Page 97 of 498

Lezen van het staafdisplay
ANog niet geëvalueerd
BBijna leeg
CVol
• Nadat het hybridesysteem is gestart,
wordt de Eco-score niet weergegeven
zolang de rijsnelheid lager is dan
ongeveer 30 km/h.
• De Eco-score wordt iedere keer
wanneer het hybridesysteem wordt
gestart, gereset.
• Als het hybridesysteem uitgezet
wordt, wordt de totale score van de
huidige rit weergegeven.
Weergave informatie ondersteunend
systeem
Hiermee kan de werkingsstatus van de
volgende systemen worden weergegeven:
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
(→blz. 200)
• LTA (Lane Tracing Assist) (→blz. 211)
• Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik (→blz. 220)Aan audiosysteem gekoppelde weergave
Geeft de audiobron of het nummer weer.
Rij-informatie
ARij-informatie 1
BRij-informatie 2
Geeft het volgende weer, afhankelijk van
welk rij-informatietype en welke
rij-informatie-items zijn geselecteerd in
.(→Blz. 92)
• Average Speed (gemiddelde
snelheid): Geeft de gemiddelde
rijsnelheid sinds het starten van het
hybridesysteem weer
• Trip Distance (ritafstand): Geeft de
gereden afstand sinds het starten van
het hybridesysteem weer
• Trip Time (rittijd): Geeft de verstreken
tijd sinds het starten van het
hybridesysteem weer
Rij-informatie van teller A/B
ARij-informatie van teller A/B 1
BRij-informatie van teller A/B 2
2.1 Instrumentenpaneel
95
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 98 of 498

Geeft het volgende weer, afhankelijk van
welk rij-informatietype en welke
rij-informatie-items zijn geselecteerd in
.(→Blz. 92)
• Average Speed (gemiddelde
rijsnelheid): Geeft de gemiddelde
rijsnelheid van teller A/B weer
• Trip Distance (ritafstand): Geeft de
gereden afstand van teller A/B weer
• Trip Time (rittijd): Geeft de verstreken
tijd van teller A/B weer
AWD-regeling
De getoonde afbeelding dient slechts als
voorbeeld en verschilt mogelijk van het
werkelijke beeld op het
multi-informatiedisplay.
AWeergave koppelverdeling
Geeft de status van de aandrijving
van elk wiel weer in 6 stappen van
0 tot 5.
De begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal/Eco-score werkt niet als
De begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal/Eco-score werkt niet in de
volgende situaties:
• De hybridesysteemindicator werkt
niet.
• Er wordt met de auto gereden terwijl
de Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik is
ingeschakeld.Suggestiefunctie
Hiermee worden suggesties voor de
bestuurder weergegeven in de
onderstaande situaties. U kunt een reactie
op de weergegeven suggestie selecteren
met behulp van de bedieningstoetsen van
het instrumentenpaneel.
Suggestie om de koplampen uit te
schakelen
Als de koplampen gedurende een
bepaalde tijd ingeschakeld blijven terwijl
de lichtschakelaar in de stand AUTO staat
nadat het contact UIT is gezet, wordt er
een melding van de suggestiefunctie
weergegeven met de vraag of u de
koplampen wilt uitschakelen.
Selecteer “Yes” ( ja) om de koplampen uit
te schakelen.
Als het bestuurdersportier wordt
geopend nadat het contact UIT is gezet,
wordt deze melding van de
suggestiefunctie niet weergegeven.
Suggestie om de elektrisch bedienbare
ruiten te sluiten (gekoppeld aan de
werking van de ruitenwissers)
Als de ruitenwissers worden bediend
terwijl een of meer elektrisch bedienbare
ruiten zijn geopend, verschijnt een
melding van de suggestiefunctie met de
vraag of u de elektrisch bedienbare ruiten
wilt sluiten.
Selecteer “Yes” ( ja) om alle elektrisch
bedienbare ruiten te sluiten.
Suggestie om de elektrisch bedienbare
ruiten te sluiten (gekoppeld aan de
rijsnelheid)
Als gedurende een bepaalde tijd met
hoge snelheden gereden wordt terwijl
een elektrisch bedienbare ruit geopend
is, verschijnt een melding van de
suggestiefunctie met de vraag of u de
elektrisch bedienbare ruiten wilt sluiten.
Selecteer “Yes” ( ja) om alle elektrisch
bedienbare ruiten te sluiten.
2.1 Instrumentenpaneel
96
Page 99 of 498

Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden
aangepast aan de persoonlijke voorkeur.
(→Blz. 415)
Weergave instellingen
Voertuigfuncties en instellingen die u
kunt wijzigen
→Blz. 415
Instellingen weergave instrumentenpaneel
→Blz. 92
Onderbreking van de weergave van de
instellingen
• Bepaalde instellingen kunnen niet
gewijzigd worden tijdens het rijden.
Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand voordat u instellingen
wijzigt.
•
Als er een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven, kan het instelscherm
tijdelijk niet worden bediend.
WAARSCHUWING!
Waarschuwing bij het instellen van
het display
Zorg dat de auto geparkeerd staat op
een plaats met voldoende ventilatie als
het hybridesysteem tijdens het
wijzigen van instellingen op het scherm
instellingen in werking is. In een
afgesloten ruimte, zoals een garage,
kunnen uitlaatgassen die het
schadelijke koolmonoxide (CO)
bevatten, zich ophopen en in de auto
terechtkomen. Dit kan leiden tot de
dood of zeer schadelijk zijn voor de
gezondheid.
OPMERKING
Tijdens het instellen van het display
Zorg ervoor dat het hybridesysteem
draait tijdens het instellen van het
display om te voorkomen dat de
12V-accu leeg raakt.
2.1 Instrumentenpaneel
97
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 100 of 498

2.1.6 Head-up display*
*Indien aanwezig
Het head-up display is gekoppeld aan het instrumentenpaneel en het navigatiesysteem
(indien aanwezig) en geeft verschillende informatie weer in het directe blikveld van de
bestuurder, zoals de actuele rijsnelheid en routebegeleiding naar een ingestelde
bestemming.
Systeemonderdelen
AWeergave schakelstand (→blz. 176)
BDisplayzone RSA (Road Sign Assist)
(indien aanwezig) (→blz. 231)
CDisplayzone rijsnelheid
DHybridesysteemindicator/
toerenteller/buitentemperatuur
(→blz. 100)
EAan navigatiesysteem gekoppelde
displayzone (indien aanwezig)
(→blz. 101)
De volgende gegevens van het
navigatiesysteem worden
weergegeven:
• Routebegeleiding naar bestemming• Straatnaam
• Kompas (weergave rijrichting
boven)
FDisplayzone status ondersteunend
systeem (→blz. 101)
GDisplayzone meldingen (→blz. 101)
De volgende pop-updisplays worden
in bepaalde situaties weergegeven:
• Waarschuwing/melding
• Status handsfree-systeem
• Status bediening audiosysteem
Het head-up display werkt wanneer
Het contact AAN staat.Bij gebruik van het head-up display
Met een (gepolariseerde) zonnebril op is het
head-up display soms moeilijk afleesbaar.
Pas de helderheid van het head-up display
aan of zet uw zonnebril af.
De afbeeldingen die hier worden gebruikt, dienen slechts als voorbeeld en verschillen
mogelijk van de daadwerkelijk door het head-up display weergegeven afbeelding.
2.1 Instrumentenpaneel
98
Page 101 of 498

Weergave buitentemperatuur
Wanneer de buitentemperatuur ongeveer
3°C of lager wordt, gaat het controlelampje
lage buitentemperatuur gedurende
ongeveer 10 seconden knipperen en
vervolgens gaan het controlelampje lage
buitentemperatuur en de weergave van de
buitentemperatuur uit. Het controlelampje
lage buitentemperatuur werkt weer als de
buitentemperatuur ongeveer 5°C of hoger
wordt en dan daalt tot 3°C of lager.
WAARSCHUWING!
Voordat u het head-up display gebruikt• Controleer of de positie en de
helderheid van het head-up display
geen belemmering vormen voor
veilig rijden. Als de positie of de
helderheid van het display niet goed
is afgesteld, kan het zicht van de
bestuurder worden belemmerd, kan
dat leiden tot een ongeval met
dodelijk of ernstig letsel kan tot
gevolg.
• Kijk tijdens het rijden niet
voortdurend op het head-up display,
aangezien u anders voetgangers,
objecten op de weg, enz. over het
hoofd kunt zien.
OPMERKING
Voorkomen van beschadiging van de
onderdelen
• Plaats geen bekers of blikjes drinken
in de buurt van de projector van het
head-up display. Als de projector nat
wordt, kunnen er elektrische
storingen ontstaan.
OPMERKING(Vervolg)
• Plaats geen voorwerpen op de
projector van het head-up display en
plak er ook geen stickers op. Als u dat
toch doet, worden er mogelijk geen
meldingen meer op het head-up
display weergegeven.
• Raak de binnenzijde van de projector
van het head-up display niet aan en
steek ook geen scherpe voorwerpen
in de projector. Dit kan tot
mechanische defecten leiden.
Gebruik van het head-up display
Wijzigen van instellingen van het
head-up display
Selecteer
op het multi-
informatiedisplay (→blz. 415) en
vervolgens HUD.
Inschakelen/uitschakelen van het
head-up display
Druk op
om het head-up display in of
uit te schakelen.
Wijzigen van de instellingen van het
head-up display
Houd
ingedrukt om de volgende
instellingen weer te geven.
• Helderheid/positie HUD
Hiermee kunt u de helderheid en de
verticale positie van het head-up
display instellen.
• Rijondersteuning HUD
– Instellingen toerenteller
Leeg/hybridesysteem/toerenteller
Hiermee kunt u de weergave wijzigen
naar leeg (geen
weergave)/hybridesysteemindicator/toerenteller.
Hiermee kan de weergave van de
volgende onderwerpen worden in- of
uitgeschakeld:
– Navigatie (indien aanwezig)
– Ondersteunend systeem
– Kompas (indien aanwezig)
– Audio
2.1 Instrumentenpaneel
99
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 102 of 498

• Rotatie HUD
Hiermee kan de hoek van het head-up
display worden ingesteld.
Druk op de toets
ofom de
hoek van het head-up display in te
stellen.
Inschakelen/uitschakelen van het
head-up display
Als het head-up display is uitgeschakeld,
blijft het uitgeschakeld als het contact
UIT en vervolgens weer AAN wordt gezet.
Helderheid display
De helderheid van het head-up display
kan worden ingesteld via
op het
multi-informatiedisplay. Bovendien
wordt de helderheid automatisch
aangepast aan de lichtsterkte van de
omgeving.
Automatisch afstellen van de stand van
het head-up display (auto's met
ergonomisch geheugen)
Met het ergonomische geheugen kan een
gewenste stand van het head-up display
in het geheugen worden opgeslagen en
automatisch worden opgeroepen.
(→Blz. 134)
Als de 12V-accu wordt losgekoppeld
De aangepaste instellingen van het
head-up display worden gereset.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden
aangepast aan de persoonlijke voorkeur.
(→Blz. 415)
WAARSCHUWING!
Waarschuwing met betrekking tot
het instellen van het head-up display
Zorg dat de auto geparkeerd staat op
een plaats met voldoende ventilatie,
aangezien het hybridesysteem tijdens
het instellen van het head-up display
moet draaien. In een afgesloten ruimte,
zoals een garage, kunnen uitlaatgassen
die het schadelijke koolmonoxide (CO)
WAARSCHUWING!(Vervolg)
bevatten, zich ophopen en in de auto
terechtkomen. Dit kan leiden tot de
dood of zeer schadelijk zijn voor de
gezondheid.
OPMERKING
Bij het wijzigen van de instellingen van
het head-up display
Zorg ervoor dat het hybridesysteem
tijdens het instellen van het head-up
display draait, om te voorkomen dat de
12V-accu ontladen raakt.
Hybridesysteemindicator/toerenteller/
buitentemperatuur
Hybridesysteemindicator
ALaadgebied
BHybride eco-gebied
CEco-gebied
DPower-gebied
Er wordt dezelfde informatie
weergegeven als op het
instrumentenpaneel
(hybridesysteemindicator). Zie blz. 79
voor meer informatie.
Toerenteller
Geeft het motortoerental aan in
omwentelingen per minuut.
2.1 Instrumentenpaneel
100
Page 103 of 498

Buitentemperatuur
Wordt weergegeven in de volgende
situaties:
• Wanneer het contact AAN wordt gezet
(weergegeven gedurende ongeveer
10 seconden)
• Wanneer het controlelampje lage
buitentemperatuur knippert
Er wordt dezelfde informatie
weergegeven als op het multi-
informatiedisplay. Zie voor meer
informatie de beschrijving van de
weergave van de buitentemperatuur op
het multi-informatiedisplay. (→Blz. 80)
Aan navigatiesysteem gekoppelde
displayzone (indien aanwezig)
Hiermee kunnen de volgende aan het
navigatiesysteem gekoppelde
onderwerpen worden weergegeven:
(Raadpleeg de handleiding voor het
multimediasysteem.)
Routebegeleiding naar bestemming
Wordt weergegeven als het
navigatiesysteem met een
routebegeleiding bezig is. Wanneer u een
kruising nadert, wordt een pijl
weergegeven om aan te geven welke kant
u op moet.
Straatnaam
Afhankelijk van de situatie worden de
straatnamen van een naderende kruising
weergegeven.
Kompas (weergave rijrichting boven)
Geeft de rijrichting aan.
Weergave straatnaam
Afhankelijk van de situatie, zoals wanneer
er geen informatie beschikbaar is in
kaartgegevens enz., worden de
straatnamen van een kruising mogelijk
niet weergegeven.Displayzone status ondersteunend
systeem
Hiermee wordt de status van de volgende
systemen weergegeven:
• LTA (Lane Tracing Assist) (→blz. 211)
• Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik (→blz. 220)
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
(→blz. 200)
• Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten) (indien
aanwezig) (→blz. 259)
• Toyota Parking Assist-sensor (indien
aanwezig) (→blz. 240)
• Wegrijregeling (→blz. 158)
• Brake Override-systeem (→blz. 159)
Er wordt dezelfde informatie
weergegeven als op het multi-
informatiedisplay. Zie de beschrijving
van de desbetreffende systemen voor
meer informatie.
Icoon
/
De volgende aan het multi-
informatiedisplay gekoppelde iconen en een
melding kunnen worden weergegeven:
: Centrale waarschuwingsicoon
Wordt weergegeven als op het
multi-informatiedisplay een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven. (→Blz. 373)
: Informatie-icoon
Wordt weergegeven als op het
multi-informatiedisplay een
pop-updisplay met een suggestie/tip
wordt weergegeven. (→Blz. 96)
Displayzone meldingen
Afhankelijk van de situatie wordt het
volgende weergegeven:
Waarschuwing/melding
Afhankelijk van de situatie wordt een
waarschuwingsmelding of een andere
melding weergegeven.
2.1 Instrumentenpaneel
101
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 104 of 498

• Waarschuwingsmeldingen
Bepaalde waarschuwingsmeldingen
kunnen worden weergegeven.
• Pop-updisplays
Als een ondersteunend systeem in
werking is, wordt bepaalde informatie
die wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay, als pop-updisplay
weergegeven op het head-up display.
Status handsfree-systeem
Wordt weergegeven als het
handsfree-systeem wordt bediend.
(Raadpleeg de handleiding voor het
multimediasysteem.)
Status bediening audiosysteem
Wordt weergegeven als het
audiosysteem wordt bediend.
(Raadpleeg de handleiding voor het
multimediasysteem.)
Pop-updisplays
Afhankelijk van het pop-updisplay wordt
het onderwerp dat op dat moment wordt
weergegeven in de displayzone voor
meldingen, mogelijk tijdelijk niet
weergegeven. Het onderwerp wordt
weergegeven zodra het pop-updisplay
niet meer wordt weergegeven.
2.1.7 Energiemonitor/
verbruiksscherm
De status van het hybridesysteem kan wor-
den afgelezen op het multi-informatiedi-
splay en het display van het audiosysteem.
Systeemonderdelen
AScherm audiosysteem
BMulti-informatiedisplay
CBedieningstoetsen
instrumentenpaneel
Energiemonitor
Multi-informatiedisplay
Druk een aantal keer op de bediening-
stoetsen van het instrumentenpaneel op
het stuurwiel om de weergave van de
energiemonitor te selecteren.
Scherm audiosysteem
1. Selecteer
in het hoofdmenu.
2. Selecteer “Energy flow”
(energiestroom).
Het display aflezen
De pijlen verschijnen overeenkomstig de
energiestroom. Wanneer er geen
energiestroom is, worden er geen pijlen
weergegeven.
De kleur van de pijlen wijzigt als volgt:
Groen of blauw: Als het batterijpakket
(tractiebatterij) wordt geregenereerd of
opgeladen.
Geel of oranje: Als het batterijpakket
(tractiebatterij) wordt gebruikt.
Rood: Als de benzinemotor wordt gebruikt.
Multi-informatiedisplay (7 inch display)
In de afbeelding worden alle pijlen ter
illustratie weergegeven. De
daadwerkelijke weergave is afhankelijk
van de omstandigheden.
A
C
D
B
2.1 Instrumentenpaneel
102