Inhoudsopgave
Systemen ter ondersteuning van de bestuur-
der . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 199
Start/stop-systeem* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 199
Bergafdaalhulp (HDC) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 201
Auto Hold-functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 202
Snelheidsregelsysteem (GRA)* . . . . . . . . . . . . . 204
Snelheidsbegrenzer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 205
Adaptive Cruise Control ACC (automatische af-
s t
and sr
egeling)* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 209
Omgevingsbewakingssysteem (Front Assist)
inclusief
City noodremfunctie en voetgangers-
herkenning* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 219
Rijstrookassistent (Lane Assist)* . . . . . . . . . . . 226
Filehulpsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 229
Noodhulpsysteem (Emergency Assist) . . . . . . . 231
Dodehoekhulp (BSD) met uitparkeerhulp
(RCTA)* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
SEA
T-rijmodi (SEAT Drive Profile)* . . . . . . . . . . . 238
Verkeerstekenherkenning* . . . . . . . . . . . . . . . . 241
Vermoeidheidsherkenning (advies om een
pauze te nemen)*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 244
Inparkeersysteem (Park Assist)* . . . . . . . . . . . . 245
Parkeerhulp Plus (Park Pilot)* . . . . . . . . . . . . . . 253
Parkeerhulp (Park Pilot)* . . . . . . . . . . . . . . . . . . 259
Systeem voor perifeer gezichtsveld (Area
View)* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 262
Ac
hteruitrijhulp (Rear View Camera)* . . . . . . . . 267
Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwa-
gen* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 271
Rijden met aanhan
gwagen . . . . . . . . . . . . . . . . 271
Aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 282
Verzorging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . 282
Accessoires en technische wijzigingen . . . . . . . 282
Verzorging en reiniging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 283
Verzorging van de wagen, buitenzijde . . . . . . . 283
Verzorging interieur van de wagen . . . . . . . . . . 287 Intelligente techniek
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 291
Elektromechanische stuurinrichting . . . . . . . . . 291
Vierwielaandrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 291
Energiemanagement . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 292
Controleren en bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 294
Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 294
Brandstof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 295
Uitlaatgasreinigingssysteem voor wagens met
dieselmotor (AdBlue ®
) . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
297
Motorruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 300
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 302
Koelsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 305
Remvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 306
Reservoir ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . 306
Accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 307
Wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 310
Wielen en banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 310
Bandenspanningscontrolesysteem . . . . . . . . . 314
Noodreservewiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 317
Winterservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 318
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . 320
Technische kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 320
Belangrijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 320
Voornaamste wagenkenmerken . . . . . . . . . . . . 320
Gegevens inzake het brandstofverbruik . . . . . . 321
Rijden met aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . 322
Wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 322
Motorgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 324
Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 327
Trefwoordenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 329
4
De essentieMenuSubmenuInstelling mogelijkBeschrijving
Openen en sluiten
AfstandsbedieningComfortopenen›››
pag. 133
Centrale vergrendelingOntgrendelen van de portieren, automatisch vergrendelen/ontgrendelen, akoestische be-
vestiging››› pag. 117
Multifunctie-
scherm–
Actueel brandstofverbruik, gemiddeld brandstofverbruik, te tanken hoeveelheid, comfort-
verbruikers, ECO aanwijzingen, rijtijd, afgelegde afstand, digitale snelheidsindicatie, gemid-
delde snelheid, waarschuwing snelheid te hoog, olietemperatuur, koelvloeistoftemperatuur,
reset gegevens "vanaf het vertrek", reset gegevens "totale berekening"
››› pag. 30
Datum en tijd–Bron voor de tijd, op de juiste tijd zetten, automatische omschakeling zomer- en wintertijd,
tijdzone kiezen, tijdformaat, datum aanpassen, formaat datum–
Meeteenheden–Afstand, snelheid, temperatuur, volume, verbruik–
Service–Chassisnummer, datum volgende SEAT Controleservice, datum volgende Onderhoudsservi-
ce››› pag. 37
Fabrieksinstel-
lingen–Alle instellingen, hulpsystemen voor de bestuurder, parkeren en manoeuvreren, verlichting,
achteruitkijkspiegels en ruitenwissers, openen en sluiten, multifunctie-scherm kunnen te-
ruggezet worden–
››› in Menu CAR (Setup) op pag. 113
›››
pag. 113 29
De essentie
Service-intervallen De service-intervalindicatie wordt weergege-
ven in het in
s
trumentenpaneel ›››
afb.
