Page 113 of 498

• Het hybridesysteem wordt binnen
10 minuten na het openen en sluiten
van een achterportier gestart.
• Een achterportier is geopend en weer
gesloten nadat het hybridesysteem is
gestart.
Als echter een achterportier wordt
geopend en vervolgens binnen
ongeveer 2 seconden weer wordt
gesloten, werkt de herinneringsfunctie
voor de achterstoel mogelijk niet.
De herinneringsfunctie voor de
achterstoel stelt op basis van het
openen en sluiten van een achterportier
vast of er bagage e.d. op de achterstoel
is geplaatst. Daardoor werkt, afhankelijk
van de situatie, de herinneringsfunctie
voor de achterstoel mogelijk niet en
vergeet u mogelijk toch bagage e.d. die
zich op de achterstoel bevindt of geeft
de functie mogelijk onterecht een
melding.
De herinneringsfunctie voor de
achterstoel kan worden
ingeschakeld/uitgeschakeld.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden
aangepast aan de persoonlijke voorkeur.
(→Blz. 415)
WAARSCHUWING!
Voorkomen van ongevallen
Neem bij het rijden met de auto de
volgende voorzorgsmaatregelen in
acht. Het niet in acht nemen van deze
voorschriften kan ertoe leiden dat er
per ongeluk een portier wordt geopend
en dat er iemand uit de auto valt, met
mogelijk dodelijk of ernstig letsel tot
gevolg.
• Controleer of alle portieren volledig
gesloten en vergrendeld zijn.
• Trek tijdens het rijden niet aan de
binnenportiergreep.
Wees vooral voorzichtig bij de
voorportieren. Deze portieren
kunnen zelfs worden geopend als de
WAARSCHUWING!(Vervolg)
vergrendelknoppen in de stand
vergrendeld staan.
• Activeer de kindersloten op de
achterportieren als er kinderen
achter in de auto vervoerd worden.
Als een portier wordt geopend of
gesloten
Controleer de omgeving van de auto;
let er bijvoorbeeld op of de auto op een
helling staat, of er voldoende ruimte is
om het portier te openen en of het hard
waait. Houd bij het openen of sluiten
van het portier de portiergreep goed
vast, zodat u bent voorbereid op
eventuele onverwachte bewegingen.
Bij het gebruik van de
afstandsbediening en het bedienen
van de elektrisch bedienbare ruiten
Bedien de elektrisch bedienbare ruiten
nadat u hebt gecontroleerd of er geen
risico is dat een passagier met een
lichaamsdeel bekneld kan raken tussen
de ruiten. Laat tevens de
afstandsbediening niet bedienen door
kinderen. Het kan gebeuren dat een
lichaamsdeel van een kind of een
andere passagier klem komt te zitten
door het bedienen van de elektrisch
bedienbare ruiten.
Van binnenuit ontgrendelen en
vergrendelen van de portieren
Schakelaars centrale vergrendeling
1. Vergrendelen van alle portieren
2. Ontgrendelen van alle portieren
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
111
3
Voordat u gaat rijden
Page 114 of 498

Vergrendelknoppen binnenzijde portier
1. Vergrendelen van het portier
2. Ontgrendelen van het portier
De voorportieren kunnen worden
geopend door aan de portiergrepen
aan de binnenzijde te trekken, ook al
staan de vergrendelknoppen in de
stand vergrendeld.
Vergrendelen van de voorportieren van
buitenaf zonder gebruik te maken van
een sleutel
1. Zet de vergrendelknop aan de
binnenzijde in de vergrendelde stand.
2. Sluit het portier met de portiergreep
uitgetrokken.
Het portier kan niet worden
vergrendeld als het contact in stand
ACC of AAN staat of als de
elektronische sleutel zich in de auto
bevindt.
De sleutel wordt mogelijk niet juist
gesignaleerd waardoor het portier
wellicht vergrendeld wordt.
Waarschuwingszoemer open
portier/achterklep
Als een portier of de achterklep niet goed
gesloten is, klinkt er vanaf een rijsnelheid
van 5 km/h een zoemer.
Het geopende portier of de openstaande
achterklep wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay.Kindersloten achterportieren
Het portier kan niet vanaf de binnenzijde
van de auto worden geopend wanneer
het kinderslot is geactiveerd.
1. Ontgrendelen
2. Vergrendelen
Hierdoor wordt voorkomen dat
kinderen per ongeluk de
achterportieren openen. Druk de
schakelaars op beide achterportieren
naar beneden om de kindersloten te
activeren.
Automatische vergrendel- en
ontgrendelsystemen van de portieren
De volgende functies kunnen worden in-
of uitgeschakeld:
Raadpleeg blz. 415 voor instructies voor
het aanpassen aan de persoonlijke
voorkeur.
Functie Bediening
Functie koppeling
van rijsnelheid aan
portiervergrende-
lingAlle portieren wor-
den automatisch
vergrendeld wan-
neer de rijsnelheid
ongeveer 20 km/h
of hoger is.
Functie koppeling
van stand selectie-
hendel aan portier-
vergrendelingAlle portieren wor-
den automatisch
vergrendeld wan-
neer de selectie-
hendel in een an-
dere stand dan P
wordt gezet.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
112
Page 115 of 498

Functie Bediening
Functie koppeling
van stand selectie-
hendel aan portier-
ontgrendelingAlle portieren wor-
den automatisch
ontgrendeld wan-
neer de selectie-
hendel in stand P
wordt gezet.
Functie koppeling
portierontgrende-
ling aan bestuur-
dersportierAlle portieren wor-
den automatisch
ontgrendeld wan-
neer het bestuur-
dersportier wordt
geopend.
3.2.2 Achterklep
De achterklep kan als volgt worden
vergrendeld/ontgrendeld en
geopend/gesloten.
WAARSCHUWING!
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
Voordat u met de auto gaat rijden
Zorg er voordat u wegrijdt voor dat de
achterklep volledig gesloten is. Als de
achterklep niet volledig gesloten is, kan
deze tijdens het rijden opengaan,
waardoor een ongeval kan ontstaan.
Wees voorzichtig tijdens het rijden
• Zorg ervoor dat de achterklep tijdens
het rijden gesloten is.
Als de achterklep open blijft, kan
deze tijdens het rijden voorwerpen
raken of kan er bagage uit de
bagageruimte vallen, waardoor een
ongeval kan ontstaan.
Bovendien kunnen uitlaatgassen in
de auto terechtkomen, wat kan
leiden tot de dood of zeer schadelijk
kan zijn voor de gezondheid.
Controleer voordat u wegrijdt of de
achterklep is gesloten.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Sta nooit toe dat er personen in de
bagageruimte meerijden. Bij
plotseling remmen, een plotselinge
uitwijkmanoeuvre of een aanrijding
lopen ze eerder dodelijk of ernstig
letsel op.
Als er kinderen in de auto aanwezig
zijn
• Laat kinderen niet in de
bagageruimte spelen.
Als een kind per ongeluk in de
bagageruimte wordt opgesloten, kan
het bevangen worden door de hitte
of verwondingen oplopen.
• Laat kinderen de achterklep niet
openen of sluiten.
De achterklep kan mogelijk
onverwachts in beweging komen of
er kan een lichaamsdeel van het kind
bekneld raken als de achterklep sluit.
Bedienen van de achterklep
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan ertoe leiden
dat lichaamsdelen bekneld raken, met
dodelijk of ernstig letsel tot gevolg.
• Verwijder sneeuw en ijs van de
achterklep voordat u deze opent. Als
u dat niet doet, kan de achterklep na
het openen plotseling weer
dichtvallen.
• Controleer voordat u de achterklep
opent of sluit zorgvuldig of de
omgeving veilig is.
• Zorg er als er iemand dichtbij staat
voor dat deze persoon veilig is en
meld dat u de achterklep gaat
openen of sluiten.
• Wees voorzichtig bij het openen en
sluiten van de achterklep bij sterke
wind, aangezien de achterklep als
gevolg van sterke wind plotseling
kan bewegen.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
113
3
Voordat u gaat rijden
Page 116 of 498

WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Auto's zonder elektrisch bedienbare
achterklep: Als de achterklep niet
helemaal wordt geopend, kan deze
plotseling dichtvallen. Op een helling
is het moeilijker om de achterklep te
openen of te sluiten dan op een
horizontale ondergrond. Let dus op
dat de achterklep niet plotseling
vanzelf open- of dichtgaat.
Controleer voordat u de bagageruimte
gebruikt of de achterklep volledig
geopend en veilig is.
• Auto's met elektrisch bedienbare
achterklep: Als de achterklep niet
helemaal wordt geopend, kan deze
op een steile helling plotseling
dichtvallen. Controleer voordat u de
bagageruimte gebruikt of de
achterklep niet dicht kan vallen.
• Let bij het sluiten van de achterklep
goed op dat er geen vingers, enz.
bekneld raken.
• Controleer na het sluiten van de
achterklep altijd of deze goed
gesloten is door er even op te
drukken. Als de achterklepgreep
wordt gebruikt om de achterklep
volledig te sluiten, kunnen uw
handen of armen bekneld raken.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Trek nooit aan de steun van de
achterklepgasdemper (auto's zonder
elektrisch bedienbare achterklep)
(→blz. 115) of aan de
achterklepspindel (auto's met
elektrisch bedienbare achterklep)
(→blz. 122) om de achterklep te
sluiten en hang niets aan de steun
van de gasdemper (auto's zonder
elektrisch bedienbare achterklep) of
aan de achterklepspindel (auto's met
elektrisch bedienbare achterklep).
Als dat wel gebeurt, kunnen uw
handen bekneld raken of kan de
steun van de gasdemper (auto's
zonder elektrisch bedienbare
achterklep) of de achterklepspindel
(auto's met elektrisch bedienbare
achterklep) afbreken, waardoor een
ongeval kan ontstaan.
•
Als er op de achterklep een zwaar
onderdeel gemonteerd is, kan de
achterklep na het openen plotseling
dichtvallen waardoor lichaamsdelen
bekneld kunnen raken en letsel kan
optreden. Bevestig alleen originele
Toyota-accessoires aan de achterklep.
Van buitenaf vergrendelen en
ontgrendelen van de achterklep
Smart entry-systeem met startknop
Zorg dat u de elektronische sleutel bij u
hebt om deze functie in te kunnen
schakelen.
1. Ontgrendelen van alle portieren
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
114
Page 117 of 498

De portieren en de achterklep kunnen
gedurende 3 seconden na het
vergrendelen niet worden
ontgrendeld.
2. Vergrendelen van alle portieren
Controleer of het portier goed
vergrendeld is.
Afstandsbediening
→Blz. 109
Feedbacksignalen
→Blz. 110
Van binnenuit ontgrendelen en
vergrendelen van de achterklep
Schakelaars centrale vergrendeling
→Blz. 111
Openen en sluiten van de achterklep
(auto's zonder elektrisch bedienbare
achterklep)
Openen van de achterklep
Trek de achterklep omhoog terwijl u de
schakelaar achterklep openen ingedrukt
houdt.
Sluiten van de achterklep
Laat de achterklep zakken met behulp
van de achterklepgreep en druk de
achterklep van buitenaf naar beneden om
deze te sluiten.
Let op dat de achterklep bij het sluiten
ervan met de greep niet opzij wordt
getrokken.Waarschuwingszoemer open
portier/achterklep
→Blz. 112
OPMERKING
Steunen achterklepgasdempers
De achterklep is voorzien van
gasdempers die de achterklep op zijn
plaats houden.
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Anders
kunnen de achterklepgasdempers
beschadigd raken, waardoor deze niet
meer werken.
• Bevestig nooit stickers, kunststoffolie,
zelfklevende voorwerpen, enz. aan de
gasdemper.
• Raak de binnenpoot van de
gasdemper nooit aan met
handschoenen of andere stoffen
voorwerpen.
• Bevestig alleen originele
Toyota-accessoires aan de
achterklep.
• Plaats nooit uw handen op de
gasdemper en oefen er geen
zijdelingse krachten op uit.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
115
3
Voordat u gaat rijden
Page 118 of 498

Openen en sluiten van de achterklep
(auto's met elektrisch bedienbare
achterklep)
Openen en sluiten van de achterklep met
de afstandsbediening
Houd de schakelaar ingedrukt.
Ontgrendel de achterklep voordat u hem
bedient.
Door op de schakelaar te drukken terwijl
de achterklep wordt geopend/gesloten,
stopt de achterklep met bewegen. Door
de schakelaar nogmaals ingedrukt te
houden beweegt de achterklep in
tegengestelde richting.
Openen/sluiten van de achterklep met de
toets elektrisch bedienbare achterklep
op het dashboard.
Houd de schakelaar ingedrukt.
Ontgrendel de achterklep voordat u hem
bedient.
Door op de schakelaar te drukken terwijl
de achterklep wordt geopend/gesloten,
stopt de achterklep met bewegen. Door
de schakelaar nogmaals ingedrukt te
houden beweegt de achterklep in
tegengestelde richting.Openen van de achterklep met de
schakelaar achterklep openen
Wanneer de achterklep ontgrendeld is:
druk op de ontgrendelschakelaar van de
achterklep.
Wanneer de achterklep vergrendeld is:
druk terwijl u de elektronische sleutel bij
u draagt op de ontgrendelschakelaar van
de achterklep.
Door op de schakelaar te drukken terwijl
de achterklep wordt geopend/gesloten,
stopt de achterklep met bewegen. Door
nogmaals op de schakelaar te drukken
gaat de achterklep open.
Openen/sluiten van de achterklep met de
toets elektrisch bedienbare achterklep
op de achterklep
Druk op de schakelaar.
Door op de schakelaar te drukken terwijl de
achterklep wordt geopend/gesloten, stopt
de achterklep met bewegen. Door nogmaals
op de schakelaar te drukken beweegt de
achterklep in tegengestelde richting.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
116
Page 119 of 498

De achterklep sluiten met de
achterklepgreep aan de binnenzijde
Laat de achterklep zakken met behulp
van de achterklepgreep. Vervolgens
klinkt er een zoemer en wordt de
achterklep automatisch gesloten.
Openen en sluiten van de achterklep met
de sensor regeling voetbediening (auto's
met handsfree elektrisch bedienbare
achterklep)
De handsfree elektrisch bedienbare
achterklep maakt het automatisch
openen en sluiten van de elektrisch
bedienbare achterklep mogelijk door uw
voet onder het midden van de
achterbumper te plaatsen en hem van de
achterbumper vandaan te bewegen.
1. Zorg ervoor dat u zich, met de
elektronische sleutel op zak, binnen
het detectiebereik van het Smart
entry-systeem met startknop bevindt,
op ongeveer 35 tot 55 cm van de
achterbumper.
ASensor regeling voetbediening
BDetectiegebied voor werking
handsfree elektrisch bedienbare
achterklep
CDetectiegebied voor werking
Smart entry-systeem met
startknop (→blz. 124)
2. Bedien de achterklep met een
voetbeweging door uw voet tot 10 cm
onder de achterbumper te bewegen
en vervolgens weer terug te trekken.
• Voer deze volledige beweging
binnen 1 seconde uit.
• De achterklep zal niet in werking
treden zolang er een voet wordt
gesignaleerd onder de
achterbumper.
• Raak bij het gebruik van de
handsfree functie van de elektrisch
bedienbare achterklep de
achterbumper niet aan.
• Als er zich in het
passagierscompartiment of de
bagageruimte een andere
elektronische sleutel bevindt, duurt
het mogelijk iets langer dan normaal
voordat de achterklep in werking
treedt.
ASensor regeling voetbediening
BDetectiegebied voor werking
handsfree elektrisch bedienbare
achterklep
3. Als de sensor voor de regeling van de
voetbediening signaleert dat u uw
voet hebt teruggetrokken, zal de
elektrisch bedienbare achterklep
automatisch volledig openen/sluiten.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
117
3
Voordat u gaat rijden
Page 120 of 498

Als de voetbeweging wordt uitgevoerd
terwijl de achterklep wordt geopend/
gesloten, stopt de achterklep met bewe-
gen. Door de achterklep nogmaals met
een voetbeweging te bedienen beweegt
de achterklep in tegengestelde richting.
Sluitsysteem achterklep
Wanneer de achterklep nog enigszins
geopend is, zal het sluitsysteem van de
achterklep deze automatisch volledig
sluiten.
• Voor de werking van het sluitsysteem
van de achterklep maakt het niet uit in
welke stand het contact staat.
• De achterklep kan worden geopend
met de schakelaar achterklep openen,
ook al is het sluitsysteem van de
achterklep in werking.
Werkingsvoorwaarden elektrisch
bedienbare achterklep
Als aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan, kan de elektrisch bedienbare
achterklep automatisch worden
geopend en gesloten.
• Wanneer de elektrisch bedienbare
achterklep is ingeschakeld.
(→Blz. 415)
• Als het contact AAN staat, moet naast
bovenstaande voorwaarde aan een
van de onderstaande voorwaarden
worden voldaan:
– De parkeerrem is geactiveerd.
– Het rempedaal is ingetrapt.
– De selectiehendel staat in stand P.
Werking van de elektrisch bedienbare
achterklep
•
Als de elektrisch bedienbare achterklep
begint te bewegen, klinkt er een zoemer.
Als de elektrisch bedienbare
achterklep vergrendeld is, klinkt de
zoemer mogelijk niet.
• Als de elektrisch bedienbare
achterklep is uitgeschakeld, werkt de
elektrisch bedienbare achterklep niet,
maar kan hij handmatig worden
geopend en gesloten.• Als de elektrisch bedienbare
achterklep aan het openen/sluiten is
en een obstakel raakt, wordt de
werking onderbroken.
Klembeveiliging
In de elektrisch bedienbare achterklep
zijn rechts en links sensoren geplaatst.
Wanneer de achterklep automatisch
wordt gesloten en de sensoren worden
ingedrukt doordat bijvoorbeeld een
voorwerp bekneld raakt, treedt de
klembeveiliging in werking.
Vanuit die positie beweegt de achterklep
automatisch een stukje in tegengestelde
richting en stopt vervolgens.
Uitgestelde vergrendelingsfunctie
achterklep
Deze functie stelt de vergrendeling van de
elektrisch bedienbare achterklep uit als de
elektrisch bedienbare achterklep open is.
Als de volgende handelingen worden
uitgevoerd, worden alle portieren
vergrendeld, maar niet de elektrisch
bedienbare achterklep. Deze wordt
vergrendeld als hij volledig gesloten is.
1. Sluit alle portieren, maar sluit de
achterklep niet.
2. Voer een automatische sluitprocedure
voor de elektrisch bedienbare
achterklep uit en vergrendel de
portieren met de afstandsbediening
(→blz. 109) of het Smart
entry-systeem met startknop
(→blz. 108) terwijl de elektrisch
bedienbare achterklep sluit.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
118