Page 441 of 522

7.2.2 Als u denkt dat er iets mis
is
Als u een van de volgende
verschijnselen opmerkt, moet uw auto
mogelijk worden afgesteld of
gerepareerd. Neem zo snel mogelijk
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Zichtbare symptomen
• Lekkage onder de auto (na gebruikvan de airconditioning is waterlekkage
echter normaal.)
• Banden die er te zacht uit zien of die ongelijkmatig versleten zijn
• De naald van de koelvloeistoftemperatuurmeter staat
voortdurend hoger dan normaal Hoorbare symptomen
• Abnormale uitlaatgeluiden
• Overmatig piepende banden bij het
nemen van een bocht
• Vreemde geluiden die kennelijk in verband staan met de bewegingen
van de wielophanging
• Pingelende of andere abnormale geluiden van het hybridesysteem
Merkbare symptomen • De motor
hapert, stottert of draait
onregelmatig
• Een merkbaar verlies aan trekkracht
• De auto trekt tijdens het remmen sterk naar één kant
•
De auto trekt sterk naar één kant, terwijl u
rechtuitrijdt op een vlakke weg
• Teruglopende remwerking, sponzig
gevoel in het rempedaal, een
rempedaal dat bijna tot op de vloer
kan worden ingetrapt
7.2.3 Als een waarschuwingslampje gaat branden of een
waarschuwingszoemer klinkt
Voer op rustige wijze onderstaande handelingen uit als een van de
waarschuwingslampjes gaat branden of knipperen. Als een van de lampjes gaat
branden of knipperen en daarna weer uitgaat, is er niet noodzakelijkerwijs een defect
in het systeem aanwezig. Als deze situatie echter blijft voortduren, laat dan uw auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Overzicht waarschuwingslampjes en waarschuwingszoemers
Waarschuwingslampje Waarschuwingslampje/details/handelingen
(Rood)Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) remsysteem
Geeft het volgende aan:
■
Laag remvloeistofniveau; of
■ Storing in het elektronisch geregelde remsysteem
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en
neem contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Doorrijden met de auto kan gevaarlijk zijn.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
439
7
Bij problemen
Page 442 of 522

Waarschuwingslampje Waarschuwingslampje/details/handelingen
*1
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) lage oliedruk
Geeft aan dat de oliedruk niet in orde is
Het waarschuwingslampje kan gaan branden als de oliedruk te laag
is.
Er klinkt ook een zoemer.
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en
neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Doorrijden met de auto kan gevaarlijk zijn.
*1Laadstroomcontrolelampje
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het laadsysteem van de
auto
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en
neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Motorcontrolelampje (waarschuwingszoemer)
Geeft aan dat er een storing is in:
■Het hybridesysteem;
■Het elektronische motorregelsysteem; of
■De elektronische smoorklepregeling.
Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje SRS
Geeft aan dat er een storing is in:
■Het SRS-airbagsysteem; of
■Het gordelspannersysteem.
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje ABS
Geeft aan dat er een storing is in:
■Het ABS; of
■Het Brake Assist-systeem.
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
(Rood/geel)Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) elektrische
stuurbekrachtiging
Geeft aan dat er een storing is in de elektrische stuurbekrachtiging
(EPS)
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren ge-
kwalificeerde en uitgeruste deskundige.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
440
Page 443 of 522

Waarschuwingslampje Waarschuwingslampje/details/handelingen
(Knippert)Controlelampje Toyota Parking Assist-sensor OFF (indien aan-
wezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de Toyota Parking
Assist-sensor
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren ge-
kwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Dit geeft aan dat het systeem tijdelijk niet beschikbaar is, doordat
een sensor mogelijk vuil is of is bedekt met bijvoorbeeld ijs.
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 305)
(Knippert)Controlelampje PKSB OFF (indien aanwezig)
Wanneer er een zoemer klinkt: Geeft aan dat er een storing aanwe-
zig is in het PKSB-systeem (Parking Support Brake)
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren ge-
kwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wanneer er geen zoemer klinkt: Dit geeft aan dat het systeem tij-
delijk niet beschikbaar is, doordat een sensor mogelijk vuil is of is
bedekt met bijvoorbeeld ijs.
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 319, blz. 446)
(Knippert)Controlelampje RCTA OFF (indien aanwezig)
Wanneer er een zoemer klinkt: Geeft aan dat er een storing aanwe-
zig is in de RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren ge-
kwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wanneer er geen zoemer klinkt: Geeft aan dat de achterbumper
rondom de radarsensor vuil is, enz. (→Blz. 297)
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 311)
Controlelampje Traction Control
Geeft aan dat er een storing is in:
■De VSC (Vehicle Stability Control);
■De TRC (Traction Control); of
■De Hill Start Assist Control.
Het lampje gaat knipperen wanneer de VSC, de TRC, het ABS of de
Trailer Sway Control in werking is. (→Blz. 348)
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
(Geel)Waarschuwingslampje remsysteem
Geeft aan dat er een storing is in:
■Het regeneratieve remsysteem;
■Het elektronisch geregelde remsysteem; of
■De elektrisch bedienbare parkeerrem.
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
441
7
Bij problemen
Page 444 of 522

Waarschuwingslampje Waarschuwingslampje/details/handelingen*1
(Oranje)Controlelampje (waarschuwingszoemer) LTA (indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de LTA (Lane Tracing
Assist)
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 264)
(Knippert of brandt)Waarschuwingslampje PCS (indien aanwezig)
Wanneer er gelijktijdig een zoemer klinkt:
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PCS (Pre-Crash
Safety-systeem).
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren ge-
kwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wanneer er geen zoemer klinkt:
Het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) is tijdelijk niet beschikbaar,
corrigerende maatregelen kunnen noodzakelijk zijn.
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 243, blz. 446)
Als het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) of de VSC (Vehicle Stability
Control-systeem) wordt uitgeschakeld, gaat het waarschuwings-
lampje PCS branden.
→Blz. 255
(Knippert)Controlelampje Brake Hold-systeem in werking
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het Brake Hold-systeem
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren ge-
kwalificeerde en uitgeruste deskundige.
*2
(Knippert)Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) parkeerrem
Mogelijk is de parkeerrem niet volledig geactiveerd of gedeacti-
veerd
Bedien nogmaals de parkeerremschakelaar.
Dit lampje gaat branden als de parkeerrem niet gedeactiveerd is.
Als het lampje uitgaat nadat de parkeerrem gedeactiveerd is, werkt
het systeem normaal.
Waarschuwingslampje laag brandstofniveau
Geeft aan dat de resterende hoeveelheid brandstof ongeveer 6,4 l
of minder is
Vul de brandstoftank.
*3
Controlelampje (waarschuwingszoemer) bestuurders- en voor-
passagiersgordel
Waarschuwt de bestuurder en/of voorpassagier dat de veiligheids-
gordel vastgemaakt dient te worden.
Doe de veiligheidsgordel om.
Als er iemand op de voorpassagiersstoel zit, moet ook de veilig-
heidsgordel voor de voorpassagier worden vastgemaakt, waarna
het waarschuwingslampje (de waarschuwingszoemer) uitgaat.
*3
(In het centrale paneel)Controlelampje (waarschuwingszoemer) achterpassagiersgor-
del
Waarschuwt de achterpassagiers om de veiligheidsgordel om te
doen
Doe de veiligheidsgordel om.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
442
Page 445 of 522

Waarschuwingslampje Waarschuwingslampje/details/handelingen
Waarschuwingslampje lage bandenspanning
Als het lampje gaat branden:
Lage bandenspanning, bijvoorbeeld door
■Natuurlijke oorzaken (→blz. 445)
■Lekke band (→blz. 451, blz. 468)
Breng de banden op de juiste spanning.
Na een paar minuten dooft het lampje. Laat het systeem
nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige indien het lampje niet dooft nadat de
banden op spanning zijn gebracht.
Als het lampje gaat branden nadat het gedurende 1 minuut
geknipperd heeft:
Storing in het bandenspanningswaarschuwingssysteem
(→blz. 445)
Laat het systeem nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
*1Waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur (waar-
schuwingszoemer)
Geeft aan dat de koelvloeistoftemperatuur te hoog is
→Blz. 486
*1Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) hybridesys-
teem oververhit
Geeft aan dat het hybridesysteem oververhit is geraakt
Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand.
Oplossing (→blz. 488)
*1
Brake Override-systeem
Geeft aan dat het gaspedaal en rempedaal gelijktijdig worden inge-
trapt en het Brake Override-systeem in werking is.
Laat het gaspedaal los en trap het rempedaal in.
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het Brake Override-
systeem (met waarschuwingszoemer)
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren ge-
kwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wegrijregeling
Geeft aan dat de schakelstand is gewijzigd en de wegrijregeling is
geactiveerd terwijl het gaspedaal werd ingetrapt (met waarschu-
wingszoemer).
Laat het gaspedaal even los.
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het systeem van de
wegrijregeling (met waarschuwingszoemer).
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren ge-
kwalificeerde en uitgeruste deskundige.
*1: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay.
*2: Waarschuwingszoemer geactiveerde parkeerrem: De zoemer klinkt als de auto met een
snelheid van ongeveer 5 km/h of meer rijdt.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
443
7
Bij problemen
Page 446 of 522

*3: Waarschuwingszoemer veiligheidsgordel bestuurder en voorpassagier: De
waarschuwingszoemer voor de veiligheidsgordel herinnert de bestuurder en de
voorpassagier eraan de veiligheidsgordel om te doen. Als de veiligheidsgordel wordt
losgemaakt klinkt de zoemer gedurende een bepaalde tijd met tussenpozen wanneer de
auto een bepaalde snelheid heeft bereikt.
Waarschuwingszoemer veiligheidsgordel achterpassagiers: De waarschuwingszoemer
voor de veiligheidsgordel herinnert de achterpassagiers eraan de veiligheidsgordel om te
doen. Als de veiligheidsgordel wordt losgemaakt klinkt de zoemer gedurende een
bepaalde tijd met tussenpozen wanneer de veiligheidsgordel is vastgemaakt en
losgemaakt en de auto een bepaalde snelheid heeft bereikt.
Waarschuwingslampje
(waarschuwingszoemer) elektrische
stuurbekrachtiging
Als de spanning van de 12V-accu laag is
of tijdelijk daalt, kan het
waarschuwingslampje van de elektrische
stuurbekrachtiging gaan branden en kan
er een waarschuwingszoemer klinken.
Als het motorcontrolelampje tijdens het
rijden gaat branden
Bij sommige uitvoeringen gaat het
motorcontrolelampje branden als de
brandstoftank geheel leeg gereden is. Vul
de brandstoftank onmiddellijk als deze
leeg is. Het motorcontrolelampje gaat na
enkele ritten weer uit.
Neem zo snel mogelijk contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
als het motorcontrolelampje niet uitgaat.
Detectiesensor voorpassagier,
controlelampje veiligheidsgordel en
waarschuwingszoemer
• Als er bagage wordt geplaatst op de
passagiersstoel kan de detectiesensor
het controlelampje laten knipperen en
de waarschuwingszoemer laten
klinken, ook al zit er niemand op de
passagiersstoel.
• Als er op de stoel een kussen wordt
geplaatst, werkt de sensor wellicht
niet goed, waardoor ook het
waarschuwingslampje niet goed
werkt.Werking waarschuwingslampje bij
losgemaakte achterpassagiersgordels
• Na het openen en sluiten van het
achterportier brandt het
waarschuwingslampje gedurende een
bepaalde tijd.
• Als een van de veiligheidsgordels
achter wordt losgemaakt, gaat het
waarschuwingslampje branden.
Als de achterportieren geopend en
gesloten worden terwijl het
waarschuwingslampje brandt, gaat het
waarschuwingslampje uit na een
bepaalde tijd.
Als het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat branden
Controleer het uiterlijk van de band om
na te gaan of de band niet lek is.
Als de band lek is:→blz. 451, blz. 468
Als de band niet lek is:
Gebruik de volgende procedure wanneer
de banden voldoende zijn afgekoeld.
• Controleer de bandenspanning en
breng hem op het juiste niveau.
• Als het waarschuwingslampje zelfs na
enkele minuten niet uitgaat,
controleer dan of de bandenspanning
in orde is en voer de initialisatie uit.
(→Blz. 398)
Het waarschuwingslampje kan weer
gaan branden wanneer bovenstaande
handelingen zijn uitgevoerd zonder
eerst de banden voldoende te laten
afkoelen.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
444
Page 447 of 522

Het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat mogelijk
branden door een natuurlijke oorzaak
Het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat mogelijk branden
door een natuurlijke oorzaak, zoals het
onvermijdelijke spanningsverlies dat op
den duur optreedt of een veranderde
bandenspanning die veroorzaakt wordt
door temperatuurveranderingen. In dat
geval zal het waarschuwingslampje na
een paar minuten uitgaan als de banden
weer op de juiste spanning gebracht zijn.
Als een wiel is vervangen door een
reservewiel (indien aanwezig)
Auto's met volwaardig reservewiel: Ook
het volwaardige reservewiel is voorzien
van een bandenspanningssensor en
-zender. Als de bandenspanning van het
reservewiel te laag is, zal het
waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaan branden. Bij een
lekke band zal het waarschuwingslampje
lage bandenspanning niet uitgaan, ook
al is het wiel met de lekke band
vervangen door het reservewiel.
Vervang het reservewiel door het wiel
met de gerepareerde band en breng de
band op de juiste spanning. Het
waarschuwingslampje lage
bandenspanning zal na een paar
minuten uitgaan.
Auto's met compact reservewiel: Het
compacte reservewiel is niet voorzien
van een bandenspanningssensor en
-zender. Bij een lekke band zal het
waarschuwingslampje lage
bandenspanning niet uitgaan, ook al is
het wiel met de lekke band vervangen
door het reservewiel. Vervang het
reservewiel door het wiel met de
gerepareerde band en breng de band op
de juiste spanning. Het
waarschuwingslampje lage
bandenspanning zal na een paar
minuten uitgaan.Omstandigheden waaronder het
bandenspanningswaarschuwings-
systeem mogelijk niet juist werkt
→Blz. 399
Als het waarschuwingslampje lage
bandenspanning regelmatig gaat
branden nadat het gedurende
1 minuut heeft geknipperd
Als het waarschuwingslampje lage
bandenspanning regelmatig gaat branden
nadat het gedurende 1 minuut geknipperd
heeft wanneer het contact AAN wordt
gezet, laat het systeem dan controleren
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Waarschuwingszoemer
De zoemer is in sommige gevallen niet
hoorbaar, zoals in een luidruchtige
omgeving of wanneer het volume van de
audio hoog staat.
WAARSCHUWING!
Als de waarschuwingslampjes van het
ABS en het remsysteem blijven branden
Breng de auto onmiddellijk op een veilige
plaats tot stilstand en neem contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. De auto kan tijdens het
remmen extreem onstabiel worden en het
ABS-systeem treedt mogelijk niet in
werking. Dit kan leiden tot een ongeval
met dodelijk of ernstig letsel tot gevolg.
Als het waarschuwingslampje elektri-
sche stuurbekrachtiging gaat branden
Als het lampje geel gaat branden, wordt
de stuurbekrachtiging beperkt. Als het
lampje rood gaat branden, werkt de
stuurbekrachtiging niet meer en gaat
het draaien van het stuurwiel zeer
zwaar. Als het stuurwiel zwaarder werkt
dan gebruikelijk, houd het dan stevig
vast en oefen meer kracht uit dan
anders.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
445
7
Bij problemen
Page 448 of 522

WAARSCHUWING!(Vervolg)
Als het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat branden
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dat
niet doet, kunt u de macht over het
stuur verliezen. Dit kan leiden tot een
ongeval met dodelijk of ernstig letsel
tot gevolg.
• Zet de auto zo snel mogelijk stil op
een veilige plaats. Breng de banden
meteen op spanning.
• Auto's met reservewiel: Als, nadat de
banden op spanning zijn gebracht,
het waarschuwingslampje lage
bandenspanning opnieuw gaat
branden, kan dit erop duiden dat er
een band lek is. Controleer de
banden. Vervang het wiel met de
lekke band door het reservewiel en
laat de band repareren door de
dichtstbijzijnde erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
• Auto's met bandenreparatieset: Als,
nadat de banden op spanning zijn
gebracht, het waarschuwingslampje
lage bandenspanning opnieuw gaat
branden, kan dit erop duiden dat er
een band lek is. Controleer de
banden. Repareer een lekke band
met de bandenreparatieset.
(→Blz. 451)
• Vermijd plotselinge
stuurbewegingen en hard remmen.
De banden kunnen beschadigd
raken, waardoor u de controle over
het stuurwiel of de remmen kunt
verliezen.
Als u een klapband krijgt of als er
plotseling een lek ontstaat
Het kan zijn dat het
bandenspanningswaarschuwings-
systeem niet meteen in werking treedt.OPMERKING
Ervoor zorgen dat het bandenspannings-
waarschuwingssysteem goed werkt
Monteer geen banden met verschillende
specificaties of van verschillende
merken, anders werkt het
bandenspanningswaarschuwings-
systeem mogelijk niet goed.
7.2.4 Als er een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven
Het multi-informatiedisplay
waarschuwt bij systeemstoringen en
onjuist uitgevoerde handelingen, of
geeft meldingen over noodzakelijk
onderhoud weer. Voer de juiste
herstelprocedure uit wanneer er een
melding verschijnt.
Multi-informatiedisplay
Als een van de waarschuwingsmeldingen
weer wordt weergegeven na het
uitvoeren van de volgende handelingen,
neem dan contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
446