UW AUTO
INLEIDING
Gefeliciteerd met de keuze van uw nieuwe FIAT. U kunt
er zeker van zijn dat uw auto beschikt over alle karak-
teristieke FIAT-kenmerken: nauwkeurig vakmanschap,
exclusieve styling en hoogwaardige kwaliteit.
Voordat u met uw nieuwe auto gaat rijden, dient u deze
gebruikershandleiding en alle bijlagen aandachtig te le-
zen. Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met alle
bedieningselementen van de auto en besteed vooral
aandacht aan het remmen, sturen en schakelen. Leer
hoe uw auto zich gedraagt op verschillende soorten
wegen. U zult de auto beter onder de knie krijgen
naarmate u meer ervaring opdoet, maar zoals bij alle
nieuwe voertuigen is het raadzaam om voorzichtig te
beginnen. Houd u altijd aan de verkeersregels, onge-
acht waar u rijdt.
OPMERKING: Nadat u de gebruikershandlei-
ding hebt gelezen, moet deze worden bewaard
op een gemakkelijk te bereiken plaats in de
auto. Bij verkoop van de auto moet ook deze
handleiding worden overhandigd.
Als u de auto niet op de juiste wijze bedient, kunt u de
macht over het stuur verliezen of een aanrijding ver-
oorzaken. Wanneer u te snel rijdt met de auto of tijdens het
rijden onder invloed verkeert, kunt u de macht over
het stuur verliezen, een aanrijding veroorzaken, van de
weg afraken of over de kop slaan. Al deze situaties
kunnen leiden tot ernstig of zelfs dodelijk letsel. Ook
als de veiligheidsgordels niet worden gebruikt, is het
risico op (dodelijk) letsel voor de bestuurder en passa-
giers groter.
Om uw auto in optimale staat te houden, is het belang-
rijk dat u de auto na het verstrijken van de aanbevolen
intervallen bij een erkende dealer aanbiedt voor onder-
houd. Deze beschikt over gekwalificeerde medewer-
kers, het juiste speciale gereedschap en de vereiste
uitrusting om alle onderhoudstaken uit te voeren.
Zowel de fabrikant als de dealers willen dat u volkomen
tevreden bent over uw auto. Wanneer een probleem
met betrekking tot het onderhoud of de garantie niet
naar uw volle tevredenheid is opgelost, kunt u dit altijd
bespreken met het management van uw dealer.
Uw erkende dealer zal u graag helpen bij alle vragen
over uw auto.
1
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
3. Het gedeelte met instelbare indicatoren onder desnelheidsmeter.
In het hoofdscherm worden normaal gesproken het
hoofdmenu of de schermen van een gekozen functie uit
het hoofdmenu weergegeven. Het hoofdscherm toont
ook ongeveer 60 mogelijke waarschuwings- of informa-
tieberichten. Deze berichten zijn onderverdeeld in ver-
schillende categorieën:
Opgeslagen berichten met vijf-seconden-weergaveZodra ze van toepassing zijn, worden deze berichten
gedurende vijf seconden in het hoofdscherm weerge-
geven, waarna opnieuw het vorige scherm wordt ge-
toond. De meeste berichten van dit type worden
vervolgens opgeslagen (zolang de oorzaak waardoor ze
zijn geactiveerd blijft bestaan) en kunnen opnieuw
worden bekeken via de optie "Messages" (berichten) in
het hoofdmenu. Zolang een opgeslagen bericht aanwe-
zig is, wordt de letter "i" getoond in de kompas-/
buitentemperatuurregel van het EVIC. Voorbeelden
van dit type bericht zijn "Right Front Turn Signal Lamp
Out" (rechter richtingaanwijzer vóór defect) en "Low
Tire Pressure" (bandenspanning laag).
Niet-opgeslagen berichten
Deze berichten worden weergegeven totdat de oor-
zaak waardoor het bericht is geactiveerd is verholpen.
Voorbeelden van dit type bericht zijn "Turn Signal On"
(richtingaanwijzer aan, als een richtingaanwijzer niet is uitgeschakeld) en "Lights On" (lampen aan, als de be-
stuurder uitstapt).
