2013 FIAT FREEMONT Instructieboek (in Dutch)

Page 345 of 384

FIAT FREEMONT 2013  Instructieboek (in Dutch) Vloeistofpeil controleren
Controleer de unit visueel na iedere olieverversing op
lekkage. Indien u lekkage ziet, controleer dan het vloei-
stofniveau door de vuldop te verwijderen. Het vloei-
stofnive

Page 346 of 384

FIAT FREEMONT 2013  Instructieboek (in Dutch) Gebruik nooit schurende of sterke reini-
gingsmiddelen zoals staalwol of schuur-
poeder. Deze veroorzaken krassen op het
metaal en de lak.
Speciale verzorging
 Spuit de onderzijde van de auto regelma

Page 347 of 384

FIAT FREEMONT 2013  Instructieboek (in Dutch)  Bij hardnekkige vlekken brengt u een milde zeepop-lossing aan op een schone, vochtige doek en verwij-
dert u de vlek. Verwijder zeepresten met een andere
vochtige doek.
 Verwijder vetvlekken met ee

Page 348 of 384

FIAT FREEMONT 2013  Instructieboek (in Dutch) Om krassen tot een minimum te beperken en de
lichtopbrengst maximaal te houden, mogen de kop-
lamplenzen niet met een droge doek worden schoon-
gemaakt. Verwijder vuil met een milde zeepoplossing
en s

Page 349 of 384

FIAT FREEMONT 2013  Instructieboek (in Dutch) STALLEN VAN DE AUTO
Als u meer dan 21 dagen geen gebruikmaakt van uw
auto, wilt u mogelijk voorzorgsmaatregelen nemen ter
bescherming van de accu.
 Verwijder de minizekering met het opschrift IOD(Ign

Page 350 of 384

FIAT FREEMONT 2013  Instructieboek (in Dutch) TECHNISCHE SPECIFICATIES
CHASSISNUMMER (VIN)
Het chassisnummer (VIN) bevindt zich vooraan op de
linkerhoek van het instrumentenpaneel en is van bui-
tenaf door de voorruit zichtbaar. Dit nummer is ook

Page 351 of 384

FIAT FREEMONT 2013  Instructieboek (in Dutch) BANDEN — ALGEMENE
INFORMATIE
BANDENSPANNING
Voor de veiligheid en goede rijeigenschappen is een
juiste bandenspanning absoluut noodzakelijk. Als de
bandenspanning niet juist is, heeft dit de onderst

Page 352 of 384

FIAT FREEMONT 2013  Instructieboek (in Dutch) BANDENSPANNING
De juiste spanning voor koude banden staat vermeld
op de B-stijl aan de bestuurderszijde of op de achter-
rand van het bestuurdersportier.
Controleer de bandenspanning ten minste één