Page 465 of 522

• Als de bandenspanning nog steeds
lager is dan voorgeschreven nadat
de schakelaar 35 minuten aan (
)
staat, is de band te veel beschadigd
om nog gerepareerd te worden.
Schakel de compressor uit (
)en
neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
• Laat wat lucht ontsnappen wanneer
de bandenspanning de
voorgeschreven waarde
overschrijdt. (→Blz. 464, blz. 498)
16. Schakel de compressor uit (
).
17. Haal de voedingsstekker uit de
accessoireaansluiting en haal daarna
de spuitmond van het velgventiel.
Mogelijk ontsnapt er bij het
verwijderen van de slang wat
bandenreparatievloeistof.
18. Druk op de knop om de druk van de
fles te halen.19. Draai de dop op de spuitmond.
20. Plaats het ventieldopje op het ventiel
van het gerepareerde wiel.
21. Neem de slang los van de fles en
plaats de dop op de fles.
Plaats de fles in de originele zak en
rits deze dicht.
22. Berg de fles en de compressor op in de
bagageruimte.
23. Rijd, om de bandenreparatievloeistof
gelijkmatig over de band te verdelen,
meteen ongeveer 5 km met een
snelheid van maximaal 80 km/h.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
463
7
Bij problemen
Page 466 of 522

24. Breng de auto na ongeveer 5 km tot
stilstand op een veilige plaats met een
stevige, vlakke ondergrond en sluit de
compressor weer aan.
25. Controleer de bandenspanning.
1Als de bandenspanning lager is
dan 130 kPa (1,3 kg/cm2of bar,
19 psi): De band kan niet worden
gerepareerd. Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
2Als de bandenspanning 130 kPa
(1,3 kg/cm2of bar, 19 psi) of hoger is,
maar lager dan de voorgeschreven
spanning: Ga door naar
26.
3Als de bandenspanning juist is
(→blz. 498): Ga door naar
27.
26. Zet de compressor aan (
)omde
band op de voorgeschreven spanning
te brengen. Rijd ongeveer 5 km en
voer dan
uit.
27. Berg de compressor op in de
bagageruimte.
28. Voorkom plotseling remmen,
plotseling accelereren en scherpe
bochten. Rijd voorzichtig met een
snelheid van maximaal 80 km/h naar
de dichtstbijzijnde erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige voor het
repareren of vervangen van de band.Als de band te hard wordt opgepompt
1. Druk op de knop om wat lucht te laten
ontsnappen.
Ty p e A
Ty p e B
2. Controleer of de
bandenspanningsmeter de
voorgeschreven spanning aangeeft.
Zet de compressor weer aan als de
spanning onder de voorgeschreven
waarde ligt, zet de compressor aan
(type A) of zet hem in stand
(aan)
(type B) en vul de band tot de juiste
spanning is bereikt.
Het ventiel van een gerepareerde band
Nadat de band met de
bandenreparatieset is gerepareerd, moet
het ventiel bij een definitieve reparatie
worden vervangen.
Nadat een band is gerepareerd met de
bandenreparatieset
• Vervang de bandenspanningssensor
en -zender.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
464
Page 467 of 522

• Zelfs als de bandenspanning op het
voorgeschreven niveau ligt, gaat
mogelijk het waarschuwingslampje
lage bandenspanning
branden/knipperen.
Aanwijzing voor het controleren van
de bandenreparatieset
Controleer regelmatig de uiterste
houdbaarheidsdatum van de
bandenreparatievloeistof.
De uiterste houdbaarheidsdatum staat
vermeld op de fles. Gebruik de
bandenreparatievloeistof niet wanneer
de uiterste houdbaarheidsdatum is
verstreken. Anders worden reparaties
met de bandenreparatieset mogelijk niet
goed uitgevoerd.
Bandenreparatieset
• De bandenreparatievloeistof is
beperkt houdbaar. De uiterste
houdbaarheidsdatum staat vermeld
op de fles. Vervang de fles
bandenreparatievloeistof vóór de
uiterste houdbaarheidsdatum door
een nieuwe fles. Neem voor
vervanging contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
• De vloeistof in de bandenreparatieset
kan slechts eenmalig worden gebruikt
om een enkele band tijdelijk te
repareren. Als de
bandenreparatievloeistof is gebruikt
en moet worden vervangen, koop dan
een nieuwe fles bij een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. De compressor kan
opnieuw worden gebruikt.
• De bandenreparatievloeistof kan
worden gebruikt bij een
buitentemperatuur van -30°C tot
60°C.• De reparatieset is speciaal ontworpen
voor de standaard op uw auto
gemonteerde banden. Gebruik de set
niet voor banden met een afwijkende
maat of voor andere doeleinden.
• Als de bandenreparatievloeistof op
uw kleren komt, kan deze vlekken
veroorzaken.
• Eventueel gemorste
bandenreparatievloeistof moet direct
van het wiel of de carrosserie worden
verwijderd. Veeg het oppervlak
onmiddellijk af met een vochtige
doek.
• Tijdens de werking van de
reparatieset wordt veel lawaai
geproduceerd. Dit is normaal en duidt
niet op een storing.
• Niet gebruiken om de
bandenspanning te controleren of op
de voorgeschreven waarde te
brengen.
WAARSCHUWING!
Rijd niet door als de auto een lekke
band heeft
Rijd niet door met een lekke band. Zelfs
als er over een korte afstand met een
lekke band wordt doorgereden, kunnen
band en velg zodanig beschadigd
worden dat reparatie niet meer
mogelijk is.
Door het rijden met een lekke band kan
er op de wang rondom een groef
ontstaan. In zo'n geval kan de band bij
het gebruik van een reparatieset
exploderen.
Wees voorzichtig tijdens het rijden
• Berg de reparatieset op in de
bagageruimte. Anders kunt u in geval
van een ongeval of plotseling
remmen letsel oplopen.
• De reparatieset is speciaal
ontworpen voor uw auto. Gebruik de
reparatieset niet voor andere
voertuigen, omdat dit kan leiden tot
een ongeval met dodelijk of ernstig
letsel tot gevolg.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
465
7
Bij problemen
Page 468 of 522

WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Gebruik de set niet voor banden met
een afwijkende maat of voor andere
doeleinden. Als de banden niet
volledig zijn gerepareerd, kan dit
leiden tot een ongeval met dodelijk
of ernstig letsel tot gevolg.
Voorzorgsmaatregelen bij het
gebruik van de
bandenreparatievloeistof
•
Het inslikken van
bandenreparatievloeistof is schadelijk
voor uw gezondheid. Drink zo veel
mogelijk water en raadpleeg direct een
huisarts wanneer u
bandenreparatievloeistof hebt
ingeslikt.
• Spoel direct met water wanneer
bandenreparatievloeistof in uw ogen
of op uw huid is terechtgekomen.
Raadpleeg een huisarts als u zich niet
lekker blijft voelen.
WAARSCHUWING!
Bij het repareren van een lekke band
• Parkeer de auto op een veilige plaats
en een vlakke ondergrond.
• Raak de wielen of het gedeelte rond
de remmen direct nadat met de auto
is gereden niet aan. Nadat met de
auto is gereden, zijn de wielen en het
gedeelte rond de remmen mogelijk
zeer heet. Wanneer u deze delen met
uw handen, voeten of andere
lichaamsdelen aanraakt, kan dit
leiden tot brandwonden.
• Laat ter voorkoming van
beschadiging of ernstige lekkage de
fles niet vallen. Voer vóór gebruik
een visuele controle van de fles uit.
Gebruik uitsluitend onbeschadigde
en niet-lekkende flessen. In
dergelijke gevallen direct vervangen.
• Sluit de slang stevig aan op het
ventiel terwijl het wiel aan de auto
bevestigd is. Als de slang niet goed
op het ventiel is aangesloten, kan er
WAARSCHUWING!(Vervolg)
luchtlekkage optreden waarbij
bandenreparatievloeistof naar
buiten spuit.
• Als de slang tijdens het vullen
loskomt van het ventiel, is het
mogelijk dat de slang abrupte
bewegingen maakt vanwege de
luchtdruk.
• Nadat de band gevuld is, kunnen er
spetters bandenreparatievloeistof
naar buiten komen als de slang wordt
losgemaakt of wanneer u lucht uit de
band laat ontsnappen.
• Volg voor het repareren van de band
de volgende procedure. Als u de
procedures niet volgt, kan de
bandenreparatievloeistof naar
buiten spuiten.
• Bewaar afstand tot de band wanneer
deze gerepareerd wordt, omdat de
band kan klappen. Zet de schakelaar
van de compressor direct uit (type A)
of in stand
(uit) (type B) als u ziet
dat de band scheurtjes vertoont of
vervormt.
• De reparatieset kan oververhit raken
als deze langere tijd achter elkaar
wordt gebruikt. Gebruik de
reparatieset niet langer dan
40 minuten achter elkaar.
• Delen van de reparatieset worden
tijdens het gebruik heet. Wees voor
en na gebruik voorzichtig met de
reparatieset. Raak het metalen deel
rond de verbinding tussen de fles en
de compressor niet aan. Dit is
namelijk zeer heet.
• Plak de waarschuwingssticker voor
de rijsnelheid alleen op de
aangegeven plaats. Als de sticker
wordt aangebracht op een plaats
waar zich een airbag bevindt, zoals
op het stuurwielkussen, werkt de
airbag mogelijk niet goed meer.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
466
Page 469 of 522

