Page 17 of 348

De essentie
Door de knop naar de juiste stand te
br en
gen, s
telt u de buitenspiegel aan de
zijde van de bestuurder (L, links) en aan
de zijde van de bijrijder (R, rechts) in de
gewenste richting in.
Naargelang de uitrusting worden de bui-
tenspiegels verwarmd volgens de bui-
tentemperatuur.
Spiegels inklappen.
››› in Buitenspiegels verstellen op
pag. 149
››› pag. 148 Stuur verstellen
Afb. 19
Hendel linksonder aan de stuurko-
lom. ●
Positie van het stuur verstellen: de hendel
› ›
›
afb
. 19 1 omlaag trekken, het stuur naar
L/R
de gewenste positie bewegen en de hendel
opnieu
w omhoog br
eng
en tot het sluitpunt.
››› in Stuurwiel afstellen op pag. 66 Airbags
Voorairbag
s Afb. 20
Bestuurdersairbag in het stuurwiel. Afb. 21
Bijrijdersairbag in het dashboard. De frontairbag van de bestuurder bevindt
z
ic
h in het s
tuurwiel ››› afb. 20 en die van de
bijrijder in het dashboard ››› afb. 21. De air-
bags zijn gemarkeerd met het opschrift "AIR-
BAG".
De airbagafdekkingen worden bij het active-
ren van de bestuurders- en bijrijdersairbag
geopend en blijven aan het stuurwiel en het
dashboard zitten ››› afb. 20 ››› afb. 21.
De frontairbags bieden als aanvulling op de
veiligheidsgordels extra bescherming voor » 15
Page 18 of 348

De essentie
het hoofd- en rompgedeelte van de bestuur-
der en b ijrijder b
ij zw
are frontale botsingen
››› in Voorairbags op pag. 78.
D e s
pec i
aal ontwikkelde luchtzak laat onder
belasting van de inzittende gecontroleerd
gas uitstromen. Zo worden het hoofd en bo-
venlichaam zachter opgevangen door de air-
bag. Na een aanrijding is de luchtzak derhal-
ve zo ver leeggelopen dat het zicht naar vo-
ren weer vrij is.
››› pag. 78 De voorairbag van de bijrijder buiten
w
erk
ing s
tellenAfb. 22
Schakelaar voorairbag aan bijrijders-
z ijde. Om de voorairbag van de bijrijder buiten
w
erk
ing t
e stellen:
● Bijrijdersportier openen.
● De sleutel in de overeenkomstige gleuf van
de schak
elaar voor deactivering steken.
● De sleutel blijft ongeveer ¾ van zijn lengte
zitten (max
imaal).
● De sleutel draaien en zijn stand veranderen
naar . Niet
te veel kracht uitoefenen. In-
dien u moeilijkheden ondervindt, controleert
u of de sleutel tot de aanslag is ingestoken.
● Ten slotte kijken naar het controlelampje
op het dashbo
ard, waar
staat aangegeven moet het opschrift ver-
schijnen.
››› in Schakelaar voorairbag aan bijrij-
derszijde op pag. 82
››› pag. 82 Knieairbag*
Afb. 23
Aan de bestuurderszijde: plaats van
de airb ag
voor de knieën. Afb. 24
Aan de bestuurderszijde: werkingsge-
b ied v
an de airb
ag voor de knieën. De airbag voor de knieën bevindt zich aan de
z
ijde
van de be
stuurder, onderaan in het
dashboard ››› afb. 23. De airbags zijn gemar-
keerd met het opschrift "AIRBAG". 16
Page 19 of 348

De essentie
De rood gemarkeerde zone (werkingsgebied)
› ›
›
afb
. 24 wordt bedekt met de airbag bij ac-
tivering ervan. In dit gebied mogen nooit
voorwerpen geplaatst of bevestigd worden.
››› pag. 78 Zij-airbags*
Afb. 25
Zij-airbag in de bestuurdersstoel. Afb. 26
Volledig geactiveerde zij-airbags aan
de linkerw ag
enzijde. De zijairbags zitten in de rugleuningvulling
v
an de be
st
uurdersstoel ››› afb. 25 en van de
bijrijdersstoel. De inbouwplaatsen zijn ge-
markeerd door het opschrift "AIRBAG" boven-
aan de rugleuningen.
De zij-airbags bieden in aanvulling op de vei-
ligheidsgordels extra bescherming voor het
bovenlichaam van de inzittenden bij zware
botsingen van opzij ››› in Zijairbags* op
p ag. 79
.
Bij bots in
gen van opzij wordt door de zij-air-
bags het gevaar op lichamelijk letsel voor de
inzittenden gereduceerd aan de zijde waar
de impact plaatsvindt. Behalve hun gewone
beschermende functie hebben de veilig-
heidsgordels ook de taak om de inzittenden
bij een aanrijding van opzij zo op hun plaats
te houden dat de zij-airbags maximale be-
scherming kunnen bieden.
›››
pag. 79 Hoofdairbags*
Afb. 27
Plaats van de hoofdairbags. De hoofdairbags zitten aan beide zijden in
het
int
erieur bo v
en de portieren ›››
afb. 27 en
zijn gemarkeerd met de opschriften "AIR-
BAG".
De hoofdairbags bieden als aanvulling op de
veiligheidsgordels extra bescherming voor
het bovenlichaam van de inzittenden bij zwa-
re botsingen van opzij ››› in Hoofdairbags*
op p ag. 80
.
››› in Hoofdairbags* op pag. 80 17
Page 20 of 348
De essentie
Kinderzitjes B el
an grijk
e aanwijzingen voor de
voorairbag van de bijrijder Afb. 28
Zonneklep aan de bijrijderszijde: stic-
k er
van de airb
ag. Afb. 29
In de achterste omlijsting van het bij-
rijderspor tier: s
ticker over de airbag. Op de zonneklep van de bijrijder en/of ach-
t
er
st
e omlijsting van het bijrijdersportier zit
een sticker met belangrijke informatie over
de airbag aan de bijrijderszijde.
››› in Belangrijke aanwijzingen voor de
voorairbag van de bijrijder op pag. 83
››› pag. 83 Bevestiging van het kinderzitje
Afb. 30
Op de achterbank: mogelijkheden voor in-
bouw v an het
kinderzitje.18
Page 21 of 348

De essentie
Afbeelding ›››
afb
. 30 A toont de basisbe-
v e
stigin
g van het kinderzitje met de bevesti-
gingsringen onderaan en de bevestigings-
gordel bovenaan. Afbeelding ››› afb. 30 B toont de bevestiging van het kinderzitje met
de
v
ei ligheid
sgordel van de wagen.
Kinderzitjes met het opschrift universeel op
het oranje label mogen met de veiligheids-
gordel worden bevestigd op de zitplaatsen
die in onderstaand overzicht met een U ge-
markeerd zijn.
● Bij bijrijdersstoel zonder hoogteregeling :
de bijrijderss
toel moet zo ver mogelijk naar
achteren geplaatst worden 1)
. ●
Bij bijrijdersstoel met
hoogteregeling: de
bijrijdersstoel moet zo ver mogelijk naar ach-
teren en naar boven geplaatst worden 1)
.
Voor het juiste gebruik van de kinderzitjes op
de plaatsen achterin moeten de rugleunin-
gen voorin worden afgesteld tot er geen con-
tact meer is met het zitje indien die tegen de
rijrichting in geplaatst is. Bij zitjes in de rij-
richting moet de rugleuning voorin worden
afgesteld tot er geen contact meer is met de
voeten van het kind.
Om de stoel van de bijrijder aan te passen
aan het kinderzitje en de veiligheidsgordel in
de ideale stand te zetten, zet u de rugleuning van de bijrijdersstoel zo ver mogelijk naar vo-
ren
1)
.
Indien u een semi-univer
seel zitje wenst in te
bouwen, waarbij het zitje aan de auto wordt
bevestigd met de veiligheidsgordel en de
steun, mag het nooit in het midden van de
achterbank worden gemonteerd, aangezien
de afstand tot de vloer daar lager is dan de
overige plaatsen en de steun het zitje zo niet
voldoende stabiel kan houden. »1)
De wettelijke bepalingen van elk land en de nor-
men van de f abrik
ant voor het gebruik en de monta-
ge van kinderzitjes moeten worden nageleefd. 19
Page 22 of 348

De essentieGewichtsklasse
Zitplaats
Bijrijdersstoel
a)Zitplaats links- of rechts-
achterZitplaats midden achter- aanb)
airbag onairbag off
Klasse 0 tot 10 kgXU*UU
Klasse 0+ tot 13 kgXU*UU
Klasse I 9 t/m 18 kgXU*UU
Klasse II 15 t/m 25 kgXU*UU
Klasse III 22 t/m 36 kgXUF*UFUF
a)
De wettelijke bepalingen van elk land en de normen van de fabrikant voor het gebruik en de montage van kinderzitjes moeten worden nageleefd.
b) Semi-universele zitjes, waarbij de bevestiging gebeurt met de veiligheidsgordel van de auto en de steun, mogen niet gebruikt worden centraal achterin.
niet compatibel voor inbouw van zitjes
met deze configuratie.
Geschikt voor universele bevestigings-
systemen voor gebruik in deze gewichts-
klasse.
Geschikt voor naar voren gerichte uni-
versele bevestigingssystemen die zijn
goedgekeurd voor deze gewichtsklasse.
X:
U:
UF:
de zitjes
zonder hoogteregeling moeten
zo v er mogelijk naar achteren geplaatst
worden. De zitjes met hoogteregeling
moeten zo ver mogelijk naar achteren en
boven geplaatst worden.
De systemen bestaan uit het vastzetten van
het bevestigingssysteem voor kinderen met *: een bevestigingsriem bovenaan (Top Tether)
en met ver
ankeringen onderaan in de stoel.
››› in Veiligheidsaanwijzingen op
pag. 84 Bevestiging van het kinderzitje met het "ISOFIX"- en Top Tether*-systeem
Kinderzitjes met het "ISOFIX"- of Top Tether*-
sy
st
eem k
unnen snel, eenvoudig en veilig op
de buitenste zitplaatsen achterin worden be-
vestigd. De achterbank aan de zijkant is van twee
"ISOFIX" bevestigin
gsbeugels voorzien. Bij
sommige wagens zijn de beugels aan het
stoelframe vastgezet en bij andere wagens
op het achtergedeelte van de bodem. U kunt
tussen de rugleuning en het kussen van de achterbank door bij de "ISOFIX"-bevesti-
gingsbeug
els komen ››› afb. 31. De Top Te-
ther*-beugels bevinden zich op de rugleunin-
gen van de achterstoelen (achterzijde van de
rugleuning of in de bagageruimte) ››› afb. 32.20
Page 23 of 348

De essentie
Raadpleeg de volgende tabel om te kijken
w elk
e ISOFIX -
systemen compatibel zijn met
uw wagen. Het toegestane lichaamsgewicht voor kinder-
zitjes
of de maat A tot F vindt u op de sticker op de kinderzitjes met de
universel e of semi-
universele goedkeuring.
GewichtsklasseMaatklasseApparaat
Isofix posities van de wagen
BijrijdersstoelZitplaats links- of rechtsachterZitplaats midden ach- teraan
airbag onairbag off
KinderzitjeFISO/L1XXXX
GISO/L2XXXX
Klasse 0 tot 10 kgEISO/R1XXILX
Klasse 0+ tot 13 kg
EISO/R1XXILX
DISO/R2XXILX
CISO/R3XXILX
Klasse I 9 t/m 18 kg
DISO/R2XXILX
CISO/R3XXILX
BISO/F2XXIUF/ILX
B1ISO/F2XXXIUF/ILX
AISO/F3XXIUF/ILX
Klasse II 15 t/m 25 kg------ ------
Klasse III 22 t/m 36 kg------ ------ geschikt voor universele ISOFIX-bevesti-
gin
g
ssy
stemen van kinderzitjes die naar
voren gericht zijn en goedgekeurd zijn
voor gebruik in deze gewichtsklasse.
IUF:
Geschikt voor bepaalde ISOFIX-bevestig-
ingsys
temen (SRI) die in de bijgevoegde
lijst staan. Het gaat om SRI ISOFIX-syste-
men die van de categorie specifieke au-
IL:
to, beperkt of semi-universeel kunnen
zijn.» 21
Page 24 of 348

De essentie
Positie ISOFIX niet geschikt voor ISOFIX-
bev e
stigin
gssystemen van kinderzitjes
voor deze gewichts- of lengteklasse.
X:
››› in Veiligheidsaanwijzingen op
pag. 84 Bevestiging van het kinderzitje met het systeem "ISOFIX/iSize"
Afb. 31
ISOFIX/iSize-bevestigingsbeugels. De instructies van de fabrikant van het zitje
moeten v
erp
licht nageleefd worden.
● Verwijder de beschermdoppen van de "ISO-
FIX/iSize"-ringen door een
vinger erdoor te
steken en deze naar boven te trekken ››› afb.
31.
● Kinderzitje in de "ISOFIX"-bevestigings-
ogen stek
en tot het kinderzitje hoorbaar vast-
klikt. Als het kinderzitje met Top Tether*-ver-
ankering is uitgerust, moet u dit op de des- betreffende bevestigingbeugel
››› afb
. 32
aansluiten. Volg de aanwijzingen van de fa-
brikant.
● Trek het kinderzitje aan beide zijden omh-
oog om zeker t
e zijn van een goede veranke-
ring.
De kinderzitjes met het "ISOFIX"- en Top Te-
ther*-bevestigingssysteem zijn bij de Techni-
sche Diensten verkrijgbaar.
iSize-posities van de wagen
BijrijdersstoelZitplaats links- of rechtsachterZitplaats midden achter- aan
airbag onairbag off
Bevestigingssysteem voor kinderen goedgekeurd volgens
ECE R129XXi-UX Geldige positie voor bevestigingssyste-
men
v
an k inder
zitjes die zijn goedge-
keurd onder ECE R129 in de rijrichting
en tegen de rijrichting in.
i-U:
Ongeldige positie voor bevestigingssys-
temen van k
inderzitjes die zijn goedge-
keurd onder ECE R129.
X:
22