Page 265 of 522

– Deze functie herkent witte (gele)
rijstrookmarkeringen of de positie
van een voorligger (behalve bij
kleine voorliggers, zoals een
motorfiets).
– De Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik werkt
in de afstandsregelmodus.
– De breedte van de rijstrook is
ongeveer3-4m.
– De richtingaanwijzerschakelaar
wordt niet bediend.
– Er wordt niet gereden in een
scherpe bocht.
– Er worden geen systeemstoringen
gesignaleerd. (→Blz. 264)
– Er wordt niet in een vastgestelde
mate of sneller geaccelereerd of
gedecelereerd.
– Het stuurwiel wordt niet bediend
met een stuurkracht die geschikt is
voor het veranderen van rijstrook.
– Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS
werken niet.
– De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
– De waarschuwing handen van het
stuurwiel wordt niet weergegeven.
(→Blz. 263)
– De auto rijdt in het midden van een
rijstrook.
– Stuurassistentiefunctie is niet in
werking.
Tijdelijk uitschakelen van functies
• Als niet langer aan de
werkingsvoorwaarden wordt voldaan,
wordt een functie mogelijk tijdelijk
uitgeschakeld. Als echter weer aan de
werkingsvoorwaarden wordt voldaan,
wordt de werking van de functie
automatisch hervat. (→Blz. 262)
• Als niet langer aan de
werkingsvoorwaarden (→blz. 262)
wordt voldaan terwijl de Lane
Centering-functie in werking is, klinkt
er mogelijk een zoemer om aan te
geven dat de functie tijdelijk is
uitgeschakeld.Stuurassistentiefunctie/Lane
Centering-functie
• Afhankelijk van de rijsnelheid, de
situatie rondom het verlaten van de
rijstrook, de wegomstandigheden,
enz. merkt de bestuurder mogelijk
niet dat de functie in werking is of
werkt de functie mogelijk helemaal
niet.
• De bediening van het stuurwiel door
de bestuurder krijgt prioriteit t.o.v. de
stuurregeling van de functie.
• Probeer niet zelf de werking van de
stuurassistentiefunctie te testen.
Werking Lane Departure Alert
• De waarschuwingszoemer is mogelijk
slecht te horen door geluiden van
buiten, afspelen van muziek, enz.
• Als de rand van de rijbaan
*niet
duidelijk of niet recht is, werkt de Lane
Departure Alert-functie mogelijk niet.
• Auto's met BSM: Het systeem kan
mogelijk niet vaststellen of er een
gevaar bestaat voor een aanrijding
met een voertuig op een
aangrenzende rijstrook.
•
Probeer niet zelf de werking van de Lane
Departure Alert-functie te testen.
*:De grens tussen asfalt en de kant van de
weg, zoals gras, grond of een stoeprand
Waarschuwing handen van het stuurwiel
In de volgende situaties wordt op het
multi-informatiedisplay een
waarschuwingsmelding weergegeven om
de bestuurder aan te sporen het stuurwiel
vast te houden.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
263
4
Rijden
Page 266 of 522

Tevens wordt het in de afbeelding
weergegeven symbool op het
multi-informatiedisplay weergegeven. De
waarschuwing stopt zodra het systeem
signaleert dat de bestuurder het stuurwiel
vasthoudt. Houd uw handen altijd aan het
stuurwiel wanneer u dit systeem gebruikt,
ongeacht eventuele waarschuwingen.
• Wanneer het systeem signaleert dat
de bestuurder rijdt zonder het
stuurwiel vast te houden terwijl het
systeem in werking is
Als de bestuurder zijn handen van het
stuurwiel blijft houden, klinkt de
zoemer, wordt de bestuurder
gewaarschuwd en wordt de functie
tijdelijk uitgeschakeld. Deze
waarschuwing werkt op dezelfde wijze
als de bestuurder het stuurwiel licht
blijft vasthouden.
• Wanneer bij het nemen van een bocht
het systeem vaststelt dat de auto de
rijstrook dreigt te verlaten terwijl de
Lane Centering-functie in werking is.
Afhankelijk van de voertuigconditie en
de conditie van de weg, wordt er
mogelijk geen waarschuwing
gegeven. Bovendien wordt, als het
systeem signaleert dat de auto in een
bocht rijdt, de bestuurder eerder
gewaarschuwd dan bij het rijden op
een rechte weg.
• Wanneer het systeem signaleert dat
de bestuurder rijdt zonder het
stuurwiel vast te houden terwijl de
stuurassistentie in werking is.
Als de bestuurder zijn handen van het
stuurwiel blijft houden en de
stuurassistentie in werking is, klinkt
de zoemer en wordt de bestuurder
gewaarschuwd. Elke keer dat de
zoemer klinkt, houdt het geluid
hiervan langer aan.Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Als het systeem oordeelt dat de auto
slingert terwijl de waarschuwingsfunctie
voor het slingeren van de auto in
werking is, klinkt er een zoemer en wordt
er een waarschuwingsmelding
weergegeven om de bestuurder aan te
sporen rust te nemen. Tegelijkertijd
wordt het in de afbeelding weergegeven
symbool op het multi-informatiedisplay
weergegeven.
Afhankelijk van de auto en de conditie
van de weg, wordt er mogelijk geen
waarschuwing gegeven.
Waarschuwingsmelding
Als de volgende waarschuwingsmelding
wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay en het
controlelampje LTA oranje brandt, volg
dan de desbetreffende
storingzoekprocedure. Volg de
instructies die op het scherm worden
weergegeven als er een andere
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven.
• “LTA Malfunction. Visit Your Dealer”
(Storing in LTA. Ga naar uw dealer)
Het systeem werkt mogelijk niet goed.
Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
264
Page 267 of 522

•“LTA Unavailable” (LTA niet beschikbaar)
Het systeem is tijdelijk uitgeschakeld
als gevolg van een storing in een
andere sensor dan de camera voor.
Schakel het LTA-systeem uit, wacht
een poosje en schakel het
LTA-systeem weer in.
• “LTA Unavailable at Current Speed.” (LTA niet beschikbaar bij huidige
snelheid)
De functie kan niet worden gebruikt
als de rijsnelheid hoger is dan het
werkingsbereik van het LTA-systeem.
Rijd langzamer.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Er kunnen instellingen van de functie
worden gewijzigd. (Systemen met
mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen: →blz. 506)
4.5.4 RSA (Road Sign Assist)*
*: Indien aanwezig
Overzicht van de functie
Het RSA-systeem herkent bepaalde
verkeersborden door gebruik te maken van
de camera voor en/of het navigatiesysteem
(als er informatie over de snelheidslimiet
beschikbaar is) en voorziet de bestuurder
via het display van informatie.
Als het systeem vaststelt dat de
snelheidslimiet wordt overschreden of
wanneer er bijvoorbeeld verboden acties
ten opzichte van de herkende
verkeersborden worden uitgevoerd, wordt de bestuurder gewaarschuwd door
middel van een waarschuwingsdisplay en
waarschuwingszoemer.
WAARSCHUWING!
Voordat u de RSA gebruikt
Vertrouw niet uitsluitend op het
RSA-systeem. De RSA is een systeem
dat de bestuurder ondersteunt middels
het bieden van informatie, maar het is
geen vervanging van het eigen inzicht
en de oplettendheid van de bestuurder.
Rijd voorzichtig door altijd goed op de
verkeersregels te letten.
Weergave op het multi-
informatiedisplay
Wanneer de camera voor een verkeersbord
herkent en/of er informatie over een
verkeersbord beschikbaar is via het
navigatiesysteem, wordt het bord
weergegeven op het multi-informatiedisplay.
