Geluiden en trillingen die kenmerkend
zijn voor een hybrideauto
→Blz. 76
Leegraken batterij elektronische sleutel
→Blz. 121
Als de buitentemperatuur laag is,
bijvoorbeeld bij rijden in de winter
Als het hybridesysteem gestart wordt,
knippert het controlelampje READY
mogelijk lang. Bedien de auto niet totdat
het controlelampje READY continu
brandt. Continu branden betekent dat de
auto kan rijden.
Omstandigheden die de werking
kunnen beïnvloeden
→Blz. 132
Aanwijzing voor de instapfunctie
→Blz. 132
Als het hybridesysteem niet kan
worden ingeschakeld
• De startblokkering is mogelijk niet
uitgeschakeld. (→Blz. 82) Neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Controleer of de selectiehendel goed
in stand P staat. Het hybridesysteem
kan niet worden gestart als de
selectiehendel niet in stand P staat.
De melding “Shift to P Position to
Start” (zet de selectiehendel in stand
P om te starten) wordt op het
multi-informatiedisplay
weergegeven.
Stuurslot
Nadat het contact UIT is gezet en de
portieren zijn geopend en gesloten,
wordt het stuurwiel vergrendeld met de
stuurslotfunctie. Als u nogmaals op de
startknop drukt, wordt het stuurslot
automatisch weer uitgeschakeld.Wanneer het stuurslot niet kan
worden ontgrendeld
“Push POWER Switch while Turning The
Steering Wheel in Either Direction.”
(druk de startknop in en draai het
stuurwiel in een willekeurige richting)
wordt op het multi-informatiedisplay
weergegeven.
Controleer of de selectiehendel in stand
P staat. Druk op de startknop terwijl u
het stuurwiel naar links en rechts
beweegt.
Oververhitting van de elektromotor
van het stuurslot voorkomen
Om te voorkomen dat de elektromotor van
het stuurslot oververhit raakt, kan de wer-
king worden onderbroken als het hybride-
systeem in korte tijd herhaaldelijk wordt
in- en uitgeschakeld. Schakel het hybride-
systeem in dat geval niet in of uit. Na
ongeveer 10 seconden zal de elektromotor
van het stuurslot weer functioneren.
Als “Entry & Start System Malfunction.
See Owner’s Manual.” (Storing in
Smart entry-systeem met startknop.
Raadpleeg handleiding) wordt
weergegeven op het
multi-informatiedisplay
Er is mogelijk een storing in het systeem
aanwezig. Laat de auto onmiddellijk
nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
4.2 Rijprocedures
206
• Als “Low 12-Volt Battery.” (12V-accu
bijna leeg) wordt weergegeven
–
Wanneer het display na een paar
seconden uitgaat (wordt gedurende
ongeveer 6 seconden weergegeven):
Laat het hybridesysteem langer dan
15 minuten werken en laad de
12V-accu.
– Wanneer het display niet uitgaat:
Start het hybridesysteem met
behulp van de procedures:
→blz. 480
•
Als “Maintenance required for Traction
battery cooling parts. See owner’s
manual.” (Onderhoud vereist voor
koelonderdelen tractiebatterij. Zie
handleiding) wordt weergegeven,
kunnen de filters verstopt zitten, kunnen
de ventilatieopeningen geblokkeerd zijn
of kan er een gat in het kanaal zitten.
Voer daarom de onderstaande
correctieprocedure uit.
– Als de ventilatieopeningen en filters
van het batterijpakket
(tractiebatterij) vuil zijn, voer dan de
procedure op blz. 414 uit om ze
schoon te maken.
– Als de waarschuwingsmelding
wordt weergegeven wanneer de
ventilatieopeningen en filters van
het batterijpakket (tractiebatterij)
niet vuil zijn, laat de auto dan
onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als “Engine Oil Level Low. Add or Rep-
lace Oil.” (Motoroliepeil laag. Olie bij-
vullen of verversen) wordt
weergegeven
Het motoroliepeil is laag. Controleer het
oliepeil en vul indien nodig olie bij.
Deze melding kan verschijnen als de auto
op een helling stilstaat. Plaats de auto op
een horizontale ondergrond en
controleer of de melding verdwijnt.Als “Hybrid System Stopped. Steering
Power Low” (Motor uitgeschakeld.
Weinig stuurbekrachtiging) wordt
weergegeven
Deze melding wordt weergegeven als het
hybridesysteem wordt uitgeschakeld
tijdens het rijden. Als het stuurwiel
zwaarder werkt dan gebruikelijk, houd
het dan stevig vast en oefen meer kracht
uit dan anders.
Als “Hybrid System Overheated.
Reduced Output Power.”
(Hybridesysteem oververhit.
Gereduceerd uitgangsvermogen)
wordt weergegeven
Deze melding wordt mogelijk weergegeven
tijdens het rijden onder zware
omstandigheden. (Bijvoorbeeld wanneer u
een lange steile helling op rijdt.)
Oplossing:→486
Als “Depress Brake When Vehicle is
Stopped. Hybrid System may Over-
heat.” (Trap rempedaal in wanneer auto
stilstaat. Hybridesysteem is mogelijk
oververhit) wordt weergegeven
De melding wordt mogelijk weergegeven
wanneer het gaspedaal wordt ingetrapt
om de auto op een omhoog lopende
helling op zijn plaats te houden, enz.
Het hybridesysteem kan oververhit
raken. Laat het gaspedaal los en trap het
rempedaal in.
Als “Traction battery needs to be prote-
cted. Shift intoto restart.”
(Tractiebatterij moet worden
beschermd. Zet selectiehendel in stand
P om opnieuw te starten) wordt
weergegeven
Deze melding wordt weergegeven
wanneer het batterijpakket
(tractiebatterij) bijna leeg is, doordat de
selectiehendel een bepaalde periode in
stand N heeft stilgestaan. Zet bij het
bedienen van de auto de selectiehendel
in stand P en herstart het
hybridesysteem.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
449
7
Bij problemen