SLEUTELHOUDER
De sleutelhouder bevat ook de afstandsbediening en
de noodsleutel, die in de achterzijde van de sleutelhou-
der is ondergebracht.
Met de noodsleutel kunnen de portieren worden ge-
opend wanneer de accu van de auto of de batterij van
de sleutelhouder leeg is. Met de noodsleutel kan ook
het handschoenenkastje worden afgesloten. U kunt de
noodsleutel bij u houden als iemand anders de auto
voor u parkeert.
Schuif, om de noodsleutel te verwijderen, de mechani-
sche vergrendeling aan de zijkant van de sleutelhouder
met uw duim opzij en trek de sleutel vervolgens met
uw andere hand uit de houder.(afb. 5)OPMERKING:
U kunt de noodsleutel op twee ma-
nieren in de slotcilinders steken; het maakt niet uit
welke kant van de sleutel zich aan de bovenzijde be-
vindt.
WAARSCHUWING VOOR INGESCHAKELD
CONTACT
Als het bestuurdersportier wordt geopend terwijl de
contactschakelaar in de stand ACC of ON staat (mo-
tor draait niet), klinkt een geluidsignaal om u eraan te
herinneren de contactschakelaar uit (in de stand OFF)
te zetten. Naast de weergave van dit geluidssignaal
verschijnt in de instrumentengroep ook een melding
dat de contactschakelaar in de stand ON of ACC staat.
OPMERKING: Met het Uconnect Touch™ systeem
blijven de schakelaars voor de elektrische raambedie-
ning, de radio, het elektrisch bedienbare zonnedak
(voor bepaalde uitvoeringen/landen) en de aansluitcon-
tacten nog maximaal 10 minuten werken nadat de
contactschakelaar in de stand OFF is gezet. Door het
openen van een voorportier wordt deze functie uitge-
schakeld. De tijdsduur van deze functie is program-
meerbaar. Raadpleeg "Uconnect Touch™ instellingen"
in "Uw auto" voor meer informatie.(afb. 5) Noodsleutel verwijderen
10
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
ALGEMENE INFORMATIE
De afstandsbediening en signaalontvangers werken op
een zendfrequentie van 434 MHz, zoals is voorgeschre-
ven in de EU. Deze apparatuur moet zijn gecertificeerd
conform de specifieke regelgeving in het desbetref-
fende land. Er gelden twee normen: ETS (European
Telecommunication Standard) 300–220, van toepassing
in de meeste landen, en de Duitse richtlijn BZT
225Z125, die is gebaseerd op de norm ETC 300–220,
maar daarnaast enkele unieke eisen stelt. De overige
eisen worden vermeld in de Europese Richtlijn 95/56/
EC, Bijlage VI. De werking moet voldoen aan de vol-
gende voorwaarden:
De apparatuur mag geen schadelijke interferentieveroorzaken. De apparatuur moet eventuele ontvangen interfe-
rentie tolereren, ook interferentie die mogelijk een
ongewenste werking veroorzaakt.
Als uw afstandsbediening niet goed werkt vanaf een
normale afstand, controleer dan of sprake is van het
volgende:
1. De batterij in de afstandsbediening is leeg. De ver- wachte levensduur van de batterij bedraagt mini-
maal drie jaar.
2. Nabijheid bij radiozendapparatuur, zoals bijvoor- beeld een zendmast, verkeerstoren van een lucht-
haven en sommige mobiele of 27 MC-
zendapparatuur.
16
UW AUTO VEILIGHEID
S
TARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
STUURSLOT
Uw auto is mogelijk uitgerust met een passief elektro-
nisch stuurslot. Dit slot zorgt ervoor dat de auto
zonder contactsleutel niet kan worden bestuurd. Het
stuurslot heeft zes posities (een per 60 graden). Als het
stuurwiel naar een van deze posities wordt bewogen
terwijl de sleutel zich in de OFF-stand bevindt, wordt
het stuurwiel vergrendeld.
HANDMATIG HET STUURWIEL
VERGRENDELEN
Draai het stuurwiel een halve slag bij draaiende motor.
Zet de motor af en verwijder de contactsleutel. Draai
het stuur een iets in een willekeurige richting tot het
wordt vergrendeld.
HET STUURSLOT ONTGRENDELEN
Schakel het contact uit en weer in en start de motor.
OPMERKING:Als u het stuur naar rechts hebt
gedraaid om het slot te vergrendelen, moet u het stuur
iets naar rechts draaien om het te ontgrendelen. Als u
het stuur naar links hebt gedraaid om het slot te
vergrendelen, moet u het stuur iets naar links draaien
om het te ontgrendelen. ELEKTRONISCH
VOERTUIGINFORMATIECENTRUM
(EVIC)
Het elektronische voertuiginformatiecentrum (EVIC)
heeft een interactief scherm dat zich in de instrumen-
tengroep bevindt. (afb. 8)
Dit systeem biedt u op een handige manier toegang tot
diverse nuttige informatie via de knoppen op het stuur.
Het EVIC bestaat uit de volgende onderdelen:
Radio-informatie
Brandstofverbruik
Voertuigsnelheid
Ritinformatie
(afb. 8)
Elektronisch voertuiginformatiecentrum (EVIC)
21
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Druk, om uw keuze te maken, op de schermtoets Set
Time (Tijd instellen), stel de uren en minuten met de
schermtoetsen 'omhoog' en 'omlaag', selecteer AM ('s
ochtends) of PM ('s middags), selecteer 12 hr of 24 hr
en druk tot slot op de schermtoets met de pijl naar
links wanneer alle keuzes zijn gemaakt.
Show Time Status (Tijdstatus tonen)
(voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Druk op de schermtoets Show Time Status (Tijdstatus
tonen) om dit scherm te veranderen. Wanneer u toe-
gang tot dit scherm hebt kunt u de digitale klok in de
statusbalk in- of uitschakelen. Als u de instelling Show
Time Status (Tijdstatus tonen) wilt wijzigen, drukt u
kort op de schermtoets On (Aan) of Off (Uit) en
daarna op de schermtoets met de pijl naar links.
Sync Time (Tijd synchroniseren)
(voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Druk op de schermtoets Sync Time (Tijd synchronise-
ren) om dit scherm te veranderen. Wanneer u toegang
tot dit scherm hebt, kunt u de tijd automatisch door de
radio laten instellen. Druk, om de instelling Sync Time
(Tijd synchroniseren) te veranderen, op de scherm-
toets On (Aan) of Off (Uit). Druk daarna op de
schermtoets met de pijl naar links.Safety / Assistance (veiligheid/hulp)
Park Assist (parkeerhulp)
(voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Druk op de schermtoets Park Assist om dit scherm te
veranderen. De parkeersensoren achter tasten het
gebied achter de auto af op obstakels indien de versnel-
lingspook in de achteruitversnelling staat en de snel-
heid lager is dan 18 km/u. Het systeem kan worden
ingesteld met Sound Only (alleen geluid), Sound and
Display (beeld en geluid) of worden uitgeschakeld. Als
u de Park Assist-status wilt wijzigen, drukt u kort op de
knop Off, Sound Only of Sounds and Display en daarna
op de schermtoets met de pijl naar links.
Hill Start Assist
(voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Druk op de schermtoets Hill Start Assist om dit
scherm te veranderen. Wanneer deze functie is gese-
lecteerd, is het Hill Start Assist (HSA) systeem actief.
Raadpleeg "Elektronisch remsysteem" in "Starten en
rijden" voor informatie over de werking en de bedie-
ning van het systeem. Druk, om uw keuze te maken, op
de schermtoets Hill Start Assist. Druk vervolgens op
de schermtoets met de pijl naar links.
34
UW AUTO VEILIGHEID
S
TARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Engine Off Options (opties voor
uitgeschakelde motor)
Uitschakelvertraging koplampen
Druk op de schermtoets Headlight Off Delay (uitscha-
kelvertraging koplampen) om dit scherm te verande-
ren. Als u deze functie selecteert, kunt u kiezen of bij
uitstappen de koplampen nog 0, 30, 60 of 90 seconden
blijven branden. Druk, om de status van de Headlight
Off Delay (uitschakelvertraging koplampen) te veran-
deren op de schermtoets 0, 30, 60 of 90. Druk daarna
op de schermtoets met de pijl naar links. Engine Off Power Delay (vertraging voedings-
spanning bij uitgeschakelde motor)
(voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Druk op de schermtoets Engine Off Power Delay
(uitschakelvertraging voeding bij motor uit) om dit
scherm te veranderen. Als deze functie is geselecteerd,
blijven de schakelaars voor elektrische raambediening,
de radio, het Uconnect™ Phone systeem (voor be-
paalde uitvoeringen/landen), het dvd-videosysteem
(voor bepaalde uitvoeringen/landen), het elektrisch be-
dienbare zonnedak (voor bepaalde uitvoeringen/
landen) en de aansluitcontacten nog maximaal 10 mi-
nuten werken nadat de contactschakelaar in de stand
OFF is gezet. Door het openen van een voorportier
wordt deze functie uitgeschakeld. Druk, om de status
van de functie Engine Off Power Delay (uitschakelver-
traging voeding bij motor uit) te veranderen, op de
schermtoets 0 seconden, 45 seconden, 5 minuten of 10
minuten. Druk daarna op de schermtoets met de pijl
naar links.
38
UW AUTO VEILIGHEID
S
TARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Set Language (Taal instellen)
(voor bepaalde uitvoeringen/landen)
In dit scherm kunt u een van de drie talen voor de
schermweergave selecteren, met inbegrip van de rit-
functies en het navigatiesysteem (voor bepaalde
uitvoeringen/landen). Druk op de toets German
(Duits), French (Frans), Spanish (Spaans), Italian (Itali-
aans), Dutch (Nederlands) of English (Engels) om de
gewenste taal te selecteren. Druk vervolgens op de
schermtoets met de pijl naar links. Alle verdere infor-
matie wordt getoond in de taal van uw keuze.
Units (maateenheden)
(voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Wanneer u toegang hebt tot dit scherm kunt u de
eenheden van het EVIC, kilometerteller en het naviga-
tiesysteem (voor bepaalde uitvoeringen/landen) van
Amerikaanse in metrische eenheden veranderen en
omgekeerd. Druk op US of Metric (Metrisch); druk
vervolgens op de schermtoets met de pijl naar links. Als
u doorgaat wordt de geselecteerde eenheid weergege-
ven.
Voice Response Length (lengte gesproken be-
richten) (voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt, kunt u de
instellingen van Voice Response Length (Lengte voor
reactie op spraakbediening) wijzigen. Druk om de
Voice Response Length (Lengte voor reactie op spraak-bediening) te wijzigen op de schermtoets Brief (Kort)
of Detailed (Uitgebreid) en druk vervolgens op de
schermtoets met de pijl naar links.
Touch Screen Beep (pieptonen aanraakscherm)
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt, kunt u
schermtoetstonen in- of uitschakelen. Druk, om het
geluid bij aanraking te veranderen, op de schermtoets
On (Aan) of Off (Uit). Druk daarna op de schermtoets
met de pijl naar links.
Navigation Turn-By-Turn in Cluster (Navigatie
van afslag naar afslag in instrumentengroep)
(voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Als deze functie is geselecteerd, worden exacte aanwij-
zingen op het scherm weergegeven wanneer de auto
een afslag in een geprogrammeerde route nadert.
Druk, om uw keuze te maken, op de schermtoets
Navigation Turn-By-Turn in Cluster (Turn-by-turn na-
vigatie in instrumentengroep), selecteer ON of OFF
(aan of uit) en druk vervolgens op de schermtoets met
de pijl naar links.
Clock (klok)
Sync Time with GPS (Tijd synchroniseren met
GPS) (voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt, kunt u de tijd
automatisch door de radio laten instellen. Druk, om de
42
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
instelling Sync Time (Tijd synchroniseren) te verande-
ren, op de schermtoets On (Aan) of Off (Uit). Druk
daarna op de schermtoets met de pijl naar links.
Uren instellen
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt kunt u de
weergegeven tijd veranderen. Druk, om uw keuze te
maken, op de schermtoets Set Time (Tijd instellen),
stel de uren in met de schermtoetsen up (omhoog) en
down (omlaag) en druk vervolgens op de schermtoets
met de pijl naar links wanneer alle keuzes zijn gemaakt.
Minuten instellen
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt kunt u de
weergegeven tijd veranderen. Druk, om uw keuze te
maken, op de schermtoets Set Time (Tijd instellen),
stel de minuten in met de schermtoetsen up (omhoog)
en down (omlaag) en druk vervolgens op de scherm-
toets met de pijl naar links wanneer alle keuzes zijn
gemaakt.
Time Format (Tijdnotatie)
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt kunt u de
weergegeven tijd veranderen. Druk, om uw keuze te
maken, op de schermtoets Set Time (Tijd instellen),
kies 12 hr of 24 hr en druk vervolgens op de scherm-
toets met de pijl naar links wanneer alle keuzes zijn
gemaakt. Show Time in Status Bar (Tijd in statusbalk
weergeven) (voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt kunt u de
digitale klok in de statusbalk in- of uitschakelen. Als u
de instelling Show Time Status (Tijdstatus tonen) wilt
wijzigen, drukt u kort op de schermtoets On (Aan) of
Off (Uit) en daarna op de schermtoets met de pijl naar
links.
Safety / Assistance (veiligheid/hulp)
Park Assist (parkeerhulp)
(voor bepaalde uitvoeringen/landen)
De parkeersensoren achter tasten het gebied achter de
auto af op obstakels indien de versnellingspook in de
achteruitversnelling staat en de snelheid lager is dan
18 km/u. Het systeem kan worden ingesteld met Sound
Only (alleen geluid), Sound and Display (beeld en ge-
luid) of worden uitgeschakeld. Als u de Park Assist-
status wilt wijzigen, drukt u kort op de knop Off, Sound
Only of Sounds and Display en daarna op de scherm-
toets met de pijl naar links.
Parkview Backup Camera (Achteruitrijcamera)
(voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Uw auto is mogelijk voorzien van een ParkView
®
achteruitrijcamera. Hiermee kunt u het gebied achter
de auto op het scherm zien wanneer de schakelhendel
in de stand REVERSE is gezet. Het beeld wordt op het
aanraakscherm van de radio weergegeven, samen met
43
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Engine Off Options (opties voor
uitgeschakelde motor)
Engine Off Power Delay (vertraging voedings-
spanning bij uitgeschakelde motor)
Wanneer deze functie is geselecteerd, blijven de elek-
trisch bedienbare ruiten, de radio, het Uconnect™
telefoonsysteem (voor bepaalde uitvoeringen/landen),
DVD-videosysteem (voor bepaalde uitvoeringen/
landen), het elektrisch bedienbare zonnedak (voor be-
paalde uitvoeringen/landen) en de aansluitcontacten
nog maximaal 10 minuten werken nadat de contact-
schakelaar in de stand OFF is gezet. Door het openen
van een voorportier wordt deze functie uitgeschakeld.
Druk, om de status van de functie Engine Off Power
Delay (uitschakelvertraging voeding bij motor uit) te
veranderen, op de schermtoets 0 seconden, 45 secon-
den, 5 minuten of 10 minuten. Druk daarna op de
schermtoets met de pijl naar links. Headlight Off Delay (uitschakelvertraging kop-
lampen) (voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Als u deze functie selecteert, kunt u kiezen of bij
uitstappen de koplampen nog 0, 30, 60 of 90 seconden
blijven branden. Druk, om de status van de Headlight
Off Delay (uitschakelvertraging koplampen) te veran-
deren op de schermtoets 0, 30, 60 of 90. Druk daarna
op de schermtoets met de pijl naar links.
47
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD