Page 257 of 340

Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen
●
De el ektri
sche apparaten van de aanhang-
wagen ontvangen bij draaiende motor voe-
ding. Aanhangwagen beladen
Lijnstrekkingsbelasting/kogeldruk
De lijn
s
trekkingsbelasting is de belasting die
de wagen kan trekken ››› . De kogeldruk is
de druk die in v
erticale stand van bovenaf op
de stang met kogelkop van de trekhaak voor
de aanhangwagen wordt uitgeoefend ››› pag.
258.
De gegevens over het aanhangwagengewicht
en de kogeldruk op het typeplaatje van de
trekhaak zijn slechts testwaarden in het ap-
paraat. De voor de wagen geldende waarden
die vaak onder deze waarden liggen, vindt u
in uw wagenpapieren. U moet altijd uitgaan
van de gegevens uit de officiële wagendocu-
mentatie.
Voor een goede verkeersveiligheid raad SEAT
aan altijd te profiteren van de maximum toe-
laatbare kogeldruk. Een te geringe kogeldruk
kan het rijgedrag van de wagen met aan-
hangwagen negatief beïnvloeden.
Door de kogeldruk neemt het gewicht op de
achteras toe, waardoor de nuttige last van de
wagen vermindert. Gewicht van de combinatie
Het tr
ein
gewicht is het gewicht van de bela-
den wagen samen met de beladen aanhang-
wagen.
Aanhangwagen beladen
De wagen en de aanhangwagen samen moe-
ten evenwichtig beladen zijn. Profiteer van de
maximum toelaatbare kogeldruk en overbe-
last het voorste noch het achterste gedeelte
van de aanhangwagen:
● Verdeel de lading in de aanhangwagen zo-
danig dat
zware voorwerpen zo dicht moge-
lijk bij of boven de as liggen.
● Maak de lading in de aanhangwagen cor-
rect
vast.
Bandenspanning
Pomp de bandenspanning van de aanhang-
wagen volgens de aanbevelingen van de
aanhangwagenfabrikant op.
Pomp de banden van de trekkende wagen op
tot de maximum toelaatbare druk ››› pag.
303. ATTENTIE
Als de maximum toelaatbare lading op de as-
sen, de kog el
druk of het totale gewicht van
de trekkende wagen/aanhangwagen over-
schreden wordt, kan dit leiden tot een ernstig
ongeval. ●
Over s
chrijd de aangeduide waarden nooit.
● Bij het huidige gewicht op de voor- en ach-
tera
s mag de lading nooit de maximum toe-
laatbare lading op de assen overschrijden.
Het gewicht op het voorste en achterste ge-
deelte mag het maximum toelaatbare totaal-
gewicht van de wagen nooit overschrijden. ATTENTIE
Als de lading schuift, heeft dat aanzienlijk
v eel in
vloed op de stabiliteit en veiligheid
van de wagen/aanhangwagen en kan dit tot
een ernstig ongeval leiden.
● Belaad de aanhangwagen altijd correct.
● Maak de lading altijd met onbeschadigde
ges
chikte touwen of bevestigingsbanden
vast. Rijden met aanhangwagen
Koplampen afstellen
A
l
s
u een aanhangwagen trekt, is het moge-
lijk dat de voorkant van de wagen omhoog
komt en het dimlicht andere bestuurders ver-
blindt. Verlaag de lichtbundel daarom met de
lichtbundel-hoogteverstelling. Als de wagen
niet is uitgerust met lichtbundel-hoogtever-
stelling, laat de koplampen dan door een ge-
specialiseerde werkplaats afstellen. Wagens
met gasontladingslampen passen zich auto-
matisch aan waardoor ze niet gewijzigd hoe-
ven te worden. »
255
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 258 of 340

Bedienen
Bijzonderheden bij het rijden met aanhang-
w ag
en
● Bij een aanh
angwagen met oplooprem
e
erst zacht , daarna stevig remmen. Zo voor-
komt u remstoten door blokkerende wielen
van de aanhangwagen.
● Als gevolg van het totaalgewicht van de wa-
gen/aanhan
gwagen, neemt de remweg toe.
● Voor steile hellingen een lagere versnelling
kiezen
zodat de motor als rem kan fungeren.
Als u dit niet doet, kan het remsysteem over-
verhit raken en niet meer goed werken.
● Het zwaartepunt van de wagen en de rijei-
gens
chappen veranderen als gevolg van de
lading van de aanhangwagen en het grotere
gewicht van de wagen/aanhangwagen.
● Als de trekkende wagen leeg is en de aan-
hang
wagen beladen is, is de verdeling van
de lading onvoldoende. Als u onder deze
voorwaarden reizen moet, rijd dan voorzich-
tig en verminder overeenkomstig de snel-
heid.
Starten met aanhangwagen op helling
Rekening houdend met de helling en het to-
taalgewicht van de trekkende wagen/aan-
hangwagen, is het mogelijk dat bij het star-
ten van de wagen en aanhangwagen ze
enigszins "naar achteren lopen".
Start als volgt met het op hellingen trekken
van een aanhangwagen: ●
Rempedaal
intrappen en ingetrapt houden.
● Druk de toets een keer in om de elektr
o-
nische parkeerrem uit te schakelen ››› pag.
196.
● Druk de toets in en houd de toets n
aar
achteren ingedrukt om de wagen/aanhang-
wagen en het elektronische parkeersysteem
uit te schakelen.
● Met schakelbak: trap het koppelingspedaal
helemaal
in.
● Schakel de eerste versnelling of rijstand D
›››
pag. 201, Schakelen in.
● Haal de voet van het rempedaal.
● Ga nu langzaam rijden. Laat hiertoe het
koppelin
gspedaal langzaam los (met auto-
matische versnellingsbak).
● Laat de toets alleen lo
s als de motor vol-
doende energie voor het verplaatsen van de
wagen/aanhangwagen levert. ATTENTIE
Als u op de verkeerde manier aan de aan-
han g
wagen trekt, kunt u de controle over de
wagen verliezen, met hierdoor ernstige gevol-
gen.
● Rijden met aanhangwagen of zware of gro-
te v
oorwerpen transporteren, kan gemakke-
lijk rijeigenschappen wijzigen en de remweg
vergroten.
● Rijd altijd anticiperend rond en voorzichtig.
Rem iets
eerder. ●
Pa s
de snelheid en de rijstijl aan het zicht,
het wegdek, het verkeer en de weersomstan-
digheden aan. Verminder snelheid, vooral op
steile hellingen.
● Geef voorzichtig gas. Voorkom bruuske ma-
noeuvre
s en plotseling remmen.
● Neem voorzorgsmaatregelen wanneer u
vooruit rijdt
. Ga onmiddellijk langzamer rij-
den als u merkt dat de aanhangwagen kan-
telt.
● Probeer in geen geval de wagen met aan-
hang
wagen weer "recht te krijgen" door te
accelereren.
● Houd u aan de snelheidslimieten voor wa-
gens
met en zonder aanhangwagen. Stabilisatie van het samenstel wa-
g
en/aanh
an
ger De stabilisatie van de trekkende wagen en
aanh
an
g
wagen is een uitbreiding van de
Elektronische Stabiliserings Controle (ESC)
en helpt samen met het tegensturingssys-
teem de "slingerbeweging" van de aanhang-
wagen te verminderen.
U kunt zien dat de stabilisator van de wagen
en aanhangwagen geactiveerd zijn aan het
controlelampje van de ESC in het instru-
mentenpaneel dat twee seconden langer dan
het controlelampje van het ABS blijft bran-
den.
256
Page 259 of 340

Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen
Voorwaarden voor stabilisatie van wagen en
aanh an
g
wagen
● Er is in de fabriek een trekhaak of ander ap-
paraat
dat eerder compatibel was inge-
bouwd.
● De ESC is actief. Het controlelampje in
het ins
trumentenpaneel gaat niet branden.
● De aanhangwagen is via het stopcontact
elektris
ch op de wagen aangesloten.
● Men rijdt harder dan 60 km/u (37 mph).
● Er wordt geprofiteerd van de maximum ko-
geldruk.
● D
e aanhangerwagen moet over een vaste
kogel
druk beschikken.
