Page 121 of 384
OPMERKING:
Controleer na het activeren van het kinderslot altijd
of het portier niet van binnenuit kan worden geopend. Als u in een noodsituatie de auto moet verlaten terwijl het systeem is geactiveerd, trekt u de
vergrendelknop omhoog naar de ontgrendelde
stand, draait u de ruit omlaag en opent u het portier
via de portiergreep aan de buitenzijde. Het kinderslot uitschakelen
1. Open het achterportier.
2. Steek de punt van de noodsleutel (of een soortgelijk
voorwerp) in het kinderslot en draai het slot naar de
stand UNLOCK. (afb. 85)
3. Herhaal stappen 1 en 2 voor het andere achterpor- tier.
OPMERKING: Controleer na het uitschakelen van
het kinderslot altijd of het portier van binnenuit kan
worden geopend.
(afb. 85) Functie van kinderslot
115
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 122 of 384

KEYLESS ENTERNGO™
Het Passive Entry-systeem is een uitbreiding van het
afstandsbedieningsysteem van de auto en een functie
van Keyless EnterNGo™. Met deze functie kunt u
portieren van uw auto vergrendelen en ontgrendelen
zonder dat u op de vergrendel- en ontgrendelknoppen
van de afstandsbediening hoeft te drukken.
OPMERKING:
Passive Entry kan ON/OFF (aan/uit) worden gepro-grammeerd, raadpleeg "Uconnect Touch™ instellin-
gen" in "Uw auto" voor meer informatie.
Als u handschoenen draagt of als de portiergreep met Passive Entry is natgeregend, is het mogelijk dat
de vergrendeling minder gevoelig wordt en daardoor
langzamer reageert.
Als de auto wordt ontgrendeld met de afstandsbe- diening of Passive Entry en er binnen 60 seconden
geen portier wordt geopend, worden de portieren
weer vergrendeld en het alarmsysteem ingeschakeld. Ontgrendelen vanaf de bestuurderszijde:
Houd een geldige afstandsbediening met Passive Entry
binnen 1,5 m van de handgreep van het bestuur-
dersportier en pak deze handgreep vast om het be-
stuurdersportier automatisch te ontgrendelen. De ver-
grendelknop aan de binnenzijde van het portier komt
omhoog wanneer het portier wordt ontgrendeld.
(afb. 86)
(afb. 86)
Handgreep van het bestuurdersportier vastpakken
116
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 123 of 384

OPMERKING:Als "Unlock All Doors On 1st Press"
(alle portieren ontgrendelen met één druk op de ont-
grendelknop) is geprogrammeerd, worden alle portie-
ren ontgrendeld wanneer u de handgreep van het
bestuurdersportier vastpakt. Raadpleeg voor het kie-
zen tussen "Unlock Driver Door 1st Press" (ontgrendel
bestuurdersportier na één keer drukken) en "Unlock
All Doors 1st Press" (ontgrendel alle portieren na één
keer drukken), "Uconnect Touch™ instellingen" in
"Uw auto" voor meer informatie.
Ontgrendelen vanaf de passagierszijde:
Houd een bijbehorende afstandsbediening met Passive
Entry binnen 1,5 m van de handgreep van het voorste
passagiersportier en pak deze handgreep vast om alle
vier portieren en de achterklep automatisch te ont-
grendelen.
OPMERKING: Alle portieren en de achterklep wor-
den ontgrendeld wanneer de handgreep van het voor-
ste passagiersportier wordt vastgepakt, ongeacht de
gewenste ontgrendelinstelling van het bestuurderspor-
tier ("Unlock Driver Door 1st Press" (ontgrendel be-
stuurdersportier na één keer drukken) of "Unlock All
Doors 1st Press" (ontgrendel alle portieren na één
keer drukken). Achterklep openen
Houd een geldige afstandsbediening met Passive Entry
op minder dan 1 meter van de achterklep en vergrendel
of ontgrendel de auto door te drukken op de knop
linksonder van het profiel dat zich op de achterklep
onder de ruit bevindt. (afb. 87)
Voorkomen dat de afstandsbediening met Pas-
sive Entry per ongeluk in de auto wordt ingeslo-
ten
Om te voorkomen dat een afstandsbediening met
Passive Entry per ongeluk wordt ingesloten in de auto,
is het Passive Entry systeem uitgerust met een auto-
matische portierontgrendelingsfunctie, die in werking
(afb. 87)
Knop achterklep ontgrendelen/vergrendelen
117
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 124 of 384