Niet-opgeslagen berichten tot RUN
Deze berichten worden weergegeven totdat de con-
tactschakelaar in de stand RUN wordt gezet. Een
voorbeeld van dit type bericht is "Press Brake Pedal"
(rempedaal intrappen) en "Push Button to Start" (druk
op startknop).
Niet-opgeslagen berichten met vijf-seconden-
weergave
Zodra ze van toepassing zijn, worden deze berichten
gedurende vijf seconden in het hoofdscherm weerge-
geven, waarna opnieuw het vorige scherm wordt ge-
toond. Voorbeelden dan dit type bericht zijn "Memory
System Unavailable - Not in Park" (geheugensysteem
niet beschikbaar - niet in stand PARK) en "Automatic
High Beams On" (automatisch grootlicht aan).
Het gedeelte met instelbare indicatoren bestaat uit
witte indicatoren aan de rechterzijde, oranje indicato-
ren in het midden en rode indicatoren aan de linker-
zijde.
Onder bepaalde voorwaarden geeft het EVIC de vol-
gende berichten weer:
Turn Signal On (richtingaanwijzer aan, met een on-
onderbroken geluidssignaal als de auto langer dan
1,6 km rijdt met ingeschakelde richtingaanwijzers)
23
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Modus (voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Druk op de schermtoets Mode (Modus) om dit scherm
te veranderen. In dit scherm kunt u een van de auto-
matische scherminstellingen selecteren. Om de status
van de modus te veranderen drukt u op de scherm-
toets Day (Dag), Night (Nacht) of Auto en laat deze
weer los. Druk vervolgens op de schermtoets met de
pijl naar links.
Taal
Druk op de schermtoets Language (Taal) om dit
scherm te veranderen. In dit scherm kunt u een van de
drie talen voor de schermweergave selecteren, met
inbegrip van de ritfuncties en het navigatiesysteem
(voor bepaalde uitvoeringen/landen). Druk op de toets
German (Duits), French (Frans), Spanish (Spaans), Ita-
lian (Italiaans), Dutch (Nederlands) of English (Engels)
om de gewenste taal te selecteren. Druk vervolgens op
de schermtoets met de pijl naar links. Alle verdere
informatie wordt getoond in de taal van uw keuze.
Eenheden
Druk op de schermtoets Units (Eenheden) om dit
scherm te veranderen. Wanneer u toegang hebt tot dit
scherm kunt u de eenheden van het EVIC, kilometer-
teller en het navigatiesysteem (voor bepaalde
uitvoeringen/landen) van Amerikaanse in metrische
eenheden veranderen en omgekeerd. Druk op US of
Metric (Metrisch); druk vervolgens op de schermtoetsmet de pijl naar links. Als u doorgaat wordt de geselec-
teerde eenheid weergegeven.
Reactie op spraakbediening
(voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Druk op de schermtoets Voice Response (Reactie op
spraakbediening) om dit scherm te veranderen. Wan-
neer u toegang tot dit scherm hebt, kunt u de instel-
lingen van Voice Response Length (Lengte voor reactie
op spraakbediening) wijzigen. Druk om de Voice Res-
ponse Length (Lengte voor reactie op spraakbediening)
te wijzigen op de schermtoets Brief (Kort) of Long
(Lang) en druk vervolgens op de schermtoets met de
pijl naar links.
Pieptonen aanraakscherm
Druk op de schermtoets Touch Screen Beep (Piepto-
nen aanraakscherm) om dit scherm te veranderen.
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt, kunt u
schermtoetstonen in- of uitschakelen. Druk, om het
geluid bij aanraking te veranderen, op de schermtoets
On (Aan) of Off (Uit). Druk daarna op de schermtoets
met de pijl naar links.
Clock (klok)
Tijd instellen
Druk op de schermtoets Set Time (Tijd instellen) om
dit scherm te veranderen. Wanneer u toegang tot dit
scherm hebt kunt u de weergegeven tijd veranderen.
33
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Set Language (Taal instellen)
(voor bepaalde uitvoeringen/landen)
In dit scherm kunt u een van de drie talen voor de
schermweergave selecteren, met inbegrip van de rit-
functies en het navigatiesysteem (voor bepaalde
uitvoeringen/landen). Druk op de toets German
(Duits), French (Frans), Spanish (Spaans), Italian (Itali-
aans), Dutch (Nederlands) of English (Engels) om de
gewenste taal te selecteren. Druk vervolgens op de
schermtoets met de pijl naar links. Alle verdere infor-
matie wordt getoond in de taal van uw keuze.
