Page 457 of 522
Onderdelen van de bandenreparatieset
Ty p e A
1Injector
2Slang
3Compressorschakelaar
4Bandenspanningsmeter
5Ontgrendelknop
6Voedingsaansluiting
7Sticker
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
455
7
Bij problemen
Page 458 of 522
Ty p e B
1Injector
2Slang
3Voedingsaansluiting
4Bandenspanningsmeter
5Ontluchtingsknop
6Compressorschakelaar
7Sticker
Verwijderen van de bandenreparatieset
1. Verwijder de afdekplaat. (→Blz. 369)
2. Verwijder de bandenreparatieset.
(→Blz. 452)
Reparatiemethode in noodgevallen
Ty p e A
1. Verwijder de reparatieset.
Zorg er bij het verwijderen van de fles
uit de originele zak voor dat de zak
niet scheurt en gooi de zak niet weg.2. Breng de met de bandenreparatieset
meegeleverde sticker aan op een
plaats die goed te zien is vanaf de
bestuurdersstoel.
3. Verwijder het ventieldopje van het
wiel met de lekke band.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
456
Page 459 of 522
4. Verwijder het dopje van de
spuitmond.
5. Sluit de spuitmond aan op het ventiel.
Draai het uiteinde van de spuitmond
zo ver mogelijk rechtsom.
De fles moet verticaal hangen, zonder
de grond te raken. Verplaats de auto
als de fles niet verticaal hangt, tot het
ventiel zich op de juiste plaats
bevindt.
6. Verwijder het dopje van de fles.7. Trek de slang uit de compressor.
8. Sluit de fles aan op de compressor.
Draai het uiteinde van de spuitmond
zo ver mogelijk rechtsom.
9. Zorg ervoor dat de compressor is
uitgeschakeld.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
457
7
Bij problemen
Page 460 of 522
10. Verwijder de voedingsstekker van de
compressor.
11. Sluit de voedingsstekker aan op de
accessoireaansluiting. (→Blz. 373)
12. Controleer de voorgeschreven
bandenspanning.
De bandenspanning wordt
aangegeven op de sticker, zoals
afgebeeld. (→blz. 498)
Auto's met linkse besturing
Auto's met rechtse besturing
13. Starten van het hybridesysteem.
(→Blz. 204)14. Zet de compressor aan om de
bandenreparatievloeistof in te
spuiten en de band met lucht te
vullen.
15. Vul de band tot de voorgeschreven
bandenspanning bereikt is.
1De bandenreparatievloeistof
wordt ingespoten, de druk loopt op
en daalt vervolgens geleidelijk.
2De bandenspanningsmeter geeft
ongeveer 1 minuut (5 minuten bij
lage temperaturen) nadat de
schakelaar aan is gezet de werkelijke
bandenspanning weer.
3Vul de band tot de
voorgeschreven bandenspanning.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
458
Page 461 of 522

•Als de bandenspanning nog steeds
lager is dan voorgeschreven nadat de
schakelaar 35 minuten aan staat, is de
band te veel beschadigd om nog
gerepareerd te worden. Schakel de
compressor uit en neem contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
• Laat wat lucht ontsnappen wanneer
de bandenspanning de
voorgeschreven waarde
overschrijdt. (→Blz. 464, blz. 498)
16. Schakel de compressor uit.
17. Haal de voedingsstekker uit de
accessoireaansluiting en haal daarna
de spuitmond van het velgventiel.
Mogelijk ontsnapt er bij het
verwijderen van de slang wat
bandenreparatievloeistof.
18. Druk op de knop om de druk van de
fles te halen.19. Draai de dop op de spuitmond.
20. Plaats het ventieldopje op het ventiel
van het gerepareerde wiel.
21. Neem de slang los van de fles en
plaats de dop op de fles.
Plaats de fles in de originele zak en
rits deze dicht.
22. Berg de fles en de compressor op in de
bagageruimte.
23. Rijd, om de bandenreparatievloeistof
gelijkmatig over de band te verdelen,
meteen ongeveer 5 km met een
snelheid van maximaal 80 km/h.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
459
7
Bij problemen
Page 462 of 522

24. Breng de auto na ongeveer 5 km tot
stilstand op een veilige plaats met een
stevige, vlakke ondergrond en sluit de
compressor weer aan.
25. Controleer de bandenspanning.
1Als de bandenspanning lager is
dan 130 kPa (1,3 kg/cm2of bar,
19 psi): De band kan niet worden
gerepareerd. Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
2Als de bandenspanning 130 kPa
(1,3 kg/cm2of bar, 19 psi) of hoger is,
maar lager dan de voorgeschreven
spanning: Ga door naar
26.
3Als de bandenspanning juist is
(→blz. 498): Ga door naar
27.
26. Zet de compressorschakelaar in de
stand
(aan) om de band op de
voorgeschreven spanning te brengen.
Rijd ongeveer 5 km en voer dan
uit.
27. Berg de compressor op in de
bagageruimte.
28. Voorkom plotseling remmen,
plotseling accelereren en scherpe
bochten. Rijd voorzichtig met een
snelheid van maximaal 80 km/h naar
de dichtstbijzijnde erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige voor het
repareren of vervangen van de band.Ty p e B
1. Verwijder de reparatieset.
Zorg er bij het verwijderen van de fles
uit de originele zak voor dat de zak
niet scheurt en gooi de zak niet weg.
2. Breng de met de bandenreparatieset
meegeleverde sticker aan op een
plaats die goed te zien is vanaf de
bestuurdersstoel.
3. Verwijder het ventieldopje van het
wiel met de lekke band.
4. Verwijder het dopje van de
spuitmond.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
460
Page 463 of 522
5. Sluit de spuitmond aan op het ventiel.
Draai het uiteinde van de spuitmond
zo ver mogelijk rechtsom.
De fles moet verticaal hangen, zonder
de grond te raken. Verplaats de auto
als de fles niet verticaal hangt, tot het
ventiel zich op de juiste plaats
bevindt.
6. Verwijder het dopje van de fles.
7. Trek de slang uit de compressor.8. Sluit de fles aan op de compressor.
Draai het uiteinde van de spuitmond
zo ver mogelijk rechtsom.
9. Zorg ervoor dat de compressor is
uitgeschakeld (
).
10. Verwijder de voedingsstekker van de
compressor.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
461
7
Bij problemen
Page 464 of 522
11. Sluit de voedingsstekker aan op de
accessoireaansluiting. (→Blz. 373)
12. Controleer de voorgeschreven
bandenspanning.
De bandenspanning wordt
aangegeven op de sticker, zoals
afgebeeld. (→blz. 498)
Auto's met linkse besturing
Auto's met rechtse besturing
13. Starten van het hybridesysteem.
(→Blz. 204)14. Zet de compressor aan ()omde
bandenreparatievloeistof in te
spuiten en de band met lucht te
vullen.
15. Vul de band tot de voorgeschreven
bandenspanning bereikt is.
1De bandenreparatievloeistof
wordt ingespoten, de druk loopt op
en daalt vervolgens geleidelijk.
2De bandenspanningsmeter geeft
ongeveer 1 minuut (5 minuten bij
lage temperaturen) nadat de
schakelaar aan (
) is gezet de
werkelijke bandenspanning weer.
3Vul de band tot de
voorgeschreven bandenspanning.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
462