Page 57 of 349

Display
Opbouw
Het display is ingedeeld in de bovenste status‐
balk het informatiegedeelte en de onderste
statusbalk.
In de bovenste statusbalk wordt de volgende
informatie afgebeeld:▷ Auto beveiligd.
Auto onbeveiligd.
▷Tijdsinstelling in de auto.▷ Laadtoestand van de batterij in de af‐
standsbediening.
In het informatiegedeelte kan de informatie
worden opgeroepen en kunnen de extra func‐
ties worden ingeschakeld.
In de onderste statusbalk wordt afgebeeld of
de afstandsbediening zich in ontvangstbereik,
zie pagina 56, bevindt.
▷"Verbonden": afstandsbediening bevindt
zich in het ontvangstbereik.▷"Geactual.": afstandsbediening bevindt
zich buiten het ontvangstbereik. Er wordt
aangegeven wanneer de laatste gegevens‐
overdracht met de auto heeft plaatsgevon‐
den.
Bediening
Als het informatiegedeelte meer dan één pa‐
gina omvat, dan worden onder de informatie
pagina-indicatoren afgebeeld.
De indicator voor de actuele zijde is in‐
gevuld.
Met de vinger naar rechts of links vegen om
van de ene pagina naar de andere te gaan.
Als op een pagina meer informatie kan worden
opgeroepen, het betreffende symbool aantip‐
pen.
Het pijlsymbool onder het display aantip‐
pen om naar de bovenliggende pagina terug te
keren.
Display uit-/inschakelen
Om ontladen van de accu te voorkomen wordt
de schermweergave na korte tijd automatisch
uitgeschakeld.
Om de schermweergave handmatig uit te
schakelen moet u de toets aan de linkerzijde
van de afstandsbediening indrukken. Over‐
zicht, zie pagina 56.
Schermweergave activeren:1.Toets aan de linkerzijde van de afstands‐
bediening indrukken.2.Met de vinger van onder naar boven vegen
om de beeldschermblokkering op te hef‐
fen.
Om de gebruiksduur van de accu te verhogen
kan het display volledig worden uitgeschakeld.
1.Toets aan de linkerzijde van de afstands‐
bediening langer dan 4 seconden inge‐
drukt houden.2."OK" aantippen.
Om het display in te schakelen, toets aan de
linkerzijde van de afstandsbediening indruk‐
ken.
Bedieningsprincipe
Afhankelijk van de uitrusting zijn er maximaal
vijf startmenu's, waarmee naar de submenu's
kan worden gegaan.
Het volgende overzicht toont, via welke start‐
menu's de informatie en functies bereikbaar
zijn.
Seite 57Openen en sluitenBediening57
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 58 of 349

MenuInformatie/functie"Info
veiligheid" /
Status van de portieren
Status van de alarminstalla‐
tie
Na activering van het alarm:
datum, tijd en reden voor de
activering van het alarm
Status van de ruiten
Status van het glazen dak"Info auto"Onderhoudsintervalmelding
van de Condition Based
Service CBS, zie pa‐
gina 303
Status van de parkeerlich‐
ten"Info
actieradius"Actieradius met de beschik‐
bare brandstof"Instelling
klimaat"Met interieurvoorverwar‐
ming: interieurvoorverwar‐
ming bedienen, zie pa‐
gina 227.
Zonder interieurvoorver‐
warming: Interieurvoorven‐
tilatie bedienen, zie pa‐
gina 227."Afstandsbest.
parker."Op afstand bediend in-/
uitparkeren, zie pagina 210
Batterij van de afstandsbediening
laden
Als de laadtoestand van de batterij van de af‐
standsbediening minder wordt, wordt het dis‐
play automatisch uitgeschakeld. De batterij
moet geladen worden voordat het display weer
kan worden ingeschakeld. De werking van de
standaardtoetsen blijft zo lang intakt, totdat de
batterij geheel leeg is.
Om de batterij van de afstandsbediening te la‐
den:▷Afstandsbediening met de vergrendeltoets
omhoog in de uitsparing van de Wireless
Charging-houder onder de middenarm‐
steun plaatsen.▷Afstandsbediening via de micro-USB‐aan‐
sluiting aan de linkerzijde op een USB‐aan‐
sluiting aansluiten.
Bestuurdersprofielen
Principe In de bestuurdersprofielen kunnen individuele
instellingen van meerdere bestuurders worden
opgeslagen en op een later tijdstip weer wor‐
den opgeroepen.
Algemeen
Er zijn drie bestuurdersprofielen beschikbaar
waarin persoonlijke instellingen voor de auto
worden opgeslagen. Aan iedere afstandsbe‐
diening is één van deze bestuurdersprofielen
toegewezen.
Als de auto met een afstandsbediening wordt
ontgrendeld, wordt het bijbehorende bestuur‐
dersprofiel geactiveerd. Alle in het bestuurder‐
sprofiel opgeslagen instellingen worden auto‐
matisch uitgevoerd.
Als meerdere bestuurders ieder een eigen af‐
standsbediening hebben, past de auto zich bij
het ontgrendelen aan de persoonlijke instellin‐
gen aan. Deze instellingen worden ook her‐
steld als de auto tussendoor door een persoon
Seite 58BedieningOpenen en sluiten58
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 59 of 349

werd gebruikt met een andere afstandsbedie‐
ning.
Wijzigingen aan de instellingen worden auto‐
matisch opgeslagen in het op dat moment ge‐
bruikte bestuurdersprofiel.
Als via iDrive een ander bestuurdersprofiel
wordt geselecteerd, worden de daarin opge‐
slagen instellingen automatisch uitgevoerd.
Het nieuwe bestuurdersprofiel wordt toegewe‐
zen aan de momenteel gebruikte afstandsbe‐
diening.
Bovendien is er een gastprofiel beschikbaar
dat niet aan een afstandsbediening wordt toe‐
gekend: "Gewoon gaan rijden (gast)". Dit kan
worden gebruikt om instellingen aan de auto te
kunnen uitvoeren zonder de persoonlijke be‐
stuurdersprofielen te wijzigen.
Momenteel gebruikt
bestuurdersprofiel
Na het inschakelen van het Control Display
verschijnt de naam van het momenteel ge‐
bruikte bestuurdersprofiel.
Er kan direct naar het profielbeheer, zie pa‐
gina 59, worden gesprongen, bijv. om het ei‐
gen bestuurdersprofiel te selecteren. Hiermee
kunnen de persoonlijke instellingen voor de
auto worden opgeroepen als de auto niet met
de eigen sleutel is ontgrendeld.1."Best.profiel wisselen"2.Bestuurdersprofiel selecteren, zie pa‐
gina 59.
Zodra de motor is gestart of een willekeurige
toets wordt ingedrukt, verschijnt op het Con‐
trol Display de laatst geselecteerde weergave.
Om het welkomstscherm via iDrive te beëindi‐
gen:
"OK"
Instellingen
De instellingen van de volgende systemen en
functies worden opgeslagen in het momenteel
gebruikte bestuurdersprofiel. De omvang van
de instellingen die worden opgeslagen is af‐
hankelijk van land en uitvoering.▷Ontgrendelen en vergrendelen.▷Licht.▷Klimaatregeling.▷Radio.▷Instrumentenpaneel.▷Voorkeuzetoetsen.▷Volume, klank.▷Control Display.▷Navigatie.▷Tv.▷Park Distance Control PDC.▷Achteruitrijcamera.▷Panorama View.▷Head-Up Display.▷Rijbelevingsschakelaar.▷Stoelpositie, spiegelpositie, stuurwiel‐
stand.▷Snelheidsregeling.▷Intelligent Safety.▷Night Vision.
Profielbeheer
Bestuurdersprofiel selecteren Ongeacht de momenteel gebruikte afstands‐bediening kan een ander bestuurdersprofiel
worden opgeroepen.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.4."OK"▷De in het opgeroepen bestuurdersprofiel
opgeslagen instellingen worden automa‐
tisch uitgevoerd.Seite 59Openen en sluitenBediening59
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 60 of 349

▷Het opgeroepen bestuurdersprofiel wordt
toegewezen aan de momenteel gebruikte
afstandsbediening.▷Als het bestuurdersprofiel reeds aan een
andere afstandsbediening is toegewezen,
geldt dit bestuurdersprofiel voor beide af‐
standsbedieningen. Een onderscheiding
van de instellingen voor de beide afstands‐
bedieningen is niet meer mogelijk.
Gastprofiel
Met het gastprofiel kunnen individuele instel‐
lingen worden uitgevoerd die in geen van de
drie persoonlijke bestuurdersprofielen zijn op‐
geslagen.
Dit kan nuttig zijn bij tijdelijk gebruik van de
auto door bestuurders zonder eigen bestuur‐
dersprofiel.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3."Gewoon gaan rijden (gast)"4."OK"
De naam van het gastprofiel kan niet worden
gewijzigd. Het wordt niet toegewezen aan de
momenteel gebruikte afstandsbediening.
Bestuurdersprofiel hernoemen Om te voorkomen dat de bestuurdersprofielen
worden verwisseld, kan aan het momenteel gebruikte bestuurdersprofiel een persoonlijke
naam worden gegeven.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"
De naam van het met dit symbool ge‐
markeerde bestuurdersprofiel kan worden
gewijzigd.
3.Bestuurdersprofiel selecteren.4."Naam bestuurdersprofiel wijzigen"5.Profielnaam invoeren.6. Symbool selecteren.
Bestuurdersprofiel terugzetten
De instellingen van het actieve bestuurder‐
sprofiel worden op de fabrieksinstellingen te‐
ruggezet.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"
Het met dit symbool gemarkeerde be‐
stuurdersprofiel kan worden teruggezet.
3.Bestuurdersprofiel selecteren.4."Bestuurdersprofiel terugzetten"
Bestuurdersprofiel exporteren
De meeste instellingen van het momenteel ge‐
bruikte bestuurdersprofiel kunnen worden ge‐
exporteerd.
Dit kan handig zijn bij de opslag en het herstel
van persoonlijke instellingen, bijv. voor een
verblijf in de werkplaats. De opgeslagen be‐
stuurdersprofielen kunnen worden meegeno‐
men naar een andere auto.
Voor de het exporteren bestaan de volgende
mogelijkheden:
▷Via ConnectedDrive.▷Via een USB-aansluiting, zie pagina 239,
naar een USB-opslagapparaat.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"
Het met dit symbool gemarkeerde be‐
stuurdersprofiel kan worden geëxporteerd.
3.Bestuurdersprofiel selecteren.4."Bestuurdersprofiel exporteren"5.▷USB-opslagapparaat: "USB apparaat"
Evt. USB-opslagapparaat selecteren.▷ConnectedDrive.Seite 60BedieningOpenen en sluiten60
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 61 of 349

Bestuurdersprofiel importerenBestaande instellingen van het momenteel ge‐
bruikte bestuurdersprofiel worden overschre‐
ven met de instellingen van het geïmporteerde
bestuurdersprofiel.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"
Het met dit symbool gemarkeerde be‐
stuurdersprofiel kan worden overschreven.
3.Bestuurdersprofiel selecteren.4."Bestuurdersprofiel importeren"5.Medium selecteren waarmee het bestuur‐
dersprofiel is geëxporteerd.▷USB-opslagapparaat: "USB apparaat"
Evt. USB-opslagapparaat selecteren.▷ConnectedDrive.6.Bestuurdersprofiel selecteren.
Met de afstandsbediening
Aanwijzingen WAARSCHUWING
Personen of huisdieren in de auto kun‐
nen de portieren van binnenuit vergrendelen en zichzelf insluiten. De auto kan dan niet van
buitenaf worden geopend. Er bestaat kans op
letsel. Afstandsbediening meenemen, zodat de
auto van buitenaf kan worden geopend.◀
Ontgrendelen Toets van de afstandsbediening in‐
drukken.
Afhankelijk van de instellingen, zie pagina 68,
worden de volgende toegangen ontgrendeld:
▷Het bestuurdersportier en de tankdopklep.▷Alle portieren, de kofferklep en de tank‐
dopklep.Daarnaast worden de volgende functies uitge‐
voerd:▷De in het bestuurdersprofiel, zie pagina 58,
opgeslagen instellingen worden uitge‐
voerd.▷De interieurverlichting wordt ingeschakeld,
als deze niet handmatig uitgeschakeld
werd. Interieurverlichting handmatig in- en
uitschakelen, zie pagina 140.▷De begroetingsverlichting wordt ingescha‐
keld; als het donker is worden tevens de
portierbuitenhandgreepverlichting en het
Welcome Light Carpet ingeschakeld. Deze
functies moeten in de instelling, zie pa‐
gina 136, worden geactiveerd.
Afstandsbedieningstoets opnieuw indruk‐
ken, om Welcome Light Carpet bij reeds
ontgrendelde auto in te schakelen.▷De via comfortsluiten ingeklapte buiten‐
spiegels worden uitgeklapt.▷Het achterste schuifpaneel wordt in de
stand gebracht waarin dit zich vóór het
ontgrendelen bevond.▷De installatie voor diefstalbeveiliging wordt
uitgeschakeld.▷De alarminstallatie, zie pagina 70, wordt
uitgeschakeld.
Na het openen van het bestuurdersportier is
de auto gebruiksklaar, zie pagina 18.
Comfortopenen Toets afstandsbediening na ontgren‐delen ingedrukt houden.
De ruiten en het glazen dak worden geopend
zolang de toets op de afstandsbediening wordt
ingedrukt.
Vergrendelen WAARSCHUWING
Bij sommige landuitvoeringen is het ont‐
grendelen van binnenuit alleen mogelijk met
speciale kennis.
Seite 61Openen en sluitenBediening61
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 62 of 349

Als personen een langere tijd in de auto moe‐
ten doorbrengen en daarbij aan overmatige
warmte of koude worden blootgesteld, bestaat
er kans op letsel of levensgevaar. De auto niet
van buitenaf vergrendelen als zich daarin per‐
sonen bevinden.◀
Het bestuurdersportier moet gesloten zijn. Toets van de afstandsbediening indruk‐
ken.▷Alle portieren, de bagageruimteklep en de
tankdopklep worden vergrendeld.▷Het achterste schuifpaneel wordt gesloten.▷De installatie voor diefstalbeveiliging wordt
ingeschakeld. Deze voorkomt, dat de por‐
tieren via de vergrendelingsknoppen of de
portieropener ontgrendeld kunnen worden.▷De alarminstallatie, zie pagina 70, wordt
ingeschakeld.
Comfortsluiten
Toets afstandsbediening na vergrende‐
ling ingedrukt houden.
De ruiten en het glazen dak worden gesloten
zolang de toets op de afstandsbediening wordt
ingedrukt.
De buitenspiegel worden ingeklapt.
Bij ingeschakelde waarschuwingsknipperlicht
worden de buitenspiegels niet ingeklapt.
WAARSCHUWING
Bij het comfortsluiten kunnen lichaams‐
delen worden ingeklemd. Er bestaat kans op
letsel. Bij het comfortsluiten erop letten dat het
bewegingsgebied vrij is.◀
Buitenverlichting inschakelen Toets van de afstandsbediening bij ver‐
grendelde auto indrukken.
▷De interieurverlichting wordt ingeschakeld,
als deze niet handmatig uitgeschakeldwerd. Interieurverlichting handmatig in- en
uitschakelen, zie pagina 140.▷Als het donker is worden de portierbuiten‐
handgreepverlichting en het Welcome
Light Carpet ingeschakeld, als deze func‐
ties geactiveerd zijn. Instellingen, zie pa‐
gina 68.
Wordt de toets binnen 10 seconden na het
vergrendelen opnieuw ingedrukt, dan worden
de interieurbeveiliging en hellingshoeksensor
van de alarminstallatie, zie pagina 71, uitge‐
schakeld. Na het vergrendelen 10 seconden
wachten, alvorens de toets opnieuw in te druk‐
ken.
Kofferklep openen en sluiten ATTENTIE
Het kofferdeksel kantelt bij het openen
naar achteren en naar boven. Er bestaat gevaar
voor schade. Bij het openen en sluiten erop
letten dat het bewegingsgebied van het koffer‐
deksel vrij is.◀
Toets van de afstandsbediening ca.
één seconde ingedrukt houden.
Het kofferdeksel opent zich, ongeacht of de
auto vergrendeld of ontgrendeld was.
De afstandsbediening niet in de bagageruimte
leggen om mogelijk insluiten van de afstands‐
bediening te vermijden.
De geopende bagageruimteklep wordt geslo‐
ten, zolang de toets van de afstandsbediening
wordt ingedrukt.
Afhankelijk van de uitvoering en landuitvoering
kan ingesteld worden of ook de portieren ont‐
grendeld worden. Instellingen uitvoeren, zie
pagina 68.
Als de portieren niet ontgrendeld werden,
wordt de kofferklep weer vergrendeld zodra
deze gesloten wordt.
Seite 62BedieningOpenen en sluiten62
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 63 of 349

Thuiskomverlichting inschakelenToets van de afstandsbediening in‐
drukken.
De duur kan op het Control Display worden in‐
gesteld.
Storing
De herkenning van de afstandsbediening door
het voertuig kan o.a. door de volgende om‐
standigheden worden verstoord:▷De batterij van de afstandsbediening is
leeg. Batterij vervangen, zie pagina 55.▷Storing in de verbinding door zendmasten
of andere installaties met een hoog zend‐
vermogen.▷Afscherming van de afstandsbediening
door metalen objecten.▷Storing in de verbinding door mobiele tele‐
foons of andere elektrische toestellen in de
onmiddellijke omgeving.
Transporteer de afstandsbediening nooit sa‐
men met metalen voorwerpen of andere elek‐
trische apparatuur.
In geval van storing kan het voertuig ook zon‐
der afstandsbediening, zie pagina 63, van
buitenaf worden ont- c.q. vergrendeld.
Zonder afstandsbediening
Van buitenaf WAARSCHUWING
Bij sommige landuitvoeringen is het ont‐
grendelen van binnenuit alleen mogelijk met
speciale kennis.
Als personen een langere tijd in de auto moe‐
ten doorbrengen en daarbij aan overmatige
warmte of koude worden blootgesteld, bestaat
er kans op letsel of levensgevaar. De auto niet
van buitenaf vergrendelen als zich daarin per‐
sonen bevinden.◀
ATTENTIE
Het portierslot is vast met het portier ver‐
bonden. De portierhandgreep kan worden be‐
wogen. Als bij aangebrachte geïntegreerde
sleutel aan de portierhandgreep word getrok‐
ken, kan de lak of de sleutel worden bescha‐
digd. Er bestaat gevaar voor schade. Alvorens
aan de portierhandgreep aan de buitenzijde te
trekken, de geïntegreerde sleutel verwijde‐
ren.◀1.Met één hand de portierhandgreep naar
buiten trekken en vasthouden.2.Een vinger van de andere hand vanaf de
achterzijde onder de afdekkap steken, de
hier voelbare ontgrendeling naar buiten
drukken en de afdekkap verwijderen.Seite 63Openen en sluitenBediening63
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 64 of 349

3.Portierslot met de geïntegreerde sleutel,
zie pagina 54, ontgrendelen of vergrende‐
len.
In dit geval moeten de andere portieren van
binnenuit worden ont- of vergrendeld.
Alarminstallatie
De alarminstallatie wordt niet geactiveerd wan‐
neer de auto met de geïntegreerde sleutel
wordt vergrendeld.
De alarminstallatie gaat af bij het openen van
het portier, als via het portierslot wordt ont‐
grendeld.
Om dit alarm te beëindigen, de auto met de af‐
standsbediening ontgrendelen, eventueel door
noodherkenning van de afstandsbediening, zie
pagina 55.
Van binnenuit
Ontgrendelen en vergrendelen
Met de toetsen voor de centrale vergrendeling.
▷Door op de toets te drukken,
wordt de auto ontgrendeld.▷Door op de toets te drukken,
wordt de auto bij gesloten voor‐
portieren vergrendeld.
Bij het vergrendelen wordt de auto niet be‐
veiligd tegen diefstal.
De klep van de tankdop blijft ontgrendeld.
Bij een ernstig ongeval wordt de auto automa‐
tisch ontgrendeld. Waarschuwingsknipper‐
lichtinstallatie en interieurverlichting worden
ingeschakeld.
Ontgrendelen en openen
▷Toets voor de centrale vergrende‐
ling indrukken om alle portieren
tegelijk te ontgrendelen en vervolgens aan
de portieropener boven de armsteun trek‐
ken.
Portieren
Soft Close Automatic Voor het sluiten de portieren licht aandrukken.
Het sluiten geschiedt automatisch.
WAARSCHUWING
Bij de bediening van de portieren kunnen
lichaamsdelen worden ingeklemd. Er bestaat
kans op letsel. Bij het openen en sluiten erop
letten dat het bewegingsgebied van de portie‐
ren vrij is.◀
Kofferklep Opmerking
De afstandsbediening niet in de bagageruimte
leggen om mogelijk insluiten van de afstands‐
bediening te vermijden.
Openen
Het kofferdeksel kantelt bij het openen naar
achteren en naar boven. Erop letten dat vol‐
doende ruimte aanwezig is.
Seite 64BedieningOpenen en sluiten64
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15