Page 17 of 349

Ruststand, gereedheid en rijden-stand-byUitrusting van de autoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Algemeen Afhankelijk van de situatie bevindt de auto zich
in een van deze drie toestanden:▷Ruststand.▷Gereedheid.▷Rijden-stand-by.
Ruststand
Principe In de ruststand is de auto uitgeschakeld. Alle
stroomverbruikers zijn gedeactiveerd.
Algemeen
Voor het openen van buitenaf en na het verla‐
ten en vergrendelen bevindt de auto zich in de
ruststand.
Aanwijzingen WAARSCHUWING
Een onbeveiligde auto kan vanzelf in be‐
weging komen en wegrollen. Er bestaat gevaar
voor ongevallen. De auto voor het verlaten te‐
gen wegrollen beveiligen.
Om ervoor te zorgen dat de auto tegen wegrol‐
len beveiligd is, het volgende in acht nemen:▷Parkeerrem bedienen.▷Op hellingen de voorwielen in de richting
van de stoeprand draaien.▷Op hellingen de auto extra beveiligen, bijv.
met een wielkeg.◀
WAARSCHUWING
Kinderen of dieren die zonder toezicht in
de auto worden achtergelaten kunnen de auto
in beweging zetten en zichzelf of het verkeer in
gevaar brengen, bijv. door de volgende hande‐
lingen:
▷Indrukken van de start/stop-knop.▷Parkeerrem vrijzetten.▷Portieren of ruiten openen en sluiten.▷Keuzehendelstand N inschakelen.▷Uitrustingen van de auto bedienen.
Er bestaat gevaar voor ongevallen of kans op
letsel. Kinderen of dieren niet zonder toezicht
in de auto laten. Bij het verlaten van de auto de
afstandsbediening meenemen en de auto ver‐
grendelen.◀
Ruststand automatisch De ruststand wordt onder de volgende voor‐
waarden automatisch ingesteld:
▷Na enkele minuten als er geen bediening
van de auto plaatsvindt.▷Bij lage laadtoestand van de accu.▷Als een van de voorportieren wordt ge‐
opend, afhankelijk van de instelling via
iDrive,.
Tijdens een telefoongesprek wordt de rust‐
stand niet automatisch ingesteld.
Seite 17Ruststand, gereedheid en rijden-stand-byOverzicht17
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 18 of 349

Ruststand bij het openen van de
voorportieren instellen
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4."Auto na openen portier uitsch."
Ruststand handmatig
Ruststand in de auto na einde van de rit instel‐
len:
Toets ingedrukt houden tot de
weergave OFF op het instru‐
mentenpaneel dooft.
Gereedheid
Principe Bij ingeschakelde gereedheid kunnen de
meeste functies worden bediend terwijl de
auto stilstaat. De gewenste instellingen kun‐
nen worden uitgevoerd.
Algemeen Na het openen via de voorportieren bevindt de
auto zich in de gereedheid.
Weergave
Op het instrumentenpaneel ver‐
schijnt OFF. De aandrijving is
uitgeschakeld en de gereedheid
ingeschakeld.
Rijden-stand-by Principe
Het activeren van rijden-stand-by komt over‐ een met het starten van de motor.
AanwijzingenSommige functies, zoals de DSC, kunnen al‐leen bij ingeschakelde rijden-stand-by worden
bediend. Verdere aanwijzingen m.b.t. rijden-
stand-by, zie pagina 102, in acht nemen.
Rijden-stand-by inschakelen Rijden-stand-by wordt inge‐
schakeld via de start-stop-toets:1.Rempedaal intrappen.2.Start/stop-knop indrukken.
Weergave
Op het instrumentenpaneel ver‐
schijnt READY.
Rijden-stand-by uitschakelen
Om rijden-stand-by uit te schakelen de start-
stop-toets indrukken. De auto gaat naar de ge‐
reedheid.
Seite 18OverzichtRuststand, gereedheid en rijden-stand-by18
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 19 of 349