WAARSCHUWING!
Rijden om de
bandenreparatievloeistof gelijkmatig
te verdelen
Neem om de kans op ongevallen te
beperken de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dat
niet doet, kunt u de macht over het
stuur verliezen, wat kan leiden tot een
ongeval met dodelijk of ernstig letsel
tot gevolg.
• Rijd langzaam en voorzichtig. Wees
extra voorzichtig bij het maken van
bochten.
• Breng de auto tot stilstand wanneer
de auto niet rechtuit wil rijden of als
u voelt dat er aan het stuurwiel wordt
getrokken en controleer het
volgende.
– Toestand van de band. De band kan
van de velg zijn afgelopen.
– Bandenspanning. Als de
bandenspanning 130 kPa
(1,3 kg/cm
2of bar, 19 psi) of lager is,
is de band mogelijk ernstig
beschadigd.
OPMERKING
Een noodreparatie uitvoeren
• Een band mag alleen met de
bandenreparatieset worden
gerepareerd indien de beschadiging is
veroorzaakt door perforatie van het
loopvlak door een scherp voorwerp,
zoals een spijker of een schroef.
Verwijder de spijker of de schroef niet
uit de band. Door het verwijderen van
de spijker of de schroef kan het gat
groter worden waardoor de band niet
meer tijdelijk gerepareerd kan
worden.
• De reparatieset is niet
waterbestendig. Zorg dat de
bandenreparatieset niet in aanraking
komt met water, bijvoorbeeld bij
gebruik tijdens regen.
• Zet de bandenreparatieset niet op een
OPMERKING(Vervolg)
stoffige ondergrond, zoals in het zand
of in de berm. Als de reparatieset stof
e.d. opzuigt, kunnen er storingen
optreden.
• Houd de fles tijdens het gebruik niet
ondersteboven, om schade aan de
compressor te voorkomen.
Voorzorgsmaatregelen voor de
bandenreparatieset
• De reparatieset heeft als voeding
12V-gelijkstroom nodig. Sluit de
reparatieset niet aan op andere
voedingsbronnen.
• Als er benzinedruppels op de
reparatieset terechtkomen, kan de set
defect raken. Zorg dat de set niet met
benzine in aanraking kan komen.
• Berg de reparatieset op, zodat de set
beschermd is tegen vuil en vocht.
• Berg de reparatieset op in de
gereedschapshouder onder de
afdekmat, buiten bereik van kinderen.
• Demonteer de reparatieset niet en
breng geen wijzigingen aan. Stel
onderdelen als de
bandenspanningsmeter niet bloot aan
schokken. Hierdoor kunnen storingen
optreden.
Voorkomen van schade aan de
bandenspanningssensoren en
-zenders
Als een band is gerepareerd met
bandenreparatievloeistof, werken de
bandenspanningssensor en -zender
mogelijk niet goed. Neem wanneer
bandenreparatievloeistof is gebruikt zo
snel mogelijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang na het gebruik van
bandenreparatievloeistof de
bandenspanningssensor en -zender
wanneer de band wordt gerepareerd of
vervangen. (→Blz. 398)
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
467
7
Bij problemen
Page 470 of 522
7.2.6 Als uw auto een lekke band
heeft (auto's met een
reservewiel)
Uw auto is voorzien van een
reservewiel. De lekke band kan worden
vervangen door het reservewiel.
Meer informatie over banden:
→blz. 397
WAARSCHUWING!
Als uw auto een lekke band heeft
Rijd niet door met een lekke band.
Zelfs als er over een korte afstand met
een lekke band wordt doorgereden,
kunnen band en velg zodanig beschadigd
worden dat reparatie niet meer mogelijk
is en kan er een ongeval ontstaan.
Voor het opkrikken van de auto
• Breng de auto tot stilstand op een
veilige plaats en een stevige, vlakke
ondergrond.
• Activeer de parkeerrem.
• Zet de selectiehendel in stand P.
• Schakel het hybridesysteem uit.
• Schakel de alarmknipperlichten in.
(→Blz. 434)
Plaats van reservewiel, krik en gereedschap
Auto's met een compact reservewiel (type A)
1Sleepoog
2Wielmoersleutel
3Krik
4Krikslinger
5Reservewiel
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
468
Page 471 of 522
Auto's met een compact reservewiel (type B)
1Reservewiel
2Krik
3Wielmoersleutel
4Krikslinger
5Sleepoog
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
469
7
Bij problemen
Page 472 of 522

Auto's met een volwaardig reservewiel
1Wielmoersleutel
2Sleepoog
3Krik
4Reservewiel
5Krikslinger
WAARSCHUWING!
Gebruik van de krik
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Onjuist
gebruik van de krik kan ertoe leiden dat
de auto van de krik valt, wat tot dodelijk
of ernstig letsel kan leiden.
• Gebruik de krik uitsluitend voor het
verwisselen van een wiel of de
montage en het verwijderen van
sneeuwkettingen.
• Gebruik voor het verwisselen van een
lekke band uitsluitend de met de auto
meegeleverde krik. Gebruik de krik
niet voor het verwisselen van wielen
van andere auto's en gebruik ook
geen krik van een andere auto.
• Zet de krik op de juiste wijze onder
het kriksteunpunt. (→Blz. 472)
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Zorg ervoor dat er zich geen
lichaamsdelen bevinden onder een
auto die alleen door een krik wordt
ondersteund.
• Start het hybridesysteem niet en ga
niet met de auto rijden als deze door
de krik wordt ondersteund.
• Krik de auto niet op als er nog iemand
in de auto aanwezig is.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
470