Page 17 of 522
7Binnenspiegel blz. 186
*1: Indien aanwezig
*2: Gebruik NOOIT een tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje op een stoel
met een INGESCHAKELDE AIRBAG, omdat het KIND anders DODELIJK of ERNSTIG
LETSEL kan oplopen als de airbag wordt geactiveerd. (→Blz. 40)
Dashboard (auto's met rechtse besturing)
1Startknop blz. 205
Starten van het hybridesysteem/
wijzigen van de modi blz. 205
Noodstop van het hybridesysteem
blz. 437
Als het hybridesysteem niet gestart
kan worden blz. 481
Waarschuwingsmeldingen blz. 449
2Selectiehendel blz. 211
Bedienen van de selectiehendel blz.
211
Voorzorgsmaatregelen bij slepen blz.
438
Als de selectiehendel niet in een
andere stand kan worden gezet blz.
212
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
15
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
Page 18 of 522

3Tellers blz. 107
Aflezen van de tellers/instellen van
de helderheid van de
dashboardverlichting blz. 107, blz.
111
Waarschuwingslampjes/
controlelampjes blz. 100
Als de waarschuwingslampjes gaan
branden blz. 449
4Multi-informatiedisplay blz. 109
Als er een waarschuwingsmelding of
indicator verschijnt blz. 449
5Richtingaanwijzerschakelaar blz. 216
Lichtschakelaar blz. 221
Koplampen/parkeerlichten
voor/achterlichten/dagrijverlichting
blz. 221
Mistlampen voor
*1/mistachterlicht
blz. 227
6Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers
blz. 228
Schakelaar achterruitenwisser en
-sproeier blz. 230
Gebruik blz. 228, blz. 230
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof
blz. 397
7Schakelaar alarmknipperlichten blz.
437
8Ontgrendelingshendel motorkap blz.
388
9Ontgrendelingshendel
stuurverstelling blz. 185
10Airconditioning blz. 359
Gebruik blz. 359
Achterruitverwarming blz. 361
Stoelverwarming
*1blz. 365
11Navigatie-/multimediasysteem*1, 2
Energiemonitor/verbruiksscherm blz.
114
*1: Indien aanwezig
*2: Raadpleeg bij auto's met een navigatie-/multimediasysteem de handleiding voor het
navigatie-/multimediasysteem of de handleiding voor het multimediasysteem.
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
16
Page 19 of 522
Schakelaars (auto's met rechtse besturing)
1Draaiknop koplampverstelling*blz. 222
2Schakelaar S-IPA (Simple Intelligent
Parking Assist System)*blz. 325
3Automatic High Beam-schakelaar*blz.
224
4Schakelaar stuurwielverwarming*blz.
364
5Tankdopklepontgrendeling blz. 231
6Blokkeerschakelaar ruitbediening blz.
188
7Schakelaars buitenspiegels blz. 187
8Schakelaars ruitbediening blz. 188
9Schakelaars centrale vergrendeling
blz. 124
10Parkeerremschakelaar blz. 217
Activeren/deactiveren blz. 217, blz.
217
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de
winter blz. 355
Waarschuwingszoemer/-lampje/-
melding blz. 219, blz. 449, blz. 449
11EV-modusschakelaar blz. 209
12Brake Hold-schakelaar blz. 219
13Schakelaar VSC OFF blz. 349
*: Indien aanwezig
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
17
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
Page 20 of 522
1Bedieningstoetsen
instrumentenpaneel blz. 108, blz. 110
2Afstandsschakelaar*1blz. 274
3Schakelaar snelheidsbegrenzer*1blz. 284
4Schakelaar LTA (Lane Tracing
Assist)*1blz. 256
5Cruise control-schakelaar
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik*1blz. 270
6Spraaktoets*1, 2
7Telefoontoetsen*1, 2
8Afstandsbediening audiosysteem*1, 2
*: Raadpleeg voor auto's met een navigatie-/multimediasysteem de handleiding voor het
navigatie-/multimediasysteem of de handleiding voor het multimediasysteem.
Interieur (auto's met rechtse besturing)
1Airbags blz. 282Vloermatten blz. 22
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
18
Page 21 of 522
3Voorstoelen blz. 181
4Achterstoelen blz. 182
5Hoofdsteunen (voor/midden
achter/buitenste zitplaatsen achter)
blz. 183
6Veiligheidsgordels blz. 24
7Consolevak blz. 369
8Vergrendelknoppen binnenzijde
portier blz. 124
9Bekerhouders blz. 369
10Fleshouders blz. 369
1Handgrepen blz. 376
2Make-upverlichting*1blz. 375
3Interieurverlichting/leeslampjes blz.
367
4Schakelaar uitschakelen sensor
antidiefstalsysteem*1blz. 96
5Binnenspiegel blz. 186
6Zonnekleppen*2blz. 375
7Make-upspiegels*1blz. 375
*1: Indien aanwezig
*2: Gebruik NOOIT een tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje op een stoel
met een INGESCHAKELDE AIRBAG, omdat het KIND anders DODELIJK of ERNSTIG
LETSEL kan oplopen als de airbag wordt geactiveerd. (→Blz. 40)
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
19
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
Page 22 of 522
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
20
Page 23 of 522
1.1 Voor een veilig gebruik..........22
1.1.1 Voordat u gaat rijden........22
1.1.2 Veilig rijden.............23
1.1.3 Veiligheidsgordels.........24
1.1.4 Airbags...............28
1.1.5 Belangrijke voorzorgsmaatregelen
in verband met uitlaatgassen....36
1.2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen .37
1.2.1 Aan/uit-schakelaar airbag
*.....37
1.2.2 Rijden met kinderen in de auto . . .38
1.2.3 Baby- en kinderzitjes........38
1.3 Noodoproep................58
1.3.1 eCall
*1(indien aanwezig)......58
1.4 Hybridesysteem.............74
1.4.1 Kenmerken hybridesysteem.....74
1.4.2 Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem...........77
1.5 Antidiefstalsysteem...........82
1.5.1Startblokkering...........82
1.5.2 Supervergrendeling
∗........94
1.5.3 Alarm*...............94
1.5.4 Antidiefstallabels*.........98
Veiligheid en beveiliging1
21
Page 24 of 522

1.1 Voor een veilig gebruik
1.1.1 Voordat u gaat rijden
Vloermat
Gebruik alleen vloermatten die speciaal
zijn ontworpen voor auto's van hetzelfde
model en modeljaar als uw auto. Bevestig
ze op de juiste wijze op de
vloerbedekking.
1. Steek de klemhaken (clips) in de
ringen in de vloermat.
2. Draai het bovenste hendeltje van de
klemhaken (clips) om de vloermatten
te bevestigen.
Breng de merktekens
altijd in lijn.
De vorm van de klemhaken (clips) wijkt
mogelijk af van wat is aangegeven in de
afbeelding.
WAARSCHUWING!
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht. Als u dat niet doet, kan de
vloermat van de bestuurder gaan
schuiven, wat de bediening van de pedalen
tijdens het rijden kan hinderen. Hierdoor
kan de snelheid plotseling toenemen of
kan mogelijk niet geremd worden. Dit kan
leiden tot een ongeval waarbij dodelijk of
ernstig letsel kan ontstaan.
Wanneer u de vloermat van de
bestuurder plaatst
• Gebruik geen vloermatten die zijn
ontworpen voor auto's van een ander
model en/of modeljaar, zelfs niet als
het gaat om originele Toyota-
vloermatten.
• Gebruik alleen vloermatten die zijn
ontworpen voor de bestuurderszijde.
• Zet de vloermat altijd vast met
behulp van de meegeleverde
klemhaken (clips).
• Leg nooit twee of meer vloermatten
boven op elkaar.
• Bevestig de vloermat niet met de
onderzijde naar boven of in de
verkeerde richting.
Voordat u gaat rijden
• Controleer of de vloermat stevig op
de juiste plaats is bevestigd met alle
meegeleverde klemhaken (clips).
Voer deze controle altijd uit nadat de
vloer van de auto is gereinigd.
• Zet het hybridesysteem UIT en de
selectiehendel in stand P en trap elk
pedaal helemaal in, om er zeker van
te zijn dat de vloermat de bediening
van de pedalen niet hindert.
1 .1 Voor een veilig gebruik
22