Lampen voor verlichting buitenzijde tij-
dens rijden
(Vervangingsmethode: blz. 425, wattage:
blz. 502)
9Koplampen/parkeerlichten
voor/dagrijverlichting/richtingaanwijzers
blz. 216, blz. 221
10Mistlampen voor*1blz. 227
11Richtingaanwijzers opzij blz. 216
12Achterlichten/richtingaanwijzers blz.
216, blz. 221
13Achterlichten (led)
Richtingaanwijzers (led) blz. 216
Achteruitrijlicht (gloeilamp)
De selectiehendel in stand R zetten
blz. 211
14Kentekenplaatverlichting blz. 221
15Mistachterlicht blz. 227
Achteruitrijlicht (led)
De selectiehendel in stand R zetten
blz. 211
*1: Indien aanwezig
*2: Raadpleeg voor auto's met een navigatie-/multimediasysteem de handleiding voor het
navigatie-/multimediasysteem of de handleiding voor het multimediasysteem.
Dashboard (auto's met linkse besturing)
1Startknop blz. 205
Starten van het hybridesysteem/
wijzigen van de modi blz. 205
Noodstop van het hybridesysteem
blz. 437
Als het hybridesysteem niet gestart
kan worden blz. 481
Waarschuwingsmeldingen blz. 449
2Selectiehendel blz. 211
Bedienen van de selectiehendel blz.
211
Voorzorgsmaatregelen bij slepen blz.
438
Als de selectiehendel niet in een
andere stand kan worden gezet blz.
212
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
10
3Tellers blz. 107
Aflezen van de tellers/instellen van
de helderheid van de
dashboardverlichting blz. 107, blz.
111
Waarschuwingslampjes/
controlelampjes blz. 100
Als de waarschuwingslampjes gaan
branden blz. 449
4Multi-informatiedisplay blz. 109
Als er een waarschuwingsmelding of
indicator verschijnt blz. 449
5Richtingaanwijzerschakelaar blz. 216
Lichtschakelaar blz. 221
Koplampen/parkeerlichten
voor/achterlichten/dagrijverlichting
blz. 221
Mistlampen voor
*1/mistachterlicht
blz. 227
6Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers
blz. 228
Schakelaar achterruitenwisser en
-sproeier blz. 230
Gebruik blz. 228, blz. 230
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof
blz. 397
Koplampsproeiers
*1blz. 228
7Schakelaar alarmknipperlichten blz.
437
8Ontgrendelingshendel motorkap blz.
388
9Ontgrendelingshendel
stuurverstelling blz. 185
10Airconditioning blz. 359
Gebruik blz. 359
Achterruitverwarming blz. 361
Stoelverwarming
*1blz. 365
11Navigatie-/multimediasysteem*1, 2
Energiemonitor/verbruiksscherm blz.
114
*1: Indien aanwezig
*2: Raadpleeg bij auto's met een navigatie-/multimediasysteem de handleiding voor het
navigatie-/multimediasysteem of de handleiding voor het multimediasysteem.
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
11
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
1Bedieningstoetsen
instrumentenpaneel blz. 108, blz. 110
2Afstandsschakelaar*1blz. 274
3Schakelaar snelheidsbegrenzer*1blz.
284
4Schakelaar LTA (Lane Tracing
Assist)*1blz. 256
5Cruise control-schakelaar
Cruise control*1blz. 280
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik
*1blz. 270
6Spraaktoets*1, 2
7Telefoontoetsen*1, 2
8Afstandsbediening audiosysteem*1, 2
*1: Indien aanwezig
*2: Raadpleeg voor auto's met een navigatie-/multimediasysteem de handleiding voor het
navigatie-/multimediasysteem of de handleiding voor het multimediasysteem.
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
13
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
3Tellers blz. 107
Aflezen van de tellers/instellen van
de helderheid van de
dashboardverlichting blz. 107, blz.
111
Waarschuwingslampjes/
controlelampjes blz. 100
Als de waarschuwingslampjes gaan
branden blz. 449
4Multi-informatiedisplay blz. 109
Als er een waarschuwingsmelding of
indicator verschijnt blz. 449
5Richtingaanwijzerschakelaar blz. 216
Lichtschakelaar blz. 221
Koplampen/parkeerlichten
voor/achterlichten/dagrijverlichting
blz. 221
Mistlampen voor
*1/mistachterlicht
blz. 227
6Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers
blz. 228
Schakelaar achterruitenwisser en
-sproeier blz. 230
Gebruik blz. 228, blz. 230
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof
blz. 397
7Schakelaar alarmknipperlichten blz.
