleutelbaard de afdekking eruit wip-
pen ››› afb
. 7. ●
Om de achterkl
ep te ontgrendelen, de wa-
gensleutel in de richting van de pijl drukken
met behulp van de sleutelbaard ››› afb. 8.
Motorkap Afb. 9
Ontgrendelingshendel in de voeten-
ruimt e
van de be
stuurder. Afb. 10
Hendel onder de motorkap. » 11
Page 14 of 348

De essentie
● Mot ork
ap openen: aan de hendel onder het
d
ashboard ››› afb. 9 1 trekken.
● Motorkap oplichten. Druk de knop onder
de mot ork
ap n aar bo
ven ››› afb. 10 2 . De
v an
gh aak
wordt zo ontgrendeld.
● De motorkap kan nu geopend worden. De
motorkaps
teun losmaken en in de daarvoor
bedoelde plaats van de motorkap vastzetten.
››› in Werken in de motorruimte op
pag. 301
››› pag. 300 Elektrische ruitbediening*
Afb. 11
Deel van het bestuurdersportier: be-
dienin gsel
ement
en van de ruiten. ●
De ruit openen: op de knop drukk
en.
● De ruit
s
luiten: aan de knop trekken.Knoppen in het
bestuurdersportier
Ruit v
an het portier linksvoor
Ruit van het portier rechtsvoor
Ruit van het portier linksachter
Ruit van het portier rechtsachter
Veiligheidsschakelaar voor het uitschake-
len van de ruitbedieningsknoppen in de
achterportieren
››› in De ruiten openen en sluiten op
pag. 132
››› pag. 132 Panoramadak*
Afb. 12
In de hemelbekleding: toets van het
gl az
en d ak. ●
Ontgrendelen: de toets naar achteren du-
w en C .
1 2
3
4
5 ●
Sluit en: de t
oets n
aar voren duwen D .
● Omhoogklappen: het achterste deel van de
t oets
B indrukken.
● Omlaag brengen: het achterste deel van de
t oets
A indrukken.
››› in Inleiding tot thema op pag. 134
››› pag. 134 Vóór elke rit
V oor
st
oelen handmatig verstellen Afb. 13
Voorstoelen: handmatig verstellen
v an de s
toel
. Vooruit/achteruit: trek aan de hendel en
v
er s
c
huif de stoel.
1 12
Page 15 of 348

De essentie
Omhoog/omlaag: trek de hendel omh-
oog of du
w dez e om
laag.
Rugleuning schuiner zetten: draai aan
het bedieningsknop.
Lendensteun: de knop in de betreffende
stand drukken.
››› in Stoelen handmatig verstellen op
pag. 150 Bestuurdersstoel elektrisch verstel-
l
en* Afb. 14
Bestuurdersstoel: elektrische verstel-
lin g
van de s
toel. Lendensteun verstellen: de toets volgens
de g
ew
ens
te stand indrukken.
Stoel omhoog/omlaag: toets omh-
oog/omlaag indrukken. Om de voorkant
van de zitting in te stellen de knop voor-
aan omhoog/omlaag drukken. Om de
2 3
4
A
B achterkant van de zitting in te stellen de
knop ac
ht
eraan omhoog/om
laag druk-
ken.
Stool vooruit/achteruit: toets naar vo-
ren/achteren indrukken.
Rugleuning schuiner/minder schuin:
toets naar voren/achteren indrukken.
››› in Bestuurdersstoel elektrisch ver-
stellen* op pag. 150 Hoofdsteun verstellen
Afb. 15
Voorstoel: hoofdsteun verstellen. ●
De hoofdsteun aan de zijkanten vastnemen
met beide h
anden en t ot
in de gewenste
stand omhoog duwen. Om de hoofdsteun te
verlagen hetzelfde doen en daarbij drukken
op de knop aan de zijkant 1 .
C
››› in Juiste stand van de hoofdsteunen
voorin op pag. 68
››› pag. 68, ››› pag. 151 13
Page 16 of 348

De essentie
De veiligheidsgordel vast- en losges-
pen Afb. 16
De slotgesp van de veiligheidsgordel
aanbr en
gen en
verwijderen. Afb. 17
Juist verloop van de gordelband en
een juist e s
tand van de hoofdsteun van voren
en opzij gezien. Om de veiligheidsgordel te verstellen bij de
s
c
houder , r
egelt u de hoogte van de stoelen.
Het schoudergedeelte goed in het midden,
nooit over de hals. De veiligheidsgordel ligt
vlak en strak op het bovenlichaam.
Het heupgedeelte loopt over het bekken,
nooit over de buik. De veiligheidsgordel ligt
vlak en strak op het bekken.
››› pag. 72
››› pag. 74 Gordelspanners
Bij een botsing worden de veiligheidsgordels
van de v
oor
ste zitplaatsen automatisch strak
getrokken.
De gordelspanner kan slechts eenmaal wor-
den geactiveerd.
››› in Onderhoud en afvoer van de gor-
delspanners op pag. 75
››› pag. 75 Buitenspiegels verstellen
Afb. 18
Deel van het bestuurdersportier: be-
dienin g
van de b
uitenspiegel. Buitenspiegels verstellen: knop naar de ge-
w
en
st
e stand draaien:14