Inhoudsopgave
Systemen ter ondersteuning van de bestuur-
der . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 199
Start/stop-systeem* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 199
Bergafdaalhulp (HDC) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 201
Auto Hold-functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 202
Snelheidsregelsysteem (GRA)* . . . . . . . . . . . . . 204
Snelheidsbegrenzer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 205
Adaptive Cruise Control ACC (automatische af-
s t
and sr
egeling)* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 209
Omgevingsbewakingssysteem (Front Assist)
inclusief
City noodremfunctie en voetgangers-
herkenning* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 219
Rijstrookassistent (Lane Assist)* . . . . . . . . . . . 226
Filehulpsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 229
Noodhulpsysteem (Emergency Assist) . . . . . . . 231
Dodehoekhulp (BSD) met uitparkeerhulp
(RCTA)* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
SEA
T-rijmodi (SEAT Drive Profile)* . . . . . . . . . . . 238
Verkeerstekenherkenning* . . . . . . . . . . . . . . . . 241
Vermoeidheidsherkenning (advies om een
pauze te nemen)*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 244
Inparkeersysteem (Park Assist)* . . . . . . . . . . . . 245
Parkeerhulp Plus (Park Pilot)* . . . . . . . . . . . . . . 253
Parkeerhulp (Park Pilot)* . . . . . . . . . . . . . . . . . . 259
Systeem voor perifeer gezichtsveld (Area
View)* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 262
Ac
hteruitrijhulp (Rear View Camera)* . . . . . . . . 267
Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwa-
gen* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 271
Rijden met aanhan
gwagen . . . . . . . . . . . . . . . . 271
Aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 282
Verzorging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . 282
Accessoires en technische wijzigingen . . . . . . . 282
Verzorging en reiniging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 283
Verzorging van de wagen, buitenzijde . . . . . . . 283
Verzorging interieur van de wagen . . . . . . . . . . 287 Intelligente techniek
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 291
Elektromechanische stuurinrichting . . . . . . . . . 291
Vierwielaandrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 291
Energiemanagement . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 292
Controleren en bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 294
Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 294
Brandstof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 295
Uitlaatgasreinigingssysteem voor wagens met
dieselmotor (AdBlue ®
) . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
297
Motorruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 300
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 302
Koelsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 305
Remvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 306
Reservoir ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . 306
Accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 307
Wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 310
Wielen en banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 310
Bandenspanningscontrolesysteem . . . . . . . . . 314
Noodreservewiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 317
Winterservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 318
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . 320
Technische kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 320
Belangrijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 320
Voornaamste wagenkenmerken . . . . . . . . . . . . 320
Gegevens inzake het brandstofverbruik . . . . . . 321
Rijden met aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . 322
Wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 322
Motorgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 324
Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 327
Trefwoordenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 329
4
De essentieMenuSubmenuInstelling mogelijkBeschrijving
Banden
Controle bandenspanningOpslaan in het geheugen van de bandenspanningen (kalibreren)›››
pag. 314
WinterbandenIn- en uitschakelen van de snelheidswaarschuwing. Verstellen van de waarde van de snel-
heidswaarschuwing››› pag. 318
Assistentie voor
de bestuurder
ACC (automatische afstandsre-
geling)Activering/deactivering: programma van versnellingen, tijdsafstand tot het vorige voertuig
(afstandsniveau)››› pag. 209
Front Assist (bewakingssys-
teem)Activering/deactivering: bewakingssysteem, voorwaarschuwing, weergave van de waar-
schuwing voor de afstand››› pag. 219
Functie noodremmen CityIn- en uitschakeling van de functie noodremmen City››› pag. 223
Rijstrookassistent (Lane As-
sist)Activering/deactivering: rijstrookassistent, midden in de rijbaan rijden››› pag. 226
Detectie van verkeersborden
De volgende functies kunnen in- en uitgeschakeld worden:
– Weergave in de multifunctie-indicatie van de gedetecteerde verkeersborden
– Detectie van aanhangwagen (weergave van verkeersborden voor voertuigen met aanhang-
wagen)
››› pag. 241
VermoeidheidsdetectieActivering / deactivering››› pag. 244
Parkeren en ma-
noeuvrerenParkPilotAutomatische activering, volumen vóór, geluidsinstelling vóór, volume achter, geluidsinstel-
ling achter, volume verlagen››› pag. 259
Verlichting
InterieurverlichtingVerlichting van de instrumenten en bedieningselementen, verlichting bij de portieren, ver-
lichting van de voetenruimte››› pag. 145
Functie Coming home/Leaving
homeTijd van inschakeling functie "Coming home", tijd van inschakeling functie "Leaving home"››› pag. 141
››› pag. 141
SnelwegverlichtingActivering / deactivering››› pag. 143
Achteruitkijk-
spiegels / rui‐
tenwisserAchteruitkijkspiegelsSynchroonregeling, achteruitkijkspiegel laten zakken bij achteruitrijden, inklappen na par-
keren››› pag. 14, ››› pag.
