Page 17 of 340

De essentie
Noodsluitfunctie van het panorama-
d ak Afb. 15
In de hemelbekleding: Verwijder de
af dekk
in
g. Afb. 16
Inbusbout voor het sluiten van het pa-
nor am
a
schuifdak. ●
Ver
w
ijder de afdekking in de richting van
de pijl ››› afb. 15.
● Voer een normale inbussleutel 1)
van 4 mm
groot
in de inbusbout ››› afb. 16 A .
● Draai de inbussleutel om het panorama-
s c
huif
dak te sluiten.
● Plaats de afdekking terug.
● Breng het panoramaschuifdak naar een ge-
speci
aliseerde werkplaats. De werking van
de noodvergrendeling kan de functie of de
sluitkrachtbegrenzing van het panorama-
schuifdak beschadigen.
››› in Inleiding tot thema op pag. 93 Vóór elke rit
V oor
s
toel handmatig verstellen Afb. 17
Bedieningselementen van linkervoor-
s t
oel
. De bedieningselementen van de rechtervoor-
s
t
oel
zijn gelijk maar in spiegelbeeld gerang-
schikt.
In de stoel kunnen bedieningselementen
voor mechanische en elektrische verstelling
gecombineerd worden.
Naar voren of naar achteren schuiven van
de stoel: trek aan de hendel en verschuif
de stoel. De stoel moet vastklikken wan-
neer de hendel wordt losgelaten!
Lendensteun verstellen*: draai de hen-
del. »
1 2
1)
Niet inbegrepen in de gereedschapskist aan
boord. 15
Page 18 of 340

De essentie
Rugleuning verstellen: draai aan het kar-
t elw
ieltj
e.
Stoel omhoog/omlaag: beweeg de hen-
del naar boven of beneden; zo nodig ver-
schillende keren.
››› in Stoelen handmatig verstellen op
pag. 148 Elektrische bedieningselementen in
de voor
stoel* Afb. 18
Verstellen van de voorstoel in lengte-
ric htin
g,
van de hoogte en schuine stand van
de zitting en de rugleuning van de voorstoel. 3
4
Afb. 19
Lendensteun verstellen. De bedieningselementen van de rechtervoor-
s
t
oel
zijn gelijk maar in spiegelbeeld gerang-
schikt.
In de stoel kunnen bedieningselementen
voor mechanische en elektrische verstelling
gecombineerd worden.
afb. 18 Druk de knop in de richting van de pijl:
A
1Naar voren of naar achteren schui-
ven van de stoel.
2 en 3Stoel omhoog of omlaag.
2 of 3Schuine stand van de zitting ver-
stellen.
BNaar vo-
ren of naar achteren.Schuine stand van de rugleuning
verstellen.
afb. 19 Druk op het overeenkomstige deel van
de schakelaar:
1 of 2Verstellen van de welving van de lenden-
steun.
3 of 4Verstellen van de hoogte van de lenden-
steun.
››› in Bestuurdersstoel elektrisch ver-
stellen* op pag. 148 16
Page 19 of 340
De essentie
Instelling hoofdsteun Afb. 20
Voorstoel: hoofdsteun verstellen. De hoofdsteun aan de zijkanten vastnemen
met
beide h
anden en t
ot in de gewenste
stand omhoog duwen. Om de hoofdsteun te
verlagen hetzelfde doen en daarbij drukken
op de knop aan de zijkant 1 .
››› in Hoofdsteunen uit- en inbouwen
op pag. 151
››› pag. 59, ››› pag. 149 Veiligheidsgordels verstellen
Afb. 21
De slotgesp van de veiligheidsgordel
aanbr en
g
en en verwijderen. Afb. 22
Juist verloop van de gordelband en
een juis t
e stand van de hoofdsteun van voren
en opzij gezien. Om de veiligheidsgordel te verstellen bij de
s
c
houder
, regelt u de hoogte van de stoelen
of de hoogte van de gordel.
Het schoudergedeelte goed in het midden,
nooit over de hals. De veiligheidsgordel ligt
vlak en strak op het bovenlichaam.
Het heupgedeelte loopt over het bekken,
nooit over de buik. De veiligheidsgordel ligt
vlak en strak op het bekken.
››› pag. 63
››› pag. 67 17
Page 20 of 340

De essentie
Gordelspanners In geval van een frontale botsing, botsing
van op
z
ij of van achteren worden de veilig-
heidsgordels van de voorstoelen en buiten-
ste stoelen van de tweede zitrij automatisch
gespannen.
De gordelspanner kan slechts eenmaal wor-
den geactiveerd.
››› in Onderhoud en afvoer van de gor-
delspanners op pag. 70
››› pag. 70 Instelling buitenspiegels
Afb. 23
In het bestuurdersportier: knop van
de b uit
en
spiegels. Buitenspiegels verstellen: knop naar de ge-
w
en
s
te stand draaien: Door de knop naar de juiste stand te
breng
en, stelt u de buitenspiegel aan de
zijde van de bestuurder (L, links) en aan
de zijde van de bijrijder (R, rechts) in de
gewenste richting in.
Naargelang de uitrusting worden de bui-
tenspiegels verwarmd volgens de bui-
tentemperatuur.
Spiegels inklappen.
››› in Buitenspiegels op pag. 147
››› pag. 146 Stand van het stuurwiel verstellen
Afb. 24
Mechanisch verstellen van het stuur-
w iel
. Verstel het stuurwiel vóór vertrek en alleen
w
anneer de w
ag
en stilstaat.
L/R
●
Druk de hendel ›
›› afb. 24 1 omlaag.
● Verstel het stuurwiel zo dat u het aan
w eer
s
zijden met beide handen en de armen
licht gebogen kunt vastnemen (in de positie
van 9 en 3 uur).
● Duw de hendel stevig naar boven tot hij ge-
lijk ligt
met de stuurkolom ››› in Stand van
het s
t
uurwiel verstellen op pag. 60.
››› in Stand van het stuurwiel verstel-
len op pag. 60 18
Page 21 of 340

De essentie
Airbags V oor
airb
agsAfb. 25
Plaats en werkingsgebied van de
v oor
airb
ag van de bestuurder. Afb. 26
Plaats en werkingsgebied van de
v oor
airb
ag van de bijrijder. Het voorairbagsysteem biedt in combinatie
met
de
v
eiligheidsgordels extra bescherming
op hoofd- en borsthoogte van de bestuurder
en voorpassagier in geval van zware frontale
botsingen. Houd steeds een zo groot moge-
lijke afstand tot de voorairbag. Zo kunnen de
voorairbags bij een ongeval volledig worden ontplooid en een maximale beschermende
werkin
g bieden.
De voorairbag van de bestuurder bevindt zich
in het stuurwiel ››› afb. 25 en die van de voor-
passagier in het dashboard ››› afb. 26. De air-
bags zijn gemarkeerd met het opschrift "AIR-
BAG".
De geactiveerde voorairbags omvatten de zo-
nes aangeduid in rood (werkingsgebied)
››› afb. 25. Om die reden mogen er geen voor-
werpen in die zones geplaatst of bevestigd
worden ››› in Voorairbags op pag. 73. D
e
af f
abriek gemonteerde accessoires, bijv. de
basisplaat voor de ondersteuning van de mo-
biele telefoon, blijven buiten het bereik van
de voorairbag van de bestuurder en de voor-
passagier.
Bij de activering van de voorairbag van de
bestuurder en bijrijder, worden de deksels
van de airbags in het stuurwiel of het dash-
board geopend en blijven eraan vastzitten
››› afb. 26.
››› in Voorairbags op pag. 73 19
Page 22 of 340

De essentie
Frontairbag aan bijrijderszijde buiten
w erk
in
g stellen Afb. 27
In het dashboardkastje, aan de bijrij-
der s
z
ijde: sleutelschakelaar om de voorair-
bag aan bijrijderszijde in en uit te schakelen. Voorairbag van de voorpassagier buiten
w
erk
in
g stellen
● Contact uitschakelen.
● Open het dashboardkastje aan de bijrij-
dersz
ijde.
● De sleutelbaard van de wagensleutel uit-
klap
pen ›››
pag. 115.
● Voer de sleutelbaard in de gleuf in die voor-
zien is
op de schakelaar voor uitschakeling
van de bijrijdersairbag ››› afb. 27. De baard
moet ca. 3/4 van zijn lengte ingevoerd wor-
den, tot tegen de aanslag.
● Draai de sleutel vervolgens zachtjes om de
stand op
te plaatsen. Oefen geen druk uit
indien u weerstand ondervindt en zorg ervoor dat de sleutelbaard tot het einde ingevoerd
is.
●
Sluit het
dashboardkastje aan de bijrijders-
zijde.
● Het c
ontrolelampje
van het dashboard blijft branden met het
contact ingeschakeld ›››
pag. 75.
››› in Handmatig in- en uitschakelen
van de frontairbag aan bijrijderszijde met
de sleutelschakelaar op pag. 76
››› pag. 76 Knie-airbag
Afb. 28
Aan de bestuurderszijde: plaats van
de airb ag v
oor de knieën. Afb. 29
Aan de bestuurderszijde: werkingsge-
bied v
an de airbag voor de knieën. De airbag voor de knieën bevindt zich aan de
z
ijde
v
an de bestuurder, onderaan in het
dashboard ››› afb. 28. De airbags zijn gemar-
keerd met het opschrift "AIRBAG".
De rood gemarkeerde zone ››› afb. 29 A wordt bedekt met de airbag voor de knieën
b
ij activ
erin
g ervan (werkingsgebied). Om die
reden mogen geen voorwerpen geplaatst of
bevestigd worden in die zones.
››› in Knie-airbag* op pag. 74 20
Page 23 of 340
De essentie
Zijairbags Afb. 30
Aan de zijkant van de voorstoel:
p l
aats
van de zijairbag. Afb. 31
Werkingsgebied van de zijairbags
voor aan en ac
hteraan. Met 5 en 7 zitplaatsen. De zij-airbags zitten in het buitenkussen van
de be
s
t
uurdersstoel en van de bijrijdersstoel
››› afb. 30. Afhankelijk van de uitvoering van het model, kunnen de buitenste zitplaatsen
op de tweede z
itrij ook voorzien zijn van zij-
airbags, die zich tussen de rugleuningen van
de stoelen en de toegangsruimte bevinden.
De positie ervan is gemarkeerd met het op-
schrift "AIRBAG". De in het rood aangeduide
zone (stippellijn) ››› afb. 31 geeft het wer-
kingsgebied aan van de zijairbags.
Bij botsingen van opzij worden de zijairbags
geactiveerd aan de betreffende zijde om het
risico op letsel van de inzittenden aan die zij-
de te verminderen.
››› in Zijairbags* op pag. 74 Hoofdairbags
Afb. 32
Aan de linkerzijde van de wagen: plaats
en werk in
gsgebied van de hoofdairbag. » 21
Page 24 of 340

De essentie
Afb. 33
Geactiveerde hoofdairbags. Er is een airbag voor het hoofd aanwezig aan
de
z
ijde
van de bestuurder en een andere
aan de zijde van de bijrijder, boven de portie-
ren ››› afb. 32. De airbags zijn gemarkeerd
met het opschrift "AIRBAG".
De rood gemarkeerde zone ››› afb. 32 wordt
bedekt met de airbag voor het hoofd bij acti-
vering ervan (werkingsgebied). Om die reden
mogen geen voorwerpen geplaatst of beves-
tigd worden in die zones.
Bij botsingen van opzij, wordt de hoofdair-
bag van de betreffende zijde geactiveerd. De
airbag bedekt de ruiten en stijlen.
Bij botsingen van opzij wordt door de hoofd-
airbags het risico op lichamelijk letsel voor
de inzittenden op de voorstoelen en de bui-
tenste zitplaatsen achterin verlaagd aan de
zijde waar de impact plaatsvindt.
››› in Hoofdairbags* op pag. 75 Kinderzitjes
Belan
grijke aanwijzingen voor de
voorairbag van de bijrijder Afb. 34
Airbagstickers - versie 1: op de zonne-
k lep aan b
ijrijderszijde en op het achterste
frame van het bijrijdersportier . Afb. 35
Airbagstickers - versie 2: op de zonne-
k l
ep aan b
ijrijderszijde en op het achterste
frame van het bijrijdersportier . Op de zonneklep van de bijrijder en/of ach-
t
er
s
te omlijsting van het bijrijdersportier zit
een sticker met belangrijke informatie over
de airbag aan de bijrijderszijde.
››› in Inleiding tot thema op pag. 77
››› pag. 78 22