Page 153 of 348

Stoelen en hoofdsteunen
Hoofdsteunen voor verstellen Lees aandachtig de aanvullende informatie
›››
p
ag. 13
Hoofdsteun zo verstellen ›››
pag. 13 dat
de bovenzijde van de hoofdsteun zo mogelijk
in lijn ligt met het bovenste gedeelte van het
hoofd van de inzittende. Als dit niet mogelijk
is, probeer dan een stand in te stellen die zo
goed mogelijk daarbij in de buurt komt.
Hoofdsteunen achter verstellen Afb. 141
Hoofdsteun midden achter: deblok-
k erin
g. Als u personen vervoert op de achterplaat-
sen, p
l
aats d
an minimaal de hoofdsteunen
voor de plaatsen die worden gebruikt, naar
boven ››› . Hoofdsteunen verstellen
– Om de hoofdsteun omhoog te verstellen,
de hoof d
st
eun aan de zijkanten met beide
handen vastpakken en tot de aanslag om-
hoogschuiven, totdat deze voelbaar vastk-
likken.
– Om de hoofdsteun lager te zetten, drukt u
de knop 1
› ››
afb
. 141 in en verplaatst u
de s t
eun omlaag.
Hoofdsteun verwijderen
Om de hoofdsteun te verwijderen, moet u die
gedeeltelijk naar voren duwen in de betref-
fende rugleuning.
– Rugleuning ontgrendelen ››› p
ag. 153.
– Hoofdsteun tot de aanslag omhoogtrekken.
– Druk op de toets 1
› ›
› afb . 141, duw daar-
b
ij tegelijk met een platte schroevendraaier
van max. 5 mm dik door de opening van de
beveiliging 2
› ›
› afb . 141 en trek de hoofd-
s
teun uit.
– Klap de rugleuning terug totdat deze goed
vastk
likt ››› .
Hoof d
st
eun plaatsen
Om de hoofdsteun te plaatsen, moet u deze
gedeeltelijk in de betreffende rugleuning du-
wen.
– Rugleuning ontgrendelen ››› p
ag. 153.–
Plaats de st
angen van de hoofdsteunen in
de geleiders totdat deze merkbaar vastklik-
ken. De hoofdsteun mag nu niet verder in
de rugleuning zakken.
– Klap de rugleuning terug totdat deze goed
vastk
likt ››› .
ATTENTIE
● Let op de a l
gemene aanwijzingen ››› pag.
69.
● Demonteer de hoofdsteunen achter uitslui-
tend indien u een kinderz
itje moet plaatsen
››› pag. 83. Zodra u het kinderzitje weer ver-
wijderd, plaats dan direct de hoofdsteun te-
rug. Rijden met uitgebouwde of niet in de
juist stand staande hoofdsteunen verhoogt
het risico op zwaar lichamelijk letsel. Functies van de stoelen
In l
eidin g ATTENTIE
Een verkeerd gebruik van de stoelfuncties
kan erns tig l
etsel veroorzaken.
● Neem vóór het rijden de juiste zithouding
aan en blijf tijdens
het rijden zo zitten. Dit
geldt ook voor de andere inzittenden.
● Houd handen, vingers, voeten en andere li-
chaamsdelen s
teeds verwijderd van de wer-
kings- en afstelradius van de stoelen. 151
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Page 154 of 348

Bedienen
Stoelverwarming Afb. 142
In de middenconsole: schakelaars
v oor s
toelv
erwarming voor de voorstoelen. De zittingen kunnen elektrisch verwarmd
w
or
den indien het c
ontact is ingeschakeld. In
een aantal uitvoeringen wordt ook de rugleu-
ning verwarmd.
In de volgende gevallen kan de stoelverwar-
ming niet worden ingeschakeld:
● de ventilator is uitgeschakeld;
● de stoel is voorzien van een stoelhoes;
● er is een kinderzitje op de stoel geplaatst;
● het zitvlak is nat of vochtig;
● de binnen- of buitentemperatuur is hoger
dan 25°C (77°F).
Activ
eren
Toets of indrukken. De stoelverwarming
staat aan op de maximale stand. Verwarmingscapaciteit instellen
Druk ver
schillende malen op de toets of ,
tot de gewenste intensiteit is ingesteld.
Uitschakelen
Druk op de toets o totdat alle indicatie-
lampjes in de toets uitgaan. ATTENTIE
Personen waarvan de gewaarwording van pijn
en warmte beïn vloed i
s door inname van be-
paalde medicijnen, verlamming of chronische
ziekte (bijv. diabetes), lopen het risico op
brandwonden aan de rug, het zitvlak en de
benen door het gebruik van de stoelverwar-
ming, wat een lang herstelproces of onvolle-
dige genezing kan inhouden. Raadpleeg een
arts indien u twijfels hebt over uw eigen ge-
zondheidstoestand.
● Personen met een beperkte gewaarwording
van pijn en warmte mog
en de stoelverwar-
ming nooit gebruiken.
● Indien een storing wordt waargenomen bij
de temperatuurr
egeling van de inrichting,
brengt u ze naar een gespecialiseerde werk-
plaats. ATTENTIE
Als de bekleding van de zitting vochtig is,
kan dat de w
erking van de stoelverwarming
negatief beïnvloeden en het risico op brand-
wonden verhogen. ●
Contro l
eer of het zitvlak droog is voordat u
de stoelverwarming gebruikt.
● Ga niet met natte of vochtige kleding op de
stoel
zitten.
● Leg geen natte of vochtige voorwerpen op
de stoel en h
ang deze ook niet daaraan.
● Mors geen vloeistoffen over de stoel. VOORZICHTIG
● Om de verw
armingselementen van de
stoelverwarming niet te beschadigen, mag u
nooit op de stoelen knielen noch geconcen-
treerde druk uitoefenen op een enkel punt
van de zitting of rugleuning.
● Vloeistoffen, scherpe voorwerpen en isole-
rende materi
alen (bijv. een stoelhoes of een
kinderzitje) op de stoel kunnen de stoelver-
warming beschadigen.
● Indien u een geur waarneemt, dient u de
stoelver
warming onmiddellijk uit te schake-
len en te laten herstellen in een gespeciali-
seerde werkplaats. Milieu-aanwijzing
Gebruik de stoelverwarming niet langer dan
strikt nodig. Ander s
wordt onnodig veel
brandstof verbruikt. 152
Page 155 of 348

Stoelen en hoofdsteunen
Middenarmleuning voor De middenarmleuning kan in verschillende
richting
en w
orden ingesteld.
Verstellen van de middenarmleuning
– Om de kantelhoek te verstellen, tilt u de
armleunin
g op vanuit de beginstand totdat
deze vastklikt.
– Om de armleuning weer terug te zetten in
de beginst
and, laat u deze zakken vanuit
de hoogste stand.
De armleuning kan naar voren of naar achter-
en worden verschoven.
De rugleuning van de achterbank
neer- en terugk l
appenAfb. 143
In de rugleuning van de achterbank:
ont gr
endelin g
sknop 1 ; rode markering
2 . Afb. 144
In de bagageruimte: hendels voor de
ontgrendelin g op af
stand van de linkerzijde
1 en rechterzijde
2 van de achterste rug-
l eu
nin g. De rugleuning van de achterbank is verdeeld
en elk
deel
kan afz
onderlijk worden neerge-
klapt om de bagageruimte te vergroten.
Wanneer de rugleuning van de achterbank
neergeklapt is, mag niemand reizen op de
overeenstemmende plaatsen (ook geen
kind).
De rugleuning van de achterbank met de ont-
grendelingsknop neerklappen
● Hoofdsteun helemaal omlaagschuiven.
● De ontgrendelingsknop ››› afb
. 143 1 naar
v or
en tr ekk
en en tegelijkertijd de rugleuning
neerklappen.
● De achterste rugleuning is ontgrendeld
wanneer een rood merktek
en op knop 2 te
z ien i
s. D
e rugl euning van de achterbank met de ont-
grendelingshendel
op afstand neerklappen
● Hoofdsteun helemaal omlaagschuiven.
● Achterklep openen.
● Aan de ontgrendelingshendel op afstand
van de linker- ›
›› afb. 144 1 of rechterzijde
2 van de rugleuning in pijlrichting trekken.
Het ont
grendel
de deel van de achterbank
wordt automatisch naar voren geklapt.
● Sluit in voorkomend geval de achterklep.
De achter
ste rugleuning is ontgrendeld wan-
neer een rood merkteken op knop ››› afb. 143
2 te zien is.
R ugl
eunin
g van achterbank omhoogklappen
● De rugleuning omhoogklappen en krachtig
drukken in de ver
grendeling tot de rugleu-
ning vastklikt ››› .
● De rode markering op de ontgrendelings-
knop 2 mag niet meer zichtbaar zijn.
● De rugleuning moet stevig vastgeklikt zijn. ATTENTIE
Indien de rugleuning van de achterbank on-
gecontr o
leerd of zonder aandacht te schen-
ken wordt neergeklapt of teruggeklapt, kun-
nen zware verwondingen ontstaan.
● De rugleuning van de achterbank nooit
neer- of terugk
lappen tijdens het rijden. » 153
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Page 156 of 348

Bedienen
●
Zorg d at
bij het terugklappen van de rug-
leuning van de achterbank de
veiligheidsgordel niet wordt geklemd of be-
schadigd.
● Houd bij het neer- en terugklappen van de
rugleuning
van de achterbank altijd de han-
den, vingers, voeten en andere lichaamsdelen
buiten de baan hiervan.
● Opdat de veiligheidsgordels van de achter-
bank de nodige be
scherming zouden bieden,
moeten alle delen van de achterbank altijd
correct vastgeklikt zijn. Dit is bijzonder be-
langrijk in het geval van de middelste zit-
plaats achteraan. Indien een persoon plaats-
genomen heeft op een zitplaats waarvan de
rugleuning niet goed vastgeklikt is, zal deze
persoon samen met de rugleuning naar voren
geslingerd worden bij plots remmen, een
bruusk manoeuvre of een ongeval.
● Een rood merkteken op de knop 2 geeft
aan dat de ac ht
erste rugleuning niet goed is
vastgeklikt. Altijd controleren dat het rode
merkteken niet zichtbaar is wanneer de rug-
leuning zich in verticale stand bevindt.
● Wanneer de rugleuning van de achterbank
neergekl
apt of niet goed vastgeklikt is, mag
niemand reizen op de overeenstemmende
plaatsen (ook geen kind). VOORZICHTIG
Indien de rugleuning van de achterbank on-
gecontr o
leerd of zonder aandacht te schen-
ken wordt neergeklapt of teruggeklapt, kan zware schade ontstaan aan de wagen en aan
andere v
oor
werpen.
● Voordat de rugleuning van de achterbank
neergekl
apt wordt, altijd de voorste stoelen
verstellen zodat noch de hoofdsteunen noch
de vulling van de achterste rugleuning de
stoelen raken. Vervoeren en praktische uit-
ru
s
tin g
en
Opbergvakken Opbergvakken onder voorstoelen* Afb. 145
Opbergvakken onder de voorstoe-
l en. Onder iedere voorstoel bevindt zich een op-
ber
gl
ade met
deksel.
De lade* gaat open door aan het deksel te
trekken ››› afb. 145.
Druk op het deksel tot het vastklikt om de la-
de te sluiten. ATTENTIE
● Er mag max im
aal 1,5 kg in de lade ge-
plaatst worden. 154
Page 157 of 348

Vervoeren en praktische uitrustingen
●
Rijd niet al s
het deksel van de lade open is.
De inzittenden kunnen zo verwondingen op-
lopen als de lading loskomt of wanneer er
bruusk wordt geremd. Blikjeshouders
Afb. 146
Middenconsole: bekerhouder aan
v oor
zijde. Blikjeshouder aan voorzijde
–
Plaats blikjes in de houder ››
›
afb
. 146.
Hierin is plaats voor twee blikjes. In de por-
tierbekleding kunnen ook nog eens grotere
kunststof flessen worden geplaatst. ATTENTIE
● Geen hete drank en op de k
laptafel plaat-
sen, terwijl de wagen in beweging is. Hete
dranken kunnen morsen en brandwonden
veroorzaken - gevaar voor ongelukken! ●
Geen bekers of
kopjes van hard materiaal
(bijv. glas of porselein) gebruiken. Bij een on-
geval kunnen daardoor verwondingen worden
veroorzaakt. VOORZICHTIG
In de blikjeshouder mogen alleen gesloten
b likj e
s worden geplaatst. Anders kan drank
worden gemorst, wat tot beschadiging van de
wagenuitrusting, zoals bijvoorbeeld de wa-
genelektronica en de bekleding, kan leiden. Dashboardkastje
Afb. 147
Dashboardkastje. Openen/sluiten
– Trek de greep in de richting van de pijl om
het d
ashbo
ardkastje te openen.
– Om hem te sluiten, duwt u de klep naar bo-
ven tot dez
e vastklikt. In het dashboardkastje bevindt zich de cd-
speler, afh
ankelijk van de uitrusting. In het
overeenkomstige instructieboekje wordt uit-
gelegd hoe deze bediend moet worden. ATTENTIE
Het dashboardkastje moet tijdens het rijden
altijd ge s
loten blijven. Anders bestaat er ge-
vaar voor ongelukken. Overige opbergvakken
U vindt verdere opbergvakken, houders en
s
t
eu nen op de
volgende plaatsen in de wa-
gen:
● Aan de bovenzijde van het dashboardkas-
tje in wagen
s zonder cd-speler. De lading
mag niet hoger zijn dan 1,2 kg.
● In de middenconsole onder de middenarm-
steun*.
● Kl
edinghaken aan de portierstijlen ››› .
● Bij de achterplaatsen bevinden zich links
en r ec
hts
van de zitplaatsen verdere opberg-
vakken. ATTENTIE
● Let er op d
at het zicht naar achteren niet
wordt belemmerd doordat er kleding is opge-
hangen. » 155
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Page 158 of 348

Bedienen
●
Aan de kledin gh
aken mag enkel lichte kle-
ding worden gehangen. In de zakken mogen
zich geen zware of scherpe voorwerpen be-
vinden.
● Geen kleerhanger gebruiken om kleding op
te hang
en, omdat anders de werking van de
hoofdairbag wordt belemmerd. Stopcontact
Afb. 148
Middenconsole: 12-volt stopcontact ●
Verwijder de dop van het stopcontact in de
mid denc on
so
le ››› afb. 148.
● Steker van het elektrische apparaat in de
acces
soireaansluiting steken.
De 12-volt accessoireaansluiting kan voor
elektrische apparaten worden gebruikt. Hier-
bij mag de vermogensopname via de aanslui-
ting niet hoger zijn dan 120 W. ATTENTIE
De aansluiting functioneert alleen bij inge-
sch ak
eld contact. Onjuist gebruik kan leiden
tot ongevallen en zelfs brand. Daarom mag u
nooit kinderen alleen achterlaten in de wagen
terwijl de sleutel nog op het contact steekt.
Gevaar voor verwondingen! VOORZICHTIG
Alleen passende stekers gebruiken om be-
sch a
diging aan de stopcontacten te voorko-
men. Let op
Bij stilstaande motor en ingeschakelde elek-
trisc he ap
paraten ontlaadt de accu zich. Bagage opbergen
B ag
ageruimt
e beladen Bagage en losliggende voorwerpen moeten
v
ei
lig in de b ag
ageruimte zijn bevestigd.
Niet-bevestigde voorwerpen die in de baga-
geruimte heen- en weer bewegen, kunnen de
rij-eigenschappen van de wagen en daarmee
de rijveiligheid beïnvloeden door de verplaat-
sing van het zwaartepunt.
– De lading gelijkmatig verdelen in de baga-
geruimte. –
Zw
are b
agage zo ver mogelijk naar voren in
de bagageruimte leggen.
– Leg eerst de zware bagage onderin.
– Zware voorwerpen bevestigen aan de aan-
wezige bev
estigingsogen ››› pag. 159. ATTENTIE
● Los lig
gende lading of andere losliggende
voorwerpen in de bagageruimte kunnen ern-
stig lichamelijk letsel veroorzaken.
● Voorwerpen altijd opbergen in de bagage-
ruimte en deze beve
stigen aan de aanwezige
bevestigingsogen.
● Spanbanden gebruiken die geschikt zijn
voor het beve
stigen van zware voorwerpen.
● Losliggende voorwerpen kunnen bij plotse-
linge manoeu
vres of ongevallen naar voren
worden geslingerd en de inzittenden van de
wagen of andere verkeersdeelnemers ver-
wonden. Dit verhoogde risico op letsel wordt
nog eens extra vergroot als de losse voorwer-
pen worden geraakt door een airbag die
wordt geactiveerd. In een dergelijk geval kun-
nen de voorwerpen veranderen in projectielen
– levensgevaar!
● Let erop dat bij het vervoer van zware voor-
werpen de rij-eigens
chappen door verplaat-
sing van het zwaartepunt wijzigen - gevaar
voor ongelukken! Pas daarom uw rijstijl en de
snelheid aan de omstandigheden aan.
● Overschrijd nooit de toelaatbare asbelas-
tingen en het t
oelaatbare totaalgewicht van
de wagen. Wanneer deze gewichten worden 156
Page 159 of 348

Vervoeren en praktische uitrustingen
overschreden, kunnen de rij-eigenschappen
van de wag
en
veranderen en tot ongevallen,
lichamelijk letsel en wagenschade leiden.
● Laat uw wagen nooit onbeheerd achter,
vooral
niet als de achterklep is geopend. Kin-
deren zouden in de kofferruimte kunnen ko-
men en de klep van binnenuit dichtmaken; ze
zijn dan ingesloten en kunnen zonder hulp
niet uit de wagen komen – levensgevaar!
● Laat nooit kinderen in en bij de wagen spe-
len. Sluit en
vergrendel zowel de achterklep
als alle portieren wanneer u de wagen ver-
laat. Controleer vóór het vergrendelen van de
wagen of er geen personen meer in de wagen
zitten. Let op
● Lucht c
irculatie in de wagen helpt het be-
slaan van de ruiten tegen te gaan. De gebruik-
te lucht wordt afgevoerd door ontluchtings-
gleuven in de zijbekleding in de bagageruim-
te. Zorg ervoor dat de ontluchtingsgleuven
niet zijn afgedekt.
● Geschikte spanbanden om lading aan de
bevestigin
gsogen vast te maken, zijn ver-
krijgbaar bij een automaterialenzaak. Bagageruimte-afdekking
Afb. 149
Geopende achterklep met hoeden-
p l
ank. De bagageruimte-afdekking verhindert dat in
de b
ag
ag eruimt
e kan worden gekeken.
Verwijderen
– Maak de bevestigingskoorden A los en
h an
g de hoedenp l
ank uit de steun B door
de p l
ank n
aar boven te duwen in de rich-
ting van de pijl 1 .
Aanbr en
gen
– Pl
aats de hoedenplank horizontaal terug,
waarbij de "montag
esleuven" ter hoogte
van de steunpallen B moeten vallen en
druk de hoedenp
lank
omlaag totdat deze
vastklikt.
– Ophangkoorden in de achterklep haken A ››› . ATTENTIE
● De bag ag
eruimte-afdekking mag in geen
geval zonder vast te maken worden inge-
bouwd - gevaar voor ongelukken!
● De bagageruimte-afdekking is niet bedoeld
om er bagage op t
e leggen. Voorwerpen die
op de afdekking zijn neergelegd, brengen alle
inzittenden in gevaar als u plotseling moet
remmen - gevaar voor ongelukken! 157Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Page 160 of 348

Bedienen
Hoedenplank bewaren Afb. 150
In de bagageruimte: afdekkingen
v oor het
bewar
en van de hoedenplank. Afb. 151
In de bagageruimte: plaatsen van de
hoedenp lank. De hoedenplank kan worden bewaard onder
de
v
er s
telbare bodem van de bagageruimte.
● Verwijder de afdekkingen links en rechts
››› afb
. 150. ●
Zet de hoedenpl
ank vast in de daarvoor be-
stemde houder ››› afb. 151.
● De linker- en rechterafdekkingen opnieuw
in de oorspronk
elijke stand plaatsen.
Luik voor het vervoer van lange voor-
werpen* Afb. 152
In de rugleuning van de achterbank:
openen v
an het luik. Afb. 153
In de bagageruimte: openen van het
luik. Op de achterbank, achter de armleuning in
het
mid
den, bev indt
zich een luik om lange
voorwerpen in de binnenruimte te kunnen
vervoeren, zoals bijvoorbeeld ski's.
Om te vermijden de binnenruimte vuil te ma-
ken, moeten voorwerpen die vuil zijn worden
ingepakt (bijvoorbeeld in een deken) voordat
ze via het luik ingevoerd worden.
Met neergeklapte armsteun mag niemand
reizen op de middelste zitplaats van de ach-
terbank.
Luik openen
● De middelste armsteun omlaagbrengen.
● Aan de ontgrendelingshendel trekken in
pijlrichting en de afdekk
ing van het luik
››› afb. 152 1 volledig naar voren klappen.
● Achterklep openen.
158