Page 81 of 340

Veilig vervoer van kinderen
Algemene informatie over het vervoer
v an k
inder
en in de autoLees aandachtig de aanvullende informatie
›› ›
pag. 23.
De normen en wettelijke voorschriften heb-
ben altijd voorrang op de informatie uit dit
instructieboekje. Er bestaan verschillende
normen en voorschriften voor het gebruik van
kinderzitjes en de bevestigingsmogelijkhe-
den ervan ( ››› Tab. op pag. 79). Zo is in een
aantal landen het gebruik van kinderzitjes op
bepaalde plaatsen in de wagen verboden.
De natuurkundige wetten en de effecten er-
van op de wagen in geval van een botsing of
een ander type van aanrijding zijn ook van
toepassing op de kinderen ›››
pag. 67. In te-
genstelling tot bij jongeren en volwassenen,
zijn de spieren en beenderen van kinderen
nog niet volgroeid. Bij een ongeval lopen kin-
deren dus een grotere kans op ernstig letsel.
Aangezien het lichaam van kinderen nog niet
volledig ontwikkeld is, moet voor hen een
speciaal bevestigingssysteem gebruikt wor-
den dat aangepast is aan hun gewicht, leng-
te en lichaamsbouw. In vele landen zijn wet-
ten van kracht voor het gebruik van goedge- keurde systemen voor het vervoer van baby's
en kinder
en.
Ge
bruik alleen kinderzitjes die geschikt, toe-
gestaan en goedgekeurd zijn voor de wagen.
In geval van twijfel kunt u steeds terecht bij
een Technische Dienst of een gespecialiseer-
de werkplaats.
Specifieke regelgeving per land over kinder-
zitjes (selectie)
NormExtra informatie
ECE-R 44 a)technische dienst
a)
ECE-R: Reglement Economic Commission for Europe.
Indeling van de kinderzitjes volgens ECE-
R 44
Gewichts-
categorieGewicht van het kindInbouw van een kin- derzitje
Groep 0tot 10 kgMet de rug naar het dash-
board gekeerd. Op de ach- terbank optioneel met Iso- fix-systeem.
Groep 0+tot 13 kg
Groep 19 t/m 18 kgIn de rijrichting. Op de
achterbank optioneel met Isofix-systeem.
Gewichts-
categorieGewicht van het kindInbouw van een kin- derzitje
Groep 215 t/m 25kg
In de rijrichting. Op de bui-tenste zitplaatsen achterin of op de middelste plaats
van de tweede zitrij en op
alle plaatsen van de derde zitrij. Optioneel met Isofix- systeem.
Groep 322 t/m 36kgIn de rijrichting. Niet alle kinderen passen in het zitje van hun
g
ew
ic
htsgroep. Net zoals niet alle zitjes ge-
schikt zijn voor de wagen. Om die reden
moet steeds gecontroleerd worden of het
kind goed past in het kinderzitje en of het zi-
tje altijd veilige in de wagen aangebracht kan
worden.
De zitplaatsen achterin zijn geschikt voor kin-
derzitjes met het Isofix-systeem, dat speciaal
ontworpen werd voor dit type wagens in over-
eenstemming met de norm ECE-R 44.
De kinderzitjes die goedgekeurd zijn volgens
de norm ECE-R 44 zijn voorzien van de over-
eenkomstige goedkeuringscode. Deze code
is een omcirkelde E met daaronder het identi-
ficatienummer.
79
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 82 of 340

Veiligheid
Gebruik van het kinderzitje op de bij-
rijder s
s
toel1) Het vervoeren van kinderen op de voorpassa-
giers
t
oel is niet in alle landen toegestaan.
Ook zijn niet alle kinderzitjes goedgekeurd
voor gebruik op de voorpassagierstoel. Uw
Technische Dienst beschikt over een actuele
lijst van alle goedgekeurde kinderzitjes. Ge-
bruik alleen de voor de wagen goedgekeurde
kinderzitjes.
De ingeschakelde airbag aan de voorpassa-
gierszijde vormt een groot gevaar voor een
kind. De bijrijdersstoel is levensgevaarlijk
voor een kind als het met de rug naar het
dashboard gekeerd in een kinderzitje wordt
vervoerd.
Als een kinderzitje met de rug naar het dash-
board op de bijrijdersstoel is gemonteerd,
kan het zitje door de geactiveerde voorairbag
met zo'n grote kracht worden getroffen dat
levensgevaarlijke verwondingen of zelfs de
dood het gevolg kunnen zijn ››› . Om die re-
den m ag een k
inder
zitje nooit met de rug
naar het dashboard op de voorstoel ge-
plaatst worden wanneer de voorairbag van
de bijrijder ingeschakeld is. Gebruik op de voorpassagierstoel alleen een
kinderz
itje met de rug naar het dashboard
als u er zeker van bent dat de desbetreffende
voorairbag uitgeschakeld is. Dit is het geval
als het gele controlelampje van het dash-
board brandt ››› pag.
75. Indien de voorairbag van de voorpassa-
gier niet uitgeschakeld kan worden en paraat
blijft, is het verboden om kinderen op de
voorstoel te vervoeren ››› .
L et
op het
volgende als een kinderzitje op de
voorpassagierstoel gebruikt wordt:
● De voorairbag van de bijrijdersstoel moet
uitge
schakeld zijn als een kinderzitje wordt
gebruik met de rug naar het dashboard ge-
keerd ››› pag. 76.
● De rugleuning van de voorpassagierstoel
moet rec
htop staan.
● De voorpassagierstoel moet zo ver mogelijk
naar acht
eren geschoven zijn.
● De voorpassagierstoel met verstelbare
hoogte moet
zo hoog mogelijk ingesteld zijn.
● De gordelhoogteverstelling moet in de
hoogst
e positie staan. Geschikte kinderzitjes
Het kinder
zitje moet specifiek toegestaan
zijn door de fabrikant voor het gebruik op de
voorpassagierstoel met voor- en zijairbag.
Indien de bijrijdersstoel voorzien is van be-
vestigingsringen, kan het kinderzitje vastge-
maakt worden met een geschikt bevesti-
gingssysteem op voorwaarde dat het goed-
gekeurd is voor dit type voertuig in overeen-
komst met de geldende voorschriften van het
betreffende land.
Op de bijrijdersstoel en de achterbank kun-
nen universele kinderzitjes van de groep 0,
0+, 1, 2 of 3 geplaatst worden, volgens de
norm ECE-R 44. ATTENTIE
Als op de voorpassagierstoel een kinderzitje
wor dt
gemonteerd, vergroot dit voor het kind
het risico van levensgevaarlijk letsel en zelfs
de dood in het geval van een ongeval. Mon-
teer nooit kinderzitjes met de rug naar het
dashboard op de voorpassagierstoel als de
voorairbag ingeschakeld is. Dit kan bij het af-
gaan van de voorairbag leiden tot de dood
van het kind, omdat de airbag het kinderzitje
met grote kracht treft waardoor het tegen de
rugleuning geslingerd wordt. 1)
De wettelijke bepalingen van elk land en de nor-
men v an de f
abrikant voor het gebruik en de monta-
ge van kinderzitjes moeten worden nageleefd.
80
Page 83 of 340

Veilig vervoer van kinderen
ATTENTIE
Als u in uitzonderlijke gevallen een kind moet
ver v
oeren op de bijrijdersstoel met de rug
naar het dashboard gekeerd, houd dan reke-
ning met het volgende:
● Schakel de voorairbag van de voorpassa-
gier altijd uit en houd dez
e airbag buiten
werking.
● Het kinderzitje moet door de fabrikant van
het kinder
zitje zijn goedgekeurd voor het ge-
bruik op de bijrijdersstoel met voor- en zijair-
bag.
● Volg de montageaanwijzingen van de fabri-
kant
van het kinderzitje en houd u aan de
waarschuwingen.
● Schuif de voorpassagierstoel helemaal
naar acht
eren en zet hem in de hoogste posi-
tie voor een zo groot mogelijke afstand tot de
voorairbag.
● Zet de rugleuning rechtop.
● Zet de gordelhoogteverstelling in de hoog-
ste po
sitie.
● Beveilig kinderen in de wagen altijd met
een goedgek
eurd bevestigingssysteem dat
aangepast is aan hun gewicht en lengte. Gebruik van het kinderzitje op de ach-
t
erb
ank Indien een kinderzitje op de achterbank ge-
p
l
aats
t wordt, moet de voorstoel zo versteld
worden dat het kind over voldoende ruimte beschikt. Pas daarom de voorstoel aan de
grootte
van het kinderzitje en de lengte van
het kind aan. Let daarbij ook op de juiste
houding van de voorpassagier ››› pag. 59.
Verplaats de tweede en derde zitrijen volle-
dig achteruit en vergrendel ze. Plaats de rug-
leuningen verticaal en de hoofdsteunen vol-
ledig naar beneden.
Isofix-kinderzitjes goedgekeurd voor gebruik
op de achterbank
De zitplaatsen achterin zijn geschikt voor kin-
derzitjes met het Isofix-systeem , dat speci-
aal ontworpen werd voor dit type wagens in
overeenstemming met de norm ECE-R 44.
De Isofix-kinderzitjes zijn ingedeeld in de ca-
tegorieën "specifiek voor de wagen", "be-
perkt" of "semi-universeel".
De fabrikanten van kinderzitjes overhandigen
bij elk Isofix-zitje een wagenlijst met de mo-
dellen waarvoor het betreffende Isofix-zitje
goedgekeurd is. Indien de wagen in de lijst
van de fabrikant staat en het Isofix-kinderzi-
tje behoort tot een categorie van de lijst, mag
het gebruikt worden in deze wagen. Neem zo
nodig contact op met de fabrikant van het
kinderzitje om een geactualiseerde automo-
dellenlijst aan te vragen.Groep (ge-
wichtscate- gorie)Isofix-cate-
gorie van het kinderzitjePositie van het zi-tje op de achter- bank
Klasse 0:tot 10 kgEIUF a)
Klasse 0+
tot 13 kgEIUF a)
DIUFa)
CIUFa)
Klasse 1:
9 t/m 18 kg
DIUF a)
CIUFa)
BIUFa)
B1IUFa)
AIUFa)
a)
IUF: geschikt voor Isofix-kinderzitjes van de categorie "univer-
seel" goedgekeurd voor gebruik in deze groep. ATTENTIE
Als op de tweede zitrij op alle stoelen een
kinder z
itje gemonteerd is, dan is het moge-
lijk dat de stoelen van die zitrij bij een onge-
val niet vanaf de derde zitrij naar voren omge-
klapt kunnen worden. In een noodgeval kun-
nen de personen die op de derde zitrij zitten
de wagen niet zelfstandig verlaten of zichzelf
redden.
● In geen enkel geval mag u tegelijkertijd kin-
derzitj
es op alle stoelen van de tweede zitrij
inbouwen als andere personen op de derde
zitrij gaan zitten. 81
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 84 of 340

Veiligheid
Geïntegreerd kinderzitje In l
eidin
g tot themaHet geïntegreerde kinderzitje is enkel ge-
sc
hikt
voor kinderen van groep 2 (15-25 kg)
en groep 3 (22-36 kg) volgens de norm ECE-R
44. ATTENTIE
Kinderen die geen veiligheidsgordel dragen
of niet bev
eiligd zijn met een geschikt beves-
tigingssysteem, kunnen levensgevaarlijk let-
sel oplopen wanneer een airbag geactiveerd
wordt.
● Kinderen t/m 12 jaar moeten altijd op de
zitpl
aatsen achterin worden vervoerd.
● Schakel de voorairbag van de bestuurder
altijd uit indien, in uitz
onderlijke gevallen,
een kind vervoerd dient te worden op de bij-
rijdersstoel in een kinderzitje met de rug naar
het dashboard gekeerd.
● Beveilig kinderen in de wagen steeds met
een ges
chikt bevestigingssysteem dat aange-
past is aan hun gewicht en lengte.
● Gesp de veiligheidsgordel van de kinderen
steed
s juist om. ATTENTIE
Tijdens het rijden moeten de kinderen steeds
pl aat
snemen in een kinderzitje dat geschikt
is voor hun gewicht en lengte. ●
Bev ei
lig kinderen in de wagen steeds met
een geschikt bevestigingssysteem dat aange-
past is aan hun gewicht en lengte.
● Gesp de veiligheidsgordel steeds correct
om bij de kinder
en en laat hen een juiste zit-
houding aannemen.
● Het schoudergordelgedeelte moet ongeveer
over het
midden van de schouder lopen en
nooit over de hals of de bovenarm.
● De schoudergordel moet vast op het boven-
lichaam lig
gen.
● Het heupgedeelte van de gordel moet over
het bekken en niet
over de buik lopen en al-
tijd vast aanliggen.
● Rol de gordelband zo nodig op zodat die
strak
tegen het lichaam ligt.
● Vervoer nooit baby's of kinderen op schoot.
● Gebruik steeds een kinderzitje en de veilig-
heidsgor
del voor kinderen kleiner dan 1,50
m. De normale veiligheidsgordel kan letsel
aan de buik en nek veroorzaken.
● In een kinderzitje mag slechts één kind te-
gelijk
vervoerd worden.
● Lees in elk geval de informatie en waar-
schu
wingen van de fabrikant van de kinderzi-
tjes en volg die op.
● Laat een kind nooit alleen achter in het zi-
tje of in de w
agen.
● Laat wijzigingen aan het geïntegreerde kin-
derzitj
e enkel uitvoeren in een gespeciali-
seerde werkplaats. ●
Ver v
ang het kinderzitje of de onderdelen
ervan die beschadigd zijn geraakt of een on-
geval hebben ondergaan. ATTENTIE
Bij bruusk remmen, plotselinge manoeuvres
of on g
eval, kunnen losse voorwerpen in de
wagen door het interieur geslingerd worden
en letsel veroorzaken.
● Tijdens het rijden mag geen speelgoed of
andere har
de losse voorwerpen in het kinder-
zitje of de stoel achterblijven. 82
Page 85 of 340

Veilig vervoer van kinderen
Geïntegreerd kinderzitje openklappen Afb. 92
Geïntegreerd kinderzitje: zitting omh-
oog br en
g
en. Afb. 93
Geïntegreerd kinderzitje: hoofdsteun
inbou w
en. Zitting omhoog brengen
● Trek de zitting naar voren via de deblok-
k eerhendel
›
›› afb. 92 A in de richting van
de pijl
›
›
› afb. 92 1 .
● Klap beide zijden ››
›
afb. 92 B naar boven,
in de ric htin
g
van de pijl ››› afb. 92 2 .
● Duw de zitting ››
›
afb. 92 C naar achteren
in de ric htin
g
van de pijl ››› afb. 92 3 tot ze
v a
s
tklikt.
De hoofdsteun van het kinderzitje inbouwen
● Bouw de hoofdsteun uit en berg deze veilig
op ›››
pag. 148.
● Vergewis u ervan dat de geleiding van de
gordel
geplaatst is in de hoofdsteun van het
kinderzitje aan de zijde van het raam ››› pag.
83.
● Schuif de hoofdsteun van het kinderzitje in
de geleidin
gen van de overeenkomstige rug-
leuning tot deze juist vastklikt ››› afb. 93.
● Vergewis u ervan dat de stoel en rugleu-
ning acht
eraan goed zijn vastgeklikt door
aan beide te trekken. Verloop van de gordelband met geïn-
tegr
eerd kinderzitje Afb. 94
Geïntegreerd kinderzitje: plaatsing
v an de g
or
delband. Afb. 95
Geïntegreerd kinderzitje: verloop van
de g or
del
band met geleidebeugel. Met behulp van de geleidebeugel
››
›
afb. 95,
plaatst u de veiligheidsgordel zo dat het »
83
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 86 of 340

Veiligheid
schoudergedeelte over het midden van de
s c
houder
van het kind loopt.
Geleidebeugel van de gordel
● Maak de geleidebeugel van de gordel vast
aan de zijhoof
dsteun aan de zijde van het
raam. De geleidebeugel wordt bevestigd met
een drukknop.
● Open de bovenste drukknop van de gelei-
debeugel
van de gordel en laat de gordel-
band onder de zijhoofdsteun en langs de ge-
leidebeugel lopen.
● Sluit de drukknop opnieuw.
Verloop v
an de gordels
● Breng de automatische 3-puntsveiligheids-
gordel
onder de zijhoofdsteun.
● Trek aan de gesp van de gordel en breng
de band v
oorzichtig over de borstkas en het
bekken.
● Steek de gesp in het bij het zitje behorende
gordel
slot tot deze hoorbaar vastklikt.
● Trek aan de gordel om te controleren of ook
de ges
p goed vastzit in het slot. ATTENTIE
De veiligheidsgordel biedt enkel een optima-
le be s
cherming tegen ernstig of dodelijk let-
sel wanneer hij goed geplaatst is. ●
Ges p de
veiligheidsgordel steeds correct
om bij de kinderen en laat hen een juiste zit-
houding aannemen.
● Het schoudergedeelte van de gordel moet
over het
midden van de schouder lopen.
● Plaats de gordel steeds vlak en strak over
het lich
aam.
● Rol de gordelband op zodat die strak tegen
het lich
aam ligt.
● Het heupgedeelte van de veiligheidsgordel
moet vóór het
bekken lopen en nooit over de
buik.
● In een kinderzitje mag slechts één kind te-
gelijk
vervoerd worden. Kinderzitje uitbouwen
Afb. 96
Geïntegreerd kinderzitje: zitting om-
l aag br
en
gen. Zitting omlaag brengen
● Trek de zitting naar voren via de deblok-
k eerhendel
›
›› afb. 96 A in de richting van
de pijl 1 .
● Duw de zitting naar onderen aan de centra-
l e
z
one B in de richting van de pijl
2 zodat
z e
v
eilig vastklikt ››› . De zijsteunen worden
aut om
ati
sch omlaag geklapt.
De hoofdsteun verwijderen van het kinderzi-
tje
● Open de geleidebeugel van de gordel en
leid hem met de h
and zodat de band vlotter
oprolt en de bekleding niet beschadigd
raakt.
● Breng de hoofdsteun van het kinderzitje
omhoog tot de aan
slag.
● Klap de rugleuning van de stoel achterin
naar v
oren ››› pag. 152.
● Verwijder de hoofdsteun van het kinderzi-
tje.
● Bouw de hoof
dsteunen in. VOORZICHTIG
Wanneer u het geïntegreerde kinderzitje om-
laag br en
gt, drukt u enkel op het midden van
de zitting ››› afb. 96 2 . Anders is het moge-
lijk d at
de zitting verdraait en niet correct
vastklikt. 84
Page 87 of 340

Zelfhulp
Noodgevallen
Z elfhu
lp
In g
eval van nood
Verbanddoos, gevarendriehoek, re-
flecterende vesten en brandblussers* Afb. 97
In de achterklep: steun voor de geva-
r endriehoek. Reflecterende vesten
Sommig
e w
ag
ens hebben een compartiment
in het portier van de bestuurder voor het be-
waren van een reflecterend vest ››› pag. 102.
Gevarendriehoek
Met de achterklep geopend, draait u de ver-
grendeling 90° ››› afb. 97. Steun omlaagklap-
pen en de gevarendriehoek verwijderen. Verbanddoos
In het opberg
vak linksachter bevindt zich een
EHBO-doos ››› pag. 172.
De EHBO-doos moet voldoen aan de gelden-
de wettelijke voorschriften. Controleer de ver-
valdatum van de inhoud.
Brandblusser
Onder de bijrijdersstoel vindt u een brand-
blusser.
De brandblusser moet voldoen aan de gel-
dende wettelijke voorschriften, klaar voor ge-
bruik zijn en regelmatig worden geïnspec-
teerd. Controleer het certificeringzegel van de
blusser. ATTENTIE
Losse voorwerpen in het interieur kunnen bij
bruusk e m
anoeuvres, plotseling remmen of
ongevallen hard door het interieur vliegen.
● Controleer of de brandblussers, EHBO-
doos, refl
ecterende vesten en de gevarendrie-
hoek stevig in hun houders zitten. Wagengereedschap*
Inbou wp
l
aats Afb. 98
In de bagageruimte, gezien vanuit de
b innen
z
ijde van de wagen: wagengereed-
schap in de holte van de slotplaat. Bij het nakijken van het voertuig in geval van
def
ect, moet
u r
ekening houden met de wet-
telijke voorschriften van elk land.
Naargelang de versie van het model kan het
wagengereedschap zich bevinden in de ba-
gageruimte, in de holte van de slotplaat
››› afb. 98. Maak de veiligheidsriemen los en
verwijder het wagengereedschap. In wagens
die in de fabriek uitgerust zijn met winterban-
den, is er bijkomend gereedschap aanwezig
in een gereedschapskist in de bagageruimte. »
85
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 88 of 340

Noodgevallen
ATTENTIE
Een los gereedschap in de cabine kan heftig
wor den r
ondgeslingerd bij plotselinge ma-
noeuvres, bruusk remmen en ongevallen, en
ernstig letsel veroorzaken.
● Zorg ervoor dat het wagengereedschap in
de bagag
eruimte goed is bevestigd. ATTENTIE
Ongeschikt of beschadigd wagengereed-
sc h
ap kan verwondingen en ongevallen ver-
oorzaken.
● Werk nooit met verkeerd of beschadigd ge-
reeds
chap. Let op
Plaats na gebruik de krik terug in de oor-
spr onk
elijke positie met de krukas om deze
veilig op te bergen. Componenten
Afb. 99
Onderdelen van de wagengereed-
s c
h
apset. De wagengereedschapset is afhankelijk van
de uitru
s
tin
g van de wagen. Hieronder wordt
de maximale uitrusting beschreven.
Onderdelen van het wagengereedschap
››› afb. 99
Adapter voor antidiefstalbouten. SEAT ad-
viseert u om de adapter voor de wielbou-
ten altijd in de wagen te houden bij het
wagengereedschap. Aan de voorzijde van
de adapter is het codenummer van de
wielbouten ingeslagen. In geval van ver-
lies, kunt u een andere adapter bestellen
onder vermelding van dat nummer.
Schrijf de code van de wielbouten op en
bewaar deze op een andere plaats dan in
het voertuig.
Sleepoog, kan vastgeschroefd worden.
1
2 Wielsleutel.
Krik
hendel
.
Voordat u de hendel bewaart
in de gereedschapskist moet u die dicht-
vouwen.
Krik. Voordat u de krik bewaart in de ge-
reedschapskist moet u de klauw ervan
volledig dichtvouwen.
Schroevendraaier met binnenzeskant in
de greep voor het eruit en erin draaien
van de losgedraaide wielbouten. Het uit-
einde van de schroevendraaier is verwis-
selbaar. In uw geval bevindt de schroe-
vendraaier zich onder de wielsleutel.
Draadbeugel voor het lostrekken van de
naafdoppen, de ingebouwde wieldoppen
of de doppen van de wielbouten. Let op
De krik heeft doorgaans geen onderhoud no-
dig. Indien dit nodig i s, moet
gesmeerd wor-
den met universeel vet. 3
4
5
6
7
86