Units (maateenheden)
(voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Wanneer u toegang hebt tot dit scherm kunt u de
eenheden van het EVIC, kilometerteller en het naviga-
tiesysteem (voor bepaalde uitvoeringen/landen) van
Amerikaanse in metrische eenheden veranderen en
omgekeerd. Druk op US of Metric (Metrisch); druk
vervolgens op de schermtoets met de pijl naar links. Als
u doorgaat wordt de geselecteerde eenheid weergege-
ven.
Voice Response Length (lengte gesproken be-
richten) (voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt, kunt u de
instellingen van Voice Response Length (Lengte voor
reactie op spraakbediening) wijzigen. Druk om de
Voice Response Length (Lengte voor reactie op spraak-bediening) te wijzigen op de schermtoets Brief (Kort)
of Detailed (Uitgebreid) en druk vervolgens op de
schermtoets met de pijl naar links.
Touch Screen Beep (pieptonen aanraakscherm)
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt, kunt u
schermtoetstonen in- of uitschakelen. Druk, om het
geluid bij aanraking te veranderen, op de schermtoets
On (Aan) of Off (Uit). Druk daarna op de schermtoets
met de pijl naar links.
Navigation Turn-By-Turn in Cluster (Navigatie
van afslag naar afslag in instrumentengroep)
(voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Als deze functie is geselecteerd, worden exacte aanwij-
zingen op het scherm weergegeven wanneer de auto
een afslag in een geprogrammeerde route nadert.
Druk, om uw keuze te maken, op de schermtoets
Navigation Turn-By-Turn in Cluster (Turn-by-turn na-
vigatie in instrumentengroep), selecteer ON of OFF
(aan of uit) en druk vervolgens op de schermtoets met
de pijl naar links.
Clock (klok)
Sync Time with GPS (Tijd synchroniseren met
GPS) (voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt, kunt u de tijd
automatisch door de radio laten instellen. Druk, om de
42
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
De zitting omhoog of omlaag kantelen
De hoek van de zitting kan in vier richtingen worden
versteld. Trek de voorzijde van de stoelschakelaar om-
hoog of druk de achterzijde van de stoelschakelaar
omlaag om het voorste of achterste gedeelte van de
zitting in de richting van de schakelaar te verstellen.
Laat de schakelaar los zodra de gewenste stand is
bereikt.
WAARSCHUWING!
H
et verstellen van een stoel tijdens
het rijden kan gevaarlijk zijn. Het ver-
stellen van een stoel tijdens het rijden kan ertoe
leiden dat u de macht over het stuur verliest en
een aanrijding met ernstig of zelfs dodelijk letsel
veroorzaakt .
Het verstellen van de stoelen moet plaatsvin-
den voordat de veiligheidsgordels zijn vastge-
gespt en terwijl de auto is geparkeerd. Een slecht
afgestelde veiligheidsgordel kan ernstig of dode-
lijk letsel tot gevolg hebben.
Rijd nooit met de rugleuning zo schuin inge-
steld dat de schoudergordel niet meer tegen uw
borstkas rust . Tijdens een botsing bestaat het
gevaar dat u onder de veiligheidsgordel door
schuift , waardoor ernstig of zelfs dodelijk letsel
kan ontstaan.
Plaats geen voorwerpen onder een elek-
trisch verstelbare stoel en zorg dat deze
altijd vrij kan bewegen. Anders kan de
stoelbediening beschadigd raken. De stoel kan
niet vrij bewegen als deze wordt gehinderd door
obstakels.
ELEKTRISCHE LENDENSTEUN
(voor bepaalde uitvoeringen/landen)
De schakelaar voor de elektrisch verstelbare lenden-
steun bevindt zich aan de buitenzijde van de bestuur-
dersstoel. Druk de schakelaar naar voren om meer
lendensteun in te stellen. Druk de schakelaar naar
achteren om minder lendensteun in te stellen. Druk de
schakelaar omhoog of omlaag om de positie van de
lendensteun te verhogen of te verlagen. (afb. 16)
STOELVERWARMING
(voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Bij sommige modellen zijn de bestuurders- en voorpas-
sagiersstoel uitgerust met verwarmingselementen in
zowel de zittingen als de rugleuningen. De verwarm-
bare stoelen worden bediend m.b.v. het Uconnect
Touch™ systeem.
51
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
WAARSCHUWING!
H
et verstellen van een stoel tijdens
het rijden kan gevaarlijk zijn. Het ver-
stellen van een stoel tijdens het rijden kan ertoe
leiden dat u de macht over het stuur verliest en
een aanrijding met ernstig of zelfs dodelijk letsel
veroorzaakt .
Het verstellen van de stoelen moet plaatsvin-
den voordat de veiligheidsgordels zijn vastge-
gespt en terwijl de auto is geparkeerd. Een slecht
afgestelde veiligheidsgordel kan ernstig of dode-
lijk letsel tot gevolg hebben. RUGLEUNING VERSTELLEN
De regelhendel bevindt zich aan de buitenzijde van de
stoel. Leun, om de rugleuning te verstellen, licht naar
voren, trek de hendel omhoog, leun naar achteren tot
de gewenste stand is bereikt en laat de hendel los. Om
de rugleuning naar de normale stand terug te brengen
leunt u naar voren en licht de hendel omhoog. Laat de
hendel los wanneer de rugleuning zich in de stand
rechtop bevindt.
(afb. 20)
(afb. 19)
Handmatig verstelbare stoelen
(afb. 20) Hendel rugleuning
54
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
WAARSCHUWING!
Houd de gesp schoon en vrij van belem-
m
eringen en zorg dat de rugleuning ste-
vig is vergrendeld. Anders is de zitting niet vol-
doende stabiel voor kinderzitjes en/of de andere
inzittenden. Een instabiele zitting kan leiden tot
ernstig letsel.
Stadium Tip 'n Slide™ (Easy Entry/Exit Seat)
— uitvoeringen voor zeven passagiers
Met deze functie kunnen de passagiers van de derde
zitrij makkelijk in - en uitstappen aan beide zijden van
het voertuig.
Stoel van tweede zitrij naar voren bewegen
OPMERKING: Breng de rugleuning / armsteun om-
hoog voordat u de stoel volledig naar voren schuift.
Trek de hendel aan de bovenzijde bij het portier naar
voren. De zitting draait in een vloeiende beweging naar
boven en de stoel schuift over de rails naar voren.
(afb. 31) (afb. 32)
OPMERKING: Aan de voorkant van het bekledings-
paneel naast de portieropening bevindt zich een hand-
greep om het in- en uitstappen voor passagiers op de
derde zitrij te vereenvoudigen.
(afb. 31) Bedieningshendel Tip 'n Slide™(afb. 32)
Tip n Slide Seat™
63
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
SPIEGELS
BINNENSPIEGEL MET DAG/NACHTSTAND
Via een dubbel scharniersysteem kunt u de spiegel
horizontaal en verticaal verstellen. Stel de spiegel zo in
dat u door het midden van de achterruit kijkt.
U kunt hinderlijke weerspiegeling van koplampen ver-
minderen door het bedieningshendeltje onder de spie-
gel in de nachtstand te zetten (hendel naar de achter-
kant van de auto gekanteld). Stel de spiegel af terwijl
deze in de dagstand staat (naar de voorruit toe).
(afb. 36)BINNENSPIEGEL MET AUTOMATISCHE
DIMSTAND (voor bepaalde uitvoeringen/
landen)
Deze spiegel wordt automatisch aangepast aan hinder-
lijke weerspiegeling van de koplampen van achterlig-
gers. Deze functie is standaard ingeschakeld en wordt
alleen uitgeschakeld als het voertuig achteruit rijdt.
(afb. 37)
Om tijdens reinigen de spiegel niet te
beschadigen mag reinigingsvloeistof
nooit rechtstreeks op de spiegel worden
gespoten. Breng de vloeistof aan op een schone
doek en wrijf de spiegel daarmee schoon.
(afb. 36) Binnenspiegel verstellen
(afb. 37)Binnenspiegel met automatische dimstand
67
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD