Page 313 of 562

Afhankelijk van de rijomstandigheden en
de omgeving, kan het elektrisch
bedienbare zonnescherm met iets in
contact komen en in de andere richting
bewegen.
Als het elektrisch bedienbare
zonnescherm niet normaal sluit
Ga als volgt te werk:
1. Breng de auto tot stilstand.
2. Zet het contact AAN.
3. Houd de schakelaar CLOSE
ingedrukt.
*
4. Controleer of het elektrisch
bedienbare zonnescherm volledig
gesloten is en laat de schakelaar los.
*Als de schakelaar niet op het juiste
moment wordt losgelaten, moet de
procedure helemaal opnieuw worden
uitgevoerd.
Als het elektrisch bedienbare
zonnescherm ook na het uitvoeren van
bovenstaande procedure in de
omgekeerde richting beweegt en niet
volledig sluit, laat dan uw auto
controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Gebruik van het
spraakcommandosysteem (indien
aanwezig)
Het elektrisch bedienbare zonnescherm
kan worden geopend en gesloten met het
spraakcommandosysteem.
Raadpleeg voor meer informatie de
handleiding voor het multimediasysteem.
WAARSCHUWING!
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan resulteren
in dodelijk of ernstig letsel.
Openen en sluiten van het elektrisch
bedienbare zonnescherm
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Controleer of geen van de
inzittenden een lichaamsdeel naar
buiten steekt dat bekneld zou
kunnen raken als het zonnescherm
bediend wordt.
• Laat het zonnescherm niet bedienen
door kinderen. Het bekneld raken
tussen het frame en het
zonnescherm kan dodelijk of ernstig
letsel veroorzaken. De bestuurder
dient kinderen te vertellen dat ze het
elektrisch bedienbare zonnescherm
niet mogen bedienen.
Klembeveiliging
• Gebruik geen lichaamsdelen om de
klembeveiliging opzettelijk te
activeren.
• Het is mogelijk dat de
klembeveiliging niet meer werkt als
het zonnescherm bijna gesloten is.
Ook is de klembeveiliging niet
ontworpen om te werken terwijl de
schakelaar wordt ingedrukt. Let erop
dat uw vingers, enz. niet bekneld
raken.
Voorkomen van brandwonden en
letsel
Raak het gedeelte tussen de onderzijde
van het elektrisch bedienbare
zonnescherm en het zonnescherm zelf
niet aan. Anders kan uw hand bekneld
raken en kunt u letsel oplopen. Ook kan
de onderzijde van het elektrisch
bedienbare zonnescherm heet worden
en brandwonden veroorzaken als de
auto gedurende langere tijd wordt
blootgesteld aan direct zonlicht.
5.4 Overige voorzieningen in het interieur
311
5
Voorzieningen in het interieur
Page 314 of 562
Zonnekleppen
1. Klap de zonneklep omlaag om deze in
de vooruitgerichte stand te zetten.
2. Klap de zonneklep omlaag, maak de
klep los en draai deze naar de zijkant
om de zonneklep in de zijdelingse
stand te zetten.
Make-upspiegels
Verschuif het klepje om de spiegel te
openen.
Het make-upverlichting gaat branden.
Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Als de make-upverlichting blijft branden
nadat het contact UIT is gezet, gaat de
verlichting na 20 minuten automatisch
uit.
OPMERKING
Voorkomen dat de 12V-accu te ver
ontladen raakt
Laat de make-upverlichting niet langer
branden dan noodzakelijk is als het
hybridesysteem is uitgeschakeld.
Armsteun
Klap de armsteun omlaag om deze te
kunnen gebruiken.
OPMERKING
Voorkomen van beschadiging van de
armsteun
Plaats geen al te zware last op de
armsteun.
Handgrepen
Een handgreep aan het dak kan ter
ondersteuning van uw lichaam worden
gebruikt wanneer u zit.
AVoor
5.4 Overige voorzieningen in het interieur
312
Page 315 of 562
BAchter
WAARSCHUWING!
Handgreep
Gebruik de handgreep niet bij het in- of
uitstappen of bij het opstaan vanaf uw
zitplaats.
OPMERKING
Voorkomen van beschadiging van de
handgreep
Hang geen zware voorwerpen aan de
handgreep en belast de greep niet
overmatig.
Kledinghaakjes
De handgrepen achter zijn voorzien van
kledinghaakjes.
WAARSCHUWING!
Zaken die niet aan het kledinghaakje
mogen worden gehangen
Hang geen kleerhangers, harde
voorwerpen of voorwerpen met
scherpe punten aan het kledinghaakje.
Als de curtain airbags geactiveerd
worden, kunnen deze voorwerpen
projectielen worden en dodelijk of
ernstig letsel veroorzaken.
5.4 Overige voorzieningen in het interieur
313
5
Voorzieningen in het interieur
Page 316 of 562
5.4 Overige voorzieningen in het interieur
314
Page 317 of 562
6.1 Onderhoud en verzorging........316
6.1.1 Reinigen en beschermen van
hetexterieurvanuwauto.....316
6.1.2 Reinigen en beschermen van
hetinterieur............319
6.2 Onderhoud...............321
6.2.1 Onderhoud en reparatie......321
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud......322
6.3.1 Voorzorgsmaatregelen bij zelf
uit te voeren onderhoud......322
6.3.2Motorkap.............324
6.3.3 Plaatsen van een garagekrik....325
6.3.4Motorruimte............326
6.3.5 12V-accu (M20A-FXS motor) . . .334
6.3.6 Banden..............336
6.3.7 Bandenspanning..........348
6.3.8Wielen...............349
6.3.9 Interieurfilter...........350
6.3.10 Schoonmaken van de ventila-
tieopening en het filter van het
batterijpakket (tractiebatterij) . .352
6.3.11 Batterij elektronische sleutel . . .354
6.3.12 Controleren en vervangen van
zekeringen............356
6.3.13 Lampen.............359
Onderhoud en verzorging6
315
Page 318 of 562

6.1 Onderhoud en
verzorging
6.1.1 Reinigen en beschermen
van het exterieur van uw auto
Reinig de onderdelen en materialen op de
daarvoor juiste wijze.
Reinigingsinstructies
• Spoel de auto van boven naar
beneden af met veel water en
verwijder zo vuil en stof van de
carrosserie, uit de wielkasten en van
de onderkant van de auto.
• Was de auto met een spons of een
zachte doek (bijv. een zeemlap).
• Verwijder hardnekkige vlekken met
een autowasmiddel en spoel grondig
af met water.
• Veeg overtollig water weg.
• Wanneer het water niet meer in
druppels op de lak blijft liggen, moet
de auto opnieuw in de was worden
gezet.
Zet de auto alleen in de was als de
carrosserie is afgekoeld.
Wassen in de wasstraat
• Voordat u de wasstraat inrijdt:
– Klap de spiegels in
– Schakel de elektrisch bedienbare
achterklep uit (indien aanwezig)
Begin met wassen vanaf de voorzijde van
de auto. Klap de spiegels weer uit
voordat u gaat rijden.
• Sommige borstels in wasstraten
kunnen krassen veroorzaken op de
carrosserie en andere onderdelen
(velgen, enz.), waardoor de lak van uw
auto wordt beschadigd.
• In sommige autowasserettes wordt de
achterspoiler mogelijk niet gereinigd.
Ook bestaat er mogelijk een
verhoogde kans op schade aan de
auto.Hogedrukreinigers
Spuit niet van dichtbij op de randen van
de portieren of de ruiten en blijf er niet
langdurig op spuiten, omdat er anders
water in het interieur terecht kan
komen.
Bij gebruik van een wasstraat (auto's
met instapfunctie)
Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het
portier herhaaldelijk worden
vergrendeld en ontgrendeld. Volg in dat
geval de correctieprocedure hieronder
bij het wassen van de auto:
• Leg de sleutel op een afstand van ten
minste 2 m van de auto als u de auto
wast. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van
de elektronische sleutel in om het
Smart entry-systeem met startknop
uit te schakelen. (→Blz. 112)
Velgen en wieldoppen
• Verwijder vuil onmiddellijk met een
neutraal reinigingsmiddel.
• Spoel het reinigingsmiddel direct na
het gebruik weg met water.
• Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht om de
lak tegen beschadiging te
beschermen.
– Gebruik geen zuurhoudende of
alkalische middelen of
schuurmiddelen
– Gebruik geen harde borstels
– Reinig de velgen niet met
reinigingsmiddelen als de velgen,
bijvoorbeeld na het rijden of
stilstaan bij warm weer, nog warm
zijn
6.1 Onderhoud en verzorging
316
Page 319 of 562

Remblokken en -klauwen
Als de auto geparkeerd wordt met
vochtige remblokken of remschijven, kan
er roest ontstaan waardoor de
remblokken of remschijven vast kunnen
komen te zitten. Alvorens de auto na een
wasbeurt te parkeren is het raadzaam
langzaam te rijden en het rempedaal een
aantal keren in te trappen om de
onderdelen te drogen.
Bumpers
Gebruik geen schuurmiddelen.
Verchroomde delen
Als het vuil niet kan worden verwijderd,
reinig de onderdelen dan als volgt:
•
Gebruik een zachte doek en sop met
ongeveer 5% neutraal reinigingsmiddel
om het vuil te verwijderen.
•Veeg daarna het resterende vocht van
het leder af met een droge, schone
doek.
• Gebruik met alcohol natgemaakte
doekjes o.i.d. om olieresten te
verwijderen.
WAARSCHUWING!
Bij het wassen van de auto
Zorg dat er geen water in de motorruimte
komt. Anders kunnen de elektrische
componenten, enz. vlam vatten.
Bij het wassen van de voorruit (auto's
met ruitenwissers met regensensor)
Zet de ruitenwisserschakelaar in de
stand OFF. Als de
ruitenwisserschakelaar in de stand
AUTO staat, kunnen de ruitenwissers in
de volgende gevallen onverwacht in
werking treden. Hierdoor kunnen uw
handen bekneld raken en kunt u ernstig
letsel oplopen, en hierdoor kunnen de
ruitenwisserbladen beschadigd raken.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
AUit
BAUTO
•Wanneer het bovenste deel van de
voorruit waar de regensensor is gep-
laatst met de hand wordt aangeraakt
• Wanneer een natte doek of iets
dergelijks in de buurt van de
regensensor wordt gehouden
• Als iets tegen de voorruit stoot
• Als u het regensensorhuis aanraakt of
als iets in aanraking komt met de
regensensor
Voorzorgsmaatregelen met betrekking
tot de uitlaatpijp
Uitlaatgassen zorgen ervoor dat de
uitlaatpijp tamelijk heet wordt. Raak
wanneer u de auto wast de uitlaatpijp
niet aan totdat deze voldoende is
afgekoeld, aangezien het aanraken van
een hete uitlaatpijp brandwonden kan
veroorzaken.
Voorzorgsmaatregelen met betrekking
tot de achterbumper
Als de lak van de achterbumper is geschil-
ferd of bekrast, werken de onderstaande
systemen mogelijk niet goed. Neem, als dit
gebeurt, contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
• Toyota Safety Sense
• BSM (indien aanwezig)
• RCTA
• Safe Exit Assist (indien aanwezig)
• PKSB
6.1 Onderhoud en verzorging
317
6
Onderhoud en verzorging
Page 320 of 562

OPMERKING
Aantasting van de lak en corrosie van
de carrosserie en onderdelen
(lichtmetalen velgen, enz.) voorkomen
• Was de auto zo spoedig mogelijk:
– Na het rijden in een kustgebied
– Na het rijden over gepekelde wegen
– Als er zich teer of boomsappen op
de lak bevinden
– Als er zich dode insecten, insecten-
of vogelpoep op de lak bevinden
– Na het rijden in gebieden waar
sprake is van veel rook, stof,
ijzerdeeltjes of chemische stoffen
– Als de auto erg vuil is geworden van
stof of modder
– Als er brandstof op de lak is gemorst
• Als de lak is geschilferd of bekrast, laat
deze dan direct herstellen.
• Verwijder vuil van de velgen en berg
ze op een droge plaats op om te
voorkomen dat de velgen tijdens de
opslag gaan corroderen.
Schoonmaken van de verlichting aan
de buitenzijde
• Was deze met de nodige
voorzichtigheid. Gebruik geen
organische oplosmiddelen en borstel
ze ook niet af met een harde borstel.
Dit kan het oppervlak van de lampen
beschadigen.
• Breng geen was aan op de lenzen. Was
kan het lampglas beschadigen.
Voorkomen van beschadiging van de
ruitenwisserarmen voor
Trek eerst de ruitenwisserarm aan de
bestuurderszijde omhoog en daarna die
aan de passagierszijde. Begin, als u de
ruitenwisserarmen weer in hun
oorspronkelijke stand terugzet, aan de
passagierszijde.
Wassen in een wasstraat (auto's met
ruitenwissers met regensensor)
Zet de ruitenwisserschakelaar in stand
OFF. Als de ruitenwisserschakelaar in
stand AUTO staat, kunnen de
OPMERKING(Vervolg)
ruitenwissers in werking treden
waardoor de ruitenwisserbladen
beschadigd kunnen raken.
Reinigen met een hogedrukreiniger
• Stel de camera of de omgeving ervan
tijdens het wassen van de auto niet
bloot aan sterke waterstralen uit een
hogedrukreiniger. Door de kracht van
de waterstralen werkt het apparaat
mogelijk niet goed meer.
• Spuit geen water rechtstreeks op de
radar die achter het embleem is
aangebracht. Anders kan het systeem
beschadigd raken.
• Houd de sproeierkop uit de buurt van
hoezen (rubberen of kunststof
afdekkingen), stekkers of de volgende
onderdelen. Wanneer onderdelen in
aanraking komen met sterke
waterstralen, kunnen ze beschadigd
raken.
– Aan tractie gerelateerde onderdelen
– Onderdelen stuurinrichting
– Onderdelen wielophanging
– Onderdelen remsysteem
• Houd de sproeierkop op ten minste
30 cm van de carrosserie. Anders
kunnen kunststof delen, zoals lijsten
en bumpers, vervormd of beschadigd
raken. Houd de sproeierkop ook niet
de hele tijd op dezelfde plek.
• Spuit niet continu met water op het
onderste gedeelte van de voorruit.
Daar bevindt zich de
luchtinlaatopening voor de
airconditioning en als daar water
doorheen komt, werkt de
airconditioning mogelijk niet goed.
• Reinig de onderzijde van de auto niet
met een hogedrukreiniger.
6.1 Onderhoud en verzorging
318