Page 489 of 498

Antidiefstalsysteem
Alarm*..................67
Bedienen van het systeem......66
Inschakelen/uitschakelen/uitzetten
van het alarmsysteem.........67
Startblokkering.............66
Bedienen van verlichting en
ruitenwissers
Automatic High Beam........188
Bedienen van de
ruitenwisserhendel......191 , 193
Bedieningsinstructies.....185 , 190
Draaiknop koplampverstelling . . .187
Extended Headlight Lighting. . . .187
Handmatig in- en uitschakelen van
het grootlicht.............190
Inschakelen van de Automatic High
Beam..................188
Inschakelen van het grootlicht . . .187
Lichtschakelaar............185
Ruitenwisser en -sproeier achter .193
Ruitenwissers en -sproeiers. . . .191
Schakelaar mistlampen.......190
Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten.........360
Als de auto onder water staat of het
water op de weg stijgt........361
Als uw auto in geval van nood tot
stilstand moet worden gebracht . .360
Bedieningsinstructies........360
De auto tot stilstand brengen . . .360
Gebruik van de airconditioning en de
achterruitverwarming
Automatische airconditioning
achter..................287
Automatische airconditioning
voor...................280
Bediening airconditioning achter .287
Bedieningspaneel airconditioning.280
Bedieningsscherm airconditioning
voor (scherm audiosysteem). . . .283
Gebruik van de automatische
modus..............285 , 289
Geconcentreerde
luchtcirculatiemodus voorstoel
(S-FLOW-modus)..........285
Overzicht en bediening
uitstroomopeningen.........286Stoelventilatoren...........292
Stoelverwarming...........291
Stuurwielverwarming........291
Stuurwielverwarming*/
stoelverwarming/
stoelventilatoren*..........290
Uitstroomopeningen........290
Wijzigen van de
luchtcirculatiemodus........289
Gebruik van de interieurverlichting
Bedienen van de
interieurverlichting.........293
Bedienen van de leeslampjes. . . .293
Overzicht interieurverlichting . . .292
Plaats van de interieurverlichting .292
Gebruik van de ondersteunende
systemen
BSM (Blind Spot Monitor)......236
De Trail-modus inschakelen. . . .264
Dynamic Radar Cruise Control met
Road Sign Assist...........228
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik.......220
Functies die zijn opgenomen in het
LTA-systeem..............214
Functie voor verlaging van de
bochtensnelheid...........226
GPF-systeem (benzineroetfilter)* .264
Hervatten van het rijden met de
volgregeling als de auto is stilgezet
door het systeem
(afstandsregelmodus)........225
Inschakelen/uitschakelen Dynamic
Radar Cruise Control met Road Sign
Assist..................228
Inschakelen/uitschakelen van de
Parking Support Brake........255
Inschakelen/uitschakelen van de
RCTA ..................248
Instellen van de rijsnelheid
(afstandsregelmodus)........224
Instellen van het zoemervolume . .245
Instellingen LTA-systeem......216
Instellingen tussenafstand
(afstandsregelmodus)........225
In-/uitschakelen van de Blind Spot
Monitor.................237
LTA (Lane Tracing Assist)......211
Trefwoordenlijst
487
Trefwoordenlijst
Page 490 of 498

Meldingen op het multi-
informatiedisplay...........216
Naderingswaarschuwing
(afstandsregelmodus)........226
Ondersteunde soorten
verkeersborden............232
Ondersteunende systemen.....265
Ondersteunend systeem......196
Overzicht systeem..........256
Overzicht van de ondersteunende
systemen................265
Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten)*. . . .259
Parking Support Brake-functie
(voor voertuigen die achterlangs
rijden)*.................261
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) .200
PKSB (Parking Support Brake)* . .253
PKSB-systeem (Parking Support
Brake)..................254
RCTA ..................249
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert) .248
Rijden in de afstandsregelmodus .223
Rijmodusselectieschakelaar. . . .262
RSA (Road Sign Assist)*.......231
Selecteren van de constante-
snelheidsregelmodus........227
Selecteren van een rijmodus. . . .262
Sensoren................196
Signaleerbare objecten en
beschikbaarheid functie.......200
Soorten sensoren.......260 , 261
Systeemfuncties...........200
Systeem- onderdelen .220 , 236, 240,
248
Toyota Parking Assist-sensor* . . .240
Toyota Parking Assist-sensor
in-/uitschakelen...........241
Toyota Safety Sense.........196