148
RuitenwissersAutomatische ruitensproeiers, wissen bij achteruitrijden››› pag. 26 28
De essentie
Bestuurdersinformatiesysteem In l
eidin g Bij ingeschakeld contact is het mogelijk de
vers
c
hillende functies van het display te
raadplegen door te navigeren door de me-
nu's.
Bij wagens met multifunctiestuurwiel kan de
multifunctie-indicatie uitsluitend worden be-
diend via de knoppen aan dat stuurwiel.
Het aantal menu's dat weergegeven wordt op
het display van het instrumentenpaneel vari-
eert naargelang de elektronica en uitvoering
van de wagen.
Bij een gespecialiseerde dealer kunnen func-
ties geprogrammeerd of gewijzigd worden
volgens de uitvoering van de wagen. Geadvi-
seerd wordt om naar de werkplaats van een
officiële SEAT dealer te gaan.
Een aantal opties van het menu kan enkel ge-
raadpleegd worden wanneer het voertuig stil-
staat.
Zolang een waarschuwing met hoogste prio-
riteit 1 weergegeven wordt op het scherm,
kunnen de menu's niet getoond worden. Be-
paalde waarschuwingen kunnen worden be-
vestigd via de ruitenwisserhendel of de knop
op het multifunctiestuurwiel; deze verdwij-
nen dan. Het informatiesysteem biedt ook de volgende
informatie en aan
w
ijzingen (volgens de uit-
rusting van de wagen):
Ritgegevens ››› pag. 34
■ Staat van de wagen
■ Multifunctie-indicatie vanaf het vertrek
■ Multifunctie-indicatie vanaf het tanken
■ Multifunctie-indicatie berekening totaal
Assistenten ››› Tab. op pag. 31
■ Lane Assist activeren/deactiveren
■ Achteruitversnelling*
Navigatie ››› brochure Navigatiesysteem
Audio ››› brochure Radio of ››› brochure Navi-
gatiesysteem
Telefoon ››› brochure Radio of ››› brochure Na-
vigatiesysteem
Wagen ››› Tab. op pag. 31 ATTENTIE
Iedere afleiding kan tot een ongeval leiden
met het d aar
aan verbonden risico van ver-
wondingen.
● De knoppen e.d. van het instrumentenpa-
neel niet tijdens
het rijden bedienen. De menu's in het instrumentenpaneel
g
e
bruik en Afb. 42
Ruitenwisserhendel: controletoetsen. Afb. 43
Rechterdeel van het multifunctiestuur-
w iel: c
ontro
letoetsen. Het informatiesysteem voor de bestuurder
w
or
dt bediend met
de knoppen van het mul-
tifunctiestuurwiel ››› afb. 43 of met de ruiten-
wisserhendel ››› afb. 42 (indien de wagen
niet is uitgerust met multifunctiestuurwiel). 30
De essentieMenu Assis-
tentenFunctie
Lane Assist
*Rijstrookassistent in- en uitschake-
len ››› pag. 228.
Detectie van
verkeersbor-
denVerkeersborden weergeven ››› pag.
241:
Vermoei-
dheidsdetec‐
tie *Vermoeidheidsdetectie in- en uit-
schakelen (aanbeveling om te pau-
zeren) ››› pag. 244. Ritgegevens
Geheug en De multifunctie-indicatie geeft de afgelegde
af
s
tand en het
brandstofverbruik weer.
Wisselen tussen de weergavefuncties op de
multifunctie-indicatie
● Bij wagens zonder multifunctiestuurwiel:
druk op de tuimels
chakelaar van de rui-
t en
wi
sserhendel ››› afb. 42.
● Bij wagens met multifunctiestuurwiel: draai
aan het kar
telwieltje ››› afb. 43.
Geheugen van de multifunctie-indicatie
De multifunctie-indicatie is voorzien van drie
geheugen die automatisch werken: Multi-
functie-indicatie vanaf het vertrek, Multifunc- tie-indicatie vanaf het tanken, Multifunctie-
indicatie berekenin
g totaal. Op het display
kunt u aflezen welk geheugen momenteel
wordt getoond.
● Wisselen tussen geheugens met ingescha-
keld cont
act en getoond geheugen: druk op
de toets van de ruitenwisserhendel of
de t oets
op het multifunctiestuurwiel.
MenuFunctie
Multifunc-
tie-indi-
catie van‐
af het
vertrek
Weergave en opslag in het geheugen
van de afgelegde afstand en het brand-
stofverbruik vanaf het moment dat de
ontsteking werd ingeschakeld totdat
deze weer werd uitgeschakeld.
Als u binnen 2 uur na uitschakelen van
het contact weer gaat rijden, worden de
nieuwe gegevens toegevoegd aan de
opgeslagen gegevens. Bij een ritonder-
breking van meer dan twee uur wordt
het geheugen automatisch gewist.
Multifunc-
tie-indi-
catie van‐
af het
tankenAanduiding en in geheugen opslaan
van waarden van afgelegd traject en
brandstofverbruik. Na brandstof tanken
wordt geheugen automatisch gewist.
MenuFunctie
Multifunc-
tie-indi-
catie be‐
rekening
totaal
In het geheugen worden de waarden
van een bepaald aantal deeltrajecten
geregistreerd, tot een totaal van 19 uur
en 59 minuten of 99 uur en 59 minuten
ofwel 1.999,9 km of 9.999 km, afhan-
kelijk van het model van het instrumen-
tenpaneel. Bij het bereiken van deze li-
mietwaarden a)
, wordt het geheugen au-
tomatisch gewist en telt het systeem
opnieuw vanaf 0.
a) Dit is afhankelijk van het model van het instrumentenpaneel.
Een geheugen handmatig wissen
● Selecteer het geheugen dat u wenst te wis-
sen.
● Houd de toets van de ruitenwisser-
hendel of
de t oets
op het multifunctie-
s t
uur w
iel ca. 2 seconden ingedrukt.
De aanwijzingen personaliseren
In het Easy Connect-systeem kunt u instellen
welke gegevens voor de multifunctie-indica-
tie (MFA) moeten worden weergegeven op
het display in het instrumentenpaneel; ge-
bruik hiertoe de toets en de functietoets
Set up
› ›
›
p
ag. 113.34
De essentie
Remblokken voor versleten.
›››
pag.
183 brandt: storing in de ESC of uit-
schakeling door systeem.
knippert: ESC of ASR geactiveerd.
ASR handmatig buiten werking ge-
steld.
›››
pag.
183ESC in Sport-modus.
Storing in ABS, of werkt niet.
Mistachterlicht aan.›››
pag.
137
brandt of knippert:
storing in uit-
laatgascontrolesysteem.››› pag.
197
brandt: voorverwarmen van de die-
selmotor.
›››
pag.
198
knippert: storing in het dieselmo-
tormanagement.
Storing in het benzinemotormana-
gement.›››
pag.
198
brandt of knippert:
storing in de
stuurinrichting.››› pag.
291
Bandenspanning erg laag of sto-
ring in controlelampje banden-
spanning.›››
pag.
314
Brandstoftank bijna leeg.›››
pag.
107
Storing in het systeem van airbags
en gordelspanners.›››
pag.
76
De rijstrookassistent (Lane Assist)
is ingeschakeld, maar niet actief.›››
pag.
226 Andere controlelampjes
Linker of rechter knipperlicht.›››
pag.
137
Alarmlichten aan.››› pag.
142
Aanhangwagenknipperlichten.›››
pag.
271
gaat groen branden:
Auto Hold in-
geschakeld.››› pag.
202
gaat groen branden:
trap het rem-
pedaal in!
knippert groen: de vergrendelings-
knop op de keuzehendel is niet
vastgeklikt.
››› pag.
187
gaat groen branden:
snelheidsre-
gelsysteem in werking of snel-
heidsbegrenzer aangesloten en ac-
tief.
››› pag.
204
knippert groen: de snelheid inge-
steld in de snelheidsbegrenzer
werd overschreden.
gaat groen branden:
de rijstroo-
kassistent (Lane Assist) is inge-
schakeld en actief.››› pag.
226
Grootlicht aan of grootlichtsignaal
in werking gesteld.›››
pag.
137 Op het display van het instrumenten-
p
aneel Afb. 50
Op het display van het instrumenten-
p aneel: w
eerg
ave portieren open.
niet verder rijden!
Met de volgende melding: por-
tier(en), achterklep of motorkap
geopend of niet correct gesloten››› pag.
117
››› pag.
129
››› pag.
300
Ingeschakeld: Rijd niet ver-
der! Motorkoelvloeistofpeil te
laag, koelvloeistoftemperatuur
te hoog
››› pag.
305
Knippert: storing in het motor-
koelvloeistofsysteem.» 41
Bestuurdersgedeelte
Bedienen
B e
st
uurdersgedeelte
Overzicht Portiergreep binnenzijde
Schak
el
aar centrale vergrende-
ling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120
Bedieningselement voor elektrische
buitens
piegelverstelling . . . . . . . . . .148
Luchtroosters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 168
Bedieningshendel voor:
– Knipperlicht en gr
ootlicht . . . . . . . 138
– Rijstr ook
assistent (Lane Assist) .226
– Grootlichta
ssistent . . . . . . . . . . . . . 139
– Snelheidsreg
elsysteem (SRS) . . .204
Afhankelijk van de uitrusting:
– Hendel v oor c
ruise control . . . . . .204
Stuurwiel met claxon en
– Best
uurdersairbag . . . . . . . . . . . . . . 15
– Bediening v
oor boordcomputer .30
– Bedienings
toetsen voor radio, te-
lefoon, navigatiesysteem en
spraakbedieningssysteem ›››
bro-
chure Radio
– Hendels voor tiptronic-bediening
(automatische transmissie) . . . . .190
1 2
3
4
5
6
7 Instrumentenpaneel
. . . . . . . . . . . . . .107
Bedieningshendel voor:
– Ruit
enw
issers/-sproeiers . . . . . . . .146
– Ruitenw
issers/-sproeier . . . . . . . . .146
– Boordcomput
er . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Afhankelijk van de uitrusting: radio
of disp
lay van Easy Connect-sys-
teem (navigatie, radio, tv/video) . .113
Afhankelijk van de wagenuitrusting
zijn de vo
lgende toetsen beschik-
baar:
– Start/stop-systeem . . . . . . . . . . . . .199
– Inparkeer sy
steem . . . . . . . . . . . . . . 259
– Alarmlic
hten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 142
– Bandensp
anningscontrolescha-
kelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 316
– Control
elampje airbag gedeacti-
veerd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
Afhankelijk van de wagenuitrus-
ting, da shbo
ardkastje met: . . . . . . .155
– Cd-s pel
er* en/of SD-kaart*
››› brochure Radio
Bijrijdersairbag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Schakelaar bijrijdersairbag . . . . . . .82
Bediening stoelverwarming aan bij-
rijdersz ijde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152
Afh
ankelijk van de wagenuitrusting
bedieningsel ement
en voor:
8 9
10
11
12
13
14
15
16 –
Ver
warmin
gs- en ventilatiesys-
teem resp. handbediende aircon-
ditioning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48, 46
– Automatis
che airconditioning . . .44
Afhankelijk van de wagenuitrus-
ting:
– USB/AUX-IN-in
gang . . . . . . . . . . . . . 116
– Sigaretten
aansteker/stopcon-
tact . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156
– Draadloz
e lader . . . . . . . . . . . . . . . . . 116
– Opbergv ak
V
ersnellingshendel voor:
– Schakelbak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 186
– Automatis
che versnellingsbak . .187
Draaiknop (Driving Experience
button) v
oor rijfuncties . . . . . . . . . . .238
Schakelaar van Auto Hold . . . . . . . .202
Schakelaar van de elektronische
parkeerrem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 179
St
artknop (Keyless Access sluit- en
startsy
steem zonder sleutel) . . . . . .176
Bediening stoelverwarming aan be-
stuurder
szijde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152
Contactslot (wagens zonder Keyless
Acce
ss) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 174
Hefboom voor aanpassing van de
stuurko
lom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Knieairbag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Ontgrendeling voor motorkap . . . . .301»
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
105
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Bedienen
Let op
● Wanneer het sy s
teem van voetgangersher-
kenning een remmanoeuvre veroorzaakt,
biedt het rempedaal meer weerstand.
● De automatische tussenkomsten in de rem-
men door het voet
gangersherkenningssys-
teem kunnen onderbroken worden door het
gaspedaal in te trappen of het stuur te draai-
en.
● Indien het systeem van voetgangersher-
kenning niet w
erkt zoals beschreven in dit
hoofdstuk (bijv. het grijpt verscheidene ma-
len op ongepaste wijze in), schakel het dan
uit en laat het systeem nakijken in een ge-
specialiseerde werkplaats. SEAT raadt u aan
om daarvoor een SEAT-dealer te raadplegen. Rijstrookassistent (Lane As-
s
i
s t)*
In
leiding ATTENTIE
De intelligente techniek in de rijstrookassis-
tent (Lane As s
ist) kan de natuurkundig en
door het systeem zelf bepaalde grenzen niet
overwinnen. Het onachtzame of ongecontro-
leerde gebruik van de rijstrookassistent kan
ernstig letsel en ongevallen veroorzaken. On-
danks het systeem moet de bestuurder te al-
len tijde opmerkzaam blijven. ●
Pas de s
nelheid en houd een veilige af-
stand aan tot uw voorliggers afhankelijk van
het zicht, de klimatologische omstandighe-
den, het wegdek en het verkeer.
● Houd de hand altijd aan het stuur om op elk
moment te ku
nnen bijsturen.
● De rijstrookassistent registreert niet alle
wegdekmark
eringen. Het wegdek, patronen
in het wegdek of objecten in slechte toestand
kunnen verkeerd worden geïnterpreteerd als
markeringen op het wegdek in bepaalde om-
standigheden door de rijstrookassistent. In
dergelijke situaties moet u de rijstrookassis-
tent onmiddellijk uitschakelen.
● Houd de meldingen op het instrumentenpa-
neel in de gaten en r
eageer zoals vereist.
● Let altijd goed op de omgeving van de wa-
gen.
● Wanneer het
zichtveld van de camera ver-
vuild, af
gedekt of beschadigd is, kan de werk-
ing van de rijstrookassistent negatief worden
beïnvloed. VOORZICHTIG
Om de werking van het systeem niet te beïn-
vloeden, moet u het v
olgende in acht nemen:
● Reinig het zichtveld van de camera regel-
matig en houd dit sc
hoon en vrij van sneeuw
en ijs.
● Dek de camera niet af.
● Controleer of de ruit in het zichtveld van de
camera niet be
schadigd is. Let op
● De rijs tr
ookassistent is uitsluitend bedoeld
voor wegen met vast wegdek.
● Als de rijstrookassistent niet werkt zoals
beschr
even in dit hoofdstuk, moet dit sys-
teem uitgeschakeld worden en moet u naar
een gespecialiseerde werkplaats gaan.
● Bij schade aan het systeem moet u naar de
werkplaat
s van een officiële dealer gaan voor
reparatie. 226
Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
● Met
de el ektr
onische stabiliseringscontrole
ESC in de stand Sport of uitgeschakeld.
Rijstrookwisselhulp (Side Assist) PLUS
Indien de wagen ook is uitgerust met een
rijstrookwisselhulp (Side Assist) en het sys-
teem is ingeschakeld, wordt de bestuurder
gewaarschuwd bij het wisselen van rijstrook
in een mogelijk kritieke situatie (informatie-
niveau, waarschuwingsniveau) aan de hand
van een correctieve ingreep van het stuur. Dit
gebeurt ook wanneer het knipperlicht actief
is in de overeenkomstige richting. Indien de
bestuurder de ingreep aan het stuur opheft,
waarschuwt het systeem daarenboven met
een trilling ervan. Let op
● Contro l
eer alvorens weg te rijden of het
zichtveld van de camera niet is afgedekt
››› afb. 191.
● Het cameravenster altijd schoon houden. Uitschakelen van de rijstrookassistent
in de
v
o l
gende situatiesIn de volgende situaties moet u de rijstroo-
k
a
ss
istent uitschakelen met het oog op de
technische grenzen van het systeem:
● Als de bestuurder goed moet opletten.
● Bij een sportieve rijstijl. ●
Onder slecht
e klimatologische omstandig-
heden.
● Op wegen met slecht wegdek.
● Bij plekken waar wegwerkzaamheden zijn.
Filehulpsysteem Besc
hrijving en werking
››› T
ab. op pag. 2
Het filehulpsysteem helpt de bestuurder om
de wagen binnen zijn rijstrook te houden en
met de stroom voertuigen mee te rijden bij
opstoppingen of traag verkeer.
Het filehulpsysteem is een bijkomende func-
tie van de rijstrookassistent (Lane Assist)
››› pag. 226 en combineert de functies daar-
van met die van de automatische afstandsre-
geling (ACC) ›››
pag. 209. Lees daarom aan-
dachtig deze twee hoofdstukken en houd re-
kening met de beperkingen van de systemen
en aanwijzingen erover.
Werking van het filehulpsysteem
Het filehulpsysteem kan bij een snelheid van
minder dan 60 km/u (40 mph) een eerder
door de bestuurder ingestelde (tijdelijke) af-
stand behouden ten opzichte van de voorlig-
ger en helpt tevens om binnen de rijstrook te
blijven ››› .Daarvoor controleert het systeem automa-
ti
sc
h het
gaspedaal, de rem en stuurinrich-
ting, vertraagt de wagen zo nodig tot volledi-
ge stilstand voor een stoppend voertuig en
begint automatisch weer te rijden.
Het filehulpsysteem werd uitsluitend ontwor-
pen voor gebruik op snelwegen en brede
straten. Gebruik het dus niet in stedelijk ver-
keer.
Filehulpsysteem in- en uitschakelen
Wanneer Lane Assist ››› pag. 226 actief is,
schakelt u het filehulpsysteem in of uit in het
infotainmentsysteem met de toets en de
f u
nctieknop pen Set
up en
B e
st
uurdershulpsysteem
› ›
›
p
ag. 27.
D
e activering vindt plaats door het activeren
van Lane Assist en de functie "midden rijst-
rook houden" in het infotainmentsysteem.
Als de functie "midden rijstrook houden" niet
actief is, is ook het filehulpsysteem niet ac-
tief.
Het filehulpsysteem kan ook uitgeschakeld
worden met de toets voor bestuurdershulp-
systemen samen met de rijstrookassistent
(Lane Assist) ›››
pag. 31
.
Technische vereisten om het filehulpsysteem
te gebruiken
● De rijstrookassistent moet geactiveerd zijn
››› p
ag. 226, Rijstrookassistent (Lane As-
sist)*. »
229
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten