Druk op de schakelaar achterruit- en
buitenspiegelverwarming.
De achterruit- en
buitenspiegelverwarming wordt na een
tijdje automatisch uitgeschakeld.
Als de achterruit- en
buitenspiegelverwarming is
ingeschakeld, brandt het controlelampje
op de schakelaar achterruit- en
buitenspiegelverwarming.
Gebruik van de Climate Preference
(klimaatvoorkeur)
1. Druk op de schakelaar voor de
automatische modus.
2. Druk op de schakelaar FAST/ECO.
Elke keer als op de schakelaar FAST/ECO
wordt gedrukt, verandert de
instellingsmodus voor de
aanjagersnelheid als volgt:
Normaal→ECO→FAST→normaal
Wanneer ECO wordt weergegeven op het
airconditioningscherm, wordt de
airconditioning zo bediend dat er
prioriteit wordt gegeven aan een laag
brandstofverbruik door de
aanjagersnelheid te verlagen, enz.
Wanneer FAST op het scherm wordt
weergegeven, neemt de aanjagersnelheid
toe.
Beslaan van de ruiten
• Wanneer de luchtvochtigheid in de
auto hoog is, zullen de ruiten
gemakkelijk beslaan. Als u A/C
inschakelt, wordt de lucht die via de
uitstroomopeningen stroomt,
ontvochtigd en wordt de voorruit
efficiënt ontwasemd.
• Als u A/C uitschakelt, zullen de ruiten
mogelijk sneller beslaan.
• De ruiten zullen mogelijk beslaan als
de recirculatiemodus is ingeschakeld.Bij het rijden op stoffige wegen
Sluit alle ruiten. Als er na het sluiten van
de ruiten nog altijd stof wordt
aangezogen, zet dan de
luchttoevoerregeling in de
buitenluchtmodus en schakel de
aanjager in.
Buitenlucht-/recirculatiemodus
• Het wordt aangeraden om de
recirculatiemodus tijdelijk in te
schakelen om te voorkomen dat er
vuile lucht wordt aangevoerd en om
de auto te helpen koelen wanneer het
buiten warm is.
• Mogelijk wordt de buitenluchtmodus/
recirculatiemodus automatisch
ingeschakeld afhankelijk van de
ingestelde temperatuur of de
temperatuur in de auto.
ECO-modus airconditioning
Wanneer de ECO-rijmodus is
geselecteerd met de
rijmodusselectieschakelaar, wordt de
ECO-modus van de airconditioning
ingeschakeld.
Wanneer een andere modus dan de
ECO-rijmodus wordt geselecteerd,
wordt de ECO-modus van de
airconditioning mogelijk uitgeschakeld.
Werking van de airconditioning in de
ECO-rijmodus
• In de ECO-rijmodus wordt de
airconditioning als volgt bediend voor
een laag brandstofverbruik:
– Het motortoerental en de werking
van de compressor worden geregeld
om de verwarm-/koelcapaciteit te
beperken
– Wanneer de automatische modus is
gekozen, wordt de aanjagersnelheid
beperkt
• Doe het volgende om de prestaties
van de airconditioning te verbeteren:
– Wijzig de aanjagersnelheid
– Schakel de ECO-rijmodus uit
(→blz. 273)
5.1 Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
290
OPMERKING
Als “High Power Consumption Power
to Climate Temporarily Limited” (Hoog
stroomverbruik. Werking A/C en
verwarming beperkt) veelvuldig wordt
weergegeven
Mogelijk is er een storing met betrekking
tot het laadsysteem of de 12V-accu kan
verouderd zijn. Laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
7.2.5 Als uw auto een lekke band
heeft (auto's met een
bandenreparatieset)
Uw auto is niet uitgerust met een
reservewiel, maar wel met een
bandenreparatieset.
Een lek dat wordt veroorzaakt door een
spijker of schroef die door het loopvlak
van de band steekt, kan tijdelijk worden
gerepareerd met de bandenreparatieset.
(De set bestaat uit een fles met
bandenreparatievloeistof. De
bandenreparatievloeistof kan slechts één
keer worden gebruikt voor de tijdelijke
reparatie van één band, waarbij de spijker
of schroef in het loopvlak moet blijven
zitten.) Afhankelijk van de schade kan
deze set mogelijk niet worden gebruikt
om de band te repareren. (→Blz. 386)
Laat na de noodreparatie met de
bandenreparatieset de band repareren of
vervangen door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige. Met de
bandenreparatieset kunnen alleen
tijdelijke reparaties worden uitgevoerd.
Laat de band zo snel mogelijk repareren
of vervangen.
WAARSCHUWING!
Als uw auto een lekke band heeft
Rijd niet door met een lekke band. Zelfs
als er over een korte afstand met een
lekke band wordt doorgereden, kunnen
band en velg zodanig beschadigd
worden dat reparatie niet meer
mogelijk is en kan er een ongeval
ontstaan.
Vóór het repareren van de band
• Breng de auto tot stilstand op een
veilige plaats en een stevige, vlakke
ondergrond.
• Activeer de parkeerrem.
• Zet de selectiehendel in stand P.
• Schakel het hybridesysteem uit.
• Schakel de alarmknipperlichten in.
• Controleer de mate waarin de band
beschadigd is.
Een band mag alleen met de
bandenreparatieset worden
gerepareerd indien de beschadiging te
wijten is aan perforatie van het
loopvlak door een spijker of schroef.
– Haal de spijker of schroef niet uit de
band. Door het verwijderen ervan
kan het gat groter worden waardoor
de band niet meer tijdelijk
gerepareerd kan worden.
– Rijd de auto naar voren tot het gat,
voor zover zichtbaar, zich boven aan
de band bevindt om lekkage van
bandenreparatievloeistof te
voorkomen.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
386