Page 553 of 562
Page 554 of 562
Page 555 of 562
INFORMATIE VOOR BIJ HET TANKSTATION
AVeiligheidshaak (→blz. 324)
BTankdopklep (→blz. 167)
COntgrendelingshendel motorkap
(→blz. 324)
DSchakelaar elektrisch bedienbare
achterklep (indien aanwezig)
(→blz. 104)
ETankdopklepontgrendeling
(→blz. 167)
FBandenspanning (→blz. 426)
Inhoud brandstoftank
(Referentie)43,0 l (11,4 gal., 9,5 Imp. gal.)
BrandstofsoortBlz. 422
Blz. 427
Bandenspanning koud Blz. 426
Hoeveelheid motorolie
(Verversen (bij benade-
ring))Blz. 423
Soort motorolie Originele Toyota-motorolie of gelijkwaardig Blz. 423
INFORMATIE VOOR BIJ HET TANKSTATION
553
Page 556 of 562

Antidiefstalsysteem
Alarm*..................66
Bedienen van het systeem......65
De inbraaksensor............68
Inschakelen/uitschakelen/uitzetten
van het alarmsysteem.........66
Inschakelen/uitschakelen van de
supervergrendeling..........66
Startblokkering.............65
Supervergrendeling*.........65
Bedienen van verlichting en
ruitenwissers
AHB (Automatic High Beam). . . .158
Bedienen van de
ruitenwisserhendel......162 , 165
Bedieningsinstructies.....156 , 161
Draaiknop koplampverstelling . . .158
Extended Headlight Lighting-
systeem................158
Gebruik van het Automatic High
Beam-systeem............159
Handmatig in- en uitschakelen
van het grootlicht..........160
Inschakelen van het grootlicht . . .157
Lichtschakelaar............156
Ruitenwisser en -sproeier achter .165
Ruitenwissers en -sproeiers. . . .162
Schakelaar mistlampen.......161
Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten.........366
Als de auto onder water staat
of het water op de weg stijgt. . . .367
Als uw auto in geval van nood tot
stilstand moet worden gebracht . .366
Bedieningsinstructies........366
De auto tot stilstand brengen . . .366
Favoriete instellingen
My Settings..............128
Opgeslagen functies.........128
Types authenticatie-apparaten . .128
Gebruik van de airconditioning en de
achterruitverwarming
Automatische airconditioning . . .288
Bedieningsinstructies........295
Bedieningspaneel
airconditioning............288Gebruik van de automatische
modus.................292
Gebruik van de geconcentreerde
luchtcirculatiemodus voorstoel
(S-FLOW-modus)..........293
Overzicht en bediening
uitstroomopeningen.........293
Stuurwielverwarming*/
stoelverwarming*..........294
Voorruitverwarming (indien
aanwezig)...............292
Gebruik van de interieurverlichting
Bedienen van de
interieurverlichting.........296
Bedienen van de leeslampjes. . . .297
Overzicht interieurverlichting . . .296
Plaats van de interieurverlichting .296
Gebruik van de ondersteunende
systemen
Basisfuncties..........187 , 197
Begeleidingsschermen
Advanced Park............250
Beschrijving functie........
.244
Bewegende voertuigen achter
de auto (indien aanwezig)......240
Bijwerken van de software.....168
Blokkeerfase..............210
BSM (Blind Spot Monitor)*.....210
Controleren van de Toyota Safety
Sense-versie van uw auto......168
Cruise control.............203
Detectiebereik systeem.......219
Display werking van ondersteuning
stuurwielbediening..........187
Door Toyota Safety Sense
gebruikte sensoren..........170
Dynamic Radar Cruise Control . . .195
Dynamic Radar Cruise Control met
Road Sign Assist
(indien aanwezig)...........202
Fase voor afremmen en tot
stilstand brengen...........210
Functie fileparkeren Advanced
Park...................256
Functie haaks inparkeren
(vooruit/achteruit)..........252
Functie inhaalbeveiliging......202
Functies................245
Trefwoordenlijst
554
Page 557 of 562

Functie voor verlaging van de
bochtensnelheid...........201
Functie wegrijden uit fileparkeervak
Advanced Park............259
Functie wegrijden uit haaks
parkeervak (vooruit/achteruit)
Advanced Park............254
Gebruik van de cruise control. . . .204
Gebruik van de Dynamic
Radar Cruise Control.........198
Gebruik van de
snelheidsbegrenzer.........206
Geheugenfunctie Advanced Park .261
GPF-systeem (benzineroetfilter)* .273
In- en uitschakelen van
Advanced Park............250
In- en uitschakelen van het
Safe Exit Assist-systeem......270
Inhoud van het gedeelte van de
handleiding over Toyota Safety
Sense..................168
Inschakelen/uitschakelen van de PKSB
(Parking Support Brake).......233
Inschakelen/uitschakelen
van de RCD-functie.........229
Inschakelen/uitschakelen
vandeRCTA..............223
In-/uitschakelen van de
Blind Spot Monitor..........212
In-/uitschakelen van het systeem .186
LDA (Lane Departure Alert). . . .187
LTA-functies..............184
LTA (Lane Tracing Assist)......184
Naderingswaarschuwing......201
Noodstopsysteem..........208
Ondersteunende systemen.....274
Ondersteunend systeem......170
Ondersteuning voor
rijstrookwisseling...........202
Overzicht systeem..........235
Overzicht van de ondersteunende
systemen................274
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) .175
PKSB (Parking Support Brake)* . .232
PKSB-systeem
(Parking Support Brake).......232
RCD-functie
(Rear Camera Detection)*......228
RCTA ..................224
RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert)*.................223Rijmodusselectieschakelaar. . . .273
RSA (Road Sign Assist) (indien
aanwezig)...............192
Safe Exit Assist*...........268
Samenvatting van het systeem . .209
Scherm audiosysteem........229
Schermen en bediening.......191
Selecteren van een rijmodus. . . .273
Signaleerbare objecten.......175
Snelheidsbegrenzer
(indien aanwezig)...........205
Snelheidsbegrenzer met
Road Sign Assist...........207
Software-update Toyota Safety
Sense*.................167
Soorten camera's en sensoren
die worden gebruikt voor Advanced
Park...................248
Soorten ondersteunde
verkeersborden............193
Stilstaande objecten rond de auto
(auto's met Advanced Park)
(indien aanwezig)...........243
Stilstaande objecten voor en
achter de auto (indien aanwezig) .237
Systeemfuncties...........175
Systeemonderdelen . .198 , 204, 205,
210, 214, 223, 268
Toyota Parking Assist-sensor* . . .214
Toyota Parking Assist-sensor
in-/uitschakelen...........215
Toyota Safety Sense.........169
Toyota Teammate Advanced
Park*..................244
Uitschakelen/onderbreken
Advanced Park............266
Voetgangers achter de auto
(indien aanwezig)...........241
Waarschuwingsfase 1........209
Waarschuwingsfase 2........209
Waarschuwingsfunctie.......193
Waarschuwingsfunctie obstakel
(auto's met Advanced Park).....221
Wanneer een voetganger wordt
gesignaleerd..............229
Weergavefunctie...........192
Weergaven en zoemers voor
begrenzingsregeling hybridesysteem
en remregeling............233
Weergegeven meldingen
Advanced Park............267
Trefwoordenlijst
555
Page 558 of 562

Werking Blind Spot Monitor. . . .212
Wijzigen van de instellingen van
Advanced Park............266
Wijzigen van de instellingen van de
Dynamic Radar Cruise Control . . .203
Wijzigen van de instelling van het
Pre-Crash Safety-systeem.....183
Wijzigen van de RSA-instellingen .195
Wijzigen van LDA-instellingen . . .190
Gebruik van de opbergmogelijkheden
Bagageafdekking...........301
Bagagehaken.............301
Bekerhouders.............299
Consolevak..............300
Dashboardkastje...........298
Extra opbergvak...........302
Fleshouders..............299
Open opbergvak (indien
aanwezig)...............300
Overzicht van
opbergmogelijkheden........298
Pasjeshouders.............300
Plaats van de
opbergmogelijkheden........298
Tashaken................301
Voorzieningen in de
bagageruimte.............301
Hybridesysteem
Akoestisch
voertuigwaarschuwingssysteem . .60
Kenmerken hybridesysteem.....57
Systeemonderdelen.......57,60
Uitschakelsysteem voor
noodgevallen..............64
Ventilatieopening batterijpakket
(tractiebatterij).............63
Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem............60
Waarschuwingsmelding
hybridesysteem............64
Informatie over sleutels
Afstandsbediening...........95
De sleutels................94
Gebruik van de mechanische
sleutel..................96
Sleutels.................94INFORMATIE VOOR BIJ HET
TANKSTATION...............553
Initialisatie
Overzicht van te initialiseren
onderdelen..............437
Te initialiseren onderdelen.....437
Instrumentenpaneel
Afstellen van de klok..........81
Controlelampjes............74
Energiemonitor.............88
Energiemonitor/verbruiksscherm. .88
Inhoud van multi-informatiedisplay
(midden).................82
Inhoud van multi-informatiedisplay
(zijkant).................83
Meters en tellers............76
Multi-informatiedisplay........81
Suggestiefunctie............88
Systeemonderdelen..........88
Verbruik.................90
Waarschuwingslampjes........72
Waarschuwingslampjes en
controlelampjes............72
Waarschuwingslampjes en
controlelampjes die op het
instrumentenpaneel worden
weergegeven..............72
Weergave................81
Weergave instellingen.........87
Weergave instrumentenpaneel . . .76
Weergave kilometerteller en
dagteller.................80
Wijzigen van de helderheid van de
instrumentenverlichting.......80
Wijzigen van de weergave van het
instrumentenpaneel..........82
Noodoproep
Controlelampjes............50
eCall*1,2 ................49
Noodoproepdiensten.........50
Overzicht systeem van
toegevoegde diensten........53
Systeemonderdelen..........50
Uitvoeren van de regelgeving....54
Onderhoud
Onderhoud en reparatie.......321
Periodiek onderhoud.........321
Trefwoordenlijst
556
Page 559 of 562

Zelf uit te voeren onderhoud. . . .321
Onderhoud en verzorging
Beschermen van het interieur . . .319
Reinigen en beschermen van het
exterieur van uw auto........316
Reinigen en beschermen van het
interieur................319
Reinigingsinstructies........316
Schoonmaken van de metaalaccenten
met satijnglans............320
Schoonmaken van kunstleder . . .320
Schoonmaken van lederen
bekleding...............320
Openen en sluiten van de ruiten
Elektrisch bedienbare ruiten. . . .125
Openen en sluiten van de elektrisch
bedienbare ruiten..........125
Voorkomen van onbedoelde
bediening (blokkeerschakelaar
ruitbediening).............127
Openen, sluiten en vergrendelen van de
portieren
Aanpassing van de geopende positie
van de achterklep (auto's met een
elektrisch bedienbare achterklep) .110
Achterklep...............101
Automatische vergrendel- en
ontgrendelsystemen van de
portieren (indien aanwezig). . . .100
Het systeem van de elektrisch
bedienbare achterklep in-/
uitschakelen (auto's met een
elektrisch bedienbare achterklep) .110
Kindersloten achterportieren . . .100
Openen en sluiten van de achterklep
(auto's met elektrisch bedienbare
achterklep)..............104
Openen en sluiten van de achterklep
(auto's zonder elektrisch
bedienbare achterklep).......103
Portieren.................96
Smart entry-systeem met
startknop...............111
Van binnenuit ontgrendelen en
vergrendelen van de achterklep . .103
Van binnenuit ontgrendelen en
vergrendelen van de portieren....99Van buitenaf ontgrendelen en
vergrendelen van de portieren....96
Van buitenaf vergrendelen en
ontgrendelen van de achterklep . .102
Over deze handleiding...........8
Overige voorzieningen in het interieur
Accessoireaansluiting........303
Armsteun...............312
Draadloze lader
(indien aanwezig)...........304
Elektrisch bedienbaar zonnescherm
(indien aanwezig)...........310
Handgrepen..............312
Kledinghaakjes............313
Make-upspiegels...........312
Overige voorzieningen in het
interieur................302
USB-laadaansluiting.........302
Zonnekleppen.............312
Overzicht..................10
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Functies van de auto aanpassen aan
de persoonlijke voorkeur......428
Systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke
voorkeursinstellingen.....428 , 429
Rijprocedures
Bedienen van de selectiehendel . .149
Bedieningsinstructies .146 , 150, 151
Brake Hold...............154
Doel en functie van de
schakelstanden............148
EV-modus
...............146
Hybridetransmissie.........148
Inschakelen van het systeem. . . .154
Parkeerrem..............151
Richtingaanwijzerschakelaar. . . .150
Selecteren van de rijmodus.....150
Starten van het hybridesysteem . .142
Startknop...............142
Uitschakelen van het
hybridesysteem............144
Uitschakelen van het hybridesysteem
met de selectiehendel in een andere
stand dan P..............146
Trefwoordenlijst
557
Page 560 of 562

Wijzigen van de standen van het
contact.................145
Rijtips
Airconditioning............280
Bagage.................280
Bedienen van de selectiehendel . .280
Bedienen van het gaspedaal/
rempedaal...............280
Bij het parkeren............282
Bij het remmen............280
Controle van bandenspanning . . .280
Files...................280
Gebruik van de ECO-rijmodus . . .279
Gebruik van de
hybridesysteemindicator......279
Kenmerken terreinauto's......283
Kiezen van sneeuwkettingen. . . .282
Opwarmen voor het rijden.....280
Rijden in de winter..........281
Rijden op de snelweg........280
Terreinrijden..............284
Tijdens het rijden...........282
Tips voor rijden met een
hybrideauto..............279
Voorbereidingen voor de winter . .281
Voordat u met de auto gaat rijden .282
Voorzorgsmaatregelen bij
terreinauto's..............283
Wetgeving met betrekking tot het
gebruik van sneeuwkettingen . . .283
Specificaties
Achterdifferentieel (elektromotor
achter) (AWD).............425
Afmetingen..............420
Banden en velgen...........426
Batterijpakket (tractiebatterij) . . .422
Brandstof...............422
Elektrisch systeem (12V-accu) . . .425
Elektromotor (tractiemotor). . . .422
Gewichten...............420
Hybridetransmissie.........425
Identificatie van de auto.......421
Informatie over brandstof......427
Koelsysteem..............424
Lampen.................427
Motor..................421
Onderhoudsgegevens (brandstof,
oliepeil, enz.).............420
Ontstekingssysteem (bougie) . . .424Remmen................426
Smeersysteem............423
Stuurinrichting............426
Stappen die genomen moeten worden in
noodgevallen
Het hybridesysteem kan niet worden
gestart, ook al is de startprocedure
correctuitgevoerd. .........406
Acties behorende bij de
waarschuwingslampjes of
-zoemers................372
Als de 12V-accu is ontladen. . . .409
Als de auto vast komt te zitten . . .418
Als de elektronische sleutel niet goed
werkt..................407
Als een waarschuwingslampje gaat
branden of een waarschuwingszoemer
klinkt..................372
Als er een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven.........380
Als het hybridesysteem niet kan
worden gestart............406
Als u denkt dat er iets mis is. . . .371
Als u uw sleutels verliest.......407
Als uw auto een lekke band heeft
(auto's met een bandenreparatieset)
......................386
Als uw auto een lekke band heeft
(auto's met een reservewiel). . . .396
Als uw auto moet worden
gesleept................367
Als uw auto oververhit raakt. . . .414
Correctieprocedures.........414
De interieurverlichting en de
koplampen gaan niet branden of de
claxon maakt geen geluid.......406
De interieurverlichting en de
koplampen gaan zwakker branden of
de claxon maakt geen of weinig
geluid..................406
Herstelprocedure...........418
Hoorbare symptomen........371
Merkbare symptomen........371
Noodstartfunctie...........406
Omstandigheden waaronder u vóór
het slepen contact dient op
te nemen met de dealer.......368
Onderdelen van de
bandenreparatieset.........388
Plaatsen van het reservewiel. . . .400
Trefwoordenlijst
558