Trail-modus..............263
Uitschakelen en hervatten van de
snelheidsregeling...........226
Voorbeelden van het in werking
treden van de functie........259
Voorbeeld van het in werking
treden van de functie........261
Waarschuwingsfunctie.......234
Weergaven en zoemers voor
begrenzingsregeling
hybridesysteem en remregeling . .255Weergave op het multi-
informatiedisplay...........232
Weergave sensorsignalering,
afstand tot object...........246
Werking Blind Spot Monitor. . . .238
Wijzigen van de ingestelde
snelheid................224
Wijzigen van de tussenafstand
(afstandsregelmodus)........225
Wijzigen van instellingen van het
Pre-Crash Safety-systeem.....203
Gebruik van de opbergmogelijkheden
Bagageafdekking...........300
Bagagehaken.............299
Bagagenethaken
...........299
Bekerhouders.............296
Consolevak..............296
Dashboardkastje...........296
Extra opbergvakken......298 , 302
Fleshouders..............297
Open opbergvak...........298
Overzicht van
opbergmogelijkheden........295
Plaats van de
opbergmogelijkheden........295
Tashaken................299
Voorzieningen in de
bagageruimte.............299
Gebruik van de overige voorzieningen in
het interieur
Accessoireaansluitingen......310
Armsteun...............310
Draadloze lader (indien
aanwezig)...............304
Handgrepen..............310
Kledinghaakjes............310
Make-upspiegels...........311
Overige voorzieningen in het
interieur................303
USB-laadaansluitingen.......303
Zonnekleppen.............311
Zonneschermen achterportieren .312
Hybridesysteem
Akoestisch
voertuigwaarschuwingssysteem . .61
Kenmerken hybridesysteem.....59
Systeemonderdelen.......59,62
Trefwoordenlijst
488
Page 491 of 498

Uitschakelsysteem voor
noodgevallen..............65
Ventilatieopening batterijpakket
(tractiebatterij).............65
Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem............62
Waarschuwingsmelding
hybridesysteem............66
Informatie over sleutels
Afstandsbediening..........107
De sleutels...............106
Gebruik van de mechanische
sleutel.................108
Sleutels.................106
INFORMATIE VOOR BIJ HET
TANKSTATION...............486
Initialisatie
Overzicht van te initialiseren
onderdelen..............425
Te initialiseren onderdelen.....425
Instrumentenpaneel
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave (
).............86
Aan navigatiesysteem gekoppelde
displayzone (indien aanwezig) . . .101
Afstellen van de klok.......76,82
Controlelampjes............72
Displayzone meldingen.......101
Displayzone status ondersteunend
systeem................101
Energiemonitor............102
Energiemonitor/verbruiksscherm .102
Gebruik van het head-up display . .99
Head-up display*............98
Hybridesysteemindicator/
toerenteller/buitentemperatuur . .100
Icoon
/.............101
Inhoud van multi-informatiedisplay
(midden).................92
Inhoud van multi-informatiedisplay
(zijkant).................93
Meters en tellers (12,3 inch
display)..................77
Meters en tellers (7 inch display) . .74
Multi-informatiedisplay (12,3 inch
display)..................90Multi-informatiedisplay (7 inch
display)..................82
Suggestiefunctie.........90,96
Systeemonderdelen.......98,102
Verbruik................103
Waarschuwingslampjes........71
Waarschuwingslampjes en
controlelampjes............70
Waarschuwingslampjes en
controlelampjes die op het
instrumentenpaneel worden
weergegeven..............70
Weergave................90
Weergave en menu-iconen......82
Weergave informatie
ondersteunend systeem (
)....86
Weergave instellingen.........97
Weergave instellingen (
).....87
Weergave instrumentenpaneel .74 , 77
Weergave kilometerteller en
dagteller..............76,81
Weergave rij-informatie (
)....83
Weergave voertuiginformatie
(
)...................86
Weergave waarschuwingsmelding
(
)...................90
Wijzigen van de helderheid van de
dashboardverlichting.......76,81
Wijzigen van de weergave van het
instrumentenpaneel.......82,91
Noodoproep
Controlelampjes............53
eCall*1,2 ................52
Noodoproepdiensten.........52
Overzicht systeem van
toegevoegde diensten........55
Systeemonderdelen..........52
Uitvoeren van de regelgeving....56
Onderhoud
Onderhoud en reparatie.......318
Periodiek onderhoud.........318
Zelf uit te voeren onderhoud. . . .319
Onderhoud en verzorging
Beschermen van het interieur . . .316
Reinigen en beschermen van het
exterieur van uw auto........314
Reinigen en beschermen van het
interieur van uw auto........316
Trefwoordenlijst
489
Page 492 of 498

Reinigingsinstructies........314
Schoonmaken van kunstleder . . .318
Schoonmaken van lederen
bekleding...............318
Openen en sluiten van de ruiten en het
schuifdak
Bedienen van het panoramadak . .151
Elektrisch bedienbare ruiten. . . .149
Openen en sluiten van de
elektrisch bedienbare ruiten. . . .149
Panoramadak*............151
Voorkomen van onbedoelde
bediening (blokkeerschakelaar
ruitbediening).............151
Openen, sluiten en vergrendelen van
de portieren
Aanpassing van de geopende positie
van de achterklep (auto's met een
elektrisch bedienbare achterklep) .123
Achterklep...............113
Automatische vergrendel- en
ontgrendelsystemen van de
portieren................112
Kindersloten achterportieren . . .112
Openen en sluiten van de achterklep
(auto's met elektrisch bedienbare
achterklep)..............116
Openen en sluiten van de achterklep
(auto's zonder elektrisch bedienbare
achterklep)..............115
Portieren................108
Smart entry-systeem met
startknop...............124
Van binnenuit ontgrendelen en
vergrendelen van de achterklep . .115
Van binnenuit ontgrendelen en
vergrendelen van de portieren . . .111
Van buitenaf ontgrendelen en
vergrendelen van de portieren . . .108
Van buitenaf vergrendelen en
ontgrendelen van de achterklep . .114
Over deze handleiding...........7
Overzicht...................9
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Functies van de auto aanpassen aan
de persoonlijke voorkeur......415Systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke
voorkeursinstellingen.....415 , 416
Rijprocedures
Bedienen van de selectiehendel . .177
Bedieningsinstructies .175 , 180, 181
Brake Hold...............183
Doel en functie van de
schakelstanden............176
EV-modus...............175
Hybridetransmissie.........176
Inschakelen van het systeem. . . .184
Parkeerrem..............181
Richtingaanwijzerschakelaar. . . .180
Selecteren van de rijmodus.....178
Selecteren van het schakelbereik in
stand D (auto's met paddle
shift-schakelaars)..........178
Starten van het hybridesysteem . .171
Startknop...............171
Uitschakelen van het
hybridesysteem............173
Uitschakelen van het hybride-
systeem met de selectiehendel in
een andere stand dan P.......174
Wijzigen van de standen van het
contact.................174
Wijzigen van het schakelbereik in
stand S.................179
Rijtips
Airconditioning............272
Bagage.................272
Bedienen van de selectiehendel . .271
Bedienen van het gaspedaal/
rempedaal..............
.271
Bij het parkeren............274
Bij het remmen............272
Controle van bandenspanning . . .272
Files...................272
Gebruik van de ECO-rijmodus . . .271
Gebruik van de
hybridesysteemindicator......271
Kenmerken terreinauto's......275
Kiezen van sneeuwkettingen. . . .274
Opwarmen voor het rijden.....272
Rijden in de winter..........272
Rijden op de snelweg........272
Terreinrijden..............275
Tijdens het rijden...........274
Trefwoordenlijst
490
Page 493 of 498

Tips voor rijden met een
hybrideauto..............271
Voorbereidingen voor de winter . .272
Voordat u met de auto gaat rijden .273
Voorzorgsmaatregelen bij
terreinauto's..............275
Wetgeving met betrekking tot het
gebruik van sneeuwkettingen . . .274
Specificaties
Achterdifferentieel (elektromotor
achter).................411
Afmetingen en gewichten.....406
Banden en velgen...........411
Batterijpakket (tractiebatterij) . . .408
Brandstof...............408
Elektrisch systeem (12V-accu) . . .410
Elektromotor (tractiemotor). . . .408
Hybridetransmissie.........410
Identificatie van de auto.......406
Informatie over brandstof......414
Koelsysteem..............410
Lampen.................413
Motor..................407
Onderhoudsgegevens (brandstof,
oliepeil, enz.).............406
Ontstekingssysteem (bougie) . . .410
Remmen................411
Smeersysteem............409
Stuurinrichting............411
Stappen die genomen moeten worden
in noodgevallen
Het hybridesysteem kan niet
worden gestart, ook al is de
startprocedure correct uitgevoerd.
(→Blz..................391
Acties behorende bij de
waarschuwingslampjes of
-zoemers................365
Als de 12V-accu is ontladen. . . .395
Als de auto vast komt te zitten . . .402
Als de elektronische sleutel niet
goed werkt...............393
Als de tankdopklep niet kan worden
geopend................392
Als een waarschuwingslampje gaat
branden of een
waarschuwingszoemer klinkt. . . .365
Als er een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven.........373Als het hybridesysteem niet kan
worden gestart............391
Als u denkt dat er iets mis is. . . .364
Als u uw sleutels verliest.......392
Als uw auto een lekke band heeft .377
Als uw auto moet worden
gesleept................362
Als uw auto oververhit raakt. . . .399
Berg de lekke band, de krikslinger
en het gereedschap op.......385
Correctieprocedures.........399
De interieurverlichting en de
koplampen gaan niet branden of
de claxon maakt geen geluid.. . . .392
De interieurverlichting en de
koplampen gaan zwakker branden
of de claxon maakt geen of weinig
geluid..................392
De tankdopklep openen
.......393
Herstelprocedure...........402
Hoorbare symptomen........365
Meldingen en waarschuwingen . .373
Merkbare symptomen........365
Omstandigheden waaronder u vóór
het slepen contact dient op te
nemen met de dealer........362
Plaatsen van het reservewiel. . . .384
Plaats van reservewiel, krik en
gereedschap..............378
Procedure bij slepen in een
noodgeval...............363
Slepen in een noodgeval......363
Slepen met een lepelwagen.....362
Starten van het hybridesysteem .394 ,
395
Starten van het hybridesysteem in
noodgevallen.............392
Vergrendelen en ontgrendelen
van de portieren...........393
Vervangen van een wiel met een
lekke band...............382
Vervoeren op een autoambulance .363
Verwijderen van de krik.......379
Verwijderen van het reservewiel . .379
Voor het opkrikken van de auto . .377
Zichtbare symptomen........364
Tanken
Openen van de tankdop . . .194 , 195
Sluiten van de tankdop.......195
Voor het tanken............194
Trefwoordenlijst
491
Page 494 of 498

Ter informatie.................5
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Baby- en kinderzitjes.........39
Baby- of kinderzitje vastgezet met
een veiligheidsgordel.........48
Baby- of kinderzitje vastgezet met
onderste ISOfix-
bevestigingspunten..........50
Bij gebruik van een baby- of
kinderzitje................40
Geschiktheid baby- en kinderzitjes
voor elke zitpositie...........42
Handmatig in-/uitschakelsysteem
airbag...................36
Inhoudsopgave.............39
Met een bevestigingspunt voor de
bovenste gordel............51
Plaatsingsmethode baby- of
kinderzitje................47
Punten om rekening mee te
houden..................39
Rijden met kinderen in de auto....38
Systeemonderdelen..........37
Uitschakelen van de
voorpassagiersairbag.........37
Verklaringen................431
Verstellen van de stoelen
Achterstoelen.............130
Afstellen van een hoofdsteun . . .136
Ergonomisch geheugen*......134
Hoofdsteunen.............136
Neerklappen van de stoelen op de
derde zitrij...............133
Omlaagklappen van de tweede
zitrij...................131
Oproepen van een rijpositie. . . .134
Opslaan van een rijpositie in het
geheugen...............134
Plaatsen van de hoofdsteunen . . .137
Procedure voor het
verstellen............129 , 131
Registreren/uitschakelen/
oproepen van een rijpositie in een
elektronische sleutel
(geheugenoproepfunctie).....135
Verwijderen van de hoofdsteunen .137
Voorstoelen..............129Wegschuiven van de tweede zitrij
voor toegang tot de derde zitrij . .131
Verstellen van het stuurwiel en de
spiegels
Afstellen van de hoogte van de
binnenspiegel.............138
Afstellen van de spiegel.......141
Als u bepaalde verschijnselen
opmerkt................145
Antiverblindingsstand........139
Binnenspiegel*............138
Buitenspiegels............147
Claxonneren..............138
Digitale binnenspiegel*.......139
Inklappen en uitklappen van de
spiegels.................148
Procedure voor het
verstellen............138 , 147
Schoonmaken van de digitale
binnenspiegel.............143
Stuurwiel...............
.138
Systeemonderdelen.........140
Wijzigen van de modus.......140
Voordat u gaat rijden
Aansluiten
aanhangwagenverlichting.....166
Advies.................169
Belangrijke punten met betrekking
tot het beladen van een
aanhangwagen............166
Het kiezen van een trekhaak. . . .165
Lading en bagage...........164
Maximale gewichten.........165
Montagepositie voor de
trekhaak/afneembare trekhaak . .167
Rijden met de auto..........158
Rijden met een aanhangwagen . .165
Rijprocedure..............158
Trekhaak/trekhaak met
afneembare kogel..........165
Wegrijregeling............158
Voor een veilig gebruik
Afstellen van de hoogte van het
schouderbevestigingspunt van de
veiligheidsgordel (voorstoelen) . . .26
Afstellen van de spiegels.......23
Airbags..................28
Trefwoordenlijst
492
Page 495 of 498

Belangrijke voorzorgsmaatregelen
in verband met uitlaatgassen....36
De juiste houding achter het stuur .23
Gordelspanners (voorstoelen en
buitenste zitplaatsen tweede zitrij) .27
Juist gebruik van de
veiligheidsgordels.........23,25
Plaatsen van de vloermatten.....22
SRS-airbagsysteem..........28
Vast- en losmaken van de
veiligheidsgordel............26
Veiligheidsgordels...........24
Veilig rijden...............23
Voordat u gaat rijden.........22
Wat moet u doen als... (Problemen
oplossen)
Als u denkt dat er iets mis is. . . .428
De portieren kunnen niet worden
vergrendeld, ontgrendeld, geopend
of gesloten...............428
Wanneer zich een probleem heeft
voorgedaan..............430
Wat moet u doen als... (Problemen
oplossen)................428
Zelf uit te voeren onderhoud
12V-accu................327
Banden.................329
Bandenspanning...........339
Bandenspanningswaarschuwings-
systeem................331
Batterij elektronische sleutel. . . .346
Batterij vervangen..........346
Belangrijke aanwijzingen voor
lichtmetalen velgen.........341
Controleren en bijvullen van
motorolie................323
Controleren en vervangen van
zekeringen...............348
Controleren van de banden.....329
Controle van radiateur en
condensor...............326
De volgende zaken zijn benodigd: .346
Exterieur................327
Initialiseren van het
bandenspanningswaarschuwings-
systeem................334
Interieurfilter.............341
Keuzevanvelg ............340
Koelvloeistof controleren......325Lampen.................350
Lampen vervangen..........351
Motorkap................321
Motorruimte..............323
Onderdelen..............323
Onderhoud..............319
Openen van de motorkap......321
Plaats..................327
Plaatsen van
bandenspanningssensoren en
-zenders................333
Plaatsen van een garagekrik. . . .322
Plaats lampen.............350
Plaats van het kriksteunpunt. . . .322
Registreren van
identificatiecodes..........336
Ruitensproeiervloeistof.......326
Schoonmaakprocedure.......344
Schoonmaken van de
ventilatieopeningen van het
batterijpakket (tractiebatterij) . . .343
Uitschakelen van de
hoofdschakelaar van de elektrisch
bedienbare achterklep (indien
aanwezig)...............350
Velgen.................340
Verwijderen van de afdekkap van
de12V-accu..............327
Verwijderen van het
interieurfilter.............341
Voordat u een lamp vervangt. . . .350
Vóór het verwijderen van de
afdekkap van de 12V-accu.....327
Voorzorgsmaatregelen bij zelf uit
te voeren onderhoud.........319
Wisselen van banden........331
Zoekmethoden................8
Trefwoordenlijst
493
Page 496 of 498