treedt wanneer de contactschakelaar in de stand OFF
staat.
Als een van de autoportieren is geopend en de schake-
laar in het bekledingspaneel wordt bediend om de auto
af te sluiten, zal het voertuigsysteem na het sluiten van
alle portieren controleren of er binnen of buiten de
auto geldige afstandsbedieningen met Passive Entry
aanwezig zijn. Wanneer een van afstandsbedieningen
met Passive Entry wordt gedetecteerd binnen in de
auto en er geen andere geldige afstandsbedieningen
met Passive Entry worden gedetecteerd buiten de
auto, ontgrendelt het Passive Entry systeem automa-
tisch alle portieren en zal er drie keer een claxonsignaal
klinken (bij de derde poging worden ALLE portieren
vergrendeld en kan de afstandsbediening met Passive
Entry worden ingesloten in de auto).
Portieren vergrendelen
Aan de buitenzijde van de handgrepen op de voorpor-
tieren bevinden zich vergrendelknoppen. (afb. 88)
Houd een van de afstandsbedieningen met Passive
Entry binnen 1,5 m van de handgreep van het
bestuurders- of passagiersportier en druk op de knop
LOCK van de handgreep om alle vier portieren en de
achterklep te vergrendelen.OPMERKING:
Nadat u de vergrendelknop hebt ingedrukt, dient u
twee seconden te wachten voordat u de portieren
kunt vergrendelen of ontgrendelen met een Passive
Entry portierhandgreep. Op deze wijze kunt u door
aan de portiergreep te trekken controleren of de
auto is afgesloten, zonder dat de auto reageert en de
portieren ontgrendelt.
Het Passive Entry systeem werkt niet als de batterij van de afstandsbediening leeg is.
De portieren kunnen ook worden vergrendeld met de
toets vergrendelknop van de afstandsbediening of de
vergrendelknop aan de binnenzijde van de portieren.
(afb. 88) Vergrendelknop op de portierhandgreep aan de buitenzijde
118
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 125 of 384

RAMEN
ELEKTRISCH BEDIENDE RAMEN
Met de ruitbediening op het bekledingspaneel van het
bestuurdersportier kunt u alle portierruiten bedienen.
(afb. 89)
Op het bekledingspaneel van elk van de passagierspor-
tieren bevindt zich één raambedieningschakelaar waar-
mee het raam van de desbetreffende portier kan wor-
den geopend en gesloten. De ruitbediening werkt
alleen als de contactschakelaar in de stand ON/RUN of
ACC staat.
OPMERKING:Bij auto's die zijn uitgerust met
Uconnect Touch™ blijven de schakelaars van de elek-
trisch bediende ramen nog maximaal 10 minuten wer- ken nadat de contactschakelaar in de stand OFF is
gezet. Door het openen van een voorportier wordt
deze functie uitgeschakeld. Deze tijd kan worden ge-
programmeerd. Raadpleeg "Uconnect Touch™ instel-
lingen" in "Uw auto" voor meer informatie.
WAARSCHUWING!
Laat nooit kinderen in de auto achter
w
aarin zich de sleutelhouder bevindt .
Inzittenden, en vooral kinderen zonder toezicht ,
kunnen bekneld raken in de raamopeningen
wanneer ze de schakelaars voor elektrische
raambediening bedienen. Een dergelijke beknel-
ling kan ernstig of zelfs dodelijk letsel tot gevolg
hebben.
Ramen automatisch volledig openen
De elektrisch bediende ruit in het bestuurdersportier
heeft een automatische openingsfunctie. Druk de scha-
kelaar voorbij de eerste klikstand en laat deze los. De
ruit gaat automatisch helemaal omlaag.
Als u het raam slechts gedeeltelijk wilt openen, drukt u
de raamschakelaar in tot het eerste drukpunt en laat u
de schakelaar los wanneer u het raam wilt stoppen.
Als u tijdens het gebruik van de automatische ope-
ningsfunctie de ruit wilt stoppen voordat deze volledig
is geopend, trekt u de schakelaar kort omhoog.
(afb. 89) Schakelaars voor elektrische raambediening
119
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 126 of 384

Automatische sluitfunctie met klembeveiliging
(voor bepaalde uitvoering/landen)
Bij sommige modellen zijn de ramen van het
bestuurders- en passagiersportier voorzien van de
functie "Automatisch sluiten". Zet de raamschakelaar
naar de tweede klikstand, laat deze los, dan gaat het
raam automatisch dicht.
Als u tijdens het gebruik van de automatische sluitfunc-
tie het raam wilt stoppen voordat het volledig is geslo-
ten, duwt u de schakelaar kort omlaag.
Wanneer u het raam gedeeltelijk wilt sluiten, trekt u de
raamschakelaar naar de eerste klikstand en laat u de
schakelaar los wanneer u het raam wilt laten stoppen.
OPMERKING:
Als het raam tijdens het automatisch sluiten op eenobstakel stuit, wordt eerst de bewegingsrichting om-
gekeerd en schuift het raam volledig open. Verwijder
in dat geval het obstakel en trek nogmaals aan de
schakelaar om het raam te sluiten.
Tijdens het automatisch sluiten kunnen schokken vanwege een slecht wegdek de automatische omke-
ringsfunctie tijdens het sluiten onverwachts active-
ren. Als dat gebeurt, trekt u de schakelaar iets
omhoog tot aan het eerste drukpunt en houdt u de
schakelaar vast om het raam handmatig te sluiten.
WAARSCHUWING!
De obstakeldetectie wordt uitgescha-
k
eld wanneer het raam bijna gesloten is.
Om persoonlijk letsel te voorkomen moet u zor-
gen dat er zich geen armen, handen, vingers of
andere voorwerpen in het pad van het naar
boven draaiende raam bevinden voordat het
raam gesloten wordt . Bij een dergelijke beknel-
ling kan ernstig of dodelijk letsel ontstaan.
Resetten
Soms moet de functie "Automatisch omhoog/
Automatisch omlaag" opnieuw in werking worden ge-
steld. Daartoe volgt u de volgende stappen:
1. Trek de raambedieningschakelaar omhoog tot het raam volledig gesloten is en houd de schakelaar
vervolgens nog twee seconden langer vast.
2. Duw de raambedieningschakelaar helemaal omlaag tot het raam volledig geopend is en houd de scha-
kelaar vervolgens nog twee seconden langer vast.
Raamblokkeerschakelaar
Met de raamblokkeerschakelaar in het bekledings-
paneel van de bestuurdersportier kunt u de raambe-
diening van de achterportieren blokkeren. Als u de
ruitschakelaars wilt deactiveren, drukt u kort op de
ruitblokkeerschakelaar om deze in de stand Omlaag te
zetten. Als u de ruitschakelaars wilt activeren, drukt u
120
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 127 of 384

nogmaals kort op de ruitblokkeerschakelaar om deze
in de stand Omhoog te zetten. (afb. 90)
WINDGERUIS
Windgeruis kan worden beschreven als het gevoel van
druk op de oren, vergelijkbaar met het geluid van een
helikopter. U ervaart dit windgeruis mogelijk wanneer
de ramen zijn geopend of wanneer het zonnedak (voor
bepaalde uitvoeringen/landen) geheel of gedeeltelijk is
geopend. Dit is een normaal verschijnsel, dat tot een
minimum kan worden beperkt. Als u last heeft van
windgeruis bij geopende achterramen, open dan ook
de voorramen om het effect te verminderen. Wanneer
sprake is van windgeruis bij geopend zonnedak, verstel
dan de zonnedakopening of open een raam om het
effect tot een minimum te beperken.ACHTERKLEP
De achterklep kan met de afstandsbediening, Keyless
EnterNGo™ (Passive Entry) of door het activeren
van de vergrendelknop op het bekledingspaneel van de
voorportieren worden ontgrendeld of vergrendeld.
Raadpleeg voor meer informatie over Keyless Enter-N-
Go™ (Passive Entry) de paragraaf "Keyless Enter-N-
Go™" in het hoofdstuk "Starten en rijden".
OPMERKING:
De achterklep kan niet worden ont-
grendeld of vergrendeld met de handmatige portierver-
grendeling op de panelen in de portieren of met het
cilinderslot aan bestuurderszijde.
Om de ontgrendelde achterklep te openen drukt u op
de hendel en trekt de achterklep naar u toe. De
pneumatische stangen gaan omhoog en houden de
achterklep in de open stand. (afb. 91)
OPMERKING: De gasdruk in deze steunen daalt
echter bij koud weer en dan moet u mogelijk ook zelf
iets ondersteunen bij het openen van de achterklep.(afb. 90) Raamblokkeerschakelaar
121
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 128 of 384

WAARSCHUWING!
W
anneer u met een geopende achter-
klep rijdt , kunnen giftige uitlaatgassen
in de auto belanden. Deze dampen kunnen scha-
delijk zijn voor u en uw passagiers. Rijd alleen
met gesloten achterklep.
Wanneer u toch met open achterklep moet
rijden, zorg dan dat alle ramen gesloten zijn en
dat de aanjager van de airco op de hoogste stand
staat . Schakel de recirculatiestand niet in. LAADRUIMTE
OPLAADBARE ZAKLAMP (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
De oplaadbare LED-zaklamp wordt in de oplader links
achter in het bekledingspaneel opgeborgen. Druk kort
op de inkeping aan de zijkant van de zaklamp om deze
uit de oplader te nemen.
(afb. 92)
Om de zaklamp te gebruiken, moet u de schakelaar één
keer indrukken voor veel licht, twee keer voor minder
licht en drie keer om deze uit te schakelen. (afb. 93)
OPMERKING: Zorg dat u de zaklamp terugzet in de
oplader als deze niet in gebruik is om te zorgen dat hij
altijd paraat is wanneer u deze nodig heeft.
(afb. 91) Achterklep ontgrendelen
(afb. 92) Oplaadbare zaklamp
122
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD