Page 65 of 706

641-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
■Verwijderen van een baby- of
kinderzitje dat is vastgezet
met een veiligheidsgordel
Druk de ontgrendelknop op de gor-
delsluiting in en la at de gordel hele-
maal oprollen.
Bij het losmaken van de gordelsluiting
komt het baby- of kinderzitje mogelijk
een stukje omhoog als gevolg van de
terugwerking van de zitting. Maak de
gordelsluiting los terwijl u het baby- of
kinderzitje tegenhoudt.
De veiligheidsgordel rolt automatisch
op. Houd de gordel vast, zodat het
oprollen rustig gebeurt.
■Als er een baby- of kinderzitje
wordt geplaatst
U moet bij het plaatsen van het zitje
mogelijk gebruikmaken van een blok-
keerclip. Volg de aanwijzingen van de
fabrikant van het baby- of kinderzitje.
Als uw zitje niet over een blokkeerclip
beschikt, kunt u deze kopen bij een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige: blokkeerclip voor baby- of
kinderzitje.
(onderdeelnr. 73119-22010)
■Onderste ISOfix-bevestigings-
punten (ISOfix-baby- of kinder-
zitje)
Voor de buitenste zitplaatsen ach-
ter zijn onderste bevestigingspun-
ten aanwezig. (Labels geven aan
waar de bevestigingspunten zich in
de stoelen bevinden.)
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje
wordt geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatre-
gelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voor-
zorgsmaatregelen kan ernstig letsel
tot gevolg hebben.
●Laat kinderen niet met de veilig-
heidsgordel spelen. Als de veilig-
heidsgordel om de nek van het kind
draait, kan het kind stikken of ern-
stig letsel oplopen. Als dit gebeurt
en de gordelsluiting niet kan wor-
den losgemaakt, knip de gordel dan
door met een schaar.
●Controleer of de gesp goed in de
gordelsluiting is v ergrendeld en of
de veiligheidsgordel niet gedraaid
is.
●Beweeg het baby- of kinderzitje
naar links en naar rechts en naar
voren en naar achteren om te con-
troleren of het goed is geplaatst.
●Verstel de rugleuning niet meer
nadat het baby- of kinderzitje is
geplaatst.
●Controleer als er een zitkussen
geplaatst is altijd of de schouder-
gordel over het midden van de
schouder van het kind loopt. De
gordel mag niet l angs de nek van
het kind lopen, m aar mag ook niet
van de schouder van het kind val-
len.
●Volg bij het plaatsen van een baby-
of kinderzitje altijd de gebruiksaan-
wijzing van de fabrikant.
Baby- of kinderzitje
vastgezet met een onderste
ISOfix-bevestigingspunt
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 64 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
Page 66 of 706

65
1
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging■Plaatsing van onderste ISOfix-
bevestigingspunt (ISOfix-
baby- of kinderzitje)
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesloten handleiding.
Als het desbetreffende baby- of kin-
derzitje niet binnen de “universele”
categorie valt (of de benodigde infor-
matie staat niet in de tabel), raad-
pleeg dan de “voertuiglijst” van de
fabrikant van het baby- of kinderzitje
voor de diverse mogelijke montage-
posities of doe navraag naar de com-
patibiliteit bij de verkoper van het
zitje. (
→Blz. 55, 56)
1Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop. Indien er bij het plaatsen
van een in de rijrichting geplaatst
kinderzitje een opening aanwezig
is tussen het kinderzitje en de rug-
leuning, stel de rugleuning dan af
totdat het zitje en de rugleuning
goed contact maken.
2Verwijder indien mogelijk de
hoofdsteun indien deze de plaat-
sing van het baby- of kinderzitje
hindert. Zet anders de hoofdsteun
in de hoogste stand. (
→Blz. 226)
3Controleer de posities van de
speciale stangen en plaats het
zitje op de stoel.
De stangen bevinden zich in de opening
tussen de zitting
en de rugleuning.
4Beweeg het baby- of kinderzitje
na het plaatsen naar achteren en
naar voren om te controleren of
het goed vastzit. (
→Blz. 64)
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje
wordt geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Het niet in acht nemen van de voor-
zorgsmaatregelen kan er nstig letsel tot
gevolg hebben.
●Verstel de rugleuning niet meer nadat
het baby- of kinderzi tje is geplaatst.
●Controleer bij het gebruik van de
onderste bevestigingspunten of er
geen vreemde voorwerpen rond de
bevestigingspunten aanwezig zijn en
of de gordel niet klem zit achter het
zitje.
●Volg bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje altijd de gebruiksaanwij-
zing van de fabrikant.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 65 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
Page 67 of 706

661-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
■Bevestigingspunten bovenste
gordel
Voor de buitenste zitplaatsen achter
zijn bevestigingspunten voor de
bovenste gordel aanwezig.
Gebruik de bevestigingspunten voor
de bovenste gordel bij het vastmaken
van de bovenste gordel.
Bevestigingspunten bovenste gor-
del
Bovenste gordel
■Bovenste gordel vastmaken aan
de bevestigingspunten voor de
bovenste gordel
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesloten handleiding.
1Zet de hoofdsteun in de hoogste
stand.
Verwijder indien mogelijk de hoofdsteun
indien deze de plaatsing van het baby- of
kinderzitje of de bovens te gordel hindert.
(
→Blz. 226)
2Zet de haak vast aan het bevesti-
gingspunt voor de bovenste gor-
del en trek de bovenste gordel
aan.
Controleer of de bovenste gordel goed
vastzit. (
→Blz. 64)
Wanneer u het baby- of kinderzitje plaatst
terwijl de hoofdst eun omhoog staat, zorg
er dan voor dat de bovenste gordel onder
de hoofdsteun door loopt.
Haak
Bovenste gordel
Met een bevestigingspunt
voor de bovenste gordel
A
B
A
B
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 66 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
Page 68 of 706

67
1
1-3. Noodoproep
Veiligheid en beveiliging
1-3.Noodoproep
*1: Indien aanwezig
*2: Werkt binnen het eCall-dekkingsge-
bied. De systeemnaam kan per land
verschillend zijn.
Ty p e A
Toets SOS
*
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje
wordt geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatre-
gelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voor-
zorgsmaatregelen kan ernstig letsel
tot gevolg hebben.
●Bevestig de bovenste gordel stevig
en controleer of de gordel niet
gedraaid is.
●Bevestig de bovenste gordel uitslui-
tend aan de bevestigingspunten
voor de bovenste gordel.
●Verstel de rugleuning niet meer
nadat het baby- of kinderzitje is
geplaatst.
●Volg bij het plaatsen van een baby-
of kinderzitje altijd de gebruiksaan-
wijzing van de fabrikant.
●Wanneer u het baby- of kinderzitje
plaatst terwijl de hoofdsteun
omhoog staat, nadat de hoofdsteun
omhoog is gezet en de bevesti-
gingspunt voor de bovenste gordel
vervolgens is vastgemaakt, zet de
hoofdsteun dan niet in een lagere
stand.
eCall*1, 2
eCall is een telematicadienst
die gebruikmaakt van gege-
vens van het Global Navigation
Satellite Syst em (GNSS) en
ingebouwde cellulaire techno-
logie, waardoor de volgende
noodoproepen mogelijk zijn:
automatische noodoproepen
(automatische melding van
een aanrijding) en handmatige
noodoproepen (door het
indrukken van de toets SOS).
Deze dienst is door regelge-
ving van de Europese Unie ver-
plicht gesteld.
Systeemonderdelen
A
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 67 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
Page 69 of 706

681-3. Noodoproep
Controlelampjes
Microfoon
Luidspreker
*: Deze toets is bestemd voor commu-nicatie met de eCall-medewerker.
Andere SOS-toetsen van overige
systemen van een au to hebben geen
betrekking op het apparaat en zijn
niet bestemd voor communicatie met
de eCall-medewerker.
Type B
Toets SOS
*
Controlelampjes
Microfoon
Luidspreker
*: Deze toets is bestemd voor commu- nicatie met de eCall-medewerker.
Andere SOS-toetsen van overige
systemen van een au to hebben geen
betrekking op het apparaat en zijn
niet bestemd voor communicatie met
de eCall-medewerker.
■Automatische noodoproepen
Als een airbag wordt geactiveerd,
belt het systeem automatisch het eCall-controlecentrum.
* De mede-
werker van het controlecentrum
ontvangt de locatie van auto, het
tijdstip waarop het ongeval plaats-
vond en het VIN van de auto en
probeert de inzittenden van de auto
te spreken om de e rnst van de situ-
atie te beoordelen. Als de inzitten-
den niet in staat zijn om te
communiceren, behandelt de
medewerker de oproep als een
noodgeval, neemt h ij of zij contact
op met de dichtstbijzijnde hulpdien-
sten (112, enz.) en verzoekt hij of zij
om assistentie ter plaatse.
*: In sommige gevallen kan er geen
oproep worden verzonden.
(→Blz. 69)
■Handmatige noodoproepen
Druk in een noodsituatie op de
toets SOS om het eCall-controle-
centrum te bellen.
* De medewerker
van het controlecentrum zal de
locatie van uw auto bepalen, de
situatie beoordelen en de beno-
digde hulpdiensten sturen.
Open de afdekking voordat u op de
toets SOS drukt.
Als u per ongeluk op de toets SOS hebt
gedrukt, zeg dan tegen de medewerker
dat er geen sprake is van een noodge-
val.
Noodoproepdiensten
B
C
D
A
B
C
D
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 68 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
Page 70 of 706

69
1
1-3. Noodoproep
Veiligheid en beveiliging
*: In sommige gevallen kan er geen
oproep worden verzonden.
(→Blz. 69)
Wanneer het contact AAN wordt
gezet, gaat het rode controlelampje
gedurende 10 seconden branden
en gaat vervolgens het groene con-
trolelampje branden om aan te
geven dat het systeem is ingescha-
keld. De controlelampjes geven het
volgende aan:
Als het groene controlelampje
gaat branden en blijf t branden, is
het systeem ingeschakeld.
Als het groene controlelampje
tweemaal per seconde knippert,
wordt er een automatische of
handmatige noodoproep
gedaan.
Als er geen controlelampjes
branden, is het systeem niet
ingeschakeld.
Als het rode controlelampje
brandt op een ander moment
dan direct na het AAN zetten van
het contact, is er mogelijk een
storing in het systeem aanwezig
of is de back-up batterij mogelijk
leeg.
Als het rode controlelampje
gedurende ongeveer 30 secon-
den knippert tijdens een
noodoproep, is de verbinding
verbroken of is het signaal van
het mobiele netwerk te zwak.
De levensduur van de back-upbatterij is
hooguit 3 jaar.
■Vrije software en opensourcesoft-
ware
Dit product bevat vrije software/open-
sourcesoftware (FOSS).
Licentie-informatie en/of de broncode
van FOSS is beschikbaar op de vol-
gende URL:
https://www.denso.com/global/en/
opensource/dcm/toyota/
Controlelampjes
WAARSCHUWING
■Wanneer er geen noodoproep
kan worden geplaatst
●In de volgende situaties kunnen
mogelijk geen noodoproepen wor-
den gedaan. Neem in dergelijke
gevallen op een andere wijze con-
tact op met hulpdiensten (112,
enz.).
• Zelfs als de auto zich in het dek-
kingsgebied van het mobiele-tele-
foonnetwerk bev indt, kan het
moeilijk zijn om contact te leggen
met het eCall-cont rolecentrum als
de ontvangst slecht is of de lijn
bezet is. In dergelijke gevallen krijgt
u mogelijk geen c ontact met het
eCall-controlecentrum en kunt u
dus geen noodoproepen doen en
kunnen hulpdiensten niet worden
ingeschakeld, ook al probeert het
systeem verbindi ng te maken met
het eCall-controlecentrum.
• Wanneer de auto z ich buiten het
dekkingsgebied van het mobiele-
telefoonnetwerk bevindt, kunnen er
geen noodoproepen worden ver-
zonden.
• Wanneer er een storing aanwezig is in de bijbehorende apparatuur
(zoals het paneel van de toets
SOS, de controlelampjes, micro-
foon, luidspreker, DCM, antenne of
op de apparatuur aangesloten
bedrading) of deze beschadigd of
kapot is, kan er geen noodoproep
worden geplaatst.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 69 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
Page 71 of 706

701-3. Noodoproep
WAARSCHUWING
• Tijdens een noodoproep doet het systeem herhaaldelijk een poging om contact op te
nemen met het eCall-controlecentrum. Als
er echter als gevolg van een slechte ont-
vangst geen contact kan worden gelegd
met het eCall-controlecentrum, kan het
systeem mogelijk geen contact maken
met het mobiele netwerk en wordt de
noodoproep beëindigd zonder dat er ver-
binding is gemaakt. Het rode controle-
lampje knippert gedurende ongeveer 30
seconden om aan te geven dat de verbin-
ding is verbroken.
●Als de spanning van de accu afneemt of
als de accu is losgenomen, kan het sys-
teem mogelijk geen verbinding maken
met het eCall-controlecentrum.
■Als het noodoproepsysteem wordt ver-
vangen door een nieuw exemplaar
Het noodoproepsysteem moet worden gere-
gistreerd. Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■Voor uw veiligheid
●Rijd voorzichtig.
De functie van dit systeem is om u te hel-
pen bij het plaatsen van een noodoproep
bij ongevallen, zoals een verkeersongeval
of een plotseling medisch noodgeval. Het
systeem biedt de bestuurder en de passa-
giers op geen enkele wijze bescherming.
Rijd voorzichtig en doe voor uw veiligheid
altijd uw veiligheidsgordel om.
●Geef bij noodgevallen uw leven en de
levens van anderen topprioriteit.
●Wanneer u een branderige lucht of
anderszins een vreemde lucht ruikt, ver-
laat dan de auto en zoek onmiddellijk een
veilige plek op.
●Als de airbags worden geactiveerd terwijl
het systeem normaal werkt, verzendt het
systeem een noodoproep. Het systeem
verzendt ook een noodoproep als de auto
van achteren wordt aangereden of als de
auto over de kop slaat, zelfs als de air-
bags niet worden geactiveerd.
●Plaats om veiligheidsredenen geen
noodoproep tijdens het rijden.
Wanneer u tijdens het rijden belt, kan het
zijn dat u het stuurwiel niet goed kunt
bedienen, waardoor er een ongeval kan
ontstaan.
Breng de auto tot stilstand en controleer
of de omgeving veilig is alvorens een
noodoproep te plaatsen.
●Vervang zekeringen altijd door de voorge-
schreven zekeringen. Als u andere zeke-
ringen gebruikt, kan er kortsluiting in het
circuit optreden en kan er brand ontstaan.
●Wanneer u het systeem gebruikt terwijl er
rook is of sprake is van een ongewone
geur, kan er brand ontstaan. Stop onmid-
dellijk met het gebruik van het systeem en
neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
OPMERKING
■Voorkomen van schade
Voorkom dat er vloeistof op het paneel
van de toets SOS, enz. komt en sla er niet
tegenaan.
■In geval van een storing in het
paneel van de toet s SOS, de luid-
spreker of de micro foon tijdens een
noodoproep of een handmatige
onderhoudscontrole
Het is wellicht niet mogelijk om
noodoproepen te doen, de systeemstatus
te bevestigen of te communiceren met de
medewerker van het eCall-controlecen-
trum. Als de apparatuur beschadigd is,
neem dan contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 70 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
Page 72 of 706
71
1
1-3. Noodoproep
Veiligheid en beveiliging
■Gegevensverwerkingsschema
Server
Opslag
Verwerking
DCM
1 De klant activeert de dienst op het Toyota-klantenportaal en ga at
akkoord met de voorwaarden van de dienst conform de AVG.
2 De server activeert de dienst in de DCM en bepaalt welke voertu iggege-
vens worden verzameld.
3 De desbetreffende voertuiggegeve ns worden verzameld door de DCM .
4 De gegevens worden gedeeld met de server.
5 De gegevens worden opgeslagen op de server.
6 De gegevens worden verwerkt op de server om de dienst te kunnen
leveren.
7 De verwerkte gegevens worden aan de klant gepresenteerd.
Ga naar het Toyota-klantenportaal voor de lijst van beschikbare diensten.
Overzicht systeem van toegevoegde diensten
A
B
C
D
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book Page 71 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM