Page 297 of 384

Raak de nieuwe gloeilamp niet met de
vingers aan. Contact met huidvet verkort
de levensduur van de lamp. Wanneer de
lamp in aanraking is gekomen met vet , reinig deze
dan eerst met reinigingsalcohol.
4. Breng de gloeilamp met de fitting in het koplamphuis aan en draai het geheel een kwart slag rechtsom. MISTLAMP VÓÓR
OPMERKING:
Draai het stuur naar rechts als de
mistlamp linksvoor wordt vervangen of naar links als de
mistlamp rechtsvoor wordt vervangen zodat u makke-
lijker bij de voorkant van de wielkuip kunt.
1. Verwijder de houders waarmee het onderpaneel aan de voorkant van de wielholte zijn bevestigd en
verwijder het toegangspaneel.
2. Trek de stekker los van het mistlamphuis.(afb. 162)
3. Pak nu de lamp stevig vast bij de twee klemveren aan de zijkant en knijp de veren samen om de lamp los te
maken uit de achterzijde van het mistlamphuis.
4. Trek de lamp recht uit de opening met sleuf in het lamphuis.
(afb. 161)1 — Gloeilamp voorste richtingaanwijzer
2 — Gloeilamp dimlicht
3 — Gloeilamp contourverlichting vóór
4 — Gloeilamp van grootlicht
(afb. 162)
291
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 298 of 384

5. Houd de lipjes op de nieuwe mistlamp gelijk aan desleuven in de kraag van de lampopening in de ach-
terzijde van het mistlamphuis.
Raak de nieuwe gloeilamp niet met de
vingers aan. Contact met huidvet verkort
de levensduur van de lamp. Wanneer de
lamp in aanraking is gekomen met vet , reinig deze
dan eerst met reinigingsalcohol.
6. Steek de lamp in het lamphuis totdat de lipjes aanliggen in de sleuven van de kraag.
7. Druk de lamp stevig en gelijkmatig in het lamphuis tot de beide klemveren de lamp stevig op zijn plaats
houden.
MISTLAMP ACHTER
1. Ga met uw hand achter de bumper boven de bum- perversterking en druk op de houderklemmetjes op
de mistlampbehuizing.(afb. 163)
2. Neem de mistlampbehuizing van de bumper.
3. Ontkoppel de aansluiting van de bedradingsbundel.(afb. 164)
4. Pak nu de lamp stevig vast bij de twee klemveren aan de zijkant en knijp de veren samen om de lamp los te
maken uit de achterzijde van het mistlamphuis. 5. Trek de lamp recht uit de opening met sleuf in het
lamphuis.
(afb. 163) Houderklemmetjes(afb. 164)
Elektrische aansluiting
292
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 299 of 384

6. Verwijder de lamp uit het contact en breng denieuwe gloeilamp aan.
7. Houd de lipjes op de nieuwe achtermistlamp gelijk aan de sleuven in de kraag van de lampopening in de
achterzijde van het mistlamphuis.
8. Steek de lamp in het lamphuis totdat de lipjes aanliggen in de sleuven van de kraag.
9. Druk de lamp stevig en gelijkmatig in het lamphuis tot de beide klemveren de lamp stevig op zijn plaats
houden.
10. Plaats de mistlampbehuizing weer terug.
ZIJKNIPPERLICHT
De zijknipperlichten bevinden zich aan weerszijden in
de spatbordpanelen vóór.
1. Duw de lens van de zijrichtingaanwijzer naar links en laat de veer vrijkomen en trek de lens daarna naar u
toe.
2. Maak de lamp los uit de bevestigingsconnector en sluit de nieuwe lamp aan.(afb. 165)
3. Steek de rechterhaak van de zijrichtingaanwijzer in het plaatwerk (let op de juiste positie van de letters
op de lens).
4. Draai de zijrichtingaanwijzer rond tot de linkerkant op zijn plaats klikt (u hoort een lichte klik). RICHTINGAANWIJZER ACHTER EN
ACHTERUITRIJLAMP
De achterlichtunits bestaan uit twee delen. De achter-
lichten / richtingaanwijzers bevinden zich in de units op
de hoeken. De achterlichten en achteruitrijlampen be-
vinden zich in de achterklep.
Gloeilamp van richtingaanwijzer achter
vervangen
1. Open de achterklep.
2. Verwijder de twee klemmen van de binnenzijde van
het achterlichthuis.(afb. 166)
3. Breng voorzichtig met één hand een bekledingspatel (plastic spatelvormig stuk gereedschap) aan tussen
(afb. 165) Verwijdering lamp zijknipperlicht
293
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 300 of 384

het carrosseriepaneel en de buitenzijde van het
achterlichthuis en pak de flens aan de binnenzijde
van het achterlichthuis met de andere hand vast.
Druk met de spatel en uw hand het achterlichthuis
los.
4. Draai de fitting van de betreffende gloeilamp een kwart slag linksom en neem de gloeilamp uit het
achterlichthuis.
5. Verwijder de lamp uit het contact en breng de nieuwe gloeilamp aan.
6. Breng de gloeilamp met de fitting in het achterlicht- huis aan en draai het geheel een kwart slag
rechtsom.
7. Breng het achterlichthuis en de bevestigingen aan. Achteruitrijlamp vervangen
1. Open de achterklep.
2. Verwijder de twee klemmen waarmee het achter-
lichthuis aan de binnenzijde van de achterklep is
bevestigd.(afb. 167)
3. Breng voorzichtig een bekledingspatel (plastic spa- telvormig stuk gereedschap) aan tussen het achter-
lichthuis en de achterklep. Druk met de spatel en uw
hand het achterlichthuis los van de achterklep.
(afb. 168)
4. Draai de elektrische fitting van de overeenkomstige lamp een kwart slag naar links en verwijder deze uit
de behuizing.
(afb. 166)
(afb. 167)
294
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 301 of 384

5. Verwijder de lamp uit het contact en breng denieuwe gloeilamp aan.
6. Installeer de gloeilamp met fitting in de behuizing en draai de fitting een kwart slag naar rechts om deze
op zijn plaats te vergrendelen.
7. Breng het achterlichthuis en de bevestigingen aan.
KENTEKENVERLICHTING
1. Duw het kleine grendellipje dat uit de lens steekt in de richting van de auto en houd het in die stand vast.
2. Breng een klein spatelvormig stuk gereedschap aan tussen het einde van de lens met het grendellipje en
de behuizing en draai het stuk gereedschap zodanig
dat de lens loskomt van de behuizing. 3. Houd de lens met één hand vast en draai de elek-
trische aansluiting van de gloeilamp een kwart slag
naar links met de andere hand en neem dan de
gloeilamp en de fitting uit de lens.
4. Verwijder de lamp uit het contact en breng de nieuwe gloeilamp aan.
5. Installeer de gloeilamp met fitting in de lens en draai de fitting een kwart slag naar rechts om deze op zijn
plaats te vergrendelen.
6. Breng het uiteinde van de lens zonder het grendel- lipje aan in de behuizing op de achterklep en duw
dan het andere uiteinde van de lens in de behuizing
tot deze vastklikt in de behuizing.(afb. 168)
295
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 302 of 384

ZEKERINGEN
ZEKERINGEN INTERIEUR
Het zekeringenkastje voor de interieurzekeringen be-
vindt zich onder het instrumentenpaneel aan de passa-
gierszijde.LocatiePatroon-
zekering Minize-
kering Omschrijving
F100 30 A roze 110V wisselspan-
ningsomvormer – Voor bepaalde
uitvoeringen/landen
F101 10 A
rood Interieurverlichting
F102 20 A
geel Aansteker in instru-
mentenpaneel / aan- sluitcontact links- achter
F103 20 A
geel Aansluitcontact in
console bekerhou-
der / aansluitcon-
tact in console ach- ter
F105 20 A
geel Stoelverwarming –
Voor bepaalde
uitvoeringen/landen
F106 20 A
geel Aansluitcontact
achterin
Locatie Patroon-
zekering Minize-
kering Omschrijving
F107 10 A
rood Achteruitrijcamera
– Voor bepaalde
uitvoeringen/landen
F108 15 A
blauw Instrumentenpaneel
F109 10 A
rood Airconditioning /
HVAC
F110 10 A
rood Regelaar voor vast-
houden inzittende
F112 10 A
rood Reserve
F114 20 A
geel Aanjager / motor
airconditioning achterin
F115 20 A
geel Motor
achterruitwisser
F116 30 A roze Achteruitverwar-
ming (EBL)
F117 10 A
rood Verwarmde
buitenspiegels
F118 10 A
rood Regelaar voor vast-
houden inzittende
F119 10 A
rood Regelmodule
stuurkolom
296
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 303 of 384
LocatiePatroon-
zekering Minize-
kering Omschrijving
F120 10 A
rood Vierwielaandrijving
– Voor bepaalde
uitvoeringen/landen
F121 15 A
blauw Draadloze ontste-
kingsnode
F122 25 A
blanco Module bestuur-
dersportier
F123 25 A
blanco Module
passagiersportier
F124 10 A
rood Spiegels
F125 10 A
rood Regelmodule
stuurkolom
F126 10 A
rood Audioversterker
F127 20 A
geel Trekhaak – Voor
bepaalde
uitvoeringen/landen
Locatie Patroon-
zekering Minize-
kering Omschrijving
F128 15 A
blauw Radio
F129 15 A
blauw Video/dvd – Voor
bepaalde
uitvoeringen/landen
F130 15 A
blauw Klimaatregeling /
instrumentenpaneel
F131 10 A
rood Passagiersassistentie
/ handsfreesysteem – Voor bepaalde
uitvoeringen/landen
F132 10 A
rood Module
bandenspanning
F133 10 A
rood Reserve
297
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 304 of 384

ZEKERINGEN ONDER MOTORKAP
(STROOMVERDEELKAST)
In de motorruimte bevindt zich een stroomverdeel-
kast.(afb. 169)Locatie Patroon-
zekering Minize-
kering Omschrijving
F101 60 A geel Rail stroomverdeel-
kast interieur
F102 60 A geel Rail stroomverdeel-
kast interieur
F103 60 A geel Rail stroomverdeel-
kast interieur
Locatie Patroon-
zekering Minize-
kering Omschrijving
F105 60 A geel Rail stroomverdeel-
kast interieur, relais ontsteking
F106 60 A geel Rail stroomverdeel-
kast interieur, relais
contact aan / acces- soires
F139 40 A
groen Aanjager klimaatre-
geling
F140 30 A roze Centrale portierver-
grendeling
F141 40 A
groen ABS-systeem
F142 40 A
groen Gloeibougies – Voor
bepaalde
uitvoeringen/landen
F143 40 A
groen Exterieurverlichting
1
F144 40 A
groen Exterieurverlichting
2
F145 30 A roze Naar carrosserie-
computer – lamp
F146 30 A roze Reserve
F147 30 A roze Reserve
(afb. 169)
Stroomverdeelkast (zekeringen)
298
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD