Page 105 of 562

Afstandsbediening
→Blz. 97
Feedbacksignalen
→Blz. 98
Van binnenuit ontgrendelen en
vergrendelen van de achterklep
Schakelaars centrale vergrendeling
→Blz. 99
Openen en sluiten van de achterklep
(auto's zonder elektrisch bedienbare
achterklep)
Openen van de achterklep
Trek de achterklep omhoog terwijl u de
schakelaar achterklep openen ingedrukt
houdt.
De achterklep kan niet direct nadat de
schakelaar achterklep openen is
ingedrukt, worden gesloten.
Sluiten van de achterklep
Laat de achterklep zakken met behulp
van de achterklepgreep en druk de
achterklep van buitenaf naar beneden om
deze te sluiten.
Let op dat de achterklep bij het sluiten
ervan met de greep niet opzij wordt
getrokken.Bagageruimteverlichting
• De bagageruimteverlichting gaat
branden als de achterklep wordt
geopend.
• Als de bagageruimteverlichting aan
wordt gelaten wanneer het contact
UIT wordt gezet, gaat de verlichting na
20 minuten automatisch uit.
Waarschuwingszoemer open
portier/achterklep
→Blz. 100
OPMERKING
Steunen achterklepgasdempers
De achterklep is voorzien van
gasdempers die de achterklep op zijn
plaats houden.
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Anders
kunnen de achterklepgasdempers
beschadigd raken, waardoor deze niet
meer werken.
• Bevestig nooit stickers, kunststoffolie,
zelfklevende voorwerpen, enz. aan de
gasdemper.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
103
3
Voordat u gaat rijden
Page 106 of 562

OPMERKING(Vervolg)
• Raak de binnenpoot van de
gasdemper nooit aan met
handschoenen of andere stoffen
voorwerpen.
• Bevestig alleen originele
Toyota-accessoires aan de
achterklep.
• Plaats nooit uw handen op de
gasdemper en oefen er geen
zijdelingse krachten op uit.
Openen en sluiten van de achterklep
(auto's met elektrisch bedienbare
achterklep)
Openen en sluiten van de achterklep met
de afstandsbediening
Houd de schakelaar ingedrukt.
Door op de schakelaar te drukken terwijl
de achterklep wordt geopend/gesloten,
stopt de achterklep met bewegen. Door
de schakelaar nogmaals ingedrukt te
houden beweegt de achterklep in
tegengestelde richting.
Openen/sluiten van de achterklep met de
toets elektrisch bedienbare achterklep
op het dashboard.
Houd de schakelaar ingedrukt.
Ontgrendel de achterklep voordat u hem
bedient.
Door op de schakelaar te drukken terwijl
de achterklep wordt geopend/gesloten,
stopt de achterklep met bewegen. Door
de schakelaar nogmaals ingedrukt tehouden beweegt de achterklep in
tegengestelde richting.
Openen van de achterklep met de
schakelaar achterklep openen
Wanneer de achterklep ontgrendeld is:
druk op de ontgrendelschakelaar van de
achterklep.
Wanneer de achterklep vergrendeld is:
druk terwijl u de elektronische sleutel bij
u draagt op de ontgrendelschakelaar van
de achterklep.
Door op de schakelaar te drukken terwijl
de achterklep wordt geopend/gesloten,
stopt de achterklep met bewegen. Door
nogmaals op de schakelaar te drukken
gaat de achterklep open.
Openen/sluiten van de achterklep met de
toets elektrisch bedienbare achterklep
op de achterklep
Druk op de schakelaar.
Door op de schakelaar te drukken terwijl
de achterklep wordt geopend/gesloten,
stopt de achterklep met bewegen. Door
nogmaals op de schakelaar te drukken
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
104
Page 107 of 562

beweegt de achterklep in tegengestelde
richting.
Sluiten van de achterklep en
vergrendelen van alle portieren met
behulp van de vergrendelschakelaar op
de achterklep
Druk op de schakelaar.
Er klinkt een andere zoemer dan normaal
en de elektrisch bedienbare achterklep
begint automatisch te sluiten. Wanneer
de achterklep is gesloten, worden alle
portieren gelijktijdig vergrendeld. Met
feedbacksignalen wordt aangegeven dat
alle portieren zijn vergrendeld. Als op de
schakelaar wordt gedrukt terwijl de
elektrisch bedienbare achterklep bezig is
te sluiten, stopt de achterklep met
bewegen.
De achterklep sluiten met de
achterklepgreep aan de binnenzijde
Laat de achterklep zakken met behulp
van de achterklepgreep. Vervolgens
klinkt er een zoemer en wordt de
achterklep automatisch gesloten.Sluitsysteem achterklep
Wanneer de achterklep nog enigszins
geopend is, zal het sluitsysteem van de
achterklep deze automatisch volledig
sluiten.
• Voor de werking van het sluitsysteem
van de achterklep maakt het niet uit in
welke stand het contact staat.
• De achterklep kan worden geopend
met de schakelaar achterklep openen,
ook al is het sluitsysteem van de
achterklep in werking.
Werkingsvoorwaarden elektrisch
bedienbare achterklep
Als aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan, kan de elektrisch bedienbare
achterklep automatisch worden
geopend en gesloten.
• Wanneer de elektrisch bedienbare
achterklep is ingeschakeld.
(→Blz. 428)
• Als het contact AAN staat, moet naast
bovenstaande voorwaarde aan een
van de onderstaande voorwaarden
worden voldaan:
– De parkeerrem is geactiveerd.
– Het rempedaal is ingetrapt.
– De selectiehendel staat in stand P.
Werking van de elektrisch bedienbare
achterklep
• Als de elektrisch bedienbare
achterklep is uitgeschakeld, werkt de
elektrisch bedienbare achterklep niet,
maar kan hij handmatig worden
geopend en gesloten.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
105
3
Voordat u gaat rijden
Page 108 of 562

• Als de elektrisch bedienbare
achterklep aan het openen/sluiten is
en een obstakel raakt, wordt de
werking onderbroken.
Functie sluiten en vergrendelen
Als de elektrisch bedienbare achterklep
open is, sluit deze functie de achterklep
waarna alle portieren gelijktijdig worden
vergrendeld. Als de volgende procedures
worden uitgevoerd en er geen
elektronische sleutels van de auto in het
interieur zijn achtergebleven, worden
alle portieren vergrendeld wanneer de
elektrisch bedienbare achterklep
volledig is gesloten.
1. Sluit alle portieren, maar sluit de
elektrisch bedienbare achterklep niet.
2. Druk, terwijl u een elektronische
sleutel bij u hebt, op de
vergrendelschakelaar op de elektrisch
bedienbare achterklep.
Vervolgens begint de elektrisch
bedienbare achterklep automatisch te
sluiten. Wanneer de elektrisch
bedienbare achterklep is gesloten,
worden alle portieren gelijktijdig
vergrendeld. Met feedbacksignalen wordt
aangegeven dat alle portieren zijn
vergrendeld.
Auto's met supervergrendeling: De
supervergrendeling wordt in dit geval
niet ingeschakeld.
Werkingsvoorwaarden functie sluiten
en vergrendelen
Deze functie kan worden bediend
wanneer aan alle onderstaande
voorwaarden wordt voldaan:
• Er wordt geen elektronische sleutel
gesignaleerd in de auto.
• Alle portieren zijn gesloten; alleen de
achterklep is geopend.
• Het contact staat UIT.Klembeveiliging
In de elektrisch bedienbare achterklep
zijn rechts en links sensoren geplaatst.
Wanneer de achterklep automatisch
wordt gesloten en de sensoren worden
ingedrukt doordat bijvoorbeeld een
voorwerp bekneld raakt, treedt de
klembeveiliging in werking.
Vanuit die positie beweegt de
achterklep automatisch een stukje in
tegengestelde richting en stopt
vervolgens.
Uitgestelde vergrendelingsfunctie
achterklep
Deze functie stelt de vergrendeling van
de elektrisch bedienbare achterklep uit
als de elektrisch bedienbare achterklep
open is. Als de volgende handelingen
worden uitgevoerd, worden alle
portieren vergrendeld, maar niet de
elektrisch bedienbare achterklep. Deze
wordt vergrendeld als hij volledig
gesloten is.
1. Sluit alle portieren, maar sluit de
achterklep niet.
2. Voer een automatische sluitprocedure
voor de elektrisch bedienbare
achterklep uit en vergrendel de
portieren met de afstandsbediening
(→blz. 97) of het Smart
entry-systeem met startknop
(→blz. 96) terwijl de elektrisch
bedienbare achterklep sluit.
• Als de elektronische sleutel in de auto
wordt geplaatst nadat het sluiten is
gestart via de uitgestelde
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
106
Page 109 of 562

vergrendelingsfunctie van de
portieren, wordt de elektronische
sleutel mogelijk in de auto opgesloten.
• Als de achterklep niet geheel sluit
door de werking van de
klembeveiliging, terwijl de achterklep
automatisch wordt gesloten nadat
een uitgestelde vergrendeling van de
portieren is uitgevoerd, wordt de
uitgestelde vergrendelingsfunctie van
de portieren geannuleerd en worden
alle portieren ontgrendeld.
• Controleer voordat u de auto
achterlaat of alle portieren gesloten
en vergrendeld zijn.
Bij het opnieuw aansluiten van de
12V-accu
Sluit de achterklep om ervoor te zorgen
dat de elektrisch bedienbare achterklep
correct werkt.
Indien het openingssysteem van de
achterklep niet werkt
De achterklep kan van binnenuit worden
ontgrendeld.
1. Verwijder het kapje.
Gebruik om het kapje te beschermen
een doekje tussen de
sleufkopschroevendraaier en het
kapje, zoals aangegeven in de
afbeelding.
2. Draai de schroef iets los door deze
linksom te draaien.Auto's zonder elektrisch bedienbare
achterklep
Auto's met elektrisch bedienbare
achterklep
3. Draai het deksel linksom.
Auto's zonder elektrisch bedienbare
achterklep
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
107
3
Voordat u gaat rijden
Page 110 of 562

Auto's met elektrisch bedienbare
achterklep
4. Beweeg de hendel.
Gebruik een
sleufkopschroevendraaier om de
hendel te verplaatsen.
Auto's zonder elektrisch bedienbare
achterklep
Auto's met elektrisch bedienbare
achterklep
5. Plaatsen: Herhaal de genoemde
stappen in omgekeerde volgorde.Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden
aangepast aan de persoonlijke voorkeur.
(→Blz. 428)
WAARSCHUWING!
Sluitsysteem achterklep
• Wanneer de achterklep nog
enigszins geopend is, zal het
sluitsysteem van de achterklep deze
automatisch volledig sluiten. Het
duurt enkele seconden voordat het
sluitsysteem van de achterklep in
werking treedt. Zorg ervoor dat uw
vingers of andere zaken niet bekneld
raken onder de achterklep, aangezien
dit ernstig letsel tot gevolg kan
hebben.
• Wees voorzichtig wanneer u het
sluitsysteem van de achterklep
gebruikt, aangezien het systeem nog
werkt wanneer de elektrisch
bedienbare achterklep is
uitgeschakeld.
Elektrisch bedienbare achterklep
Neem bij het bedienen van de
elektrisch bedienbare achterklep de
volgende voorzorgsmaatregelen in
acht. Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Controleer de omgeving op
eventueel aanwezige obstakels of
andere zaken die ervoor kunnen
zorgen dat uw bezittingen klem
komen te zitten.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
108
Page 111 of 562

WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Zorg er als er iemand dichtbij staat
voor dat deze persoon veilig is en
meld dat u de achterklep gaat
openen of sluiten.
• Als de elektrisch bedienbare
achterklep tijdens de werking van de
achterklep wordt uitgeschakeld,
stopt de beweging van de
achterklep. De achterklep moet dan
handmatig worden bediend. Wees in
dit geval extra voorzichtig,
aangezien de achterklep plotseling
kan openen of sluiten.
• Wanneer niet langer aan de
voorwaarden voor de werking van de
elektrisch bedienbare achterklep
(→blz. 105) achterklep wordt
voldaan, klinkt er mogelijk een
zoemer en zal de achterklep mogelijk
niet meer openen of sluiten. De
achterklep moet dan handmatig
worden bediend. Wees in deze
situatie op een helling extra
voorzichtig omdat de achterklep
plotseling in beweging kan komen.
• Als de auto op een heuvel staat, kan
de achterklep plotseling dichtvallen,
nadat deze automatisch is geopend.
Zorg ervoor dat de achterklep
volledig is geopend.
• In de volgende situaties signaleert de
elektrisch bedienbare achterklep
mogelijk een storing en wordt de
automatische bediening
uitgeschakeld. In dat geval moet de
achterklep handmatig worden
bediend. Wees in dit geval extra
voorzichtig, aangezien de achterklep
mogelijk plotseling opent of sluit,
waardoor een ongeval kan ontstaan.
– Wanneer de achterklep met een
obstakel in aanraking komt
– Wanneer de spanning van de
12V-accu plotseling laag wordt,
bijvoorbeeld wanneer het contact
AAN wordt gezet, of wanneer het
hybridesysteem tijdens de
automatische bediening wordt
gestart
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Als er op de achterklep een zwaar
onderdeel gemonteerd is, werkt de
achterklep mogelijk niet, waardoor
een storing kan ontstaan, of kan de
achterklep na het openen plotseling
dichtvallen, waardoor lichaamsdelen
bekneld kunnen raken en letsel kan
optreden. Bevestig alleen originele
Toyota-accessoires aan de
achterklep.
Klembeveiliging
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Gebruik geen lichaamsdelen om de
klembeveiliging opzettelijk te
activeren.
• Het is mogelijk dat de klembeveiliging
niet meer werkt als de achterklep
bijna gesloten is. Zorg ervoor dat uw
vingers of andere zaken niet bekneld
raken.
• De vorm van het voorwerp dat klem
komt te zitten, kan ertoe leiden dat de
klembeveiliging niet werkt. Zorg
ervoor dat uw vingers of andere
zaken niet bekneld raken.
OPMERKING
Achterklepspindels
De achterklep is voorzien van spindels
die de achterklep op zijn plaats houden.
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Anders
kunnen de achterklepspindels
beschadigd raken, waardoor deze niet
meer werken.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
109
3
Voordat u gaat rijden
Page 112 of 562

OPMERKING(Vervolg)
• Bevestig nooit stickers, kunststoffolie,
zelfklevende voorwerpen, enz. aan de
spindelstang.
• Bevestig alleen originele
Toyota-accessoires aan de
achterklep.
• Plaats uw handen nooit op de spindel
en oefen er nooit zijdelingse krachten
op uit.
Voorkomen van storingen aan het
sluitsysteem van de achterklep
Oefen geen grote kracht uit op de
achterklep terwijl het sluitsysteem in
werking is. Het uitoefenen van
overmatige kracht kan storingen aan het
sluitsysteem van de achterklep
veroorzaken.
Voorkomen van storingen aan de
elektrisch bedienbare achterklep
• Controleer of er geen ijs zit tussen de
achterklep en de sponning, waardoor
de achterklep niet bediend kan
worden. Wanneer er zich te veel
gewicht op de achterklep bevindt,
kunnen bij het bedienen van de
elektrisch bedienbare achterklep
storingen optreden.
• Oefen geen grote kracht uit op de
elektrisch bedienbare achterklep
terwijl de achterklep in werking is.
• Voorkom dat de sensoren (aan de
rechter- en linkerzijde van de
elektrisch bedienbare achterklep)
beschadigd raken door scherpe
voorwerpen. Wanneer een sensor is
losgenomen, kan de elektrisch
bedienbare achterklep niet
automatisch worden gesloten.Het systeem van de elektrisch
bedienbare achterklep in-/uitschakelen
(auto's met een elektrisch bedienbare
achterklep)
Het systeem van de elektrisch bedienbare
achterklep kan worden in-/uitgeschakeld
via het multi-informatiedisplay.
(→Blz. 428)
1. Selecteer
van het multi-
informatiedisplay en druk vervolgens
op
.
2. Druk op
ofom “Vehicle
Settings” (voertuiginstellingen) te
selecteren en houd vervolgens
ingedrukt.
3. Druk op
ofom PDB te
selecteren en druk vervolgens op.
4. Druk op
ofomte
selecteren. Als opwordt gedrukt,
wordt er geschakeld tussen ON (aan)
en OFF (uit).
Aanpassing van de geopende positie
van de achterklep (auto's met een
elektrisch bedienbare achterklep)
De geopende positie van de elektrisch
bedienbare achterklep kan worden
aangepast.
1. Stop de elektrisch bedienbare
achterklep in de gewenste positie.
(→Blz. 104)
2. Houd de schakelaar van de elektrisch
bedienbare achterklep op de
achterklep gedurende ongeveer
2 seconden ingedrukt.
• Als de instelling voltooid is, klinkt de
zoemer 4 maal.
• De volgende keer dat de elektrisch
bedienbare achterklep wordt
geopend, stopt hij in die positie.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
110