WAARSCHUWING!(Vervolg)
juiste bedieningsprocedures kan leiden
tot een ongeval met dodelijk of ernstig
letsel tot gevolg.
• Lees de digitale handleiding die
hoort bij de softwareversie van het
systeem en die beschikbaar is op de
website met handleidingen alvorens
dit systeem te gebruiken.
Inhoud van het gedeelte van de
handleiding over Toyota Safety Sense
Deze handleiding bevat informatie over
versie 1. Zie de digitale handleiding op de
website voor de meest recente informatie
over de bediening, de werking,
waarschuwingen en
voorzorgsmaatregelen van elke functie
van Toyota Safety Sense.
Als de software van dit systeem is
bijgewerkt na de aanschaf van de auto,
lees dan eerst de handleiding die hoort bij
de desbetreffende softwareversie
alvorens dit systeem te gebruiken.
Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik
• Houd er rekening mee dat sommige
functies tijdelijk uitgeschakeld
kunnen worden bij problemen met
wetgeving of veiligheid.
• Als er geen abonnement is afgesloten
voor Connected Services of als het
abonnement verlopen is, kunnen
software-updates niet draadloos
worden uitgevoerd.
Controleren van de Toyota Safety
Sense-versie van uw auto
Als de software van dit systeem is
bijgewerkt na de aanschaf van de auto,
kunt u de handleiding raadplegen die
hoort bij de desbetreffende
softwareversie. Controleer hiervoor eerst
welke softwareversie uw systeem heeft
en ga dan naar de website met
handleidingen.Controleren van de huidige
softwareversie op het scherm van het
audiosysteem
De huidige softwareversie kan worden
gecontroleerd via de updatemelding van
de ondersteunende systemen.
De Toyota Safety Sense-versie van uw
auto gebruiken
1. Ga met een computer of smartphone
naar de volgende website:
https://www.toyota-europe.com/
manual?parameter=
om16576e.corolla.2207.hev.vh
2. Selecteer het bestand voor de versie
die eerder is opgezocht.
Bijwerken van de software
Als er een software-update beschikbaar
is, wordt er een melding weergegeven op
het scherm van het audiosysteem. Volg
de instructies die worden weergegeven
op het scherm.
Als de software wordt bijgewerkt,
wijzigen de gebruiksprocedures van
functies mogelijk of worden er mogelijk
functies toegevoegd.
Raadpleeg de website met handleidingen
voor meer informatie over wijzigingen en
toevoegingen.
Voorzorgsmaatregelen met betrekking
tot een software-update
• Nadat de software-update is
uitgevoerd, kunt u niet terugkeren
naar de vorige versie.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
168
Als het hybridesysteem wordt
uitgeschakeld
Koppel aangesloten elektrische
apparaten met een oplaadfunctie, zoals
een powerbank, los. Als dergelijke
apparaten niet worden losgekoppeld,
wordt het hybridesysteem mogelijk niet
op de normale manier uitgeschakeld.
OPMERKING
Voorkomen dat de zekering
doorbrandt
Sluit geen accessoires aan die meer dan
12 V/10 A verbruiken.
Voorkomen van schade aan de
accessoireaansluiting
Sluit de accessoireaansluiting af met het
kapje als de aansluiting niet in gebruik is.
Vreemde voorwerpen of vloeistoffen die
in de accessoireaansluiting
terechtkomen, kunnen kortsluiting
veroorzaken.
Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Gebruik de accessoireaansluiting niet
langer dan noodzakelijk is als het
hybridesysteem niet ingeschakeld is.
Draadloze lader (indien aanwezig)
U kunt een draagbaar apparaat, zoals een
smartphone of mobiele telefoon, opladen
door het simpelweg op het laadgebied te
plaatsen, mits het apparaat compatibel is
met de Qi draadloze-laadstandaard van
het Wireless Power Consortium.
De draadloze lader kan niet worden
gebruikt met draagbare apparaten die
groter zijn dan het laadgebied. Daarnaast
werkt de draadloze lader mogelijk niet
goed, afhankelijk van het draagbare
apparaat. Raadpleeg de handleiding van
het draagbare apparaat.Het “Qi”-logo
Het “Qi”-logo is een handelsmerk van het
Wireless Power Consortium.
Namen van alle onderdelen
AVoedingsschakelaar
BWerkingsindicator
COplaadvak
DLaadgebied*
*
Compatibele draagbare apparaten en
draadloze laders hebben een laadspoel.
De laadspoel in de draadloze lader kan
binnen het laadgebied rondom het
midden van het oplaadvak bewegen.
Wanneer de laadspoel in een draagbaar
apparaat in het laadgebied wordt
gesignaleerd, beweegt de spoel van de
lader in de richting van de andere spoel
en wordt het laden gestart. Als de
laadspoel in het draagbare apparaat uit
het laadgebied wordt gehaald, wordt het
laden automatisch gestopt.
5.4 Overige voorzieningen in het interieur
304
Snellaadfunctie
• Sommige apparaten, zoals de
volgende, kunnen gebruikmaken van
de snellaadfunctie.
– Apparatuur die geschikt is voor
snelladen en voldoet aan versie
1.2.4 van de WPC-specificatie
– iPhones met 7,5 W laadvermogen
(iPhone 8 en nieuwer)• Druk tijdens het laden 3 keer op de
voedingsschakelaar om de
snellaadfunctie in te schakelen.
Wanneer snelladen mogelijk is,
schakelt de werkingsindicator van
branden (oranje) naar knipperen
tussen groen en oranje.
• Als het laden is voltooid, stopt de
snellaadfunctie. Schakel de
snellaadfunctie weer in om snelladen
opnieuw uit te voeren.
Werkingsindicator Status
Uit De draadloze lader staat uit
Groen (brandt)Stand-by (laden is mogelijk)
*1
Laden is voltooid*2
Oranje (brandt)Er is een draagbaar apparaat op het laadgebied geplaatst (het draag-
bare apparaat wordt geïdentificeerd)
Bezig met laden
Knippert afwisselend
groen en oranjeSommige apparaten, zoals de volgende, kunnen gebruiken maken van
de snellaadfunctie.
■Apparatuur die geschikt is voor snelladen en voldoet aan versie
1.2.4 van de WPC-specificatie
■iPhones met 7,5 W laadvermogen (iPhone 8 en nieuwer)
*1In stand-by levert de lader geen vermogen. Als er in deze stand een metalen voorwerp
op het oplaadvak wordt geplaatst, zal dit niet warm worden.
*2Afhankelijk van het draagbare apparaat blijft de werkingsindicator mogelijk (oranje)
branden nadat het laden is voltooid.
• Als de werkingsindicator knippert
Als er een fout is gesignaleerd, knippert de werkingsindicator (oranje). Neem de juiste
maatregelen volgens onderstaande tabel.
Werkingsindicator Vermoedelijke oorzaak Maatregel
Groen (brandt)
Sleutel wordt gesignaleerd door
Smart entry-systeem met startknopWacht tot de signalering van de
sleutel is voltooid.
Knippert continu
1 keer per secondeStoring in de communicatie tus-
sen de draadloze lader en het
Smart entry-systeem met start-
knopAls het hybridesysteem is ingescha-
keld, schakel het dan uit en start het
hybridesysteem weer.
Als het contact in stand ACC staat,
start dan het hybridesysteem.
(→Blz. 142)
5.4 Overige voorzieningen in het interieur
306
Werkingsindicator Vermoedelijke oorzaak Maatregel
Knippert steeds
3 keer (oranje)
Vreemd voorwerp gesignaleerdAls een metalen voorwerp in het
oplaadvak wordt gesignaleerd,
treedt de beveiliging tegen over-
verhitting in werking.Verwijder het vreemde voorwerp
uit het oplaadvak.
Draagbaar apparaat niet goed
gepositioneerd
Als de laadspoel van een draag-
baar apparaat niet goed in het
oplaadvak ligt, treedt de beveili-
ging tegen oververhitting in wer-
king.Verwijder het draagbare apparaat
uit het oplaadvak, controleer of het
controlelampje weer groen wordt
en plaats het draagbare apparaat
ongeveer in het midden van het
oplaadvak.
Als het draagbare apparaat boven-
dien is voorzien van een hoesje, is het
raadzaam dit hoesje te verwijderen.
Knippert steeds
4 keer (oranje)Temperatuur in draadloze lader is
hoger dan een bepaalde waardeStop het laden, verwijder het
draagbare apparaat uit het oplaad-
vak en wacht tot de temperatuur is
gedaald voordat u de draadloze la-
der weer gebruikt.
De draadloze lader kan worden bediend
als
Het contact in stand ACC of AAN staat.
Draagbare apparaten die kunnen
worden geladen
• Draagbare apparaten die compatibel
zijn met de Qi draadloze-
laadstandaard kunnen worden
geladen met de draadloze lader.
Compatibiliteit met alle apparaten die
aan de Qi draadloze-laadstandaard
voldoen is echter niet gegarandeerd.
• De draadloze lader is ontworpen voor
het leveren van een laag vermogen
(5 W of lager) aan een mobiele
telefoon, smartphone of ander
draagbaar apparaat.
• De volgende draagbare apparaten
kunnen echter worden geladen met
meer dan 5 W.
– iPhone's met 7,5 W laadvermogen
kunnen met maximaal 7,5 W worden
geladen.
– Apparatuur die voldoet aan versie
1.2.4 van de WPC-specificatie kan
met maximaal 10 W worden
opgeladen.Gebruik van het Smart entry-systeem
met startknop
Wanneer het Smart entry-systeem met
startknop scant op de aanwezigheid van
elektronische sleutels kan het laden
tijdelijk worden onderbroken.
Wanneer er een hoesje om het
draagbare apparaat zit of wanneer er
een accessoire aan is bevestigd
Laad het draagbare apparaat niet wanneer
er een hoesje om het draagbare apparaat
zit of wanneer er een accessoire aan is
bevestigd dat niet Qi-compatible is.
Afhankelijk van het type hoesje (inclusief
bepaalde originele onderdelen van de
fabrikant) en/of accessoire kan het zijn dat
het laden van het draagbare apparaat niet
mogelijk is. Als het draagbare apparaat op
het laadgebied is geplaatst en niet wordt
geladen, verwijder dan het hoesje en/of
het accessoire.
Voorzorgsmaatregelen bij laden
Tijdens het laden worden de draadloze
lader en het draagbare apparaat warm.
Dit duidt niet op een storing.
Wanneer een draagbaar apparaat tijdens
het laden warm wordt en het laden stopt
als gevolg van de beschermingsfunctie
5.4 Overige voorzieningen in het interieur
307
5
Voorzieningen in het interieur
OPMERKING
Voorkomen van storingen of schade
aan gegevens
• Houd tijdens het laden geen
magnetische kaarten (zoals
creditcards) of magnetische
opslagmedia in de buurt van de
draadloze lader. Anders kunnen onder
invloed van magnetisme gegevens
verloren gaan. Houd ook
precisie-onderdelen zoals
polshorloges uit de buurt van de
draadloze lader, aangezien deze
voorwerpen defect kunnen raken.
• Let op dat er tijdens het laden geen
contactloze chipkaarten, zoals een
creditcard, tussen het op te laden
apparaat en de lader aanwezig zijn. De
chip in deze kaarten kan extreem heet
worden, waardoor het op te laden
apparaat of de chipkaart beschadigd
kan raken. Wees extra alert op de
aanwezigheid van houders e.d. voor
contactloze chipkaarten waar het op
te laden apparaat mogelijk mee is
uitgerust.
• Laat draagbare apparaten niet in de
auto achter. De temperatuur in de
auto kan in de zon hoog oplopen,
waardoor het apparaat beschadigd
kan raken.
Wanneer het OS van een smartphone
is geüpdatet
Wanneer de OS-versie van een
smartphone is gewijzigd, zijn de
laadspecificaties mogelijk gewijzigd. Als
de WPC-compabiliteitsversie is
gewijzigd, kan de snellaadfunctie
mogelijk niet meer worden gebruikt.
Raadpleeg de website van de fabrikant
van de smartphone voor meer
informatie.
Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Gebruik de draadloze lader niet
gedurende lange tijd wanneer het
hybridesysteem is uitgeschakeld.Elektrisch bedienbaar zonnescherm
(indien aanwezig)
Openen en sluiten van het elektrisch
bedienbare zonnescherm
1. Openen
Houd de schakelaar even ingedrukt
om het elektrisch bedienbare
zonnescherm automatisch volledig te
openen.
*
2. Sluiten
Houd de schakelaar even ingedrukt
om het elektrisch bedienbare
zonnescherm automatisch volledig te
sluiten.
*
*
Druk lichtjes op een kant van de
schakelaar voor het zonnescherm om het
elektrisch bedienbare zonnescherm te
stoppen.
Het elektrisch bedienbare zonnescherm
kan worden gebruikt wanneer:
Het contact AAN staat.
Klembeveiliging
Als tijdens het sluiten van het elektrisch
bedienbare zonnescherm een object
bekneld raakt tussen het zonnescherm en
het frame, stopt de beweging en wordt
het zonnescherm weer iets geopend.
Wanneer de klembeveiliging heeft
gewerkt, zal het elektrisch bedienbare
zonnescherm niet in de sluitrichting
bewegen, zelfs niet als de zijde van de
schakelaar nogmaals wordt ingedrukt,
totdat het zonnescherm volledig de
andere richting op is bewogen.
5.4 Overige voorzieningen in het interieur
310