Page 73 of 349

Veiligheidsschakelaar
Principe Met de veiligheidsschakelaar voor achterin
kunnen bepaalde functies worden geblok‐
keerd. Dat is bijv. zinvol als er kinderen of die‐
ren achterin worden meegenomen.
Algemeen
De volgende functies kunnen via de schakelaar
worden geblokkeerd:▷Openen en sluiten van de achterste ruiten
met de schakelaars achterin.▷Bedienen van het zonnescherm in de ach‐
terruit met de schakelaars achterin.▷Bedienen van de zonneschermen in de zij‐
ruiten met de schakelaars achterin.▷Instellen van de elektrisch bediende stoe‐
len achterin.▷Bedienen van het schuifpaneel achterin
met de schakelaars achterin.
Overzicht
Veiligheidsschakelaar
Opmerking WAARSCHUWING
Bij de bediening van de ruiten kunnen li‐
chaamsdelen of voorwerpen worden inge‐
klemd. Er bestaat kans op letsel of schade. Bij
het openen en sluiten erop letten dat het be‐
wegingsgebied van de ruiten vrij is.◀
Om ongecontroleerd sluiten van de ruiten te
vermijden, de veiligheidsschakelaar indrukken
als er bijv. kinderen of dieren achterin worden
meegenomen.
In- en uitschakelen Toets indrukken.
LED licht bij ingeschakelde veilig‐
heidsfunctie.
Zonneschermen
Algemeen
Met de veiligheidsschakelaar, zie pagina 73, in
het bestuurdersportier kan worden voorkomen
dat bijv. kinderen de zonneschermen bedienen
met de schakelaars achterin.
BMW Touch Command
De bediening van de zonneschermen is ook via
BMW Touch Command mogelijk.
AanwijzingenAls de zonneschermen na een aantal malen
bedienen vlak achter elkaar niet meer willen
bewegen, is het systeem een bepaalde pe‐
riode geblokkeerd om oververhitting te vermij‐
den. Systeem laten afkoelen.
Bij lage interieurtemperaturen kunnen de zon‐
neschermen niet worden bewogen.Seite 73Openen en sluitenBediening73
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 74 of 349

Zonnescherm in de achterruit
Overzicht
Bestuurdersportier
Toets voor het zonnescherm in de
achterruit.
Achterportieren
Toets voor het zonnescherm in de
achterruit.
Bediening Toets indrukken om het gesloten zon‐
nescherm te openen of om het geo‐
pende zonnescherm te sluiten.
Als de toets tijdens de beweging opnieuw
wordt ingedrukt, wordt het zonnescherm in de
tegengestelde richting bewogen.
Toets ingedrukt houden om de zonnescher‐
men van de achterruit en van de zijruiten gelijk‐
tijdig te bedienen.
Zonneschermen in de zijruiten
Overzicht
Toetsen voor de zonneschermen in de
zijruiten.
Bediening Toets indrukken om het gesloten zon‐
nescherm te openen of om het geo‐
pende zonnescherm te sluiten.
Als de toets tijdens de beweging opnieuw
wordt ingedrukt, wordt het zonnescherm in de
tegengestelde richting bewogen.
Glazen dak
Algemeen
Het glazen dak en het voorste schuifpaneel
kunnen van elkaar gescheiden of samen met
dezelfde schakelaar worden bediend. Het
schuifpaneel achter wordt via afzonderlijke
toetsen bediend.
Opmerkingen WAARSCHUWING
Bij de bediening van het glazen dak kun‐
nen lichaamsdelen worden ingeklemd. Er be‐
staat kans op letsel. Bij het openen en sluiten
erop letten dat het bewegingsgebied van het
glazen dak vrij is.◀
Seite 74BedieningOpenen en sluiten74
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 75 of 349

WAARSCHUWING
Kinderen of dieren die zonder toezicht in
de auto worden achtergelaten kunnen de auto
in beweging zetten en zichzelf of het verkeer in
gevaar brengen, bijv. door de volgende hande‐
lingen:▷Indrukken van de start/stop-knop.▷Parkeerrem vrijzetten.▷Portieren of ruiten openen en sluiten.▷Keuzehendelstand N inschakelen.▷Uitrustingen van de auto bedienen.
Er bestaat gevaar voor ongevallen of kans op
letsel. Kinderen of dieren niet zonder toezicht
in de auto laten. Bij het verlaten van de auto de
afstandsbediening meenemen en de auto ver‐
grendelen.◀
Overzicht
1Glazen dak/schuifpaneel openen/sluiten.
Met glazen panoramadak: glazen dak/voor‐
ste schuifpaneel openen/sluiten.2Met glazen panoramadak: achterste
schuifpaneel sluiten.3Met glazen panoramadak: achterste
schuifpaneel openen.
Glazen dak kantelen/sluiten
Schakelaar kort naar boven
drukken.
▷Gesloten glazen dak wordt
opgetild en het schuifpaneel
opent een stukje.▷Het geopende glazen dak sluit tot de opge‐
heven positie. Het schuifpaneel blijft op zijn
plaats.▷Het opgetilde glazen dak wordt gesloten.
Glazen dak en voorste schuifpaneel
gescheiden openen/sluiten
▷Schakelaar tot het drukpunt
in de gewenste richting
schuiven en houden.
Schuifpaneel opent zolang
de schakelaar blijft inge‐
drukt. Het glazen dak gaat
pas open zodra het schuif‐
paneel volledig is geopend.
Het glazen dak sluit zolang
de schakelaar blijft inge‐
drukt. Het schuifpaneel sluit
pas zodra het glazen dak ge‐
sloten is of zich in de opge‐
heven positie bevindt.▷Schakelaar door het drukpunt heen in de
gewenste richting drukken.
Het schuifpaneel wordt automatisch ge‐
opend. Het glazen dak opent automatisch
zodra het schuifpaneel volledig is geopend.
Het glazen dak sluit automatisch. Het
schuifpaneel sluit automatisch zodra het
glazen dak gesloten is of zich in de opge‐
heven positie bevindt.
Naar boven drukken op de schakelaar
stopt de beweging.
Glazen dak en voorste schuifpaneel
samen openen/sluiten
Schakelaar tweemaal kort na el‐
kaar door het drukpunt heen in
de gewenste richting schuiven.
Glazen dak en schuifpaneel be‐
wegen zich gelijktijdig. Naar bo‐
ven drukken op de schakelaar stopt de bewe‐
ging.
Seite 75Openen en sluitenBediening75
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 76 of 349

▷Zie ook: Comfortopenen, zie pagina 61, en
comfortsluiten, zie pagina 62, via de af‐
standsbediening.▷Zie ook: sluiten via de comforttoegang, zie
pagina 66.
Comfortpositie
Wordt het glazen dak door de automaat niet
geheel geopend, dan wordt de comfortstand
bereikt. In deze stand is het windgeluid in het
interieur het geringst.
Desgewenst de beweging vervolgens voort‐
zetten met de schakelaar.
Achterste schuifpaneel openen/
sluiten
Op het bedieningspaneel in de
dakhemel
Toets indrukken, om het achterste
schuifpaneel te openen.
Toets opnieuw indrukken, om de beweging te
stoppen.
Toets indrukken, om het schuifpaneel
te sluiten.
Toets opnieuw indrukken, om de beweging te
stoppen.
Op het bedieningspaneel in de
achterportieren
Het achterste schuifpaneel kan niet via de
schakelaars achterin bediend worden als de
veiligheidsfunctie, zie pagina 73, ingeschakeld
is.
Toets indrukken om het gesloten
schuifpaneel te openen of om het
geopende schuifpaneel te sluiten.
Toets opnieuw indrukken, om de beweging te
stoppen.
Bij de volgende toetsbediening wordt het
schuifpaneel in tegengestelde richting bewo‐
gen.
BMW Touch Command De bediening van het achterste schuifpaneel is
ook via BMW Touch Command mogelijk.
Gedrag bij ontgrendelen/vergrendelen
Als de auto van buitenaf wordt vergrendeld,
wordt het achterste schuifpaneel automatisch
gesloten.
Bij het ontgrendelen wordt het schuifpaneel
automatisch in de stand gebracht waarin dit
zich vóór het vergrendelen bevond.
Bij regen sluiten
Principe In de ruststand wordt het geopende glazen dak
onder de volgende voorwaarden automatisch
opgetild:▷Als het begint te regenen.▷Zes uur na het vergrendelen.
Voorwaarden voor een correcte
werking
▷De regensensor bij de binnenspiegel mag
niet afgedekt zijn. Dit kan bijv. het geval zijn
als de auto voor de helft onder een carport
staat.▷De auto bevindt zich in ruststand.▷De functie is in de instellingen, zie pa‐
gina 68, geactiveerd.
Functiestoringen
Onder de volgende omstandigheden wordt het
geopende glazen dak niet gesloten:
▷Het glazen dak is geblokkeerd.▷De inklembeveiliging is niet gewaarborgd.▷Er is een systeemstoring aanwezig, bijv.
door een tijdelijke stroomkringonderbre‐Seite 76BedieningOpenen en sluiten76
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 77 of 349

king. In dit geval kan het initialiseren van
het glazen dak, zie pagina 77, helpen.
Op het Control Display wordt een storingsmel‐
ding weergegeven. Er vindt geen nieuwe sluit‐
poging plaats.
Inklembeveiliging
Overtreft bij het sluiten van het glazen dak de
sluitkracht een bepaalde waarde, dan wordt
het sluiten vanaf ongeveer het midden van de
dakopening of bij het sluiten uit opgeheven po‐
sitie onderbroken.
Het glazen dak opent zich een stukje.
WAARSCHUWING
Bij de bediening van het glazen dak kun‐
nen lichaamsdelen worden ingeklemd. Er be‐
staat kans op letsel. Bij het openen en sluiten
erop letten dat het bewegingsgebied van het
glazen dak vrij is.◀
Sluiten zonder inklembescherming uit geopende positie
Bij gevaar van buitenaf als volgt te werk gaan:
1.Schakelaar door het drukpunt heen naar
voren schuiven en houden.
Inklembeveiliging wordt beperkt en het
glazen dak wordt een stukje geopend wan‐
neer de sluitkracht een bepaalde waarde
overschrijdt.2.Schakelaar opnieuw door het drukpunt
heen naar voren schuiven en ingedrukt
houden, tot het glazen dak zonder inklem‐
beveiliging sluit. Let erop dat het sluitbe‐
reik vrij is.
Sluiten zonder inklembescherming uit verhoogde positie
Bij gevaar van buiten de schakelaar door het
drukpunt heen naar voor schuiven en zo hou‐
den.
Het glazen dak sluit zonder inklembeveiliging.
Initialiseren na stroomonderbreking
Na een stroomonderbreking tijdens het ope‐
nen of sluiten is het glazen dak mogelijk
slechts beperkt te bedienen.
Systeem initialiseren Het systeem kan bij stilstaande auto of lo‐
pende motor geïnitialiseerd worden.
Bij de initialisatie sluit het glazen dak zonder
inklembeveiliging.
WAARSCHUWING
Bij de bediening van het glazen dak kun‐
nen lichaamsdelen worden ingeklemd. Er be‐
staat kans op letsel. Bij het openen en sluiten
erop letten dat het bewegingsgebied van het
glazen dak vrij is.◀
Schakelaar naar boven drukken
en in die stand houden tot de
initialisatie afgerond is:▷De initialisatie start 15 se‐
conden en wordt beëindigd
wanneer het glazen dak en
het schuifpaneel geheel zijn
gesloten.▷Het glazen dak sluit zonder inklembeveili‐
ging.Seite 77Openen en sluitenBediening77
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 78 of 349

InstellenUitrusting van de auto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Veilig zitten Voorwaarde voor ontspannen rijden zonder
vermoeid te raken is een zitpositie die aan de
behoeften van de inzittenden is aangepast.
De zitpositie speelt bij een ongeval een be‐
langrijke rol in combinatie met de:▷Veiligheidsgordels, zie pagina 82.▷Hoofdsteunen, zie pagina 84.▷Airbags, zie pagina 143.
Voorstoelen
Aanwijzingen WAARSCHUWING
Door het instellen van de stoel tijdens het
rijden kunnen onverwachte stoelbewegingen
optreden. U kunt de controle over de auto ver‐
liezen. Er bestaat gevaar voor ongevallen. De
stoel aan bestuurderszijde alleen instellen als
de auto stilstaat.◀
WAARSCHUWING
Als de rugleuning van de stoel te ver naar
achteren is gekanteld, is de beschermende
werking van de veiligheidsgordel niet meer ge‐
waarborgd. Bij een ongeval bestaat het gevaar
onder de veiligheidsgordel door te schieten. Er
bestaat kans op letsel of levensgevaar. De
stoel instellen voordat u gaat rijden. De rugleu‐
ning zo rechtop mogelijk plaatsen en tijdens
het rijden niet verstellen.◀
WAARSCHUWING
Bij het bewegen van de stoelen bestaat
inklemgevaar. Er bestaat kans op letsel of
schade. Voor het instellen erop letten dat het
bewegingsgebied van de stoel vrij is.◀
Elektrisch verstelbare stoelen
Overzicht1Bovenbeensteun2Langsrichting, hoogte, kanteling3Schoudersteun4Rugleuningbreedte5Lendensteun6Rugleuning, hoofdsteun
Algemeen
De stoelinstelling voor de bestuurdersstoel
wordt opgeslagen voor het momenteel ge‐
bruikte bestuurdersprofiel. Bij het ontgrende‐
len van de auto via de afstandsbediening wordt
de positie automatisch opgeroepen, als de
functie, zie pagina 69, hiervoor is geactiveerd.
Seite 78BedieningInstellen78
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 79 of 349
Instellingen in detail
Langsrichting.
Hoogte.
Zittinghoek.
Rugleuninghoek.
Bovenbeensteun.
Lendensteun De welving van de rugleuning kan dusdanig
worden gewijzigd, dat de onderrug (lende)
wordt ondersteund. Voor een rechte zithou‐
ding worden de bovenste bekkenrand en de
wervelkolom ondersteund.
▷Schakelaar voor/achter in‐
drukken:
Welving wordt versterkt/
verzwakt.▷Schakelaar boven/onder in‐
drukken:
Welving wordt naar boven/
onder verschoven.
Rugleuningbreedte
Breedte van de rugleuning tus‐sen de zijkussens aanpassen,
om de zijdelingse steun te ver‐
beteren.
Seite 79InstellenBediening79
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 80 of 349

Schoudersteun
Hiermee wordt de rug ook bij de schouders
ondersteund:
▷Leidt tot een ontspannen zitpositie.▷Ontlast de schouderspieren.
Gentleman-functie
Principe De passagiersstoel kan met de schakelaars
van de bestuurdersstoel, bijvoorbeeld om de
beenruimte achterin te vergroten.
Overzicht
Gentleman-functie
Inschakelen
1. Toets indrukken. LED brandt.2.Instelling van de passagiersstoel aan de ei‐
gen stoel uitvoeren.
Indien nodig geheugenpositie, zie pa‐
gina 90, voor de passagiersstoel opslaan.Uitschakelen
Toets ingedrukt houden tot de LED
dooft.
De functie wordt na enige tijd ook automatisch
gedeactiveerd.
BMW Touch Command
De bediening van de passagiersstoel is ook via
BMW Touch Command mogelijk.
Stoelen achterin
Algemeen
De stoelen achterin kunnen via de schakelaars
voor stoelinstelling in de middenarmsteun of
via BMW Touch Command bediend worden.
Opmerking WAARSCHUWING
Bij het neerklappen van de middenarm‐
steun achterin bestaat inklemgevaar. Er be‐
staat kans op letsel. Bij het neerklappen erop
letten dat het bewegingsgebied van de mid‐ denarmsteun vrij is.◀
Elektrisch verstelbare stoelen
Overzicht1Basisstand instellen2Hoofdsteun, schoudersteun3Lendensteun4Voetsteun uit-/inklappenSeite 80BedieningInstellen80
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15