• Wanneer de informatie van het ondersteunende systeem wordt
geselecteerd, kunnen er maximaal
3 verkeersborden worden
weergegeven. ( →Blz. 109)
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
265
4
Rijden
Page 268 of 522

• Wanneer een ander tabblad dan dat
van het ondersteunende systeem is
geselecteerd, worden alleen de
volgende typen verkeersborden
weergegeven. (→Blz. 109)
– Verkeersbord begin/einde
snelheidslimiet
– Verkeersbord met aan de
snelheidslimiet gerelateerde
informatie (autosnelweg, autoweg,
bebouwde kom, erf )
– Verkeersbord einde verboden
– Verkeersbord verboden in te rijden
*
(indien een melding nodig is)
– Verkeersbord maximaal toegestane
snelheid met aanvullend bord
(alleen op- en afritten)
*: Auto's met navigatiesysteem
Als er andere verkeersborden dan die
met de maximaal toegestane snelheid
worden herkend, worden deze
trapsgewijs weergegeven onder het
verkeersbord met de maximaal
toegestane snelheid.
Ondersteunde soorten verkeersborden
De volgende soorten verkeersborden,
inclusief elektronische verkeersborden
en knipperende verkeersborden, worden
weergegeven.
Niet-officiële (niet aan het Verdrag van
Wenen voldoende) of recentelijk
geïntroduceerde verkeersborden worden
mogelijk niet weergegeven.
• Verkeersborden snelheidslimiet
*
: Snelheidslimiet begint/
zone maximumsnelheid
begint
: Snelheidslimiet eindigt/
zone maximumsnelheid
eindigt
*: Er wordt geen informatie over de
snelheidslimietweergegeven
wanneer er geen verkeersbord met een
snelheidslimiet beschikbaar is.
• Aan snelheidslimiet gerelateerde
informatie
*1, 2
: Oprit snelweg
: Afrit snelweg
: Begin autosnelweg
: Einde autosnelweg
: Begin bebouwde kom
: Einde bebouwde kom
: Begin bebouwde kom
: Einde bebouwde kom
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
266
Page 269 of 522

: Begin erf
: Einde erf
*1: Wordt weergegeven wanneer een
verkeersbord wordt herkend maar de
informatie over de snelheidslimiet voor
de weg niet beschikbaar is in het
navigatiesysteem
*2: Er wordt geen snelheidslimietweergegeven wanneer er geen
verkeersbordinformatie met betrekking
tot een snelheidslimiet beschikbaar is.
• Verkeersborden inhaalverbod
: Begin inhaalverbod
: Einde inhaalverbod
• Andere verkeersborden
: Verboden in te rijden*
: Einde verboden
:Stop
*: Auto's met navigatiesysteem• Maximaal toegestane snelheid met
aanvullend teken
*1
:Nat
: Regen
: IJs
: Aanvullend teken aanwe-
zig*2
: Afrit rechts*3
: Afrit links*3
: Tijd
*1: Gelijktijdig met snelheidslimiet
weergegeven.
*2: Inhoud niet herkend.
*3: Wordt weergegeven wanneer het
systeem signaleert dat op een op-/afrit
wordt gereden.
Waarschuwingsfunctie
In de volgende situaties waarschuwt het
RSA-systeem de bestuurder.
• Wanneer de rijsnelheid de
drempelwaarde voor de
snelheidswaarschuwing van het
weergegeven verkeersbord met de
maximaal toegestane snelheid
overschrijdt, wordt het verkeersbord
duidelijker zichtbaar gemaakt en
klinkt er een zoemer.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
267
4
Rijden
Page 270 of 522

• Als het RSA-systeem een
verkeersbord voor verboden in te
rijden herkent en signaleert dat de
bestuurder het inrijverbod negeert op
basis van de kaartinformatie van het
navigatiesysteem, knippert het
verkeersbord voor verboden in te
rijden en klinkt er een zoemer. (Auto's
met navigatiesysteem)
•
Als wordt gesignaleerd dat uw auto een
ander voertuig inhaalt terwijl er een ver-
keersbord voor een inhaalverbod wordt
weergegeven op het multi-informatie-
display, gaat het verkeersbord knipperen
en klinkt er een zoemer.
Afhankelijk van de situatie wordt de
verkeerssituatie (richting en snelheid
van het verkeer en hoeveelheid verkeer)
mogelijk niet goed gesignaleerd en
werkt de waarschuwingsfunctie
mogelijk niet goed.
Instellen
1.
Druk op < of > van de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel en
selecteer
.(→Blz. 109)
2.
Druk op∧of∨van de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel, selecteer
en druk op.
Automatisch uitschakelen van
weergave verkeersborden RSA
In de volgende situaties worden een of
meer verkeersborden automatisch
uitgeschakeld.
• Er wordt over een bepaalde afstand
geen verkeersbord herkend.
• De weg verandert als gevolg van een
afslag naar links of rechts, enz.
Omstandigheden waaronder de
functie mogelijk niet goed werkt of
niet goed signaleert
In de volgende situaties werkt de RSA
niet normaal en worden verkeersborden
mogelijk niet herkend, worden onjuiste
verkeersborden weergegeven, enz. Dit
duidt echter niet op een storing.• De camera voor is niet goed uitgelijnd
doordat de sensor, enz. is blootgesteld
aan hevige schokken.
• Er zit(ten) vuil, sneeuw, stickers, enz.
op de voorruit in de buurt van de
camera voor.
• Onder barre weersomstandigheden,
bijvoorbeeld bij zware regenval, mist,
sneeuw of zandstormen
• Licht van een tegenligger, de zon, enz.
dringt de camera voor binnen.
• Het verkeersbord is vuil of vervaagd,
staat scheef of is krom.
• Het elektronische verkeersbord heeft
weinig contrast.
• Het verkeersbord gaat helemaal of
gedeeltelijk verscholen achter
boombladeren, een paal, o.i.d.
• Het verkeersbord is alleen korte tijd
zichtbaar voor de camera voor.
• De omgeving (bij afslaan,
rijstrookwisseling, enz.) wordt onjuist
beoordeeld.
• Wanneer een verkeersbord niet van
toepassing is op de rijstrook waar op
dat moment op wordt gereden, maar
dit bord wel direct na een vertakking
van de snelweg staat of bij een
aangrenzende rijstrook net voordat
rijstroken samenkomen.
• Er zitten stickers op de achterzijde van
de voorligger.
• Er wordt een verkeersbord herkend
dat lijkt op een verkeersbord dat
compatibel is met het systeem.
• Mogelijk worden verkeersborden met
de snelheidslimiet voor parallelwegen
gesignaleerd en weergegeven
(wanneer deze in het zicht van de
camera voor staan) terwijl de auto op
de hoofdweg rijdt.
• Mogelijk worden verkeersborden met
de maximaal toegestane snelheid voor
afslagen van rotondes gesignaleerd
en weergegeven (wanneer deze in het
zicht van de camera voor staan) terwijl
de auto op de rotonde rijdt.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
268
Page 271 of 522

• De voorzijde van de auto staat
omhoog of omlaag door de belading
van de auto.
• De helderheid van het omgevingslicht
is niet voldoende of verandert
plotseling.
• Wanneer een verkeersbord voor
trucks, enz. wordt herkend.
• Er wordt met de auto in een land
gereden waar het verkeer aan de
andere kant rijdt.
• De kaartgegevens van het
navigatiesysteem zijn verouderd.
(auto's met navigatiesysteem)
• Het navigatiesysteem werkt niet.
(auto's met navigatiesysteem)
•
De snelheidsinformatie die op het
instrumentenpaneel wordt weergegeven
verschilt mogelijk van de informatie die
wordt weergegeven op het
navigatiesysteem (indien aanwezig) als
gevolg van de gebruikte kaartgegevens van
het navigatiesysteem.
Weergave verkeersbord
snelheidslimiet
Als het contact de laatste keer UIT werd
gezet terwijl er een verkeersbord met de
maximaal toegestane snelheid op het
multi-informatiedisplay werd
weergegeven, wordt datzelfde
verkeersbord weer weergegeven
wanneer het contact AAN wordt gezet.
Als “RSA Malfunction Visit Your
Dealer” (Storing in RSA. Ga naar uw
dealer) wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem
aanwezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden
aangepast aan de persoonlijke voorkeur.
(Systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke voorkeursinstellingen:
→blz. 507)
4.5.5 Dynamic Radar Cruise
Control met volledig
snelheidsbereik
*
*: Indien aanwezig
Overzicht van functies
Wanneer de afstandsregelmodus is
ingeschakeld, accelereert, decelereert en
stopt de auto automatisch
overeenkomstig de veranderingen in
snelheid van de voorligger, zelfs wanneer
het gaspedaal niet wordt ingetrapt. In de
constante-snelheidsregelmodus rijdt de
auto met een constante snelheid.
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik op
autowegen en snelwegen.
• Afstandsregelmodus (→blz. 272)
• Constante-snelheidsregelmodus
(→blz. 275)
Systeemonderdelen
1Multi-informatiedisplay
2Controlelampjes
3Ingestelde snelheid
4Afstandsschakelaar
5Cruise control-schakelaar
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
269
4
Rijden
Page 272 of 522

WAARSCHUWING!
Voordat u de Dynamic Radar Cruise
Control met volledig snelheidsbereik
gebruikt
• Voor veilig rijden is alleen de
bestuurder verantwoordelijk.
Vertrouw niet alleen op het systeem
en rijd voorzichtig door altijd goed op
de omgeving te letten.
• De Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik biedt
ondersteuning bij het rijden om de
bestuurder te ontlasten. Er zijn
echter grenzen aan de geboden
ondersteuning. Lees de hierna
gegeven aanwijzingen aandachtig
door. Vertrouw niet blindelings op dit
systeem en rijd altijd voorzichtig.
– Omstandigheden waarin de sensor
voorliggers mogelijk niet op de
juiste manier signaleert:→blz. 278
– Omstandigheden waaronder de
afstandsregelmodus mogelijk niet
goed werkt:→blz. 279
• Stel de geschikte snelheid in op basis
van de snelheidslimiet, de
verkeersintensiteit, de wegcondities,
de weersomstandigheden, enz. De
bestuurder moet de ingestelde
snelheid controleren.
• Zelfs als het systeem normaal werkt,
kan de door het systeem
gesignaleerde status van de
voorligger afwijken van de door de
bestuurder waargenomen status.
Daarom moet de bestuurder altijd
alert blijven, het gevaar van elke
situatie inschatten en veilig rijden.
Volledig vertrouwen op het systeem
of aannemen dat het systeem de
veiligheid garandeert tijdens het
rijden kan leiden tot een ongeval met
dodelijk of ernstig letsel als gevolg.
• Schakel de Dynamic Radar Cruise
Control met volledig snelheidsbereik
uit met de toets ON-OFF als deze niet
wordt gebruikt.
WAARSCHUWING!
Waarschuwingen met betrekking tot
de ondersteunende systemen
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht,
aangezien er grenzen zijn aan de door
het systeem geboden ondersteuning.
Als u dat niet doet, kan dat leiden tot
een ongeval met dodelijk of ernstig
letsel tot gevolg.
• De bestuurder helpen bij het meten
van de volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik dient alleen
ter ondersteuning van de bestuurder bij
het bepalen van de volgafstand tussen
de eigen auto en een bepaalde
voorligger. Het systeem is niet bedoeld
om zorgeloos of roekeloos rijgedrag te
rechtvaardigen en kan de bestuurder
ook niet helpen tijdens het rijden bij
slecht zicht. Het blijft noodzakelijk dat
de bestuurder zelf de omgeving van de
auto goed in de gaten houdt.
• De bestuurder helpen bij het bepalen
van de juiste volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik bepaalt
of de volgafstand tussen de eigen
auto en een bepaalde voorligger
binnen een vastgelegd bereik ligt.
Het systeem kan geen andere
beoordelingen maken. Het is daarom
strikt noodzakelijk dat u zelf alert
blijft en inschat of een situatie
mogelijk gevaarlijk is.
• De bestuurder helpen bij het
bedienen van de auto
De Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik heeft
geen functies om aanrijdingen met
een voorligger te voorkomen of
vermijden. Daarom dient u wanneer
er gevaar dreigt direct de controle
over de auto te nemen en juist te
handelen om de veiligheid van alle
betrokkenen te garanderen.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
270