115 3 .
Bij SEA T w
ordt een onderscheid gemaakt tus-
sen servicebeurten met motorolieverversing
(bijv. Kleine Onderhoud service) en service-
beurten zonder motorolieverversing (bijv. in-
spectiebeurt).
In wagens met Service volgens de tijd of de
kilometerstand zijn de service-intervallen al
vooraf ingesteld.
In wagens met LongLife Service worden de
intervallen afzonderlijk bepaald. Dankzij de
technische vooruitgang is het onderhouds-
werk aanzienlijk verminderd. Met de techno-
logie die SEAT toepast hoeft met deze service
enkel de olie ververst te worden wanneer de
wagen dat nodig heeft. Om deze verversing
te berekenen (max. 2 jaar), wordt rekening
gehouden met de gebruiksomstandigheden
van de wagen en de persoonlijke rijstijl. De
aankondiging van de service verschijnt voor
het eerst 20 dagen voor de berekende datum
voor de overeenkomstige service. De nog res-
terende kilometers worden steeds op 100 km
afgerond en de tijd op volledige dagen. Het
actuele servicebericht kan niet geraadpleegd
worden tot 500 km na de laatste service. Tot
dan verschijnen enkel streepjes op de indica-
tor. Herinnering voor onderhoudsbeurt
Wanneer het b
ijn
a tijd is voor een service,
verschijnt bij het inschakelen van het contact
een Serviceherinnering.
Voertuigen zonder tekstberichten : op het dis-
play van het instrumentenpaneel wordt een
steeksleutel getoond en een indicatie in
km .
Het aangegeven aantal km is de maximale af-
stand die nog kan worden afgelegd tot de
volgende service. Na enkele seconden veran-
dert de weergavefunctie. Er verschijnt een
kloksymbool en het aantal dagen tot de ko-
mende servicebeurt.
Voertuigen met tekstberichten : op het display
van het instrumentenpaneel wordt Service
in --- km of --- dagen weergegeven.
Datum van de onderhoudsbeurt
Wanneer de datum van de service bereikt
wordt, weerklinkt een akoestisch signaal bij
het inschakelen van het contact en knippert
de steeksleutel op het display gedurende
enkele seconden.
Voertuigen met tekstberichten : op het display
van het instrumentenpaneel wordt Service
nu weergegeven.
Een servicemededeling raadplegen
Wanneer het contact is ingeschakeld, de mo-
tor niet draait en de wagen stilstaat, kan de actuele servicemededeling geraadpleegd
worden:
Houd de knop ›
›› afb. 115
4 langer dan
5 sec onden in
gedrukt
om de servicemedede-
ling weer te geven.
Na het overschrijden van de servicedatum ,
wordt een minteken weergegeven voor de in-
dicatie van de kilometers of dagen.
Voertuigen met tekstberichten : op het display
wordt het volgende getoond: Service
sinds --- km of --- dagen .
De klok kan ook worden ingesteld via toets en de functieknop
Set
up in het Easy Con-
nect -
sy s
teem ›››
pag. 113.
Terugzetten van de service-intervalindicatie
Als de service niet uitgevoerd is in de werk-
plaats van een officiële SEAT dealer, kan de
indicatie op de volgende wijze gereset wor-
den: ● Zet het contact uit en houd de toets
››› afb
. 115 4 ingedrukt.
● Contact opnieuw inschakelen.
● Laat de toets 4
› ›
›
afb
. 115 los en ver-
v
olgens weer 20 seconden ingedrukt. Let op
● De serv ic
emelding verdwijnt na enkele se-
conden, bij het starten van de motor of het
drukken op de toets OK/RESET op de
» 37
De essentie
Niet verder rijden!
De motoroliedruk is te laag. Als
het lampje knippert hoewel het
oliepeil in orde is, niet verder rij-
den. De motor mag ook niet sta-
tionair draaien.
››› pag.
302
Storing aan de accu.›››
pag.
307
Rijlicht geheel of gedeeltelijk de-
fect.›››
pag.
97
Fout in het systeem van de boch-
tenverlichting.››› pag.
137
Roetfilter verstopt.›››
pag.
197
Het vloeistofpeil voor het wassen
van de spiegels is te laag.›››
pag.
146
Knippert: storing bij de detectie
van het oliepeil. Handmatig con-
troleren.
›››
pag.
302
Ingeschakeld: motoroliepeil te
laag.
storing aan de versnellingsbak.›››
pag.
194
Grootlichtregeling (Light Assist)
ingeschakeld.›››
pag.
139
Startblokkering actief.
Service-intervalindicatie.›››
pag.
37
Mobiele telefoon gekoppeld via
Bluetooth met origineel hand-
sfree apparaat.›››
bro-
chure Ra-
dio of
››› bro-
chure Na-
vigatie-
systeem
Indicatie ladingstoestand accu
mobiele telefoon. Uitsluitend be-
schikbaar voor apparaten die
zijn gemonteerd af fabriek.
IJzelwaarschuwing. Buitentem-
peratuur is lager dan +4°C
(+39°F).›››
pag.
32
Start-stopsysteem ingeschakeld.›››
pag.
199 Start-stopsysteem niet beschik-
baar.
Staat van rijden met laag ver-
bruik›››
pag.
31 Op het dashboard
Afb. 51
Controlelampje voor het buiten werk-
in g s
tel
len van de bijrijdersairbag.
De voorairbag van de bijrijder is
uitgeschakeld (
).
››› pag.
76
De voorairbag van de bijrijder is
ingeschakeld (
).
››› pag.
76
››› in Controle- en waarschuwingslamp-
jes op pag. 112
››› pag. 111 Versnellingshendel
Handg e
sc
hakelde versnellingsbak Afb. 52
Schema van een handmatige versnel-
lin g met
5 of 6 s
tanden. In de versnellingshendel zijn de standen van
de
v
er s
nellingen aangeduid ››› afb. 52.42
Controleren en bijvullen
brandstofsysteem wordt beschadigd, indien
op deze brand
s
tof wordt gereden.
● Brandstoftoevoegingen, zogenaamde
"vloeistof
verbeteraars", benzine of dergelij-
ke middelen mogen niet aan de dieselolie
worden toegevoegd.
● Bij slechte kwaliteit van de diesel kan het
noodzakelijk
zijn om uit het brandstoffilter
ook tussen de in het Serviceplan vermelde in-
tervallen water af te tappen. Geadviseerd
wordt om dit in een gespecialiseerde werk-
plaats te laten uitvoeren. Een ophoping van
water in het filter kan tot motorstoringen lei-
den. Uitlaatgasreinigingssysteem
v
oor w
agen
s met dieselmotor
(AdBlue ®
)
Inleiding tot thema Om de uitstoot van verontreinigende stoffen
t
e beperk
en, ku
nnen in dieselmotoren SCR-
katalysatoren gebruikt worden (SCR = Selec-
tive Catalytic Reduction of Selectieve Katalyti-
sche Reductie). Met behulp van de speciale
ureumoplossing AdBlue ®
zet de SCR-kataly-
sator stikstofoxide om in stikstof en water.
De AdBlue ®
wordt in een afzonderlijke tank
van de wagen opgeslagen ››› pag. 298. ATTENTIE
Als het AdBlue ®
-peil t e l
aag is en het contact
wordt uitgeschakeld, kan de motor niet meer
gestart worden. Ook niet met de starthulp!
● Vul voldoende AdBlue ®
bij wanneer de auto
nog c
a. 1000 km kan rijden, of vroeger.
● Rijd de tank van AdBlue ®
nooit helemaa
l
leeg. ATTENTIE
AdBlue ®
is een irriterende en corrosieve
vloeis t
of die verwondingen kan veroorzaken
als ze in contact komt met de huid, ogen of
luchtwegen.
● Voordat u verpakkingen van AdBlue ®
ge-
bruikt, dient u altijd de g
ebruiksaanwijzing in
acht te nemen. Als de gebruiksaanwijzing
juist gevolgd wordt, is het niet waarschijnlijk
dat de gebruiker in contact komt met de Ad-
Blue ®
.
● Komt de AdBlue ®
in contact met
de ogen,
spoel ze dan onmiddellijk met overvloedig
water gedurende minstens 15 minuten en
raadpleeg een arts.
● Komt de AdBlue ®
in contact met
de huid,
spoel het betreffende gebied dan onmiddel-
lijk met overvloedig water gedurende min-
stens 15 minuten en raadpleeg een arts in ge-
val van irritatie van de huid.
● Indien u AdBlue ®
inneemt, spoel dan on-
mid
dellijk uw mond met overvloedig water
gedurende minstens 15 minuten. Het braken niet opwekken zolang een arts het niet aan-
beveelt. R
aa
dpleeg onmiddellijk een arts. VOORZICHTIG
AdBlue ®
tast de laklagen van de wagen,
ku n
ststof, kleren, tapijten enz. aan. Indien u
het product morst, reinig het dan zo snel mo-
gelijk met een vochtige doek en overvloedig
koud water.
● Verwijder gekristalliseerde AdBlue ®
met
warm water en een s
pons. Waarschuwings- en controlelampjes
Gaat rood branden
De motor kan niet
gestart worden!
Het AdBlue-niveau
is te laag.Parkeer de wagen op een geschik-
te en effen plaats, met naleving
van de veiligheidsmaatregelen, en
vul de minimaal vereiste hoeveel-
heid AdBlue
®
››› pag. 298 bij.
Gaat geel branden
Het AdBlue
®
-ni-
veau is laag.
Vul AdBlue ®
bij binnen het aange-
geven aantal kilometer ››› pag.
298. SEAT raadt aan om daarvoor
een gespecialiseerde werkplaats
te raadplegen.
» 297
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Aanwijzingen
– Mot ork
ap in de v
ergrendeling laten vallen.
Niet nadrukken ››› .
ATTENTIE
● Om vei ligheid
sredenen moet de motorkap
tijdens het rijden altijd goed gesloten zijn.
Controleer daarom altijd of de kap goed in het
slot is gevallen, nadat u de motorkap hebt
gesloten. Dat is het geval als de motorkap
nergens boven de aangrenzende carrosserie-
delen uitsteekt.
● Als u tijdens het rijden merkt dat de ver-
grendeling niet
vastzit, direct stoppen en de
motorkap sluiten. Anders bestaat er gevaar
voor ongelukken. Motorolie
A l
g emene aan
wijzingenDe motor wordt af fabriek voorzien van een
s
pec
ial
e multigrade-olie geschikt voor elk
jaargetijde.
Omdat het gebruik van een hoogwaardige
olie een voorwaarde is voor het correct functi-
oneren en de duurzaamheid van de motor,
dient uitsluitend olie volgens de VW-normen
gebruikt te worden als u olie bijvult of ver-
verst.
De specificaties die op de volgende bladzijde
staan (VW-normen) moeten op de verpakking vermeld staan; indien op de verpakking van
de olie zo
wel de normen voor zowel benzine-
als voor dieselmotoren vermeld staan, mag
de olie zonder onderscheid voor beide soor-
ten motoren gebruikt worden.
Geadviseerd wordt het verversen van de olie
uit te laten voeren door een Technische
Dienst of een gespecialiseerde werkplaats,
volgens het Onderhoudsprogramma.
De voor de motor in uw wagen geldende olie-
specificaties staan in ›››
pag. 51, Eigen-
schappen van de olie .
Onderhoudsintervallen
De onderhoudsintervallen kunnen flexibel
(service-interval met lange duur) of vast (af-
hankelijk van de tijd of het gereden aantal ki-
lometers).
Als op de binnenkant van de omslag van het
Onderhoudsprogramma de aanduiding PR
QI6 voorkomt, betekent dit dat voor de wa-
gen een service-interval met lange duur van
toepassing is, terwijl de aanduidingen QI1,
QI2, QI3, QI4 of QI7 staan voor een onder-
houdsinterval op basis van tijd of kilometers.
