Page 297 of 706

2964-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4-3.Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Bedien de schakelaar om de
verlichting als volgt in te schakelen:
1 De parkeerlichten voor,
achterlichten, kentekenplaat- en
dashboardverlichting gaan bran-
den.
2 De koplampen en alle ver-
lichting die hierboven genoemd
is, gaan branden.
3 De koplampen, dagrijver-
lichting ( →Blz. 296) en alle ver-
lichting die hierboven genoemd
is, worden automatisch in- en
uitgeschakeld.
■De AUTO-modus kan worden
gebruikt als
Het contact AAN staat.
■Dagrijverlichting
Om uw auto overdag beter zichtbaar te
maken voor andere weggebruikers,
wordt de dagrijverlichting automatisch
ingeschakeld als de motor wordt gestart
en de parkeerrem wordt gedeactiveerd
met de lichtschakel aar in de stand .
(Brandt helderder dan de parkeerlichten
voor.) Dagrijverlichting is niet ontworpen
voor gebruik in het donker.
■Sensor koplampregeling
De werking van de sensor kan in nega-
tieve zin beïnvloed worden als er iets
over de sensor heen geplaatst wordt of
als er iets op de ruit wordt aangebracht
waardoor de sensor wordt afgeschermd.
Hierdoor kan de sensor niet op de juiste
manier de hoeveelheid omgevingslicht
signaleren, waardoor het automatische
koplampsysteem mogelij k onjuist functi-
oneert.
■Automatisch uitschakelsysteem
verlichting
Ty p e A
De verlichting wordt automatisch uitge-
schakeld als het contact in stand ACC of
UIT wordt gezet en het bestuurderspor-
tier wordt geopend.
Zet om de verlichting weer in te schake-
len het contact AAN o f zet de lichtscha-
kelaar een keer in stand en daarna
weer in stand of .
Lichtschakelaar
De koplampen kunnen hand-
matig of automatisch worden
bediend.
Inschakelen van de
koplampen
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 296 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
Page 298 of 706

297
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
Ty p e B
●Als de lichtschakelaar in de stand
of staat: De koplampen en de
mistlampen voor worden automatisch
uitgeschakeld als het contact in stand
ACC of UIT wordt gezet.
●Als de lichtschakelaar in de stand
staat: De koplampen en alle overige
verlichting worden automatisch uitge-
schakeld als het contact in stand ACC
of UIT wordt gezet.
Zet om de verlichting weer in te schake-
len het contact AAN of zet de lichtscha-
kelaar een keer in stand en daarna
weer in stand of .
■Zoemer verlichting
Auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop
Er klinkt een zoemer wanneer het con-
tact in stand ACC of UIT wordt gezet, de
sleutel wordt verwijderd en het bestuur-
dersportier wordt geopend terwijl de ver-
lichting is ingeschakeld.
Auto's met Smart e ntry-systeem en
startknop
Er klinkt een zoemer als het contact in
stand ACC of UIT w ordt gezet en het
bestuurdersportier wordt geopend terwijl
de verlichting is ingeschakeld.
■Automatische verticale koplamp-
verstelling
De koplamphoogte wordt automatisch
geregeld op basis van het aantal passa-
giers in de auto en de mate van bela-
ding om verblinding van andere
weggebruikers door de koplampen te
voorkomen.
■Energiebesparende functie
Ty p e A
Om te voorkomen dat de accu van de
auto ontladen raakt wanneer de koplam-
pen en/of de achterli chten aan zijn ter-
wijl het contact UIT wordt gezet, schakelt de energiebesparende functie
van de accu alle verlichting na ongeveer
20 minuten automatisch uit.
Onder de volgende omstandigheden
wordt de energiebesparende functie van
de accu eenmaal uitgeschakeld en ver-
volgens weer geactiveerd. Alle verlich-
ting gaat 20 minuten nadat de
energiebesparende fun
ctie van de accu
weer is geactiveer d automatisch uit:
●Wanneer de lichtschakelaar wordt
bediend
●Wanneer een portier wordt geopend
of gesloten
Ty p e B
Om te voorkomen dat de accu van de
auto ontladen raakt wanneer de licht-
schakelaar in de stand staat terwijl
het contact UIT wordt gezet, schakelt de
energiebesparende fun ctie van de accu
alle verlichting na ongeveer 20 minuten
automatisch uit.
Onder de volgende omstandigheden
wordt de energiebesparende functie van
de accu eenmaal uitgeschakeld en ver-
volgens weer geactiveerd. Alle verlich-
ting gaat 20 minuten nadat de
energiebesparende fun ctie van de accu
weer is geactiveer d automatisch uit:
●Wanneer de lichtschakelaar wordt
bediend
●Wanneer een portier wordt geopend
of gesloten
■Als “Headlight System Malfunction
Visit Your Dealer” (Storing in kop-
lampsysteem. Ga naar uw dealer)
op het multi-informatiedisplay
wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem
aanwezig. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 297 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
Page 299 of 706

2984-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. gevoeligheid licht-
sensor) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelij kheden voor per-
soonlijke voorkeursinstellingen:
→Blz. 678)
1 Druk bij ingeschakelde koplam-
pen de hendel van u af om het
grootlicht in te schakelen.
Door de hendel weer in de midden-
stand te zetten, wordt het grootlicht
weer uitgeschakeld.
2Trek de hendel naar u toe en
laat deze meteen weer los om
één keer met het grootlicht te
knipperen.
U kunt lichtsignalen geven met de kop-
lampen in- of uitgeschakeld.
Dankzij dit systeem kunnen de kop-
lampen gedurende 30 seconden
worden ingeschakeld wanneer het
contact UIT wordt gezet.
Trek, nadat u het contact UIT hebt
gezet, de hendel naar u toe en laat
hem los terwijl de lichtschakelaar in
de stand staat.
Trek de hendel naar u toe en laat hem
weer los om de verlichting uit te scha-
kelen.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Laat de verlichting niet langer bran-
den dan noodzakelij k is als de motor
niet draait.
Inschakelen van het
grootlicht
Follow Me Home-systeem
(indien aanwezig)
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 298 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
Page 300 of 706

299
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
*: Indien aanwezig
1
Druk de Automatic High Beam-
schakelaar in. 2
Duw de hendel van u af terwijl
de lichtschakelaar in de stand
of staat.
Het controlelampje v an het Automatic
High Beam-systeem gaat branden als
het systeem werkt.
■Voorwaarden voor het automatisch
in- of uitschakelen van het grootlicht
●Als aan alle onderstaande voorwaarden
is voldaan, wordt het grootlicht automa-
tisch ingeschakeld (na ongeveer 1
seconde):
• De rijsnelheid is hoger dan ongeveer
30 - 40 km/h
*.
• Het gebied voor de au to is niet verlicht.
• Er zijn geen tegenliggers of voorliggers met ingeschakelde koplampen of ach-
terlichten.
• Er bevinden zich weinig straatlantaarns op de weg voor u.
●Als aan een van onderstaande voor-
waarden is voldaan, wordt het grootlicht
automatisch uitgeschakeld:
• De rijsnelheid wordt lager dan ongeveer
25 - 30 km/h
*.
• Het gebied voor de auto is verlicht.
• Tegenliggers of voorliggers hebben de koplampen of achterlichten ingescha-
keld.
• Er bevinden zich veel straatlantaarns op de weg voor u.
*: De rijsnelheid waar bij het grootlicht
automatisch ingeschakeld-/uitgescha-
keld wordt, kan variëren, afhankelijk van
het land waarvoor de auto is goedge-
keurd.
Automatic
High Beam-systeem*
Het Automatic High Beam-sys-
teem maakt gebruik van een
ingebouwde camerasensor om
de helderheid van bijvoorbeeld
de straatverlichting en de ver-
lichting van tegenliggers en
voorliggers te meten, en scha-
kelt indien nodig automatisch
het grootlicht in of uit.
WAARSCHUWING
■Beperkingen van het Automatic
High Beam-systeem
Vertrouw niet blindelings op het Auto-
matic High Beam-syst eem. Rijd altijd
voorzichtig, houd hierbij de omgeving
in de gaten en schak el indien nodig
handmatig het grootlicht in of uit.
■Voorkomen van onjuiste wer-
king van het Automatic High
Beam-systeem
Voorkom overbelading van uw auto.
Inschakelen van het
Automatic
High Beam-systeem
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 299 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
Page 301 of 706

3004-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
■Informatie werking camerasensor
●In de volgende situaties wordt het groot-
licht mogelijk niet automatisch uitge-
schakeld:
• Als plotseling een tegenligger uit een bocht opdoemt
• Als plotseling een andere auto voor de eigen auto invoegt
• Als tegenliggers of voorliggers aan het
zicht zijn onttrokken als gevolg van een
reeks bochten, wegafscheidingen of
bomen langs de weg
• Wanneer tegenliggers opdoemen uit de rechter tegemoetkomende rijstrook op
een brede weg
• Wanneer er tegenliggers of voorliggers met uitgeschakelde verlichting zijn
●Het grootlicht wordt mogelijk uitgescha-
keld als een tegenligger wordt gesigna-
leerd die zijn m istlampen aan heeft
terwijl zijn kopl ampen uit zijn.
●Door de aanwezigheid van huisverlich-
ting, straatverlichting, verkeerslichten of
verlichte billboards of verkeersborden
wordt mogelijk geschakeld van groot-
licht naar dimlicht of blijft het dimlicht
mogelijk ingeschakeld.
●De volgende factoren kunnen van
invloed zijn op de reactietijd voor het in-
of uitschakelen v an het grootlicht:
• De helderheid van koplampen, mistlam- pen en achterlichten van tegenliggers
en voorliggers
• De beweging en rich ting van tegenlig-
gers en voorliggers
• Als de verlichting van een tegenligger of voorligger slechts aan één kant werkt
• Als een tegenligger of voorligger een voertuig op twee wielen betreft
• De toestand van de weg (stijgingsper- centage, bochten, toestand van het
wegdek, enz.)
• Het aantal inzit tenden en de hoeveel-
heid bagage
●Het grootlicht kan op voor de bestuurder
onverwachte momenten worden in- en
uitgeschakeld.
●Fietsen of vergeli jkbare objecten wor-
den mogelijk niet gesignaleerd.
●In de onderstaande sit uaties kan het
systeem de helderheid van het omge- vingslicht mogelijk niet
juist signaleren.
Hierdoor blijven de dimlichten mogelijk
branden of zorgt het gr ootlicht mogelijk
voor problemen bi j voetgangers, tegen-
liggers of voorliggers of anderen. In der-
gelijke gevallen moet handmatig worden
geschakeld tussen grootlicht en dim-
licht.
• Bij slecht weer (regen, sneeuw, mist, zandstormen, enz.)
• Het zicht door de v oorruit wordt belem-
merd door mist, wasem , ijs, vuil, enz.
• De voorruit is gebarsten of beschadigd
• De camerasensor is vervormd of vuil
• Als de temperatuur van de camerasen- sor extreem hoog is
• De helderheid van het omgevingslicht
komt overeen met di e van koplampen,
achterlichten of mistlampen.
• Als de koplampen of achterlichten van tegenliggers of voorliggers zijn uitge-
schakeld, vuil zi jn, een andere kleur
hebben of niet correct zijn afgesteld
• Als de auto wordt geraakt door water,
sneeuw, stof, enz. van een voorligger
• In gebieden waar lichte en donkere stukken elkaar afwisselen.
• Als geregeld en her haaldelijk over stij-
gende en dalende wegen wordt gere-
den, of over wegen met een slecht of
oneffen wegdek (zoals klinkerwegen,
grindwegen, enz.)
• Als geregeld en herhaaldelijk over boch- tige wegen wordt gereden.
• Als er zich een st erk spiegelend voor-
werp, zoals een verk eersbord of spie-
gel, voor de auto bevindt
• De achterzijde v an een voorligger is
sterk spiegelend, zoals een container op
een truck
• De koplampen van de auto zijn bescha-
digd of vuil of zijn ni et correct afgesteld
• De auto helt naar één kant over door bij- voorbeeld een lekke band of ligt aan de
achterzijde wat lager doordat een aan-
hangwagen is aangekoppeld.
• Er wordt herhaaldelijk en op een abnor- male manier geschakeld tussen dimlicht
en grootlicht
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 300 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
Page 302 of 706

301
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
• De bestuurder meent dat andere
bestuurders of voetgangers last hebben
van het grootlicht
• De auto wordt gebruikt in een gebied waar men aan de andere kant van de
weg rijdt. Bijvoorbeeld, een auto
bestemd voor rechtsrijdend verkeer in
een gebied voor links rijdend verkeer of
vice versa
• Wanneer men door een lange tunnel rijdt.
■Als “Headlight System Malfunction
Visit Your Dealer” (Storing in kop-
lampsysteem. Ga naar uw dealer)
op het multi-informatiedisplay
wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem
aanwezig. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Dimlicht inschakelen
Trek de hendel naar u toe, zodat
deze in de oorspronkelijke stand
terugkomt.
Het controlelampje van het Automatic
High Beam-systeem dooft.
Duw de hendel van u af om het Auto-
matic High Beam-systeem weer in te
schakelen.
■Grootlicht inschakelen
Druk de Automatic High Beam-
schakelaar in.
Het controlelampje v an het Automatic
High Beam-systeem do oft en het con-
trolelampje van het grootlicht gaat bran-
den.
Druk de schakelaar in om het Automa-
tic High Beam-systeem weer in te scha-
kelen.
Handmatig in- en
uitschakelen van het
grootlicht
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 301 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
Page 303 of 706
3024-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
*: Indien aanwezig
Schakelaar mistlampen voor
1 Schakelt de mistlampen
voor uit
2 Schakelt de mistlampen
voor in
Schakelaar mistachterlicht
1 Schakelt het mistachter-
licht uit
2 Schakelt het mistachter-
licht in
Als de schakelaarring wordt losgelaten,
keert de ring ter ug naar de stand
.
Door de schakelaarring nogmaals te
draaien, wordt het mistachterlicht uitge-
schakeld.
Schakelaar mistlampen
voor/mistachterlicht
Schakelaar mistlampen*
De mistlampen zorgen voor
meer zicht bij ongunstige
rijomstandigheden, zoals bij
regen en mist.
Bediening
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 302 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
Page 304 of 706

303
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
1
Schakelt de mistlampen
voor en het mistachterlicht uit
2 Schakelt de mistlampen
voor in
3 Schakelt de mistlampen
voor en het mistachterlicht in
Als de schakelaarring wordt losgelaten,
keert de ring teru g naar de stand
.
Door de schakelaarring nogmaals te
draaien wordt alleen het mistachterlicht
uitgeschakeld.
■Mistlampen kunnen worden
gebruikt als
Auto's met schakelaar mistlampen
voor
De koplampen of par keerlichten voor
zijn ingeschakeld.
Auto's met schakel aar mistachterlicht
De koplampen worden ingeschakeld.
Auto's met schakelaar mistlampen
voor/mistachterlicht
Mistlampen voor: De koplampen of par-
keerlichten voor zijn ingeschakeld.
Mistachterlicht: De mistlampen voor zijn
ingeschakeld.
Door de hendel te bedienen
werken de ruitenwissers en -sproei-
ers als volgt:
Ruitenwissers met intervalstand
1 Uit
2 Intervalwerking
3 Lage snelheid
Ruitenwissers en -
sproeiers
Door de hendel te bedienen
kan worden geschakeld tussen
automatische werking en
handbediening, of kan de
sproeier worden gebruikt.
OPMERKING
■Als de voorruit droog is
Gebruik de ruitenwissers niet als de
voorruit droog is omdat hierdoor de
voorruit beschadigd kan worden.
Bedienen van de
ruitenwisserhendel
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 303 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM