Page 161 of 340

Vervoeren en praktische uitrustingen
●
Rij v oor
zichtig en defensief.
● Voorkom bruuske manoeuvres en bruusk
remmen omdat
de geopende achterklep hier-
door ongecontroleerd kan gaan bewegen.
● Als u voorwerpen transporteert die uit de
bagag
eruimte steken, maak dit dan op gepas-
te wijze duidelijk voor de overige verkeers-
deelnemers. Neem de wettelijke bepalingen
in acht.
● Als u voorwerpen transporteert die uit de
bagag
eruimte steken, gebruik de achterklep
dan nooit om de voorwerpen "vast te klem-
men" of "vast te maken".
● Indien u een bagagedrager op de achter-
klep in
gebouwd heeft, bouw deze dan uit met
de lading wanneer u met een geopende ach-
terklep moet rijden. ATTENTIE
Als de achterklep geopend is, kunnen giftige
ga s
sen in het interieur van de wagen terecht
komen. De bestuurder of inzittenden kunnen
hierdoor het bewustzijn verliezen, een kool-
monoxidevergiftiging of ernstig letsel oplo-
pen of een ongeval krijgen.
● Rij altijd met gesloten achterklep om het
binnendring
en van giftige gassen te voorko-
men.
● Als u in een uitzonderingsgeval met geo-
pende achterk
lep moet rijden, voer dan de
volgende handelingen uit om het binnendrin-
gen van giftige gassen in het interieur van de
wagen te verminderen: –
Sluit a l
le ruiten en het schuifdak.
– Schakel de luchtcirculatiefunctie van de
verwarming en de airconditioning uit.
– Open alle luchtroosters in het dashboard.
– Zet de aanjager van de verwarming in de
hoogste stand. VOORZICHTIG
Met geopende achterklep verandert de lengte
en hoog te
van de wagen. Rijden met beladen wagen
Neem het volgende in acht voor een goede
dy
n
amiek
van de beladen auto:
● Zet alle voorwerpen stevig vast ›››
pag. 158.
● Geef voorzichtig gas.
● Voorkom bruusk remmen en bruuske ma-
noeuvre
s.
● Rem iets eerder.
● Neem indien nodig de aanwijzingen voor
het rijden met een aanh
angwagen in acht
››› pag. 249.
● Neem indien nodig de aanwijzingen met
betrekkin
g tot het dakdragersysteem in acht
››› pag. 170. ATTENTIE
Een schuivende lading heeft aanzienlijk veel
invloed op de s t
abiliteit en veiligheid van de
wagen, en kan tot een ernstig ongeval leiden.
● Maak de lading correct vast zodat deze niet
kan gaan s
chuiven.
● Gebruik bij zware voorwerpen geschikte
touw
en of spanbanden.
● Zet de rugleuning van de achterbank recht-
op. Bagageruimte
In l
eidin
g tot thema Transporteer zware ladingen altijd in de ba-
g
ag
eruimt
e en zorg ervoor dat de rugleunin-
gen rechtop zijn vastgeklikt. Gebruik altijd de
bevestigingsogen en een geschikt touw. Zorg
ervoor dat u de wagen nooit overbelast. Zo-
wel de nuttige lading als de verdeling van de
lading in de wagen hebben invloed op het
rijgedrag en de remcapaciteit ››› .
ATTENTIE
Als u de wagen niet gebruikt of controleert,
sluit d
an altijd de portieren en achterklep om
het risico op ernstig of dodelijk letsel te ver-
minderen.
● Laat kinderen nooit zonder toezicht in de
wagen ac
hter, vooral niet als de achterklep » 159
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 162 of 340

Bedienen
geopend is. Kinderen zouden in de bagage-
ruimte k
u
nnen komen en de klep van binnen-
uit dichtmaken waarna ze er zonder hulp niet
uit kunnen komen. Dit kan tot levensgevaar-
lijke verwondingen leiden.
● Laat nooit kinderen in en bij de wagen spe-
len.
● Ver
voer nooit personen in de bagageruim-
te. ATTENTIE
Niet (goed) vastgemaakte voorwerpen kun-
nen b ij een p lot
selinge rij- of remmanoeuvre
en bij een ongeval door het interieur worden
geslingerd. Dit gebeurt met name wanneer de
voorwerpen door een geactiveerde airbag
worden geraakt en bijgevolg door het interi-
eur van de wagen schieten. Neem het volgen-
de in acht om eender welk risico te verminde-
ren:
● Berg alle voorwerpen in de wagen op een
veilig
e plaats op. Berg bagage en zware voor-
werpen altijd in de bagageruimte op.
● Maak voorwerpen altijd met geschikte tou-
wen of s
panbanden vast zodat ze als er plot-
seling geremd moet worden of in geval van
een ongeval niet door het interieur gelan-
ceerd worden en niet in de buurt van de voor-
of zijairbags terecht komen.
● Zorg ervoor dat tijdens het rijden de op-
bergv
akken altijd gesloten blijven.
● Leg geen harde, zware of puntige voorwer-
pen in open opbergv
akken in het interieur van de wagen, op de hoedenplank of op het
ins
trument
enpaneel.
● Verwijder harde, zware of puntige voorwer-
pen van k
leding en tassen uit het interieur
van de wagen en bewaar ze op een veilige
plaats. ATTENTIE
Als u zware voorwerpen transporteert, veran-
der en de rij eig
enschappen van de wagen en
neemt de remweg toe. Zware lading die niet
correct opgeslagen of vastgemaakt is, kan er-
voor zorgen dat de bestuurder de controle
over de wagen verliest en kan ernstig letsel
veroorzaken.
● Het rijgedrag van de wagen verandert wan-
neer zwar
e voorwerpen getransporteerd wor-
den. Dit komt omdat het zwaartepunt van de
wagen verplaatst wordt.
● Verdeel de lading gelijkmatiger en plaats
de ladin
g zo ver mogelijk naar achteren in de
wagen.
● Berg zware voorwerpen in de bagageruimte
op, z
o ver mogelijk van de achteras. VOORZICHTIG
● De v
erwarmingsdraden of de antenne van
de achterruit kunnen door schurende voor-
werpen op de hoedenplank worden vernield.
● De antenne van de zijruiten kan door schu-
rende v
oorwerpen beschadigd raken. Let op
Om lucht uit de wagen te kunnen laten ont-
sn ap
pen, mag de ontluchtingsgleuf tussen de
achterruit en de hoedenplank niet worden af-
gedekt. 160
Page 163 of 340

Vervoeren en praktische uitrustingen
Achterbank als laadoppervlak neer-
k l
ap
pen Afb. 161
Tweede zitrij: achterbank A, achter-
b ank al
s laadoppervlak neerklappen B. Afb. 162
Derde zitrij: achterbank voor lading
neerk l
ap
pen A en opnieuw omhoogklappen
B. Elke rugleuning van de achterbank kan apart
w
or
den neer
geklapt om de bagageruimte te
vergroten. Achterbank van tweede zitrij neerklappen
voor tran
sporteren van lading
● Open zo nodig de lus van de gordel en rol
de vei
ligheidsgordel handmatig op.
● Bouw indien nodig de hoofdsteunen van
de geïnte
greerde kinderstoelen uit en bouw
ze opnieuw in ››› pag. 82.
● Hef zo nodig de armleuning op.
● Verwijder voorwerpen uit de voetenruimte
voor en acht
er de achterbank ››› .
● Kantel de achterbank helemaal naar achter-
en.
● Schuif de hoofdsteun helemaal naar onder-
en ››
›
pag. 59.
● Sluit indien nodig in de middelste stoel de
bekerhouder in het ac
hterste gedeelte van de
middenconsole.
● Trek de hendel ›››
afb. 161 1 omhoog en
k l
ap de rugl
euning naar voren neer. De volle-
dige zitting wordt naar voren geklapt ››› .
● Duw de neergeklapte rugleuning naar vo-
r en t
ot
deze in de stand van het laadopper-
vlak vastklikt ››› afb. 161 B.
● Trek indien nodig de hendel ›››
afb. 162 2 omhoog om de hoedenplank in de gewenste
s
t
and t
e zetten.
● Als de hoedenplank is neergeklapt, mag
niemand op deze p
laats gaan zitten ››› .
»
161
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 164 of 340

Bedienen
Achterbank van derde zitrij neerklappen voor
tr an
s
porteren van lading
● Open zo nodig de lus van de gordel en rol
de vei
ligheidsgordel handmatig op.
● Achterklep openen.
● Schuif de hoofdsteun helemaal naar onder-
en ›››
pag. 59.
● Verwijder voorwerpen uit de voetenruimte
voor en acht
er de achterbank ››› .
● Verwijder de voorwerpen uit de ruimte on-
der de ac ht
erb
ank.
● Verwijder de bevestigingselementen en
steu
nen voor het bagagenet van het railsys-
teem.
● Trek de hendel ›››
afb. 162 1 omhoog en
k l
ap de rugl
euning naar voren neer. De ach-
terbank wordt naar voren geklapt ››› en de
z ittin
g w
ordt ook naar voren verplaatst.
● Klap de hoedenplank van de zitting naar
voren, bo
ven op de neergeklapte achterbank.
● Als de hoedenplank is neergeklapt, mag
niemand op deze p
laats gaan zitten ››› .
A c
ht
erbank van tweede zitrij omhoog klap-
pen
● Trek de hendel ›››
afb. 161 1 omhoog en
z et
de rugl
euning in de verticale stand. De
volledige stoel wordt naar achteren geklapt.
● Trek aan de achterbank en de rugleuning
om er zek
er van te zijn dat ze goed zijn ver-
grendeld, en dat de beveiliging van de veilig- heidsgordel in de achterbanken goed op
haar pl
aats zit.
Achterbank van derde zitrij omhoog klappen
● Achterklep openen.
● Trek aan de greep ›››
afb. 162 2 om de
hoedenp l
ank
van de achterbank op zijn
plaats terug te zetten.
● Aan de greep ›››
afb. 162 3 trekken. De
v o
l
ledige stoel wordt naar achteren geklapt.
● Duw de hoedenplank van de achterbank in
de rugleunin
g tot deze door de magneten op
zijn plaats wordt gehouden.
● Schuifdeur openen.
● Klap de achterbank terug en duw de bank
stev
ig omlaag tot u hoor dat de bank vast-
klikt.
● Trek aan de achterbank en de rugleuning
om er zek
er van te zijn dat ze goed zijn ver-
grendeld, en dat de beveiliging van de veilig-
heidsgordel in de achterbanken goed op
haar plaats zit. ATTENTIE
Als u de achterbank ongecontroleerd neer- en
omhoogkl apt
of terwijl u dit doet uw aan-
dacht er niet bij hebt, kan dit leiden tot ern-
stig letsel.
● Klap tijdens het rijden de rugleuningen
nooit neer of omhoog. ●
Bij het n aar ac
hteren klappen van de leu-
ning erop letten dat de veiligheidsgordels
niet klem komen te zitten of beschadigd ra-
ken.
● Houd handen, vingers, voeten en andere li-
chaamsdel
en weg van het loopvlak van de
scharnieren en het sluitmechanisme van de
stoel bij het omlaag- en omhoogklappen.
● Vloermatten of andere voorwerpen kunnen
gekneld r
aken in de scharnieren van de rug-
leuningen of de stoel achterin. Dit kan ertoe
leiden dat de rugleuning of stoel niet veilig
vergrendeld wordt wanneer deze in verticale
positie omhoog wordt gezet.
● Alle rugleuningen moeten correct vastklik-
ken om de goede w
erking van de veiligheids-
gordels van de achterbank te garanderen.
Wanneer een stoel ingenomen is en de over-
eenkomstige rugleuning niet correct is vast-
geklikt, beweegt de inzittende bij bruusk
remmen, plotselinge manoeuvres of ongeval
met de rugleuning naar achteren.
● Indien de rugleuning of stoel omlaag ge-
klapt
is en niet correct is vastgeklikt, mag
niemand daar plaatsnemen. VOORZICHTIG
● Alv or
ens de rugleuning van de stoel achter-
in omlaag te klappen, moeten de voorstoelen
zo versteld worden dat de hoofdsteun of rug-
leuning er niet tegenaan botst bij het omlaag-
klappen. 162
Page 165 of 340

Vervoeren en praktische uitrustingen
●
Voor w
erpen die in de voetenruimte voor en
achter de achterbank liggen, kunnen tijdens
het neer- en omhoogklappen van de achter-
bank beschadigd raken. Verwijder voorwer-
pen die vast kunnen komen te zitten voordat
u de achterbank neer- en omhoogklapt.
● Voorwerpen in de voetenruimte achter de
derde z
itrij kunnen beschadigd raken wan-
neer de stoelen van de derde zitrij neer- of
omhooggeklapt worden. Verwijder voorwer-
pen die vast kunnen komen te zitten voordat
u de achterbank neer- en omhoogklapt.
● De in het railsysteem bevestigde bevesti-
gingsel
ementen en steunen van het bagage-
net kunnen beschadigd raken wanneer de
stoelen van de derde zitrij worden neer- of
omhooggeklapt. De stoelen zelf kunnen ook
beschadigd raken. Bouw voor het neer- en
omhoogklappen van de stoelen de bevesti-
gingselementen en netsteunen van het rail-
systeem uit. Hoedenplank*
Afb. 163
In de bagageruimte: hoedenplank
v an b
ag
ageruimte. Afb. 164
Verwijder de steunen van de hoe-
denp l
ank
A en bewaar ze op een veilige
plaats B. U kunt de hoedenplank achter de tweede of
der
de
z
itrij inbouwen ››› .
Hoedenp l
ank
openen
● Trek de greep van de hoedenplank ›››
afb.
163 A een klein beetje naar achteren.
»
163
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 166 of 340

Bedienen
● Maak
de hoedenp
lank al omhoog trekkend
via de zijsteunen los en trek de hoedenplank
naar voren.
Hoedenplank sluiten
● Trek de uitgeschoven hoedenplank gelijk-
matig ov
er de geleider naar achteren.
● Haak de hoedenplank in de zijsteunen aan
de linker- en r
echterzijde in.
Hoedenplank achter de tweede zitrij inbou-
wen
● Plaats de hoedenplank in de uitsparing
hiervoor in de
zijbekleding, en begin aan de
linkerzijde.
● Ontgrendel de hoedenplank in de richting
van de pijl ›
›› afb. 163 B .
● Steek de hoedenplank in de rechtersteun
en druk de hoedenp
l
ank omlaag.
Hoedenplank achter de derde zitrij inbouwen
● Verwijder de hoedenplank uit de steun van
de zijbek
leding ››› afb. 164 A. Druk hiervoor
de hoedenplank omhoog (pijl) en verwijder
de hoedenplank.
● Open het opbergvak in de linksachter in de
zijbekl
eding van de bagageruimte ››› pag.
172 en haak de hoedenplank in het achterste
gedeelte van het deksel van het opbergvak
››› afb. 164 B in. ●
Sluit het opber
gvak dat zich linksachter in
de zijbekleding van de bagageruimte be-
vindt.
● Plaats de hoedenplank in de uitsparing
hiervoor in de
zijbekleding, en begin aan de
linkerzijde.
● Druk de hoedenplank in de richting van de
pijl ››
› afb. 163 B .
● Steek de hoedenplank in de rechtersteun
en druk de hoedenp
l
ank omlaag.
Hoedenplank uitbouwen
● Ontgrendel de hoedenplank in de richting
van de pijl ›
›› afb. 163 B en til de hoeden-
p l
ank
in de richting van de pijl C op.
● Verwijder de hoedenplank uit de rechter-
s t
eu
n.
● Bij het uitbouwen van de hoedenplank ach-
ter de derde
zitrij: bedek de steunen van de
zijbekleding met de daarvoor bestemde af-
dekkingen.
● Alleen met 5 plaatsen: bewaar de uitg
e-
bouwde hoedenplank in het voorste opberg-
vak in de laadvloer van de bagageruimte
››› pag. 172. ATTENTIE
Als de hoedenplank boven een van de achter-
bank en in
gebouwd wordt, kan de hoeden-
plank als er bruusk geremd moet worden of in
geval van ongevallen ernstig letsel veroorza-
ken. ●
Als
er personen op de stoelen van de derde
zitrij zitten, dan moet de hoedenplank altijd
achter die zitrij geplaatst worden. ATTENTIE
Voorwerpen die niet of slecht vastgemaakt
z ijn, of dier
en op de hoedenplank in de baga-
geruimte kunnen ernstig letsel veroorzaken
als gevolg van een bruuske manoeuvre, hard
remmen of een ongeval.
● Plaats geen harde, zware of puntige voor-
werpen (los
of in tassen) op de hoedenplank
in de bagageruimte.
● Vervoer nooit dieren op de hoedenplank. 164
Page 167 of 340

Vervoeren en praktische uitrustingen
Scheidingsnet* Afb. 165
Klap het scheidingsnet uit 1 en
w eer dic ht
2 en
3 . Afb. 166
In de bagageruimte: Scheidingsnet
ac ht
er de tw
eede zitrij inbouwen. Het scheidingsnet voorkomt dat voorwerpen
uit
de b
ag
ageruimte in de passagiersruimte
resp. in de bestuurdersruimte terecht kunnen
komen.
Voor het inbouwen van het net moet u het
net uit de tas halen en uitklappen.
Scheidingsnet uitklappen
De dwarssteunen van het scheidingsnet
››› afb. 165 1 volledig uitklappen in de rich-
tin g
v
an de pijl uit tot een "klik" te horen is.
Scheidingsnet achter de tweede zitrij inbou-
wen
● Haak het scheidingsnet in de steun die zich
linksac
hter in het dak bevindt ››› afb. 166. Let er hierbij op dat u de steun van bovenaf naar
beneden begel
eidt.
● Haak het scheidingsnet in de steun die zich
rechts
achter in het dak bevindt in door de
steun aan te duwen.
● Maak de twee haken van het scheidingsnet
aan de voor
ste banden van de bagageruimte
››› afb. 166 vast en trek de banden aan.
Scheidingsnet achter de voorstoelen inbou-
wen
● Haak het scheidingsnet in de steun die zich
linksac
hter in het dak ››› afb. 166 bevindt. Let
er hierbij op dat u de steun van bovenaf naar
beneden begeleidt.
● Haak het scheidingsnet in de steun die zich
rechts
voor in het dak bevindt in door de
steun aan te duwen.
● Maak de twee haken van het scheidingsnet
vas
t aan de bevestigingsogen aan de rechter-
en linkerzijde in de voetenruimte van de twee
zitrij en trek de banden aan.
Scheidingsnet uitbouwen
● Maak de banden van het scheidingsnet los.
● Maak de haken van het scheidingsnet los
van de beve
stigingsogen ››› afb. 166.
● Maak het scheidingsnet los van de rechter-
steu
n in het dak ››› afb. 166 door de steun
aan te duwen. »
165
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 168 of 340

Bedienen
● Maak
het
scheidingsnet los van de linker-
steun in het dak.
Scheidingsnet inklappen
● Druk de ontgrendelingsknop ›››
afb. 165 2in en klap terwijl u de ontgrendelingsknop in-
g
edrukt
houdt
de steun A in de richting van
de pijl .
● Druk de ont
grendelingsknop ›››
afb. 165 3in en klap terwijl u de ontgrendelingsknop in-
g
edrukt
houdt
de steun B in de richting van
de pijl .
● Ber
g het scheidingsnet op een veilige ma-
nier in de wagen op
.ATTENTIE
Losse voorwerpen in het interieur kunnen bij
bruusk e m
anoeuvres, plotseling remmen of
ongevallen hard door het interieur vliegen.
● Controleer of de steunen correct vergren-
deld z
ijn.
● Ook als het scheidingsnet correct inge-
bouwd is, moet
u voorwerpen vastmaken of
verwijderen.
● Als de wagen in beweging is en het schei-
dings
net ingebouwd is, mag zich niemand
achter het scheidingsnet bevinden. Bevestigingsogen*
Afb. 167
In de bagageruimte: bevestigings-
og en. Voor en achter in de bagageruimte bevinden
z
ic
h bev
estigingsogen voor het vastmaken
van bagage ››› afb. 167 (pijlen). In sommige
modellen bevinden de achterste bevesti-
gingsogen zich helemaal achterin, in het ge-
deelte van de slotplaat.
Links en rechts van de voetenruimte van de
tweede zitrij bevinden zich andere bevesti-
gingsogen.
Sommige van de bevestigingsogen moeten
omhoog worden gebracht om ze te kunnen
gebruiken. ATTENTIE
Ongeschikte of beschadigde touwen of span-
banden k u
nnen bij bruusk remmen of onge-
vallen gaan scheuren. Hierdoor kunnen voor- werpen door het interieur schieten en ernstig
of dodelijk
l
etsel veroorzaken.
● Gebruik altijd geschikte of onbeschadigde
touw
en of spanbanden.
● Maak de touwen en spanbanden aan de be-
ves
tigingsogen vast.
● Losse bagage in de bagageruimte kan plot-
seling v
erschuiven en de gedrag van de wa-
gen veranderen.
● Maak kleine en lichte voorwerpen ook vast.
● Maak nooit een lading aan de bevestigings-
ogen v
ast die de ogen niet dragen kunnen.
● Bevestig nooit een kinderzitje aan de be-
ves
tigingsogen. Let op
● De m ax
imale belasting van de bevesti-
gingsogen is ca. 3,5 kN.
● Geschikte transportbanden en bevesti-
gings
systemen zijn bij gespecialiseerde
werkplaatsen verkrijgbaar. SEAT raadt u aan
de Technische Dienst te raadplegen. 166