Page 329 of 562
M20A-FXS motor
ASproeierreservoir (→blz. 334)
BKoelvloeistofreservoir (→blz. 330)
CZekeringenkast (→blz. 356)
DMotorolievuldop (→blz. 329)
EOliepeilstok (→blz. 327)
FKoelvloeistofreservoir
vermogensregeleenheid (→blz. 330)
GRadiateur (→blz. 331)
HCondensor (→blz. 331)
IElektrische koelventilatoren
12V-accu (M20A-FXS motor)
→Blz. 334
Controle van motorolie
Controleer het oliepeil met behulp van de
peilstok bij bedrijfswarme, afgezette
motor.
1. Plaats de auto op een horizontale
ondergrond. Wacht, nadat de motor
op bedrijfstemperatuur is gekomen en
het hybridesysteem is uitgeschakeld,
ongeveer 5 minuten om de olie de
gelegenheid te geven naar het carter
terug te stromen.
2. Trek de peilstok uit de motor terwijl u
een doek onder het uiteinde houdt.2ZR-FXE motor
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
327
6
Onderhoud en verzorging
Page 330 of 562

M20A-FXS motor
3. Veeg de peilstok met een schone doek
af.
4. Steek de peilstok weer volledig in de
motor.
5. Trek de peilstok uit de motor en
controleer of het oliepeil zich boven
het onderste merkteken bevindt
terwijl u een doek onder het uiteinde
houdt.
AOnderste merkteken
De vorm van de peilstok is afhankelijk
van de uitvoering van de auto en het
motortype.
6. Veeg de peilstok af en steek deze
helemaal terug in de houder.
OPMERKING
Voorkomen van ernstige schade aan de
motor
Controleer regelmatig het oliepeil.Olieverbruik
Er wordt tijdens het rijden een bepaalde
hoeveelheid motorolie verbruikt. In de
volgende situaties neemt het olieverbruik
mogelijk toe en moet er mogelijk tussen
de onderhoudsintervallen motorolie
worden bijgevuld.
• Als de motor nog nieuw is,
bijvoorbeeld direct na aanschaf van de
auto of nadat de motor is vervangen
• Als een lagere kwaliteit motorolie of
motorolie met een verkeerde
viscositeit wordt gebruikt
• Bij het rijden met hoge
motortoerentallen, met een zwaar
beladen auto, met een aanhangwagen
of bij veelvuldig optrekken en
afremmen
• Als de motor langdurig stationair
draait, of bij veelvuldig rijden in druk
verkeer
Stijging motoroliepeil
Als herhaaldelijk met de auto wordt
gereden zonder dat de motor op
bedrijfstemperatuur komt, kan vocht
veroorzaakt door condensatie in de
motor of onverbrande brandstof
vermengd worden met de motorolie,
waardoor het motoroliepeil stijgt. Dit
duidt echter niet op een storing. In de
volgende situaties komt de motor
bijvoorbeeld moeilijk op
bedrijfstemperatuur.
• Bij het rijden van korte afstanden
• Als wordt gereden met lage snelheid
• Wanneer de buitentemperatuur laag is
Zorg er bij het controleren van het
motoroliepeil voor dat de motor op
bedrijfstemperatuur is. Neem contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als het motoroliepeil boven
het bovenste merkteken voor bijvullen
ligt.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
328
Page 331 of 562

Motorolie bijvullen
Oliesoort controleren en benodigdheden
klaarleggen
Controleer welke kwaliteit motorolie
wordt voorgeschreven en leg de
benodigdheden voor het bijvullen klaar.
• Keuze motorolie
→Blz. 423
• Hoeveelheid olie (onderste
merkteken→bovenste merkteken
voor bijvullen)
1,5 l (1,6 qt., 1,3 Imp.qt.)
• Onderwerp
Schone trechter
Motorolie bijvullen
Als het oliepeil onder het onderste
merkteken of er net boven ligt, moet u
olie bijvullen van het type zoals hierna is
vermeld, of van hetzelfde type als
waarmee de motor eerder werd gevuld.
2ZR-FXE motor
M20A-FXS motor1. Verwijder de olievuldop door deze
linksom te draaien.
2. Giet beetje voor beetje motorolie in
de vulopening en controleer
ondertussen het oliepeil steeds door
middel van de peilstok.
Zorg ervoor dat het oliepeil niet boven
het bovenste merkteken voor
bijvullen ligt en zich tussen het
onderste en bovenste merkteken
bevindt.
AOnderste merkteken
BBovenste merkteken voor
bijvullen
De vorm van de peilstok is afhankelijk
van het motortype.
3. Plaats de olievuldop door deze
rechtsom te draaien.
Na het verversen van de motorolie
Het indicatiesysteem motorolie
verversen moet worden gereset. Ga als
volgt te werk:
1. Selecteer
van het multi-
informatiedisplay en druk vervolgens
op
.
2. Druk op
ofom “Vehicle
Settings” (voertuiginstellingen) te
selecteren en houd vervolgens
ingedrukt.
3. Druk op
ofom “Oil
Maintenance” (verversen motorolie)
te selecteren en druk vervolgens op
.
4. Druk op
ofom “Yes” ( ja) te
selecteren en druk vervolgens op.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
329
6
Onderhoud en verzorging
Page 332 of 562

Er wordt een melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay wanneer de
resetprocedure is voltooid.
WAARSCHUWING!
Afgewerkte motorolie
• Afgewerkte motorolie bevat
schadelijke stoffen die
huidaandoeningen zoals ontsteking
of huidkanker kunnen veroorzaken.
Wees daarom voorzichtig en vermijd
langdurig en herhaaldelijk contact
met de huid. Verwijder afgewerkte
motorolie door goed met water en
zeep te wassen.
• Voer afgewerkte motorolie en
gebruikte oliefilters op een veilige en
acceptabele manier af. Gooi
afgewerkte motorolie en gebruikte
oliefilters nooit weg in de vuilnisbak,
in het riool of zomaar ergens. Neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur, een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige, tankstation of een
automaterialenzaak voor meer
informatie over recycling of
afvoeren.
• Houd motorolie buiten het bereik van
kinderen.
OPMERKING
Bij het olie verversen of bijvullen
• Let erop dat er geen motorolie op
onderdelen van de auto terechtkomt.
• Vul nooit te veel olie bij, anders kan de
motor beschadigd raken.
• Controleer na het olie verversen altijd
het oliepeil met de peilstok.
• Controleer of de olievuldop goed is
vastgedraaid.Koelvloeistof controleren
Koelvloeistofreservoir
Het koelvloeistofniveau is correct als het
zich tussen de streepjes MAX en MIN
bevindt als de motor koud is.
ADop reservoir
BBovenste streepje (MAX)
COnderste streepje (MIN)
Als het niveau zich op of onder het
onderste streepje (MIN) bevindt, moet
koelvloeistof worden bijgevuld tot aan
het bovenste streepje (MAX). (→Blz. 414)
Koelvloeistofreservoir
vermogensregeleenheid
2ZR-FXE motor
Het koelvloeistofniveau is correct als het
zich tussen de streepjes MAX en MIN
bevindt als het hybridesysteem koud is.
ADop reservoir
BBovenste streepje (MAX)
COnderste streepje (MIN)
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
330
Page 333 of 562

Als het niveau zich op of onder het
onderste streepje (MIN) bevindt, moet
koelvloeistof worden bijgevuld tot aan
het bovenste streepje (MAX). (→Blz. 414)
M20A-FXS motor
Het koelvloeistofniveau is correct als het
zich tussen de streepjes F en L bevindt
wanneer het hybridesysteem koud is.
ADop reservoir
BStreepje F
CStreepje L
Als het niveau zich op of onder het
onderste streepje (L) bevindt, moet
koelvloeistof worden bijgevuld tot
aan het bovenste streepje (F).
(→Blz. 414)
Selectie van koelvloeistof
Gebruik alleen Toyota Super Long Life
Coolant of een gelijkwaardig product.
Toyota Super Long Life Coolant is een
mengsel van 50% koelvloeistof en 50%
gedemineraliseerd water.
(Minimumtemperatuur: -35°C)
Neem voor meer informatie over
koelvloeistof contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Als het koelvloeistofniveau korte tijd na
het bijvullen weer is gezakt
Controleer de radiateur, de slangen, de
doppen van de koelvloeistofreservoirs, de
aftapkraan en de waterpomp. Als u geen
lek kunt vinden, laat dan een erkendeToyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige de druk op de
dop nakijken en controleren op lekkages
in het koelsysteem.
WAARSCHUWING!
Wanneer het hybridesysteem heet is
Verwijder de dop van het
koelvloeistofreservoir van de
motor/vermogensregeleenheid niet.
Als het koelsysteem nog onder druk
staat, kan hete koelvloeistof uit de
vulopening spuiten als de dop wordt
verwijderd en brandwonden of ander
ernstig letsel veroorzaken.
OPMERKING
Bij het bijvullen van koelvloeistof
Gebruik geen onverdunde antivries of
alleen water. Een goede mengverhouding
van water en antivries zorgt voor een
goede smering, corrosiebescherming en
koeling. Lees altijd de informatie op het
etiket van de antivries of koelvloeistof.
Als u koelvloeistof morst
Verwijder de koelvloeistof met veel
water om te voorkomen dat het de lak of
onderdelen aantast.
Controle van radiateur en condensor
Controleer de radiateur en de condensor en
verwijder eventueel vuil. Als een van
bovenstaande onderdelen erg vuil is of als u
niet zeker bent van de staat ervan, laat dan
uw auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING!
Wanneer het hybridesysteem heet is
Raak om brandwonden te voorkomen
de radiateur en de condensor niet aan,
aangezien deze heet kunnen zijn.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
331
6
Onderhoud en verzorging
Page 334 of 562

12V-accu (2ZR-FXE motor)
Controleer de 12V-accu als volgt.
Exterieur 12V-accu
Controleer de 12V-accu op
gecorrodeerde en loszittende klemmen,
scheuren en een loszittende klembeugel.
AAccupolen
BKlembeugel
Vloeistof 12V-accu controleren
Controleer of het niveau zich tussen het
bovenste en het onderste streepje
bevindt.
ABovenste streepje
BOnderste streepje
Als het vloeistofniveau op of onder
het onderste streepje staat, moet
gedestilleerd water worden bijgevuld.Bijvullen van gedestilleerd water
1. Verwijder de vuldop.
2. Vul gedestilleerd water bij.
ALaag
BIn orde
Als het vloeistofniveau vanaf de
zijkant moeilijk te zien is, controleer
het niveau dan door recht in de cel te
kijken.
3. Draai de vuldop na het bijvullen weer
goed vast.
Voorzorgsmaatregelen voor het
opladen van de accu
Tijdens het opladen van de 12V-accu
ontstaat het licht ontvlambare en
explosieve waterstof. Houd u daarom
voor het opladen aan de volgende
voorzorgsmaatregelen:
• Als de 12V-accu in de auto is
gemonteerd, moet voorafgaand aan
het opladen de massakabel worden
losgenomen.
• Zorg ervoor dat de acculader tijdens
het aansluiten en losnemen van de
accuklemmen is uitgeschakeld.
Na het opladen/aansluiten van de
12V-accu (auto's met Smart
entry-systeem en startknop)
• Nadat de 12V-accu losgenomen is
geweest en weer is aangesloten, is het
wellicht niet meteen mogelijk om de
portieren met het Smart
entry-systeem met startknop te
ontgrendelen. Gebruik in dat geval de
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
332
Page 335 of 562

afstandsbediening of de mechanische
sleutel om de portieren te
vergrendelen of ontgrendelen.
• Start het hybridesysteem met het
contact in stand ACC. Het
hybridesysteem kan niet worden
gestart als het contact UIT staat. Het
hybridesysteem werkt vanaf de
tweede poging echter normaal.
• De stand van het contact wordt door
de auto geregistreerd. Als de
12V-accu weer wordt aangesloten,
keert de startknop terug naar de
stand die was geselecteerd voordat de
12V-accu werd losgenomen.
Controleer of het contact UIT is gezet
voordat u de 12V-accu losneemt.
Wees extra voorzichtig als niet bekend
is wat de stand van de startknop was
voordat de 12V-accu leeg raakte.
Neem, als het systeem na meerdere
pogingen nog niet start, contact op met
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
WAARSCHUWING!
Chemicaliën in de 12V-accu
Het zwavelzuur in de 12V-accu is giftig
en bijtend en kan het ontstaan van het
licht ontvlambare en explosieve
waterstof veroorzaken. Neem bij
werkzaamheden bij of aan de 12V-accu
de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht om dodelijk of ernstig letsel te
voorkomen:
• Veroorzaak geen vonken met
gereedschap.
• Rook nooit en steek nooit een lucifer
of een aansteker aan bij de 12V-accu.
• Voorkom dat ogen, huid of kleren in
contact komen met de elektrolyt.
• Adem of slik nooit elektrolyt in.
• Gebruik een veiligheidsbril als u bij de
12V-accu bezig bent.
• Laat kinderen niet in de buurt spelen
als u met de 12V-accu bezig bent.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
Een veilige plaats voor het opladen
van de 12V-accu
Laad de 12V-accu altijd op in een open
ruimte. Laad de 12V-accu niet op in
een garage of in een afgesloten ruimte
waar onvoldoende ventilatie is.
Noodmaatregelen met betrekking tot
elektrolyt
• Spoel de ogen minstens 15 minuten
met schoon water als er elektrolyt in
komt en schakel direct medische
hulp in. Blijf zo mogelijk water met
een spons of doek op de ogen
deppen, terwijl u naar een arts of het
ziekenhuis gaat.
• Als u elektrolyt op de huid krijgt,
dient u de desbetreffende plaats zeer
grondig te wassen. Als het pijn doet
of brandt, roept u meteen medische
hulp in.
• Als u elektrolyt op uw kleding krijgt,
kan deze erdoorheen op de huid
komen. Trek onmiddellijk de kleding
uit en volg, indien nodig, de
procedure zoals hierboven
beschreven.
• Als u per ongeluk elektrolyt inslikt,
moet u veel water of melk drinken.
Schakel zo snel mogelijk medische
hulp in.
Accukabels van de 12V-accu
losnemen
Neem de negatieve (-) accupool niet los
van de carrosseriezijde. De losgenomen
negatieve (-) accupool kan in contact
komen met de positieve (+) accupool,
waardoor ernstig letsel als gevolg van
een kortsluiting kan ontstaan.
OPMERKING
Wanneer de 12V-accu wordt
opgeladen
Laad de 12V-accu nooit op wanneer het
hybridesysteem in werking is.
Controleer ook of alle accessoires zijn
uitgeschakeld.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
333
6
Onderhoud en verzorging
Page 336 of 562

Ruitensproeiervloeistof
Als het vloeistofpeil extreem laag is, vul
dan de ruitensproeiervloeistof bij.
Neem de dop van de opening, terwijl u het
gat in het midden van de dop met uw
vinger dichthoudt, en controleer het
vloeistofpeil in de slang.
WAARSCHUWING!
Bij het bijvullen van
ruitensproeiervloeistof
Vul geen ruitensproeiervloeistof bij als
het hybridesysteem warm is of nog
werkt. Ruitensproeiervloeistof bevat
alcohol en kan vlam vatten als het
bijvoorbeeld op hete motoronderdelen
wordt gemorst.
OPMERKING
Vul het reservoir uitsluitend met
ruitensproeiervloeistof
Gebruik geen zeepsop of motorantivries
in plaats van ruitensproeiervloeistof.
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van
uw auto worden aangetast en de pomp
beschadigd raken, waardoor er geen
ruitensproeiervloeistof meer kan
worden gesproeid.
Verdunnen van ruitensproeiervloeistof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien
nodig met water. Raadpleeg de op het
etiket van de ruitensproeiervloeistoffles
aangegeven temperaturen voor de juiste
mengverhouding.
6.3.5 12V-accu (M20A-FXS
motor)
Plaats
De 12V-accu bevindt zich aan de
rechterzijde van de bagageruimte.
Verwijderen van de afdekkap van de
12V-accu1. Openen van de afdekmat
2. Verwijderen van de afdekkap van de 12V-accu.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
334