Page 433 of 562

Portiervergrendeling (→blz. 96, blz. 101, blz. 407)
FunctieStandaardinstel-
lingPersoonlijke voor-
keursinstellingABC
Ontgrendelen met de mechani-
sche sleutelAlle portieren in één
keer ontgrendelenBestuurdersportier
ontgrendelen in één
keer, overige portie-
renintweekeer—— O
Functie koppeling van rijsnelheid
aan portiervergrendeling
*Aan Uit O — O
Functie koppeling van stand se-
lectiehendel aan portiervergren-
deling
*Uit Aan O — O
Functie koppeling van stand se-
lectiehendel aan portierontgren-
deling
*Uit Aan O — O
Functie koppeling van portier-
ontgrendeling aan bestuur-
dersportier
*Aan Uit O — O
*Deze instelling is afhankelijk van de instellingen in My Settings.
Smart entry-systeem met startknop en afstandsbediening (→blz. 96, blz. 111)
FunctieStandaardinstel-
lingPersoonlijke
voorkeursinstel-
lingABC
Bedieningssignaal (alarm-
knipperlichten)*Aan Uit O — O
Tijd totdat na het ontgrende-
len, zonder dat een portier
wordt geopend, de portieren
automatisch weer worden
vergrendeld
*
30 seconden60 seconden
—— O
120 seconden
Waarschuwingszoemer open
portier/achterklepAan Uit — — O
*Deze instelling is afhankelijk van de instellingen in My Settings.
Smart entry-systeem met startknop (→blz. 96, blz. 111)
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke voor-
keursinstellingABC
Smart entry-systeem met startknop Aan Uit O — O
Ontgrendelen portier met Smart
entry-systeem en startknopAlle portieren Bestuurdersportier O — O
Tijd die verstrijkt voordat alle portie-
ren worden ontgrendeld wanneer de
portiergreep van het bestuurderspor-
tier wordt vastgepakt2,0 secondenUit
—— O 1,5 seconden
2,5 seconden
Aantal opeenvolgende portierver-
grendelingen2 keer Zo veel als gewenst — — O
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
431
8
Voertuigspecificaties
Page 434 of 562

Afstandsbediening (→blz. 94, blz. 96, blz. 101)
FunctieStandaardinstel-
lingPersoonlijke
voorkeursinstel-
lingABC
Afstandsbediening Aan Uit — — O
OntgrendelenAlle portieren in
één keer ontgren-
delenBestuurderspor-
tier ontgrendelen
in één keer, ove-
rige portieren in
twee keerO—O
Elektrisch bedienbare achterklep*1(→blz. 101)
FunctieStandaardinstel-
lingPersoonlijke
voorkeursinstel-
lingABC
Werking elektrisch bedien-
bare achterklepAan Uit — O —
Automatische open- en stop-
positie achterklep51-5
OO— Op de gewenste
stand (positie)
stoppen
*2
Zoemervolume Niveau 3Niveau 1
—O—
Niveau 2
*1Indien aanwezig
*2Wordt geconfigureerd via de schakelaaraan de onderkant van de achterklep.
Buitenspiegels (→blz. 123)
FunctieStandaardinstel-
lingPersoonlijke
voorkeursinstel-
lingABC
Automatisch in- en uitklap-
pen van de buitenspiegelsGekoppeld aan
het
vergrendelen/
ontgrendelen van
de portierenUit
—— O Gekoppeld aan de
bediening van de
startknop
Elektrisch bedienbare ruiten (→blz. 125)
FunctieStandaardinstel-
lingPersoonlijke
voorkeursinstel-
lingABC
Bediening gekoppeld aan ge-
bruik van de mechanische
sleutelUit Aan — — O
Koppeling van werking aan
afstandsbedieningUit Aan — — O
Koppeling van werking aan
afstandsbediening (zoemer)Aan Uit — — O
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
432
Page 435 of 562

Startknop (→blz. 142)
Functie Persoonlijke voorkeursinstellingABC
Persoonlijke voorkeursinstel-
lingen ACC
In-/uitschakelen stand ACCAan/Uit O — O
Automatische verlichting (→blz. 156)
FunctieStandaardinstel-
lingPersoonlijke
voorkeursinstel-
lingABC
Gevoeligheid lichtsensor*Standaard -40 - 40% O — O
Extended Headlight Lighting-
systeem (tijd die verstrijkt
voordat de koplampen auto-
matisch worden uitgescha-
keld)30 seconden60 seconden
—— O 90 seconden
120 seconden
*Deze instelling is afhankelijk van de instellingen in My Settings.
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (→blz. 175)
Functie Persoonlijke voorkeursinstellingABC
Waarschuwingstiming Later, standaard, eerder — O —
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem)
*Aan, uit — O —
*Het systeem wordt automatisch ingeschakeld telkens wanneer het contact AAN wordt
gezet.
LDA (Lane Departure Alert) (→blz. 187)
Functie Persoonlijke voorkeursinstellingABC
LDA (Lane Departure Alert) Aan, uit — O —
Waarschuwingstiming Standaard, eerder — O —
Waarschuwingsopties Trilling, piepsignaal — O —
Suggestie rustpauze bestuurder (→blz. 190)
Functie Persoonlijke voorkeursinstellingABC
Suggestie rustpauze bestuur-
derAan, uit — O —
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
433
8
Voertuigspecificaties
Page 436 of 562

RSA (Road Sign Assist)*(→blz. 192)
Functie Persoonlijke voorkeursinstellingABC
RSA (Road Sign Assist) Aan, uit — O —
Meldingsmethode snelheids-
overschrijdingGeen, visueel, visueel en hoorbaar — O —
Andere meldingsmethode Geen, visueel, visueel en hoorbaar — O —
Meldingsniveau snelheids-
overschrijding10 km/h (5 mph), 5 km/h (3 mph),
2km/h(1mph)—O—
*Indien aanwezig
Dynamic Radar Cruise Control/snelheidsbegrenzer
*1(→blz. 195, blz. 205))
Functie Persoonlijke voorkeursinstellingABC
Dynamic Radar Cruise Control
met Road Sign Assist*1Aan, uit — O —
Inhaalbeveiliging Aan, uit — O —
Gevoeligheid snelheidsbe-
grenzer-5 - +5 (in stappen van hele getallen) — O —
Acceleratie Hoog, gemiddeld, laag — O —
Snelheidsinstelling (kort in-
drukken)1 km/h, 5 km/h, 10 km/h
*2—O—
1 mph, 5 mph, 10 mph*3
Snelheidsinstelling (lang in-
drukken)1 km/h, 5 km/h, 10 km/h*2—O—
1 mph, 5 mph, 10 mph*3
Begeleidingsmelding Aan, uit — O —
Verlaging bochtensnelheid Hoog, gemiddeld, laag, uit — O —
*1Indien aanwezig
*2Wanneer de ingestelde snelheid wordt getoond in “km/h”
*3Wanneer de ingestelde snelheid wordt getoond in “mph”
BSM (Blind Spot Monitor)
*(→blz. 210)
FunctieStandaardinstel-
lingPersoonlijke
voorkeursinstel-
lingABC
BSM (Blind Spot Monitor) Aan Uit — O —
Helderheid indicator in bui-
tenspiegelHelder Gedimd — O —
Timing waarschuwing voor
aanwezigheid van naderende
auto (gevoeligheid)GemiddeldVroeg
—O—
Laat
*Indien aanwezig
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
434
Page 437 of 562

Toyota Parking Assist-sensor*(→blz. 214)
Functie Persoonlijke voorkeursinstellingABC
Toyota Parking Assist-sensor Aan, uit — O —
Zoemervolume Niveau 1, niveau 2, niveau 3 — O —
*Indien aanwezig
PKSB (Parking Support Brake)
*(→blz. 232)
Functie Persoonlijke voorkeursinstellingABC
PKSB (Parking Support Brake) Aan, uit — O —
*Indien aanwezig
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)
*1(→blz. 223)
Functie Persoonlijke voorkeursinstellingABC
RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert)Aan, uit — O —
Zoemervolume
*2Niveau 1, niveau 2, niveau 3 — O —
*1Indien aanwezig
*2Het geluidsvolume is gekoppeld aan de Toyota Parking Assist-sensor en RCTA
RCD (Rear Camera Detection)
*(blz. 228)
Functie Persoonlijke voorkeursinstellingABC
RCD (Rear Camera Detection) Aan, uit — O —
*Indien aanwezig
Safe Exit Assist
*(→blz. 268)
Functie Persoonlijke voorkeursinstellingABC
Safe Exit Assist Aan, uit — O —
Waarschuwingstiming Vroeg, gemiddeld, laat — O —
Buitenspiegel Aan, uit — O —
*Indien aanwezig
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
435
8
Voertuigspecificaties
Page 438 of 562

Airconditioning (→blz. 288)
FunctieStandaardinstel-
lingPersoonlijke
voorkeursinstel-
lingABC
Schakelen tussen buiten-
luchtmodus en de aan de
schakelaar AUTO gekoppelde
recirculatiemodus
*
Aan Uit O — O
Automatische bediening
toets A/C
*Aan Uit O — O
*Deze instelling is afhankelijk van de instellingen in My Settings.
Bandenspanningswaarschuwingssysteem (→blz. 336)
FunctieStandaardinstel-
lingPersoonlijke
voorkeursinstel-
lingABC
Instelling eenheid banden-
spanningkPa psi, bar — O —
Verlichting (→blz. 296)
FunctieStandaardinstel-
lingPersoonlijke
voorkeursinstel-
lingABC
Tijd die verstrijkt voordat de
interieurverlichting uitgaat*115 secondenUit
O—O 7,5 seconden
30 seconden
Werking nadat het contact
UIT is gezetAan Uit — — O
Werking als de portieren wor-
den ontgrendeldAan Uit — — O
Werking wanneer u de auto
nadert terwijl u de elektroni-
sche sleutel bij u draagtAan Uit — — O
Verlichting bekerhouders
*1, 2
en verlichting open opberg-
vak*1, 2Aan Uit — — O
Verlichting portierbekle-
ding
*1, 2Aan Uit — — O
*1Deze instelling is afhankelijk van de instellingen in My Settings.
*2Indien aanwezig
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
436
Page 439 of 562

Persoonlijke voorkeursinstellingen
auto
• Als het Smart entry-systeem met
startknop is uitgeschakeld, kan het
ontgrendelen van de portieren met
het Smart entry-systeem en
startknop niet worden ingesteld.
• Als de portieren niet worden geopend
nadat de portieren zijn ontgrendeld
en de functie automatisch opnieuw
vergrendelen wordt geactiveerd,
worden er signalen gegenereerd
overeenkomstig de instellingen van
de bedieningssignaalfunctie (zoemer
en alarmknipperlichten).In de volgende situaties wordt het
instelscherm waarop de instellingen
via het multi-informatiedisplay
kunnen worden gewijzigd,
automatisch uitgeschakeld.
• Er verschijnt een
waarschuwingsmelding nadat het
instelscherm wordt weergegeven.
• Het contact wordt UIT gezet.
• De auto begint te rijden terwijl het
instelscherm wordt weergegeven.
8.3 Initialisatie
8.3.1 Te initialiseren onderdelen
Na bijvoorbeeld het loskoppelen en weer aansluiten van de 12V-accu of onderhoud aan
de auto, moeten de volgende items worden geïnitialiseerd, zodat het systeem weer op de
juiste manier werkt:
Overzicht van te initialiseren onderdelen
Onderwerp Wanneer initialiseren Overzicht
Elektrisch bedienbare
achterklep
*■Na het aansluiten of vervangen van de
12V-accuBlz. 107
Indicatiesysteem motor-
olie verversen■Nadat het vereiste onderhoud is
uitgevoerdBlz. 329
Bandenspanningswaar-
schuwingssysteem■Wanneer de voorgeschreven
bandenspanning is gewijzigd, zoals door
de belading van de auto.
■Bij het wijzigen van de bandenspanning
omdat er een andere bandenmaat
gemonteerd is.Blz. 341
*Indien aanwezig
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
437
8
Voertuigspecificaties
Page 440 of 562