iDriveUitrusting van de auto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Principe iDrive omvat de functies van een groot aantal
schakelaars. Deze functies kunnen via de con‐
troller en het touchscreen worden bediend.
Opmerking WAARSCHUWING
De bediening van geïntegreerde informa‐
tiesystemen en communicatieapparatuur tij‐
dens het rijden kan de aandacht van het ver‐
keer afleiden. U kunt de controle over de auto
verliezen. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
De systemen en apparatuur alleen bedienen
als de verkeerssituatie het toelaat. Zo nodig
stoppen en de systemen resp. apparatuur bij
stilstaande auto bedienen.◀Bedieningselementen
Overzicht1Control Display met touchscreen2Controller met toetsen en touchpad
Control Display
Aanwijzingen
▷Voor het reinigen van het Control Display
onderhoudsaanwijzingen, zie pagina 320,
in acht nemen.▷Geen voorwerpen in het gebied voor het
Control Display neerleggen, het Control
Display kan anders worden beschadigd.▷Wanneer het Control Display wordt bloot‐
gesteld aan zeer hoge temperaturen, bijv.
door intensieve zonnestralen, kan de hel‐
derheid verminderen of kan het Control
Display volledig worden uitgeschakeld. Bij
verlaging van de temperatuur, bijv. door
schaduw of airconditioning, worden de
normale functies weer hersteld.
Inschakelen
1.Gereedheid inschakelen.2.Controller indrukken.
Uitschakelen
1. Toets indrukken.
Seite 19iDriveOverzicht19
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 20 of 349
2."Controledisplay uitschakelen"
Controller
Algemeen
Met de toetsen kunnen menu's rechtstreeks
worden opgeroepen. Met de Controller kunnen
menupunten worden geselecteerd en instellin‐
gen worden gewijzigd.
Met de touchpad van de controller, zie pa‐
gina 24, kunnen een aantal functies van
iDrive worden bediend.
▷Draaien.▷Indrukken.▷Kantelen in vier richtingen.
Toetsen op Controller
ToetsFunctieEenmaal indrukken: hoofdmenu op‐
roepen.Tweemaal indrukken: laatst gebruikte
menu's oproepen.Menu Communicatie oproepen.Menu Media/Radio oproepen.Bestemmingsinvoermenu van de na‐
vigatie oproepen.Kaart van de navigatie oproepen.Vorig beeldvenster oproepen.Menu Opties oproepen.
Bediening via controller
Hoofdmenu oproepen Toets indrukken.
Seite 20OverzichtiDrive20
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 21 of 349

Het hoofdmenu wordt weergegeven.
Alle functies van iDrive kunnen in het hoofd‐
menu worden opgeroepen.
Menupunt selecteren
Menupunten die op de voorgrond staan kun‐
nen worden geselecteerd.
1.Controller draaien tot het gewenste menu‐
punt gemarkeerd is.2.Controller indrukken.
Menupunten in de handleiding
In deze handleiding worden de menupunten
die kunnen worden geselecteerd weergegeven
tussen aanhalingstekens bijv.
"Systeeminstellingen".
Omschakelen tussen beeldvensters Na het selecteren van een menupunt, bijv.
"Systeeminstellingen", wordt een nieuw
beeldvenster weergegeven.
▷Controller naar links kantelen.
Actueel beeldvenster wordt gesloten en
vorig beeldvenster weergegeven.▷ Toets indrukken.
Het vorige beeldvenster wordt opnieuw
geopend.▷Controller naar rechts kantelen.
Een nieuwe beeldvenster wordt geopend.
Witte pijlen naar links of rechts wijzen erop dat
nog andere beeldvensters kunnen worden op‐
geroepen.
Laatst gebruikte menu's oproepen
De laatst gebruikte menu's kunnen worden
weergegeven.
Toets tweemaal indrukken.
Menu Opties oproepen Toets indrukken.
Het menu "Opties" wordt weergegeven.
Het menu Opties bestaat uit verschillende ge‐
bieden:
▷Scherminstellingen, bijv. "Splitscreen".Seite 21iDriveOverzicht21
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 22 of 349

▷Bedieningsmogelijkheden voor het gese‐
lecteerde hoofdmenu, bijv. voor "Media/
Radio".▷Evt. andere bedieningsmogelijkheden voor
het geselecteerde menu, bijv. "Zender
opslaan".
Instellingen uitvoeren
1.Een veld selecteren.2.Controller draaien tot de gewenste instel‐
ling wordt weergegeven.3.Controller indrukken.
Functies activeren/deactiveren
Enkele menupunten worden voorafgegaan
door een selectievakje. Dit vakje geeft aan of
de functie geactiveerd of gedeactiveerd is.
Door selecteren van het menupunt wordt de
functie geactiveerd of gedeactiveerd.
Functie is geactiveerd.
Functie is gedeactiveerd.
Letters en cijfers invoeren
Algemeen
Letters en cijfers kunnen via de controller of
het touchscreen worden ingevoerd.
De weergave van het toetsenbord verandert daarbij automatisch.
Invoeren
1.Controller draaien: letters of cijfers selecte‐
ren.2. : invoer bevestigen.SymboolFunctie Controller indrukken: letter of cijfer
wissen. Controller ingedrukt houden: alle
letters en cijfers wissen.
Omschakelen tussen hoofdletters en
kleine letters, cijfers en tekens
Afhankelijk van het menu kan tussen de invoer
van hoofdletters en kleine letters, cijfers en te‐
kens worden gewisseld.
SymboolFunctie Letters invoeren. Cijfers invoeren. of
Omschakelen tussen hoofd‐
letters en kleine letters.
Invoervergelijking
Bij het invoeren van namen en adressen wordt
de selectie met elke ingevoerde letter stapsge‐
wijs ingeperkt en evt. aangevuld.
De ingevoerde gegevens worden permanent
vergeleken met de gegevens die in de auto zijn
opgeslagen.
▷Er worden bij de invoer alleen letters aan‐
geboden waarvoor gegevens beschikbaar
zijn.▷Bestemming zoeken: plaatsnamen kunnen
in alle in iDrive beschikbare talen worden
ingevoerd.
Alfabetische lijsten bedienen
Bij alfabetische lijsten met meer dan 30 ver‐
meldingen kunnen de letters waarvoor een
vermelding aanwezig is, aan de linkerkant wor‐
den weergegeven.
1.Controller snel naar links of rechts draaien.Seite 22OverzichtiDrive22
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 23 of 349

Aan de linkerkant worden alle letters weer‐
gegeven, waarvoor een vermelding aanwe‐
zig is.2.Beginletters van de gewenste vermelding
selecteren.
De eerste vermelding van de geselec‐
teerde letter wordt weergegeven.
Bediening via touchscreen
Algemeen
Het Control Display is met een touchscreen
uitgerust.
Touchscreen met de vingers aanraken. Geen
voorwerpen gebruiken.
Hoofdmenu oproepen
Symbool aantippen.
Alle functies van iDrive kunnen in het hoofd‐
menu worden opgeroepen.
Menupunt selecteren
Gewenst menupunt aantippen.
Menupunten in de handleiding In deze handleiding worden de menupunten
die kunnen worden geselecteerd weergegeven
tussen aanhalingstekens bijv.
"Systeeminstellingen".
Omschakelen tussen beeldvensters Na het selecteren van een menupunt wordt
een nieuw beeldvenster weergegeven.
Witte pijl geeft aan dat er meer beeldvensters
kunnen worden opgeroepen.
▷Naar links vegen.▷Symbool aantippen.
Een nieuwe beeldvenster wordt geopend.
Laatst gebruikte menu's oproepen
Symbool tweemaal aantippen.
Instellingen uitvoeren
Instellingen zoals de volumes kunnen via het
touchscreen uitgevoerd worden.
▷Naar rechts of links vegen tot de gewenste
instelling wordt weergegeven.▷ Symbool aantippen.Seite 23iDriveOverzicht23
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 24 of 349

Functies activeren/deactiveren
Enkele menupunten worden voorafgegaan
door een selectievakje. Dit vakje geeft aan of
de functie geactiveerd of gedeactiveerd is.
Door selecteren van het menupunt wordt de
functie geactiveerd of gedeactiveerd.
Functie is geactiveerd.
Functie is gedeactiveerd.
Letters en cijfers invoeren
Algemeen
Letters en cijfers kunnen via de controller of
het touchscreen worden ingevoerd.
De weergave van het toetsenbord verandert daarbij automatisch.
SymboolFunctie Symbool aantippen: letter of cijfer
wissen. Symbool lang aantippen: alle let‐
ters of cijfers wissen.
Omschakelen tussen hoofdletters en
kleine letters, cijfers en tekens
SymboolFunctie Letters invoeren. Cijfers invoeren. of
Omschakelen tussen hoofd‐
letters en kleine letters.
Kaart van de navigatie bedienen
De navigatiekaart kan via het touchscreen wor‐
den verschoven.
FunctieBedieningKaart vergroten/
verkleinen.Met de vingers dicht- of
opentrekken.Kaart draaien.Twee vingers in een cirkel
bewegen.
Touchpad
Algemeen
Met het touchpad van de Controller kunnen
een aantal functies van iDrive worden bediend.
Functies selecteren
1."Mijn auto"2."Systeeminstellingen"3."Touchpad"4.Gewenste instelling selecteren.▷"Tekeninvoer": hoofdletters en cijfers
invoeren.▷"Interactieve kaart": interactieve kaart
bedienen.▷"Browser": internetadressen invoeren.▷"Zoekvelden": letters schrijven zonder
selectie van de keuzelijst.▷"Akoestische terugmelding": de inge‐
voerde letters en cijfers worden weer‐
gegeven.
Letters en cijfers invoeren
De invoer van de letters vereist aanvankelijk
wat oefening. Bij de invoer letten op het vol‐
gende:
▷Het systeem herkent hoofdletters en kleine
letters, en cijfers. Voor het invoeren kan
het noodzakelijk zijn, te wisselen tussen
hoofdletters/kleine letters, cijfers en te‐
kens, zie pagina 22.▷Tekens invoeren zoals ze worden weerge‐
geven op het Control Display.Seite 24OverzichtiDrive24
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15