437
8Ontgrendelingshendel motorkap blz.
388
9Ontgrendelingshendel
stuurverstelling blz. 185
10Airconditioning blz. 359
Gebruik blz. 359
Achterruitverwarming blz. 361
Stoelverwarming
*1blz. 365
11Navigatie-/multimediasysteem*1, 2
Energiemonitor/verbruiksscherm blz.
114
*1: Indien aanwezig
*2: Raadpleeg bij auto's met een navigatie-/multimediasysteem de handleiding voor het
navigatie-/multimediasysteem of de handleiding voor het multimediasysteem.
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
16
1Bedieningstoetsen
instrumentenpaneel blz. 108, blz. 110
2Afstandsschakelaar*1blz. 274
3Schakelaar snelheidsbegrenzer*1blz. 284
4Schakelaar LTA (Lane Tracing
Assist)*1blz. 256
5Cruise control-schakelaar
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik*1blz. 270
6Spraaktoets*1, 2
7Telefoontoetsen*1, 2
8Afstandsbediening audiosysteem*1, 2
*: Raadpleeg voor auto's met een navigatie-/multimediasysteem de handleiding voor het
navigatie-/multimediasysteem of de handleiding voor het multimediasysteem.
Interieur (auto's met rechtse besturing)
1Airbags blz. 282Vloermatten blz. 22
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
18
• Wanneer “--” wordt weergegeven, zit
er mogelijk een storing in het
systeem. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Afstellen van de klok (indien aanwezig)
De klok kan worden ingesteld op het
scherm van het multimediasysteem.
Raadpleeg de handleiding voor het
navigatie- en multimediasysteem of de
handleiding voor het multimediasysteem.
OPMERKING
Voorkomen van schade aan de motor
en onderdelen ervan
Als de naald van de
koelvloeistoftemperatuurmeter in het
rode gebied (H) staat, kan de motor
oververhit zijn. Breng in dat geval de
auto zo snel mogelijk op een veilige
plaats tot stilstand en controleer de
motor nadat deze volledig is afgekoeld.
(→Blz. 484)
2.1.3 Multi-informatiedisplay
Informatie op display
Het multi-informatiedisplay verschaft de
bestuurder uiteenlopende gegevens met
betrekking tot de auto.
• Menu-iconen
Geeft de volgende informatie weer
wanneer een icoon is geselecteerd.
(→Blz. 110)Afhankelijk van de situatie wordt
bepaalde informatie mogelijk
automatisch weergegeven.
Rij-informatie
Hiermee kunnen allerlei gegevens met
betrekking tot het rijden worden
weergegeven. (→Blz. 110)
Aan navigatiesysteem gekoppelde
weergave (indien aanwezig)
Hiermee kan de volgende aan het
navigatiesysteem gekoppelde
informatie worden weergegeven.
• Routebegeleiding
• Kompasdisplay (weergave noorden
boven/weergave rijrichting boven)
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave (indien aanwezig)
Hiermee kunt u een audiobron of
nummer selecteren op het
instrumentenpaneel met behulp van de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel.
Informatie over ondersteunend
systeem (indien aanwezig)
Hiermee kan de werkingsstatus van de
volgende systemen worden
weergegeven:
• LTA (Lane Tracing Assist) (→blz. 255)
• Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik (→blz. 269)
• RSA (Road Sign Assist) (→blz. 265)
Weergave waarschuwingsmelding
Hiermee kunnen
waarschuwingsmeldingen en te nemen
maatregelen worden weergegeven als
een storing wordt gesignaleerd.
(→Blz. 446)
Weergave instellingen
Hiermee kunnen de instellingen van de
weergave van het instrumentenpaneel
en de bedieningsinstelling van bepaalde
voertuigfuncties worden gewijzigd.
(→Blz. 111)
2.1 Instrumentenpaneel
109
2
Instrumentenpaneel
– Rij-informatie 1 en 2
Hiermee kunnen maximaal 2 items
worden geselecteerd die worden
weergegeven op een rij-informatie-
scherm. Er kunnen maximaal
2 rij-informatieschermen worden
ingesteld.
– Pop-updisplay
Hiermee kunnen de pop-updisplays
worden in-/uitgeschakeld.
*2Deze
displays kunnen in bepaalde situaties
verschijnen.
– Standaardinstellingen
Geregistreerde of gewijzigde
instellingen van het
instrumentenpaneel worden gewist of
naar de beginwaarden teruggezet.
*1: Indien aanwezig
*2: Weergave van de routebegeleiding
van het aan het navigatiesysteem
gekoppelde systeem (indien aanwezig)
en weergave van binnenkomende
oproepen van het handsfree-systeem
(indien aanwezig).
In te stellen onderwerpen
• Tijdens het rijden kunnen de
instelitems “Meter Settings”
(instellingen instrumentenpaneel) en
“Vehicle Settings”
(voertuiginstellingen) niet worden
geselecteerd en bediend.
Tevens wordt het instelscherm in de
volgende situaties tijdelijk
uitgeschakeld.
– Er wordt een
waarschuwingsmelding
weergegeven.
– De auto rijdt weg.
• Instellingen voor functies waarmee de
auto niet is uitgerust, worden niet
weergegeven.
• Als een functie is uitgeschakeld,
kunnen de instellingen voor de
desbetreffende functie niet worden
geselecteerd.Pop-up display (pop-updisplay)
Onder bepaalde omstandigheden,
bijvoorbeeld wanneer een schakelaar
wordt bediend, wordt tijdelijk een
pop-updisplay weergegeven op het
multi-informatiedisplay. De functie voor
het pop-updisplay kan worden in- en
uitgeschakeld.
LCD-scherm
Op het scherm kunnen kleine vlekjes of
lichte puntjes verschijnen. Dit
verschijnsel is kenmerkend voor
LCD-schermen en u kunt het scherm
zonder problemen blijven gebruiken.
Bij het losnemen en aansluiten van de
accukabels
De rij-informatie wordt gereset.
Verhouding rijden in EV-modus
Geeft de verhouding weer van de tijd die
is gereden in EV-modus ten opzichte van
de totale rijtijd.
1Totale rijtijd
2Verhouding rijden in EV-modus
2.1 Instrumentenpaneel
112
Afstellen helderheid instrumentenpaneel
De helderheid van het instrumentenpaneel
kan worden ingesteld als de achterlichten
branden. Wanneer de omgeving echter licht
is (bijvoorbeeld overdag), kan de helderheid
mogelijk niet worden ingesteld.
G-monitor
Het volgende item wordt weergegeven.
1Weergave G-krachten
Geeft de actuele G-krachtstatus weer.
Navigatie met behulp van pijlen (auto's
met navigatiesysteem)De navigatie met behulp van pijlen
verschijnt alleen tijdens de
routebegeleiding door het
navigatiesysteem. Wanneer een afslag
nadert, worden de afstand tot de afslag
en de richting van de afslag
weergegeven.
1Richting van de afslag
Het getoonde beeld wijkt mogelijk af
van het werkelijke kruispunt.
2Afstand tot de volgende afslag
Beëindigen van weergave
Wanneer het contact UIT wordt gezet,
wordt elk van de onderstaande zaken
gedurende ongeveer 30 seconden
weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
• Verhouding verstreken tijd/rijden in
EV-modus
• Afstand
• Gemiddeld brandstofverbruik
WAARSCHUWING!
Waarschuwing bij het instellen van
het display
Aangezien de motor tijdens het
instellen van het display moet draaien,
dient de auto te worden geparkeerd op
een plaats met voldoende ventilatie. In
een afgesloten ruimte, zoals een
garage, kunnen uitlaatgassen die het
schadelijke koolmonoxide (CO)
bevatten, zich ophopen en in de auto
terechtkomen. Dit kan leiden tot de
dood of zeer schadelijk zijn voor de
gezondheid.
OPMERKING
Tijdens het instellen van het display
Zorg ervoor dat het hybridesysteem
draait tijdens het instellen van het
display om te voorkomen dat de
12V-accu leeg raakt.
2.1 Instrumentenpaneel
113
2
Instrumentenpaneel