Page 65 of 349

▷Knop aan de buitenzijde van de kofferklep
indrukken.▷Toets van de afstandsbediening
ca. één seconde ingedrukt hou‐
den.
Zo nodig worden de portieren tevens ont‐
grendeld. Openen met de afstandsbedie‐
ning, zie pagina 62.▷Toets in het opbergvak van het
bestuurdersportier indrukken.
Het openen wordt afgebroken:
▷Door opnieuw indrukken van de toets.▷Bij het starten van de motor.▷Als de auto zich in beweging zet.▷Door indrukken van de toets aan de bin‐
nenzijde van de kofferklep.
Sluiten
Zonder comforttoegang:
▷Toets aan de binnenzijde van de kofferklep
indrukken.
Kofferklep sluit automatisch.
Bij comforttoegang:
▷Toets, pijl 1, aan de binnenzijde van de kof‐
ferklep indrukken.▷Toets, pijl 2, indrukken.
De auto wordt vergrendeld zodra het kof‐
ferdeksel is gesloten. Hiervoor moet het
bestuurdersportier gesloten zijn en de af‐
standsbediening moet zich buiten het
voertuig binnen het bereik van het koffer‐
deksel bevinden.▷Toets van de afstandsbediening
ingedrukt houden.
Bij het loslaten van de toets stopt de be‐
weging.▷Blijven trekken aan de toets in het
opbergvak van het bestuurders‐
portier. Door de toets los te laten stopt de
beweging.
Voor deze functie moet de afstandsbedie‐
ning zich in het interieur bevinden.
Het kofferdeksel wordt gesloten.
Het sluiten wordt afgebroken:
▷Door opnieuw indrukken van de toets.▷Bij het starten van de motor.▷Bij abrupt wegrijden.
WAARSCHUWING
Bij de bediening van het kofferdeksel
kunnen lichaamsdelen worden ingeklemd. Er
bestaat kans op letsel. Bij het openen en slui‐
ten erop letten dat het bewegingsgebied van
het kofferdeksel vrij is.◀
Seite 65Openen en sluitenBediening65
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 66 of 349

Handmatige bediening
Bij een elektrisch defect het ontgrendelde kof‐
ferdeksel langzaam en zonder abrupte bewe‐
ging handmatig bedienen.
WAARSCHUWING
Bij de bediening van het kofferdeksel
kunnen lichaamsdelen worden ingeklemd. Er
bestaat kans op letsel. Bij het openen en slui‐
ten erop letten dat het bewegingsgebied van
het kofferdeksel vrij is.◀
Afzonderlijk blokkeren
Met de schakelaar in het dashboardkastje kan
de kofferklep afzonderlijk worden vergrendeld.
Wanneer het dashboardkastje vergrendeld is,
kan de kofferklep niet worden geopend.▷Kofferklep geblokkeerd,
pijl 1.▷Kofferklep ontgrendeld,
pijl 2.
Schakelaar in positie pijl 1 zetten. Zo is het kof‐
ferdeksel geblokkeerd en afgekoppeld van de
centrale vergrendeling.
Dat is handig als de auto door een parkeer‐
dienst geparkeerd wordt. Dan kan de afstands‐
bediening zonder de geïntegreerde sleutel
worden overhandigd.
Noodontgrendeling
Aan handgreep in de bagageruimte trekken.
Het kofferdeksel wordt ontgrendeld.
Comforttoegang
Opmerking
De afstandsbediening niet in de bagageruimte
leggen om mogelijk insluiten van de afstands‐
bediening te vermijden.
Principe Toegang tot de auto is zonder gebruik van de
afstandsbediening mogelijk.
Het volstaat de afstandsbediening bij zich te
dragen, bijv. in de broekzak.
De auto herkent automatisch de afstandsbe‐
diening in de nabijheid of in het interieur.
Comforttoegang ondersteunt de volgende
functies:▷Ontgrendelen/vergrendelen van de auto.▷Comfortsluiten.▷Kofferklep afzonderlijk openen/sluiten.▷Kofferklep zonder aanraking openen/slui‐
ten.▷Motor starten.
Voorwaarden voor een correcte
werking
▷Er zijn geen externe storingsbronnen in de
buurt.▷Voor het vergrendelen moet de afstands‐
bediening zich buiten de auto in de buurt
van de portieren bevinden.▷Het opnieuw ontgrendelen en vergrende‐
len is pas na ca. 2 seconden mogelijk.▷Starten van de motor is alleen mogelijk als
de afstandsbediening zich in de auto be‐
vindt.Seite 66BedieningOpenen en sluiten66
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 67 of 349

Ontgrendelen
Greep van een portier volledig omvatten, pijl.
Komt overeen met het indrukken van de toets
van de afstandsbediening.
Vergrendelen
Het bestuurdersportier moet gesloten zijn.
Het geribbelde vlak op de handgreep van een
gesloten autoportier, pijl, met de vinger ca.
1 seconde aanraken zonder de portiergreep
beet te pakken.
Komt overeen met het indrukken van de toets
van de afstandsbediening.
Comfortsluiten WAARSCHUWING
Bij het comfortsluiten kunnen lichaams‐
delen worden ingeklemd. Er bestaat kans op
letsel. Bij het comfortsluiten erop letten dat het
bewegingsgebied vrij is.◀
Het geribbelde vlak op de greep van een ge‐
sloten autoportier, pijl, met de vinger aanraken
en er op houden, zonder de portiergreep beet
te pakken.
Komt overeen met het ingedrukt houden van
de toets
van de afstandsbediening.
Naast het vergrendelen worden de ruiten en
het glazen dak gesloten en de buitenspiegel
ingeklapt.
Kofferdeksel afzonderlijk openenKnop aan de buitenzijde van de kofferklep in‐
drukken.
Komt overeen met het indrukken van de toets
van de afstandsbediening.
De toestand van de portieren verandert niet.
Kofferklep zonder aanraking openen
en sluiten
Principe
De bagageruimteklep kan bij meegevoerde af‐
standsbediening zonder aanraking worden ge‐
opend en gesloten. Twee sensoren herkennen
een naar voren gerichte voetbeweging midden
achter en het kofferdeksel gaat open of sluit.
Aanwijzingen WAARSCHUWING
Bij het contactloos bedienen kunnen on‐
derdelen van de auto worden geraakt, bijv. het
hete uitlaatsysteem. Er bestaat kans op letsel.
Bij de voetbeweging erop letten dat u stevig
staat en dat de auto niet wordt aangeraakt.◀
Seite 67Openen en sluitenBediening67
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 68 of 349

Als de afstandsbediening zich in het detectie‐
gebied van de sensoren bevindt, kan het kof‐
ferdeksel per ongeluk door een onbewuste of
vermeend herkende voetbeweging worden ge‐
opend of gesloten.
Het detectiegebied van de sensoren strekt
zich uit tot ca. 1,50 m achter de achterzijde van
de auto.
WAARSCHUWING
Bij de bediening van het kofferdeksel
kunnen lichaamsdelen worden ingeklemd. Er
bestaat kans op letsel. Bij het openen en slui‐
ten erop letten dat het bewegingsgebied van
het kofferdeksel vrij is.◀
ATTENTIE
Het kofferdeksel kantelt bij het openen
naar achteren en naar boven. Er bestaat gevaar
voor schade. Bij het openen en sluiten erop
letten dat het bewegingsgebied van het koffer‐
deksel vrij is.◀
Uit te voeren voetbeweging1.In het midden achter de auto staan, onge‐
veer een armlengte van de achterzijde van
de auto verwijderd.2.Een voet in rijrichting zo ver mogelijk onder
de auto bewegen en onmiddellijk opnieuw
terugtrekken. Bij deze beweging moet het
been door de bereiken van beide sensoren
gaan.
Het kofferdeksel gaat open, onafhankelijk van
het feit of het was vergrendeld of ontgrendeld.
Voor het openen gaat de waarschuwingsknip‐
perlichtinstallatie knipperen.
Om het kofferdeksel te sluiten, de voetbewe‐
ging opnieuw uitvoeren.
Voor het sluiten gaat de waarschuwingsknip‐
perlichtinstallatie knipperen en klinkt een
akoestisch signaal.
Het sluiten van de kofferklep heeft geen in‐
vloed op de vergrendeling van de auto. De af‐
standsbediening niet in de bagageruimte leg‐
gen om mogelijk insluiten van de
afstandsbediening te vermijden.
Door een nieuwe voetbeweging kan het sluiten
onderbroken worden.
Storing De herkenning van de afstandsbediening door
het voertuig kan o.a. door de volgende om‐
standigheden worden verstoord:▷De batterij van de afstandsbediening is
leeg. Batterij vervangen, zie pagina 55.▷Storing in de verbinding door zendmasten
of andere installaties met een hoog zend‐
vermogen.▷Afscherming van de afstandsbediening
door metalen objecten.▷Storing in de verbinding door mobiele tele‐
foons of andere elektrische toestellen in de
onmiddellijke omgeving.
Transporteer de afstandsbediening nooit sa‐
men met metalen voorwerpen of andere elek‐
trische apparatuur.
Bij een storing het voertuig met de toetsen van
de afstandsbediening of met de geïntegreerde
sleutel, zie pagina 63, ontgrendelen of ver‐
grendelen.
Instellingen
Algemeen De instellingen worden opgeslagen voor het
momenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Seite 68BedieningOpenen en sluiten68
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 69 of 349

Ontgrendelen
Portieren
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4. "Bestuurdersportier" of "Alle
portieren"5.Gewenste instelling selecteren:▷"Bestuurdersportier"
Alleen het bestuurdersportier en de
klep van de tankdop worden ontgren‐
deld. Bij het opnieuw indrukken wordt
de gehele auto ontgrendeld.▷"Alle portieren"
Gehele auto wordt ontgrendeld.
Kofferklep
Afhankelijk van de uitvoering en landuitvoering
wordt deze instelling mogelijk niet aangebo‐
den.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4. "Achterklep" of "Achterklep
en portier(en)"5.Gewenste instelling selecteren:▷"Achterklep"
Het kofferdeksel wordt geopend.▷"Achterklep en portier(en)"
Het kofferdeksel wordt geopend en de
portieren worden ontgrendeld.
Bevestigingssignalen van de auto
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4."Knipperen bij ver-/ontgrendelen"
Het ontgrendelen wordt bevestigd door
tweemaal knipperen, het vergrendelen
door eenmaal knipperen.
Automatisch vergrendelen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4.Gewenste instelling selecteren:▷"Automatisch vergrendelen"
Na een korte tijd wordt de auto auto‐
matisch vergrendeld als na het ont‐
grendelen geen portier wordt geopend.▷"Vergrendelen bij wegrijden"
Na het wegrijden wordt automatisch
vergrendeld.
Automatisch ontgrendelen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4."Na einde van de rit ontgrendelen"
Na het beëindigen van rijden-stand-by
door het indrukken van de start-stop-toets
wordt de vergrendelde auto automatisch
ontgrendeld.
Voorstoel-, spiegel- en
stuurwielinstelling oproepen
Bij het ontgrendelen van de auto worden de in
het bestuurdersprofiel opgeslagen standen
voor bestuurdersstoel, buitenspiegels en
stuurwiel automatisch opgeroepen.
Seite 69Openen en sluitenBediening69
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 70 of 349

WAARSCHUWING
Bij het bewegen van de stoelen bestaat
inklemgevaar. Er bestaat kans op letsel of
schade. Voor het instellen erop letten dat het
bewegingsgebied van de stoel vrij is.◀
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.4."Laatst opgeslagen stoelpositie"
Instelprocedure wordt afgebroken:
▷Door bedienen van een schakelaar van de
stoelinstelling.▷Door het drukken op een toets van het
stoel-, spiegel- of stuurkolomgeheugen.
Glazen dak automatisch sluiten
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4."Dak automatisch sluiten"
Als de auto met geopend glazen dak wordt
geparkeerd, wordt het glazen dak automa‐
tisch gesloten, zie pagina 76, als het be‐
gint te regenen.
Alarminstallatie
Principe
De alarminstallatie reageert bij een vergren‐
delde auto op:
▷Openen van een portier, de motorkap of de
kofferklep.▷Bewegingen in het interieur.▷Veranderen van de hellingshoek van de
auto, bijv. bij een poging van diefstal van de
wielen of bij het wegslepen.▷Onderbreking van de accuspanning.Onbevoegde handelingen signaleert de alarm‐
installatie kortstondig door:▷Akoestisch alarm.▷Inschakelen van de waarschuwingsknip‐
perlichtinstallatie.
In- en uitschakelen
Tegelijkertijd met het ontgrendelen en ver‐
grendelen van de auto via de afstandsbedie‐
ning of de comforttoegang wordt de alarmin‐
stallatie in- of uitgeschakeld.
Portierslot bij geactiveerde
alarminstallatie
De alarminstallatie gaat af bij het openen van
het portier, als via het portierslot wordt ont‐
grendeld.
Alarm beëindigen, zie pagina 71.
Kofferdeksel bij ingeschakelde
alarminstallatie
Het kofferdeksel kan ook bij geactiveerde
alarminstallatie worden geopend.
Met het sluiten van de kofferklep wordt deze
weer vergrendeld en bewaakt, mits de portie‐
ren vergrendeld zijn. De waarschuwingsknip‐
perlichtinstallatie knippert eenmaal.
Controlelampje op de binnenspiegel
▷Controlelampje knippert om de 2 secon‐
den:
De alarminstallatie is ingeschakeld.Seite 70BedieningOpenen en sluiten70
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 71 of 349

▷Het controlelampje knippert ca. 10 secon‐
den en gaat daarna elke 2 seconden flit‐
sen:
De interieurbeveiliging en hellingshoek‐
sensor zijn niet actief, omdat de portieren,
de motorkap of het kofferdeksel niet cor‐
rect gesloten zijn. Correct gesloten toe‐
gangen zijn geblokkeerd.
Wordt de nog geopende toegang gesloten,
dan worden de interieurbeveiliging en hel‐
lingshoeksensor ingeschakeld.▷Controlelampje dooft na het ontgrendelen:
Aan de auto zijn geen ongeoorloofde han‐
delingen uitgevoerd.▷Controlelampje blijft na het ontgrendelen
zo lang knipperen tot de rijden-stand-by
wordt ingeschakeld, maximaal echter ca.
5 minuten:
Alarm is geactiveerd.
Hellingshoeksensor
De hellingshoek van de auto wordt bewaakt.
De alarminstallatie reageert bijv. bij een poging
van diefstal van de wielen of bij het wegslepen.
InterieurbeveiligingVoor een optimale werking moeten ruiten en
glazen dak gesloten zijn.
Ongewild alarm vermijden
Hellingshoeksensor en interieurbeveiliging
kunnen samen worden uitgeschakeld, bijv. in
de volgende situaties:
▷In wasinstallatie of wasstraten.▷In stapelgarages.▷Bij het transport op autotreinen, op zee of
op een aanhangwagen.▷Bij dieren in de auto.Hellingshoeksensor en
interieurbeveiliging uitschakelen
Toets van de afstandsbediening binnen
10 seconden opnieuw indrukken, zodra
de auto vergrendeld is.
Controlelampje brandt ca. 2 seconden en gaat
daarna knipperen.
Hellingshoeksensor en interieurbeveiliging zijn
totdat de auto opnieuw wordt ont- en vergren‐
deld uitgeschakeld.
Alarm beëindigen▷Auto met de afstandsbediening ontgren‐
delen, eventueel door probleemherkenning
van de afstandsbediening, zie pagina 55.▷Bij comforttoegang: bij aanwezige af‐
standsbediening portierhandgreep van het
bestuurders- of passagiersportier volledig
omvatten.
Ruitbediening
Opmerking WAARSCHUWING
Kinderen of dieren die zonder toezicht in
de auto worden achtergelaten kunnen de auto
in beweging zetten en zichzelf of het verkeer in
gevaar brengen, bijv. door de volgende hande‐
lingen:
▷Indrukken van de start/stop-knop.▷Parkeerrem vrijzetten.▷Portieren of ruiten openen en sluiten.▷Keuzehendelstand N inschakelen.▷Uitrustingen van de auto bedienen.
Er bestaat gevaar voor ongevallen of kans op
letsel. Kinderen of dieren niet zonder toezicht
in de auto laten. Bij het verlaten van de auto de
afstandsbediening meenemen en de auto ver‐
grendelen.◀
Seite 71Openen en sluitenBediening71
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 72 of 349

Openen
▷Schakelaar tot het drukpunt drukken.
De ruit gaat open zolang de schake‐
laar ingedrukt wordt gehouden.▷Schakelaar door het drukpunt heen
drukken.
De ruit opent automatisch. Opnieuw in‐
drukken van de schakelaar stopt de bewe‐
ging.
Zie ook: Comfortopenen, zie pagina 61, via de
afstandsbediening.
Sluiten WAARSCHUWING
Bij de bediening van de ruiten kunnen li‐
chaamsdelen of voorwerpen worden inge‐
klemd. Er bestaat kans op letsel of schade. Bij
het openen en sluiten erop letten dat het be‐
wegingsgebied van de ruiten vrij is.◀
▷Schakelaar tot het drukpunt drukken.
De ruit sluit zolang de schakelaar
wordt vastgehouden.▷Schakelaar door het drukpunt heen
drukken.
De ruit sluit automatisch. Opnieuw trekken
stopt de beweging.
Zie ook: Comfortsluiten, zie pagina 62, via de
afstandsbediening.
Zie ook: sluiten via de comforttoegang, zie pa‐
gina 66.
Inklembeveiliging
WAARSCHUWING
Bij de bediening van de ruiten kunnen li‐
chaamsdelen of voorwerpen worden inge‐
klemd. Er bestaat kans op letsel of schade. Bij
het openen en sluiten erop letten dat het be‐
wegingsgebied van de ruiten vrij is.◀
WAARSCHUWING
Accessoires op de ruiten, bijv. antennes,
kunnen de inklembeveiliging nadelig beïnvloe‐
den. Er bestaat kans op letsel. Geen accessoi‐
res in het bewegingsgebied van de ruiten be‐
vestigen.◀
Overtreft de sluitkracht bij het sluiten van een
ruit een bepaalde waarde, dan wordt het slui‐
ten onderbroken.
De ruit gaat weer iets open.
Sluiten zonder inklembeveiliging WAARSCHUWING
Bij de bediening van de ruiten kunnen li‐
chaamsdelen of voorwerpen worden inge‐
klemd. Er bestaat kans op letsel of schade. Bij
het openen en sluiten erop letten dat het be‐
wegingsgebied van de ruiten vrij is.◀
Bij gevaar van buitenaf of wanneer ijsvorming
normaal sluiten verhindert, als volgt te werk
gaan:1.Schakelaar tot door het drukpunt heen
drukken en houden.
De inklembeveiliging wordt beperkt en de
ruit opent een klein beetje als de sluit‐
kracht een bepaalde waarde overschrijdt.2.Schakelaar binnen ca. 4 seconden op‐
nieuw door het drukpunt heen drukken en
houden.
De ruit sluit zonder inklembeveiliging.Seite 72BedieningOpenen en sluiten72
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15