Variabele onderhoudsintervallen (Service-In-
tervallen met Lange Duur*)
Er zijn speciale oliën en controles ontwikkeld
die, afhankelijk van de rijomstandigheden en
rijstijl van de bestuurder, de verversingsinter- vallen kunnen verlengen (service-intervallen
met lang
e duur).
Het gebruik van deze oliën is een voorwaarde
voor het verlengen van deze onderhoudsin-
tervallen, neem daarbij altijd het volgende in
acht:
● Vermeng de olie niet met de voor vaste on-
derhoudsinter
vallen voorgeschreven olie.
● Alleen bij uitzondering, als het motorolie-
peil te l
aag is ››› pag. 303 en LongLife-olie
niet beschikbaar is, mag met oliesoorten
voor vaste onderhoudsintervallen
››› pag. 51 maximaal 0,5 liter eenmalig
worden bijgevuld.
Vaste onderhoudsintervallen*
Als er voor de wagen geen "Service-interval
met lange duur" van toepassing is of dit in-
terval op verzoek niet wordt toegepast, ge-
bruik dan olie voor vaste onderhoudsinter-
vallen die wordt vermeld in ›››
pag. 51,
Eigenschappen van de olie . In dit geval geldt
voor uw wagen een vast onderhoudsinterval
van 1 jaar of 15.000 km (wat het eerst wordt
bereikt) ››› brochure Onderhoudsprogramma.
● Alleen bij uitzondering, als het motorolie-
peil te l
aag is ››› pag. 303 en de voor uw wa-
gen voorgeschreven olie niet beschikbaar is,
mag met oliesoorten volgens specificatie
ACEA A2 of ACEA A3 (benzinemotoren) resp.
ACEA B3 of ACEA B4 (dieselmotoren) hoog-
stens 0,5 liter eenmalig worden bijgevuld.
302
Trefwoordenlijst
Trefwoordenlijst Get a
ll
en en symbolen
4-wielaandrijving slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92
A
Aandrijfslipregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 183
Aanhaalmomenten van de wielbouten . . . . . . . . 322
Aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 271 aanhangwagengewichten . . . . . . . . . . . . . . . . 277
aanhangwagenstabilisator . . . . . . . . . . . . . . . 279
aankoppelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 275
aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 275
achterlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 273, 276
alarmsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 276
bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 238
buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 273
disselkogeldruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 271, 277
dodehoekhulp (BSD) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 238
een trekhaak achteraf inbouwen . . . . . . . . . . . 280
kabel van aanhangwagen . . . . . . . . . . . 273, 276
kogelkop elektrisch ontgrendelen . . . . . . . . . . 274
koplampen afstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 278
laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 277
Led-achterlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 273, 276
parkeerhulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 258, 262
rijden met aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . 278
stopcontact . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 276
storing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 277
technische voorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . 272
Aanhangwagengewichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 322 de aanhangwagen laden . . . . . . . . . . . . . . . . . 277
Aanhangwagenstabilisator . . . . . . . . . . . . . . . . . 279
Aanslepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91
Aantal zitplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70 Aanwijzingen op het display . . . . . . . . . . . . . . . . 108
kilometer stand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108
Aanwijzingen op het scherm aanbevolen versnelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109
ACT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 195
automatische afstandsregeling . . . . . . . . . . . . 210
bandenspanningscontrole . . . . . . . . . . . . . . . . 316
bestuurdersinformatiesysteem . . . . . . . . . . . . . 30
bewakingssysteem Front Assist . . . . . . . . . . . 220
buitentemperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
ECO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109
keuzehendelstanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109
kompas . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109
MKB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109
motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
portieren, motorkap en achterklep geopend . . 33
ritgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
SEAT Drive Profile . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 238
service-intervallen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
snelheidsbegrenzer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 205
snelheidswaarschuwing . . . . . . . . . . . . . . . . . 109
standen van de keuzehendel . . . . . . . . . . . . . 187
Start-Stop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109
submenu assistenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
tijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109
tweede snelheidsmeter . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109
verkeersborden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 242
waarschuwings- en controlelampjes . . . . . . . . 210
waarschuwings- en informatieberichten . . . . . . 33
ABS zie Antiblokkeersysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . 183
ACC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 209 radarsensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156, 282
Accu energiemanagement . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 292
laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 308 ladingstoestand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 292
vervan
gen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 309
Accu laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 308
Accu van de wagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52, 307 hulp bij het starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
los- en vastmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38, 307
winterse omstandigheden . . . . . . . . . . . . . . . . 307
Achteraf inbouwen trekhaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 280
Achterbank . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153 rugleuning neer- en terugklappen . . . . . . . . . . 153
Achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10, 11 zie ook Bagageruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 129
Achterlampen in de achterklep fitting uitbouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102
Achterlampen in het zijpaneel achterlicht demonteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101
Achterlichten een lamp vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
Achterruitverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45, 47
Achteruitkijkspiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
Achteruitrijhulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 267 bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 269
display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 268
Gebruiksaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 268
parkeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 269
Achteruitrijhulpsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 267
Achteruit (automatische transmissie) . . . . . . . . . 187
AdBlue bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 298
controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 297
informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 297, 298
minimale vulhoeveelheid . . . . . . . . . . . . . . . . 298
specificatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 298
tankinhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 297, 298
waarschuwingslampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 297
Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 327
329
Trefwoordenlijst
Milieu mi lieu
vriendelijk heid
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 195
tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 294
zuinig rijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 195
Milieu-advies tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 294
Mobiele telefoons . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 282
Motor afzetten (sleutel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 175
geluiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 178
hulp bij het starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
inrijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 194
start-stopsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 199
starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 174
starten (aanwijzingen voor de bestuurderm.b.t. mechanisch contactslot) . . . . . . . . . . 174
voorverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 174
Motorcode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 320
Motor en contact automatisch uitschakelen van het contact . . . 176
motor afzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 178
motor starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 178
motor starten met Press & Drive . . . . . . . . . . . 178
motor voorverwarmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 178
My Beat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 179
Motorgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 324
Motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11, 300 motorkap openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 301
Motorkoelvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 G 12 plus-plus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
G 13 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Motormanagement . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 197
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50, 302 bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 304
eigenschappen van de olie . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Inspectie Service . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 302
motoroliepeil controleren . . . . . . . . . . . . . . . . 303 oliepeilstok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 303
onderhoudsinter
vallen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 302
specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 302
temperatuurindicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
verbruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 303
verversen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 302, 304
Motorruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11, 300 accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52, 307
koelvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51, 305
motorkap openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 301
Motorkap openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 301
motorkap sluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 301
motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50, 304
remvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52, 306
ruitensproeiervloeistofreservoir . . . . . . . . . . . 306
Ruitensproeiervloeistofreservoir . . . . . . . . . . . . 52
veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . 300
Motor starten door slepen bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90
Motorstoring controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 198
Motor voorverwarmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 178
Multimedia . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 116
My Beat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 179
N Navigatiesysteem CD-ROM-lezer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 155
Nettas bagageruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160
Noodbediening bijrijdersportier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
keuzehendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Noodgevallen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87 accu vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 309
bandenafdichtset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
een doorgebrande zekering vervangen . . . . . . 53 een wiel verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
lampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
lekk
e band . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
noodknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 142
noodontgrendeling/-vergrendeling . . . . . . . . . 89
noodprogramma automatische transmissie . . 194
Slepen van de wagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
startkabels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
wagengereedschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
zekeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Noodhulpsysteem (Emergency Assist) . . . . . . . . 231 inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 231
uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 231
Noodknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 142
Noodontgrendeling achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Noodontgrendeling/-vergrendeling . . . . . . . . . . . 89
Noodstopfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 180
Noodvergrendeling van portier aan bijrijderszijde . . .10
O
Octaangetal (benzine) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 295
Olie verversen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 304
Omgevingsbewakingssysteem Front Assist bedienen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 222
Omgevingsbewakingssysteem (Front Assist) . . . 219
Onbalans van de wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 310
Onderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 282
Onderhoudsintervallen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 302
Onderhoudsmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 283
Ontgrendelen en vergrendelen met afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119
met de schakelaar van de centrale vergrende-ling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120
met Keyless Access . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121
Ontluchtingsgleuven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157
336