Page 73 of 522
1 .3 Noodoproep
71
1
Veiligheid en beveiliging
Page 74 of 522
Page 75 of 522
1 .3 Noodoproep
73
1
Veiligheid en beveiliging
Page 76 of 522
1.4 Hybridesysteem
1.4.1 Kenmerken hybridesysteem
Uw auto is een hybridevoertuig. De eigenschappen van uw auto zijn anders dan die
van conventionele auto's. Zorg ervoor dat u de eigenschappen van uw auto goed leert
kennen en gebruik de functies voorzichtig.
Bij het hybridesysteem werken een benzinemotor en een elektromotor (tractiemotor)
samen, afhankelijk van de rijomstandigheden, om het brandstofverbruik en de
uitlaatgasemissie te verlagen.
1Benzinemotor2Elektromotor (tractiemotor)
De afbeelding dient slechts ter illustratie en wijkt mogelijk af van de werkelijkheid.
1 .3 Noodoproep
74
Page 77 of 522

Bij stilstand/tijdens wegrijden
Wanneer de auto stilstaat, wordt de
benzinemotor uitgeschakeld
*. Bij het
wegrijden wordt de auto aangedreven
door de elektromotor (tractiemotor). Bij
het rijden met lage snelheid of bij het
afrijden van een flauwe helling wordt de
benzinemotor uitgeschakeld
*en wordt de
elektromotor (tractiemotor)
ingeschakeld.
Wanneer de selectiehendel in stand N
staat, wordt het batterijpakket
(tractiebatterij) niet opgeladen.
*: Wanneer het batterijpakket
(tractiebatterij) moet worden opgeladen
of wanneer de motor aan het opwarmen
is, enz., wordt de benzinemotor niet
automatisch uitgeschakeld. (→blz. 75)
Tijdens normaal rijden
De auto wordt voornamelijk aangedreven
door de benzinemotor. De elektromotor
(tractiemotor) laadt zo nodig het
batterijpakket (tractiebatterij) op.
Tijdens sterk accelereren
Wanneer het gaspedaal volledig wordt
ingetrapt, wordt de energie van het
batterijpakket (tractiebatterij)
toegevoegd aan de energie die de
benzinemotor levert via de elektromotor
(tractiemotor).
Tijdens het remmen (regeneratief
remmen)
De wielen drijven de elektromotor
(tractiemotor) aan, waardoor energie
wordt opgewekt en het batterijpakket
(tractiebatterij) wordt opgeladen.
Akoestisch
voertuigwaarschuwingssysteem
Als u rijdt met uitgeschakelde
benzinemotor, wordt er een geluid, dat
aangepast wordt aan de rijsnelheid,
afgespeeld om mensen in de buurt te
waarschuwen dat de auto nadert. Het
geluid stopt als de rijsnelheid hoger
wordt dan ongeveer 25 km/h.Regeneratief remmen
• In de volgende situaties wordt
kinetische energie omgezet in
elektrische energie en wordt er een
afremmingskracht gegenereerd
terwijl tegelijkertijd het batterijpakket
(tractiebatterij) wordt opgeladen.
– Het gaspedaal wordt losgelaten
terwijl de selectiehendel in stand D,
B (2ZR-FXE motor) of S (M20A-FXS
motor) staat.
– Het rempedaal wordt ingetrapt
terwijl de selectiehendel in stand D,
B (2ZR-FXE motor) of S (M20A-FXS
motor) staat.
• Als het benzineroetfiltersysteem
(→blz. 348) in werking is om het
uitlaatgasfilter te regenereren, wordt
het batterijpakket (tractiebatterij)
mogelijk niet opgeladen.
EV-controlelampje
Het EV-controlelampje gaat branden
wanneer de auto alleen door de
elektromotor (tractiemotor) wordt
aangedreven of de benzinemotor niet
draait.
Omstandigheden waarin de
benzinemotor mogelijk niet wordt
uitgeschakeld
De benzinemotor wordt automatisch
gestart en uitgeschakeld. Hij wordt
echter onder de volgende
omstandigheden mogelijk niet
automatisch uitgeschakeld
*:
• Tijdens de opwarmfase van de
benzinemotor
1 .4 Hybridesysteem
75
1
Veiligheid en beveiliging
Page 78 of 522

• Tijdens het opladen van het
batterijpakket (tractiebatterij)
• Als de temperatuur van het
batterijpakket (tractiebatterij) hoog
of laag is
• Als de verwarming is ingeschakeld
*:Afhankelijk van de omstandigheden
wordt de benzinemotor mogelijk ook
niet automatisch uitgeschakeld in
andere dan de hiervoor genoemde
situaties.
Opladen van het batterijpakket
(tractiebatterij)
Omdat het batterijpakket
(tractiebatterij) indien nodig door de
benzinemotor wordt opgeladen, hoeft
het niet door een externe bron te
worden opgeladen. Als de auto echter
gedurende lange tijd wordt geparkeerd,
wordt het batterijpakket (tractiebatterij)
langzaam ontladen. Daarom moet u
ervoor zorgen dat er elke paar maanden
gedurende minimaal 30 minuten of
16 km met de auto gereden wordt. Als
het batterijpakket (tractiebatterij)
volledig ontladen raakt en u het
hybridesysteem niet meer kunt starten,
neem dan contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Opladen van de 12V-accu
→Blz. 486
Als de 12V-accu leeg is, vervangen is
of verwijderd is geweest.
De benzinemotor stopt mogelijk niet,
ook niet als de auto door het
batterijpakket (tractiebatterij) wordt
aangedreven. Als dit probleem enkele
dagen aanhoudt, neem dan contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.Geluiden en trillingen die kenmerkend
zijn voor een hybrideauto
Mogelijk zijn er geen motorgeluiden
hoorbaar of trillingen voelbaar terwijl de
auto wel kan rijden en het
controlelampje READY brandt. Activeer
na het parkeren uit
veiligheidsoverwegingen de parkeerrem
en zet de selectiehendel in stand P.
De volgende geluiden of trillingen
kunnen hoorbaar of voelbaar zijn als het
hybridesysteem in werking is en deze
duiden niet op een defect:
• Er kunnen motorgeluiden hoorbaar
zijn uit het motorcompartiment.
• Als het hybridesysteem wordt in- of
uitgeschakeld, kunnen er geluiden
hoorbaar zijn die afkomstig zijn van
het batterijpakket (tractiebatterij).
• Bij het inschakelen of uitschakelen
van het hybridesysteem zijn er
mogelijk werkingsgeluiden van de
relais te horen, zoals een klik of een
vaag gerammel, die afkomstig zijn van
het batterijpakket (tractiebatterij)
achter de achterstoelen.
• Als de achterklep open is, kunnen er
geluiden van het hybridesysteem
hoorbaar zijn.
• Als de benzinemotor start of stopt, bij
rijden met lage snelheden of als de
motor met stationair toerental draait,
kunnen er geluiden hoorbaar zijn van
de transmissie.
• Bij sterk accelereren kunnen er
motorgeluiden hoorbaar zijn.
• Als het rempedaal wordt ingetrapt of
het gaspedaal wordt losgelaten,
kunnen er geluiden hoorbaar zijn die
worden veroorzaakt door het
regeneratief remmen.
• Als de benzinemotor start of stopt,
kunnen trillingen voelbaar zijn.
• Via de ventilatieopening kunnen
geluiden hoorbaar zijn die afkomstig
zijn van de koelventilator. (→Blz. 78)
1 .4 Hybridesysteem
76
Page 79 of 522

Onderhoud, reparatie, recycling en afvoer
Neem voor onderhoud, reparatie, recycling
en afvoer contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige. Voer de auto
niet zelf af.
Akoestisch
voertuigwaarschuwingssysteem
In de volgende gevallen is het akoestische
voertuigwaarschuwingssysteem mogelijk
moeilijk te horen voor mensen in de buurt.
• In gebieden met harde
omgevingsgeluiden
• In de wind of regen
Ook is het akoestische
voertuigwaarschuwingssysteem achter
de auto mogelijk moeilijker te horen dan
vóór de auto omdat het systeem aan de
voorzijde van de auto is geïnstalleerd.
1.4.2 Voorzorgsmaatregelen hybridesysteem
Wees voorzichtig met het hybridesysteem, aangezien dit een hoogspanningssysteem
(max. ongeveer 600 V*1of 650 V*2) bevat, evenals onderdelen die extreem heet worden
als het hybridesysteem in werking is. Volg de aanwijzingen op de waarschuwingslabels op.
*1: 2ZR-FXE motor
*2: M20A-FXS motor
1Waarschuwingslabel
2Servicestekker
3Batterijpakket (tractiebatterij)
4Hoogspanningskabels (oranje)
5Elektromotor (tractiemotor)
6Vermogensregeleenheid
7Aircocompressor
De afbeelding dient slechts ter illustratie en wijkt mogelijk af van de werkelijkheid.
1 .4 Hybridesysteem
77
1
Veiligheid en beveiliging
Page 80 of 522

Ventilatieopening batterijpakket
(tractiebatterij)
Voor het koelen van het batterijpakket
(tractiebatterij) is er onder de
rechterzijde van de achterstoel een
ventilatieopening aanwezig. Als deze
ventilatieopening wordt afgedekt, kan
het vermogen van het batterijpakket
(tractiebatterij) beperkt worden.
Uitschakelsysteem voor noodgevallen
Het uitschakelsysteem voor
noodgevallen zorgt ervoor dat het
hoogspanningssysteem en de
brandstofpomp worden uitgeschakeld als
de botsingssensor een aanrijding met
een kracht boven een bepaalde
drempelwaarde heeft gesignaleerd, om
de kans op een elektrische schok en
brandstoflekkage tot een minimum te
beperken. Als het uitschakelsysteem voor
noodgevallen in werking is getreden,
kunt u uw auto niet meer starten. Neem
voor het herstarten van het
hybridesysteem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Waarschuwingsmelding
hybridesysteem
Als er een storing in het hybridesysteem
optreedt, of als het systeem onjuist wordt
bediend, wordt automatisch een melding
weergegeven.Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven waarschuwingsmelding en
volg de aanwijzingen op.
Als er een waarschuwingslampje gaat
branden of een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven of als de 12V-accu
wordt losgekoppeld
Mogelijk start het hybridesysteem niet.
Probeer in dit geval het systeem opnieuw te
starten. Neem als het controlelampje READY
niet gaat branden contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de brandstof opraakt
Alsdebrandstofopisenhet
hybridesysteem niet kan worden gestart,
vult u de tank met ten minste de hoeveel-
heid brandstof die nodig is om het waar-
schuwingslampje laag brandstofniveau
(→
blz. 445) uit te laten gaan. Als er
slechts een kleine hoeveelheid brandstof
in de tank zit, kan het hybridesysteem
mogelijk niet worden gestart. (De
standaardhoeveelheid brandstof is
ongeveer 7,5 liter, als de auto op een
vlakke ondergrond staat. Deze waarde
kan afwijken als de auto op een helling
staat. Vul extra brandstof bij wanneer de
auto schuin staat.)
Elektromagnetische golven
• De hoogspanningsonderdelen en
-kabels van hybrideauto's zijn
voorzien van een afscherming voor
elektromagnetische golven en zenden
ongeveer net zo veel
elektromagnetische golven uit als
1 .4 Hybridesysteem
78