Stalling
Wanneer u de auto twee weken hebt gestald of niet
hebt gebruikt (bijv. in de vakantie), laat het aircosys-
teem daarna dan gedurende vijf minuten werken bij
stationair toerental in de buitenlucht en met een hoog
aanjagertoerental. Zo wordt het systeem voldoende
gesmeerd en wordt de kans op schade aan de airco-
compressor tot een minimum beperkt wanneer u het
systeem weer start.
Ontwasemen
U kunt de voorruit snel ontwasemen door de ontdooi-
stand te kiezen. Met de ontdooistand/vloerstand kunt
u de voorruit helder houden en daarnaast zorgen voor
voldoende verwarming. Als u last krijgt van beslagen
zijruiten, kunt u de aanjagersnelheid verhogen. Vooral
bij zacht maar regenachtig of vochtig weer is de kans
groot dat de autoruiten aan de binnenzijde beslaan.
OPMERKING:Gebruik de circulatiestand niet lang-
durig zonder de airconditioning aan te zetten, omdat
dan de ruiten kunnen beslaan. Luchtinlaat aan buitenzijde
Zorg dat de luchtinlaat, direct vóór de voorruit, niet
wordt verstopt door achtergebleven bladeren e.d.
Wanneer bladeren achterblijven in de luchtinlaat wordt
de luchtstroming belemmerd en als ze in de luchtkamer
terechtkomen kunnen de waterafvoeren verstopt ra-
ken. Zorg in de wintermaanden dat de luchtinlaat niet
wordt afgedekt door ijs of sneeuw.
Aircoluchtfilter
Het klimaatregelsysteem filtert stof, pollen en som-
mige geuren uit de buitenlucht. Sterke stank kan niet
volledig worden gefilterd. Raadpleeg "Onderhoudspro-
cedures" in "Service en onderhoud" voor het vervan-
gen van het filter.
82
UW AUTO VEILIGHEID
S
TARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
OPMERKING:Koelsysteem doorspoelen en koel-
vloeistof verversen bij 240.000 km of na 10 jaar.
Periodieke controles
Na elke 1.000 km of voorafgaand aan lange ritten het
volgende controleren en indien nodig bijvullen:
koelvloeistof;
remvloeistof;
ruitensproeiervloeistof;
stuurbekrachtigingsvloeistof;
bandenspanning en staat van de banden;
werking van verlichting (koplampen, richtingaanwij- zers, waarschuwingsknipperlichten, enz.);
werking van ruitenwissers/-sproeiers, stand en slij- tage van voor- en achterwisserbladen.
Na elke 3.000 km het motoroliepeil controleren en
indien nodig bijvullen.
Gebruik van auto onder zware
omstandigheden
Als de auto hoofdzakelijk onder een van de volgende
omstandigheden wordt gebruikt:
trekken van aanhanger of caravan;
stoffige wegen; herhaaldelijke korte ritten (minder dan 7-8 km) bij
temperaturen onder het vriespunt;
motor draait vaak stationair, rijden van lange afstan- den met lage snelheden of langere perioden zonder
gebruik.
U dient de volgende inspecties vaker uit te voeren dan
is aangegeven in het onderhoudsschema:
remblokken vóór op conditie en slijtage contoleren;
controleren of sloten van motorkap en scharnieren schoon en voldoende gesmeerd zijn;
visuele controle uitvoeren van conditie van: motor, versnellingsbak, pijpen en leidingen (uitlaat - brand-
stofsysteem - remmen) en rubberdelen (hoezen -
manchetten - bussen - enz.);
accustatus en het accuvloeistofniveau (elektrolyt) controleren;
visuele controle uitvoeren van de conditie van de hulpaandrijfriemen;
motorolie controleren en indien nodig verversen en oliefilter vervangen;
pollenfilter controleren en indien nodig vervangen;
luchtfilter controleren en indien nodig vervangen.
312
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
In duizenden kilometers30 60 90 120 150 180
Maanden 24 48 72 96 120 144
Bij gebruik van de auto als politiewagen, taxi of bedrijfswagen of regelmatig
trekken van een aanhangwagen: de automatische transmissievloeistof verversen
en het filterelement vervangen.
Automatische transmissievloeistof verversen en filter vervangen.
* Ongeacht het aantal gereden kilometers moet de
distributieriem elke 4 jaar vervangen worden bij ge-
bruik in bijzonder zware omstandigheden (koud kli-
maat, stadsverkeer, langdurig stationair draaien) en ten
minste elke 5 jaar.
** Als er minder dan 10.000 km per jaar met de auto
wordt gereden, moet om de 12 maanden de motorolie
worden ververst en het oliefilterelement worden ver-
vangen.
*** Het feitelijke interval voor verversing van de mo-
torolie en vervanging van het oliefilterelement is afhan-
kelijk van de gebruiksomstandigheden van de auto. Dit
interval wordt aangegeven door een meter of via een
bericht (indien aanwezig) op het dashboard.
Als noodzakelijk onderhoud achterwege
wordt gelaten, kan dit leiden tot schade
aan uw auto. Periodieke controles
Na elke
1.000 km of voorafgaand aan lange ritten het
volgende controleren en indien nodig bijvullen:
koelvloeistof;
remvloeistof;
ruitensproeiervloeistof;
stuurbekrachtigingsvloeistof;
bandenspanning en staat van de banden;
werking van verlichting (koplampen, richtingaanwij- zers, waarschuwingsknipperlichten, enz.);
werking van ruitenwissers/-sproeiers, stand en slij- tage van voor- en achterwisserbladen.
Na elke 3.000 km het motoroliepeil controleren en
indien nodig bijvullen.
315
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Gebruik van auto onder zware
omstandigheden
Als de auto hoofdzakelijk onder een van de volgende
omstandigheden wordt gebruikt:
trekken van aanhanger of caravan;
stoffige wegen;
herhaaldelijke korte ritten (minder dan 7-8 km) bijtemperaturen onder het vriespunt;
motor draait vaak stationair, rijden van lange afstan- den met lage snelheden of langere perioden zonder
gebruik. U dient de volgende inspecties vaker uit te voeren dan
is aangegeven in het onderhoudsschema:
remblokken vóór op conditie en slijtage contoleren;
controleren of sloten van motorkap en scharnieren
schoon en voldoende gesmeerd zijn;
visuele controle uitvoeren van conditie van: motor, versnellingsbak, pijpen en leidingen (uitlaat - brand-
stofsysteem - remmen) en rubberdelen (hoezen -
manchetten - bussen - enz.);
accustatus en het accuvloeistofniveau (elektrolyt) controleren;
visuele controle uitvoeren van de conditie van de hulpaandrijfriemen;
motorolie controleren en indien nodig verversen en oliefilter vervangen;
pollenfilter controleren en indien nodig vervangen;
luchtfilter controleren en indien nodig vervangen.
316
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Koudemiddel opvangen en recyclen
Het airconditioningsysteem van uw auto bevat R-134a,
een koudemiddel dat de ozonlaag niet aantast. De
fabrikant raadt u aan het onderhoud aan het aircondi-
tioningsysteem te laten uitvoeren door een erkende
dealerof een vakgarage die beschikt over de uitrusting
om het koudemiddel op te vangen en te laten recyclen.
OPMERKING: Gebruik uitsluitend vloeibare afdich-
tingsmiddelen voor aircosystemen, producten voor het
stoppen van lekken, afdichtingsconditioners, compres-
sorolie of koudemiddelen die goedgekeurd zijn door de
fabrikant.
AIRCOLUCHTFILTER
Raadpleeg het hoofdstuk "Onderhoudsschema" voor
de juiste onderhoudsintervallen.
Laat het onderhoud van uw auto over
aan een FIAT-dealer. Voor routine-
onderhoud en klein onderhoud dat u zelf
wilt uitvoeren, raden wij u aan om het juiste
gereedschap, originele reserveonderdelen van
FIAT en de vereiste vloeistoffen te gebruiken.Voer
geen onderhoud uit als u geen ervaring hebt .
WAARSCHUWING!
Het luchtfilter van het aircosysteem niet
v
erwijderen als de aanjager aanstaat ,
anders kan persoonlijk letsel het gevolg zijn.
Het luchtfilter van het aircosysteem bevindt zich in de
luchtinlaat achter het handschoenenkastje. Volg de
onderstaande stappen om het filter te vervangen:
1. Open het handschoenenkastje en neem alle voor- werpen eruit.
2. Druk het lipje aan weerszijden van het handschoe- nenkastje naar binnen en trek tegelijkertijd zachtjes
aan het klepje van het handschoenenkastje tot beide
lipjes vrijkomen en het klepje opengaat op het
instrumentenpaneel.(afb. 177)
3. Draai het handschoenenkastje omlaag.
4. Maak de twee houders los waarmee het filterdeksel aan de ventilatiebehuizing is bevestigd en verwijder
het deksel.(afb. 178)
5. Verwijder het luchtfilter van de airco door het recht uit de behuizing te trekken.
6. Installeer het luchtfilter van de airco met de pijl op het filter naar beneden wijzend. Bij het terugplaat-
sen van het filterdeksel zorgen dat het deksel goed
in de houders klikt en vast wordt gezet.
325
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Het luchtfilter van de airco is voorzien
van een pijl die de richting van de lucht-
stroom door het filter aangeeft . Als het
filter niet op de juiste wijze wordt geïnstalleerd,
moet het wellicht vaker worden vervangen.
7. Plaats het klepje van het handschoenenkastje weer terug. Zorg dat de scharnieren volledig op hun
plaats zitten als u het klepje omhoog doet. Anders
klikt het veerslot niet goed dicht.
SMEREN VAN CARROSSERIEDELEN
De sloten en alle scharnierpunten aan de carrosserie,
zoals de stoelrails, portierscharnieren en -rollers, kof-
ferdeksel, achterklep, schuifdeuren en motorkapschar-
nieren, moeten voor een stille en soepele werking en
bescherming tegen corrosie en slijtage regelmatig wor-
den gesmeerd met een vet op lithiumbasis. Voordat
carrosseriedelen worden gesmeerd, moeten de desbe-
treffende punten goed worden gereinigd. Verwijder na
het smeren overtollig vet of olie. Besteed vooral aan-
dacht aan de onderdelen voor vergrendeling van de
motorkap, om zeker te zijn van een correcte werking.
Als u werkzaamheden onder de motorkap verricht,
moet u de motorkapvergrendeling reinigen en indien
nodig smeren.
Smeer de buitenste portierslotcilinders twee keer per
jaar, bij voorkeur in het voorjaar en in het najaar. Breng
(afb. 177) Handschoenenkastje verwijderen(afb. 178)
Vervanging luchtfilter airconditioning
326
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
VLOEISTOFINHOUD
Metrisch
Brandstof (ongeveer)
Uitvoeringen met voorwielaandrijving 77,6 liter
Uitvoeringen met aandrijving op alle wielen 79,8 liter
Motorolie met filter
2,4-liter motor 4,3 liter
3,6-liter motor 5,6 liter
2,0-liter dieselmotor 5,2 liter
Motorkoelsysteem*
2,4-liter motor en airconditioning met één of twee klimaatzones 10,1 liter
2,4-liter motor en airconditioning met drie klimaatzones 11,0 liter
3,6L dieselmotor en airconditioning met één of twee klimaatzones 12,4 liter
3,6-liter motor en airconditioning met drie klimaatzones 13,7 liter
2,0-liter dieselmotor en airconditioning met één of twee klimaatzones 9,1 liter
2,0-liter dieselmotor en airconditioning met drie klimaatzones 9,9 liter
* Inclusief verwarming en koelvloeistofreservoir gevuld tot aan MAX-peil.
357
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
INHOUD
Aandrijving op alle wielen (AWD) . . . . . . . . . . . . . . .245
Aanhangergewicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .251
Aanhangwagen trekken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .248
Aansluiting voor randapparatuur . . . . . . . . . . . . . . . .103
Aanvullend veiligheidssysteem - Airbag . . . . . . . . . . . .207
ABS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .129, 130, 268
ABS-lampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .132
ABS, waarschuwingslampje . . . . . . . . . . . . .130, 132, 268
Accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .323
Accu, locatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .323
van afstandsbediening vervangen . . . . . . . . . . . . . .15
waarschuwing voor gassen . . . . . . . . . . . . . . . . .323
Achteraandrijfsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .338
Achteras (differentieel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .338
Achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .121
Achterlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .293
Achterlichten, onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .293
Achtermistlamp. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .268, 292
Achtermistlampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .268
Achterruitontdooier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .93
Achterruitverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .93
Achterruitvoorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .92
Achterruitwisser/-sproeier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .92
Achteruitrijlampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .293
Achteruitrijlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .293
Additieven, brandstof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .355
Afstandsbediening autoradio . . . . . . . . . . . . . . . . . .157
Afstellen, koplampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .88 Afvoeren,
antivries (motorkoelvloeistof ) . . . . . . . . . . . . . . .333
Airbag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .207, 215
Airbag, activering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .216
Airbaglampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . .213, 217, 220, 262
Airbag, raam (zijgordijn) . . . . . . . . . . . . . . .209, 212, 215
Airbag, zij- . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .209, 212, 214, 215
Airco, achterin. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .78
Airco achterin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .78
Airco, filter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .82, 325
Airco, koelmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .324, 325
Airco, onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .324
Aircosysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .77, 324
Airco, tips voor gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .83
Alarm (beveiliging) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17, 268
Alarminstallatie van het voertuig (beveiliging) . . . . . . . .17
Alarmknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .99
Alarmsysteem (beveiliging) . . . . . . . . . . . . . . . . . .17, 19
Alarmsysteem (diefstalbeveiliging) . . . . . . . . . . . .17, 268
Algemeen onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .320
Algemene informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13, 16, 147
Antiblokkeersysteem (ABS) . . . . . . . . . . . . . . . .129, 130
Antidiefstalalarm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
Antidiefstalsysteem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .268
Antivries (motorkoelvloeistof ) . . . . . . .331, 332, 333, 357
Antivries (motorkoelvloeistof ), afvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .333
Automatisch controlelampje Olie verversen . . . . . . . . .28
Automatische koplampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .84
Automatische portiervergrendelingen . . . . . . . . . . . .112
Automatische temperatuurregeling (ATC) . . . . . . . . . .77
364
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD