Page 233 of 349

InterieuruitrustingUitrusting van de auto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Geïntegreerde universele
afstandsbediening
PrincipeMet de geïntegreerde universele afstandsbe‐
diening kunnen maximaal 3 functies van op af‐
stand bestuurbare installaties, bijv. garage‐
poortaandrijvingen of verlichtingssystemen,
bediend worden. De geïntegreerde universele
afstandsbediening vervangt daarbij maximaal 3
verschillende handzenders. Voor de bediening
moeten de toetsen op de binnenspiegel met
de gewenste functies geprogrammeerd wor‐
den. Voor het programmeren is de handzender
van de betreffende installatie nodig.
Voor verkoop van de auto voor de veiligheid de
opgeslagen functies wissen.
Opmerking WAARSCHUWING
Bij de bediening van radiografisch be‐
diende installaties met de geïntegreerde uni‐
versele afstandsbediening, bijv. een garage‐
poort, kunnen lichaamsdelen worden
ingeklemd. Er bestaat kans op letsel of schade.
Bij het programmeren en bedienen erop letten
dat het bewegingsgebied van de betreffendeinstallatie vrij is. Ook de veiligheidsvoorschrif‐
ten voor de handzender in acht nemen.◀
Compatibiliteit Bij afbeelding van het symbool op de
verpakking of in de handleiding van de
te bedienen installatie is deze normaal
gesproken compatibel met de geïntegreerde
universele afstandsbediening.
Een lijst met compatibele handzenders is be‐
schikbaar op internet: www.homelink.com.
HomeLink is een geregistreerd handelsmerk
van Gentex Corporation.
Bedieningselementen op de
binnenspiegel▷Toetsen, pijl 1▷LED, pijl 2.▷Handzender, pijl 3, is nodig voor de pro‐
grammering.
Programmeren
Algemeen
1.Gereedheid inschakelen.2.Eerste ingebruikneming:
De rechter- en de linkertoets op de binnen‐
spiegel tegelijkertijd ca. 10 seconden lang
ingedrukt houden, totdat de LED in de bin‐
nenspiegel snel groen gaat knipperen. AlleSeite 233InterieuruitrustingBediening233
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 234 of 349

programmeringen van de toetsen op de
binnenspiegel worden gewist.3.De te programmeren toets op de binnen‐
spiegel indrukken. De LED knippert oranje.4.De handzender van de te bedienen installa‐
tie op een afstand van ca. 2 tot 8 cm bij de
toetsen op de binnenspiegel houden. De
noodzakelijke afstand is afhankelijk van de
handzender.5.De toets van de gewenste functie op de
handzender ingedrukt houden. De LED op
de binnenspiegel knippert eerst langzaam
oranje.6.Zodra de LED sneller groen knippert of
brandt, de toets loslaten. Groen branden
geeft aan, dat de toets op de binnenspiegel
is geprogrammeerd. Sneller groen knippe‐
ren geeft aan, dat het een draadloos wis‐
selcodesysteem betreft.
Knippert de LED na uiterlijk 60 seconden
niet sneller, de afstand tussen binnenspie‐
gel en handzender veranderen en de stap
herhalen. Evt. zijn meerdere pogingen met
verschillende afstanden nodig. Tussen de
pogingen minimaal 15 seconden wachten.7.Voor het programmeren van verdere func‐
ties op andere toetsen de stappen 3 t/m 5
herhalen.
De installaties kunnen met de toetsen op de
binnenspiegel bediend worden.
Bijzonderheid bij wisselcode-
radiosystemen
Als de installatie na herhaald programmeren
niet bediend kan worden, controleer dan of de
te bedienen installatie met een wisselcode-
systeem is uitgerust.
Daarvoor de handleiding van de installatie na‐
lezen of de geprogrammeerde toets op de bin‐
nenspiegel langer indrukken. Als de LED op de
binnenspiegel eerst snel knippert en dan 2 se‐
conden constant brandt, is de installatie met
een wisselcode-systeem uitgerust. Het knip‐
peren en branden van de LED wordt ca. 20 se‐
conden lang herhaald.
Bij installaties met een wisselcode-systeem
moeten de geïntegreerde universele afstands‐
bediening en de installatie aanvullend gesyn‐
chroniseerd worden.
Informatie over het synchroniseren doorlezen
in de handleiding van de in te stellen installatie.
De synchronisatie wordt vergemakkelijk door
de hulp van een tweede persoon.
Geïntegreerde universele afstandsbediening
met systeem synchroniseren:1.Auto binnen de actieradius van de op af‐
stand bestuurbare installatie parkeren.2.De overeenkomstige toets op de binnen‐
spiegel zoals beschreven programmeren.3.Toets voor het synchroniseren op de in te
stellen installatie richten en indrukken. Er is
ca. 30 seconden tijd voor de volgende
stap.4.De geprogrammeerde toets op de binnen‐
spiegel ca. 3 seconden lang ingedrukt hou‐
den en dan loslaten. Deze werkstap herha‐
len, evt. tot drie keer toe, om het
synchroniseren te voltooien. Bij voltooid
synchroniseren wordt de geprogram‐
meerde functie uitgevoerd.
Afzonderlijke toetsen opnieuw
programmeren
1.Gereedheid inschakelen.2.De te programmeren toets op de binnen‐
spiegel ingedrukt houden.3.Zodra de LED op de binnenspiegel lang‐
zaam knippert, de handzender van de te
bedienen installatie op een afstand van ca.
2 tot 8 cm bij de toetsen op de binnenspie‐
gel houden. De noodzakelijke afstand is af‐
hankelijk van de handzender.Seite 234BedieningInterieuruitrusting234
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 235 of 349

4.De toets van de gewenste functie op de
handzender indrukken en eveneens inge‐
drukt houden.5.Zodra de LED op de binnenspiegel sneller
knippert of brandt, beide toetsen loslaten.
Het snellere knipperen of braden geeft aan,
dat de toets op de binnenspiegel gepro‐
grammeerd werd. Vervolgens kan de in‐
stallatie met de toets op de binnenspiegel
bediend worden.
Knippert de LED na uiterlijk 60 seconden
niet sneller, de afstand veranderen en de
handeling herhalen. Evt. zijn meerdere po‐
gingen met verschillende afstanden nodig.
Tussen de pogingen minimaal 15 secon‐
den wachten.
Bediening
WAARSCHUWING
Bij de bediening van radiografisch be‐
diende installaties met de geïntegreerde uni‐ versele afstandsbediening, bijv. een garage‐
poort, kunnen lichaamsdelen worden
ingeklemd. Er bestaat kans op letsel of schade.
Bij het programmeren en bedienen erop letten
dat het bewegingsgebied van de betreffende
installatie vrij is. Ook de veiligheidsvoorschrif‐
ten voor de handzender in acht nemen.◀
De installatie, bijv. de garagepoort, kan bij in‐
geschakelde rijden-stand-by of gereedheid
met de toets op de binnenspiegel bediend
worden. Daarvoor binnen het ontvangstbereik
van de installatie de toets zolang ingedrukt
houden, tot de functie wordt geactiveerd. De
LED op de binnenspiegel brandt constant tij‐
dens de overdracht van het radiosignaal.
Opgeslagen functies wissen
De rechter- en de linkertoets op de binnen‐
spiegel tegelijkertijd ca. 10 seconden lang in‐
gedrukt houden, totdat de LED snel groen gaat
knipperen. Alle opgeslagen functies worden gewist. De functies kunnen niet afzonderlijk
worden gewist.
Zonneklep
Bescherming tegen verblinding Zonneklep naar beneden of naar boven klap‐
pen.
Make-upspiegel Een make-upspiegel bevindt zich in de zonne‐
klep achter een afdekking. De spiegelverlich‐
ting springt automatisch aan bij het openen
van de afdekking.
Asbak Voorin
Openen1.De afdekking naar voren schuiven tot hij
achter de bekerhouders vergrendelt. De af‐
dekking nogmaals naar voren schuiven tot
hij achter het opbergvak vergrendelt.2.Het deksel naar boven klappen.Seite 235InterieuruitrustingBediening235
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 236 of 349

Legen
De asbak aan de zijkant vastpakken en lostrek‐
ken.
Achterin
Openen
Op het deksel drukken, pijl.
Legen
De asbak aan de zijkant vastpakken, pijlen, en
verwijderen.
Aansteker
Aanwijzingen WAARSCHUWING
Het aanraken van het hete verwarmings‐
element of de hete fitting van de aansteker kan
verbrandingen veroorzaken. Ontvlambare ma‐
terialen kunnen ontbranden als de aansteker
valt of tegen overeenkomstige voorwerpen
wordt gehouden. Er bestaat brandgevaar en
kans op letsel. Aansteker aan de greep vast‐
pakken. Afstandsbediening bij het verlaten van
de auto meenemen, zodat bijv. kinderen de
aansteker niet kunnen gebruiken en zich kun‐
nen branden.◀
ATTENTIE
Als metalen voorwerpen in de contact‐
doos kunnen vallen, kunnen deze kortsluiting
veroorzaken. Er bestaat gevaar voor schade.
Na gebruik van de contactdoos de aansteker of
de contactdoosafdekking weer aanbrengen.◀
Middenconsole voorin
De aansteker bevindt zich tussen de beker‐
houders.
Seite 236BedieningInterieuruitrusting236
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 237 of 349

Middenconsole achterin
Zonder console achterin
De afdekking openen. De aansteker bevindt
zich aan de rechterzijde.
De afdekking opnieuw aantippen om te sluiten.
Met console achterin
De afdekking naar achteren schuiven. De aan‐
steker bevindt zich tussen de bekerhouders.
Bediening Aansteker indrukken.
Zodra de aansteker terugspringt
kan hij worden uitgenomen.
Aansluiting van elektrische
apparaten
Aanwijzingen ATTENTIE
Bij acculaders voor de voertuigaccu kun‐
nen hoge spanningen en stromen optreden,
waardoor het 12V-boordnet overbelast of be‐
schadigd kan raken. Er bestaat gevaar voor
schade. Acculaders voor de voertuigaccu al‐
leen op de starthulp-aanklempunten in de mo‐
torruimte aansluiten.◀
ATTENTIE
Als metalen voorwerpen in de contact‐
doos kunnen vallen, kunnen deze kortsluiting
veroorzaken. Er bestaat gevaar voor schade.
Na gebruik van de contactdoos de aansteker of
de contactdoosafdekking weer aanbrengen.◀
Contactdozen
Algemeen
De aanstekeringang kan bij ingeschakelde ge‐
reedheid of rijden-stand-by als contactdoos
voor elektrische apparaten worden gebruikt.
Opmerking Het totale vermogen van alle contactdozen
mag 140 watt bij 12 volt niet overschrijden.
Fitting niet met ongeschikte stekker beschadi‐
gen.Seite 237InterieuruitrustingBediening237
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 238 of 349
Middenconsole voorin1.De afdekking naar voren schuiven tot hij
achter de bekerhouders vergrendelt.2.Afdekking of aansteker verwijderen.
Middenconsole achterin
Zonder console achterin
De afdekking openen. Afdekking of aansteker
verwijderen.
De afdekking opnieuw aantippen om te sluiten.
Met console achterin
De afdekking naar achteren schuiven. De con‐
tactdoos bevindt zich tussen de bekerhouders.
Middenarmsteun voorin
Afdekking verwijderen. Met console achterin:
middenarmsteun achter
Een contactdoos bevindt zich in het opbergvak
in de middenarmsteun, pijl.
Seite 238BedieningInterieuruitrusting238
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 239 of 349
In de bagageruimte
Afdekking openklappen.
USB-aansluiting Algemeen
Aanwijzingen voor het aansluiten van mobiele
apparatuur op de USB-aansluiting in het
hoofdstuk USB-verbindingen, zie pagina 42, in
acht nemen.
In de middenarmsteun
De USB-aansluiting bevindt zich in de midden‐
armsteun.
In de middenconsole
De USB-aansluiting bevindt zich in de midden‐
console.
Doorlaadsysteem Algemeen
Het doorlaadsysteem maakt het transport van
langere voorwerpen, bijv. ski's, mogelijk.
Doorlaadopening openen zonder
comfortstoelen
1.Middenarmsteun omlaagklappen.2.Klep verwijderen.Seite 239InterieuruitrustingBediening239
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 240 of 349

3.Handgreep naar beneden trekken, pijl 1, en
paneel naar voren klappen, pijl 2.
Doorlaadopening openen met
comfortstoelen
1.Bij uitrusting zonder console achterin: mid‐
denarmsteun omlaagklappen.2.Bij uitrusting met console achterin: afdek‐
king naar boven schuiven tot hij vergren‐
delt.3.Aan de lus trekken.Klaptafeltje achterin
Algemeen
In de middenarmsteun van de console achterin
bevindt zich een klaptafel.
Opmerking WAARSCHUWING
Een uitgeklapte klaptafel steekt uit in het
interieur en kan bij een ongeval, rem- of uit‐
wijkmanoeuvre lichamelijk letsel veroorzaken.
Voorwerpen op de tafel kunnen tijdens het rij‐
den door het interieur worden geslingerd. Er
bestaat kans op letsel. Klaptafels tijdens het
rijden niet uitklappen en niet gebruiken.◀
Klaptafel uitklappen1.Middenarmsteun openen, zie pagina 245.2.De klaptafel achter vasthouden en naar vo‐
ren uit de middenarmsteun trekken.3.De klaptafel omlaagklappen.
Voor het inklappen van de klaptafel in omge‐
keerde volgorde te werk gaan.
Seite 240BedieningInterieuruitrusting240
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15