Page 17 of 562
Dak (auto's met linkse besturing)
ASchakelaar elektrisch bedienbaar
zonnescherm*1blz. 310
BInterieurverlichting/leeslampjes
blz. 296, blz. 297
CMake-upverlichting blz. 312
DMake-upspiegels blz. 312
Pasjeshouders blz. 300
EZonnekleppen*2blz. 312
FToets SOS*1blz. 49
GBinnenspiegel blz. 122
*1Indien aanwezig
*2Gebruik NOOIT een tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje op een stoel
met een INGESCHAKELDE AIRBAG, omdat het KIND anders DODELIJK of ERNSTIG
LETSEL kan oplopen als de airbag wordt geactiveerd. (→Blz. 38)
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
15
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
Page 18 of 562

Dashboard (auto's met rechtse besturing)
AStartknop blz. 142
Starten van het hybridesysteem/
wijzigen van de modi blz. 142
Noodstop van het hybridesysteem
blz. 366
Als het hybridesysteem niet gestart
kan worden blz. 406
Waarschuwingsmeldingen blz. 380
BSelectiehendel blz. 148
Wijzigen van de schakelstand blz. 149
Voorzorgsmaatregelen bij slepen
blz. 367
Als de selectiehendel niet in een
andere stand kan worden gezet
blz. 149
CTellers blz. 76
Aflezen van de tellers/afstellen van
de verlichting van het
instrumentenpaneel blz. 76, blz. 80
Waarschuwingslampjes/
controlelampjes blz. 72
Wanneer een waarschuwingslampje
gaat branden blz. 372
DMulti-informatiedisplay blz. 81
Display blz. 81
Energiemonitor blz. 88
Wanneer een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven blz. 380
ERichtingaanwijzerschakelaar blz. 150
Lichtschakelaar blz. 156
Koplampen/parkeerlichten
voor/achterlichten/
kentekenplaatverlichting/
dagrijverlichting blz. 156
Mistlampen voor
*1/mistachterlicht
blz. 161
FSchakelaar ruitenwissers en
-sproeiers blz. 162, blz. 165
Gebruik blz. 162, blz. 165
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof
blz. 334
GSchakelaar alarmknipperlichten
blz. 366
HOntgrendelingshendel
stuurverstelling blz. 121
IOntgrendelingshendel motorkap
blz. 324
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
16
Page 19 of 562
JAirconditioning blz. 288
Gebruik blz. 288
Achterruitverwarming blz. 289KAudiosysteem*2
*1Indien aanwezig
*2Raadpleeg de handleiding voor het multimediasysteem.
Schakelaars (auto's met rechtse besturing)
AAutomatic High Beam-schakelaar
blz. 158
BDraaiknop koplampverstelling
blz. 158
CSchakelaar elektrisch bedienbare
achterklep*blz. 104
DSchakelaars buitenspiegels blz. 123
ESchakelaars centrale vergrendeling
blz. 99
FSchakelaars ruitbediening blz. 125
GBlokkeerschakelaar ruitbediening
blz. 127
*Indien aanwezig
ABedieningstoetsen
instrumentenpaneel blz. 82
BCruise control-schakelaars
Dynamic Radar Cruise Control
blz. 195
Cruise control blz. 203
CAfstandsbediening audiosysteem*
DToets LTA (Lane Tracing Assist)
blz. 184
ETelefoontoets*
FSpraaktoets*
*Raadpleeg de handleiding voor het multimediasysteem.
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
17
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
Page 20 of 562
ASchakelaars
stoelverwarming*blz. 295
BSchakelaar
stuurwielverwarming*blz. 295
CRijmodusselectieschakelaar blz. 273
DSchakelaar VSC OFF blz. 275
EEV-modusschakelaar blz. 146
FParkeerremschakelaar blz. 151
Activeren/deactiveren blz. 151
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de
winter blz. 282
Waarschuwingslampje/-melding
blz. 72, blz. 380
GBrake Hold-schakelaar blz. 154
*Indien aanwezig
Interieur (auto's met rechtse besturing)
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
18
Page 21 of 562
AAirbags blz. 28
BVloermatten blz. 22
CVoorstoelen blz. 116
DHoofdsteunen blz. 119
EVeiligheidsgordels blz. 24
FAchterstoelen blz. 117
GVergrendelknoppen binnenzijde
portier blz. 100
HConsolevak blz. 300
IBekerhouders blz. 299
JHandgrepen blz. 312
Dak (auto's met rechtse besturing)
AMake-upverlichting blz. 312
BSchakelaar elektrisch bedienbaar
zonnescherm*1blz. 310
CInterieurverlichting/leeslampjes
blz. 296, blz. 297
DToets SOS blz. 49
EBinnenspiegel blz. 122
FZonnekleppen*2blz. 312
GMake-upspiegels blz. 312
Pasjeshouders blz. 300
*1Indien aanwezig
*2Gebruik NOOIT een tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje op een stoel
met een INGESCHAKELDE AIRBAG, omdat het KIND anders DODELIJK of ERNSTIG
LETSEL kan oplopen als de airbag wordt geactiveerd. ( →Blz. 38)
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
19
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
Page 22 of 562
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
20
Page 23 of 562
1.1 Voor een veilig gebruik..........22
1.1.1 Voordat u gaat rijden........22
1.1.2 Veilig rijden.............23
1.1.3 Veiligheidsgordels.........24
1.1.4 Airbags...............28
1.1.5 Belangrijke voorzorgsmaatregelen
in verband met uitlaatgassen....34
1.2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen .35
1.2.1 Handmatig in-/uitschakelsysteem
airbag................35
1.2.2 Rijden met kinderen in de auto . . .36
1.2.3 Baby- en kinderzitjes........36
1.3 Noodoproep................49
1.3.1 eCall
*1, 2...............49
1.4 Hybridesysteem.............57
1.4.1 Kenmerken hybridesysteem.....57
1.4.2 Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem...........60
1.5 Antidiefstalsysteem...........65
1.5.1Startblokkering...........65
1.5.2 Supervergrendeling
*........65
1.5.3 Alarm*...............66
Veiligheid en beveiliging1
21
Page 24 of 562

1.1 Voor een veilig gebruik
1.1.1 Voordat u gaat rijden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht alvorens weg te rijden om veilig
rijden te kunnen garanderen.
Vloermat
Gebruik alleen vloermatten die speciaal
zijn ontworpen voor auto's van hetzelfde
model en modeljaar als uw auto. Bevestig
ze op de juiste wijze op de
vloerbedekking.
1. Steek de klemhaken (clips) in de
ringen in de vloermat.
2. Draai het bovenste hendeltje van de
klemhaken (clips) om de vloermatten
te bevestigen.
Breng de merktekens
altijd in lijn
(
A).
De vorm van de klemhaken (clips) wijkt
mogelijk af van wat is aangegeven in de
afbeelding.
WAARSCHUWING!
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dat
niet doet, kan de vloermat van de
bestuurder gaan schuiven, wat de
bediening van de pedalen tijdens het
rijden kan hinderen. Hierdoor kan de
snelheid plotseling toenemen of kan
mogelijk niet geremd worden. Dit kan
leiden tot een ongeval met dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg.
Wanneer u de vloermat van de
bestuurder plaatst
• Gebruik geen vloermatten die zijn
ontworpen voor auto's van een ander
model en/of modeljaar, zelfs niet als
het gaat om originele
Toyota-vloermatten.
• Gebruik alleen vloermatten die zijn
ontworpen voor de bestuurderszijde.
• Zet de vloermat altijd vast met
behulp van de meegeleverde
klemhaken (clips).
• Leg nooit twee of meer vloermatten
boven op elkaar.
• Bevestig de vloermat niet met de
onderzijde naar boven of in de
verkeerde richting.
Voordat u gaat rijden
• Controleer of de vloermat stevig op
de juiste plaats is bevestigd met alle
meegeleverde klemhaken (clips).
Voer deze controle altijd uit nadat de
vloer van de auto is gereinigd.
1 .1 Voor een veilig gebruik
22