● Aanhangwagens met rem moeten niet zijn
aange
sloten op een mechanische oploop-
rem. ATTENTIE
De aangeboden hogere veiligheid door de
st ab
iliteit van de wagen/aanhangwagen mag
geen aanleiding zijn tot het nemen van risi-
co's.
● Pas de snelheid en de rijstijl aan het zicht,
het we
gdek, het verkeer en de weersomstan-
digheden aan.
● Als de ondergrond glad is, accelereer dan
voorz
ichtig.
● Wanneer een systeem werkt, haal dan uw
voet
van het gaspedaal. ATTENTIE
Het is mogelijk dat de stabilisatie van de wa-
gen en aanh an
gwagen niet alle rijsituaties
correct herkend.
● Het stabilisatiesysteem vangt onder be-
paal
de omstandigheden de slingerbewegin-
gen van een lichte aanhangwagen niet op,
waardoor het systeem de bewegingen niet
dempt.
● Tijdens het met weinig grip rijden op glad-
de ondergrond, k
an de aanhangwagen on-
danks het stabiliteit scharen.
● Aanhangwagens met een hoog zwaarte-
punt
kunnen nog voordat een slingerbewe-
ging optreedt, kantelen.
● Als er geen aanhangwagen aangekoppeld
is en de s
teker van de aanhangwagen op het
stopcontact aangesloten is (bijv. als er een
fietsenrek met verlichting aan hangt), kan de
wagen onder extreme rijomstandigheden
plotseling automatisch gaan remmen. Trekhaak naderhand inbouwen
Afb. 232
Maten en bevestigingspunten voor
op een l at
er s
tadium inbouwen van een trek-
haak voor de aanhangwagen. SEAT raadt aan een gespecialiseerde werk-
p
l
aats
te bezoeken om een trekhaak voor de
aanhangwagen in te bouwen. Het kan bij-
voorbeeld nodig zijn om het koelsysteem aan »
257
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 260 of 340

Bedienen
te passen, of bepaalde thermo-isolerende
p l
at
en te integreren. SEAT raadt u aan de
Technische Dienst te raadplegen.
In elk geval moet u bij het inbouwen van de
trekhaak voor de aanhangwagen de schei-
dingsmaten respecteren. De afstand tussen
het midden van de stang met kogelkop en
het wegdek ››› afb. 232 D mag niet kleiner
z ijn d
an de aan
geduide afstand. Dat geldt
ook bij volledig beladen wagen inclusief de
maximale kogeldruk.
Scheidingsmaten ››› afb. 232:
Bevestigingspunten.
1,040 mm (41 inch)
74 mm (3 inch)
364 mm (14 inch)
247 mm (10 inch)
596 mm (23 inch)
1.097 mm (43 inch)
1.102 mm (43 inch) ATTENTIE
Als de elektrische aansluitingen fout of niet
goed z
ijn aangesloten, is het mogelijk dat er
in de elektronica van de wagen storingen op-
treden die ernstig letsel kunnen veroorzaken.
● Sluit het elektrische systeem van de aan-
hang
wagen nooit aan op de elektrische aan-
sluitingen van de achterlichten of andere ge-
schikte voedingsbronnen. Gebruik alleen ge- A
B
C
D
E
F
G
H schikte stekers voor het aansluiten van de
aanhan
g
wagen.
● Richt u tot een gespecialiseerde werkplaats
als
u naderhand een trekhaak op de wagen
wilt inbouwen. ATTENTIE
Als de trekhaak verkeerd ingebouwd is of de
v erk eer
de trekhaak gebruikt is, is het moge-
lijk dat de aanhangwagen van de trekkende
wagen loskomt. Dit kan ernstige ongevallen
tot gevolg hebben. Let op
Gebruik alleen door SEAT goedgekeurde trek-
hak en
voor het overeenkomende type wagen. Maximaal toelaatbare aanhangwa-
g
en
g
ewicht U moet altijd uitgaan van de gegevens uit de
offic
iël
e w
agendocumentatie. Alle technische
gegevens die u in deze documentatie vindt,
gelden voor het basismodel. Met welke mo-
tor uw wagen is uitgerust, kunt u ook zien op
de sticker met wagengegevens in het Onder-
houdsprogramma resp. op het kentekenbe-
wijs.
Door extra uitvoeringen of speciale type-uit-
voeringen en ook bij speciale wagens kun-
nen de aangegeven waarden afwijken. ATTENTIE
Als u de aangeduide maximum lijnstrekkings-
bela s
ting overschrijdt, kan dit tot ernstige
ongevallen leiden.
● Overschrijd de aangeduide lijnstrekkings-
belas
ting nooit. VOORZICHTIG
Als u de aangeduide maximum lijnstrekkings-
bela s
ting overschrijdt, kan dit tot schade aan
de wagens leiden.
● Overschrijd de aangeduide lijnstrekkings-
belas
ting nooit. Toelaatbaar maximumgewicht van het
s
amen
s
tel U moet altijd uitgaan van de gegevens uit de
offic
iël
e w
agendocumentatie. Alle technische
gegevens die u in deze documentatie vindt,
gelden voor het basismodel. Met welke mo-
tor uw wagen is uitgerust, kunt u ook zien op
de sticker met wagengegevens in het Onder-
houdsprogramma resp. op het kentekenbe-
wijs.
Door extra uitvoeringen of speciale type-uit-
voeringen en ook bij speciale wagens kun-
nen de aangegeven waarden afwijken.
De vermelde gewichten van de wagen en
aanhangwagen samen gelden alleen voor
hoogten tot 1.000 m boven de zeespiegel.
258
Page 261 of 340
Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen
Per 1.000 m hoogtetoename of fractie moet
het t
oel
aatbare gewicht van de combinatie
wagen/aanhangwagen met ca. 10% worden
verminderd. ATTENTIE
Als u de combinatie wagen/aanhangwagen
het aan g
eduide maximumgewicht over-
schrijdt, dan kan dat tot ernstige ongevallen
leiden.
● Overschrijd het aangeduide gewicht van de
combin
atie wagen/aanhangwagen nooit. VOORZICHTIG
Als u het aangeduide maximumgewicht voor
de comb in
atie van wagen/aanhangwagen
overschrijdt, kan dit tot schade aan de wa-
gens leiden.
● Overschrijd het aangeduide gewicht van de
combin
atie wagen/aanhangwagen nooit. 259
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 262 of 340

Aanwijzingen
Aanwijzingen
V er
z
orging en onderhoud
Accessoires, vervanging van onderdelen en wijzigingen
Inleiding tot thema ATTENTIE
Ongeschikte reserveonderdelen en accessoi-
re s
en werkzaamheden, wijzigingen en repa-
raties die verkeerd zijn uitgevoerd, kunnen
schade aan de wagen, ongelukken en ernstig
letsel veroorzaken.
● SEAT adviseert dringend alleen goedge-
keurde
SEAT-accessoires en originele SEAT ®
-
onderdelen te gebruiken. Hiervoor heeft SEAT
de betrouwbaarheid, veiligheid en geschikt- heid vastgesteld.
● Laat reparaties en wijzigingen aan de wa-
gen uitv
oeren door een gespecialiseerde
werkplaats. Deze gespecialiseerde werk-
plaatsen beschikken over de noodzakelijke
gereedschappen, diagnose-apparatuur, repa-
ratie-informatie en gekwalificeerd personeel.
● Monteer op de wagen alleen onderdelen
waarv
an de versie en eigenschappen over-
eenkomen met de fabrieksuitrusting.
● Plaats, bevestig of monteer nooit voorwer-
pen zo
als bekerhouders, telefoonhouders op de afdekkingen van of binnen de actieradius
van de airb
agmodu
les.
● Gebruik uitsluitend die banden of velgen
die door SEA
T voor uw model wagen zijn vrij-
gegeven. Accessoires en reserveonderdelen
SEAT raadt aan voor het kopen van accessoi-
re
s
en reserveonderdelen of bedrijfsmidde-
len eerst advies in te winnen bij een Officieel
SEAT-servicecentrum. Bijvoorbeeld wanneer u
in een later stadium accessoires wilt monte-
ren of een onderdeel wilt vervangen. Uw Offi-
ciële SEAT service kan u informatie geven
over de wettelijke bepalingen en de aanbeve-
lingen van productie inzake accessoires, re-
serveonderdelen en andere elementen.
SEAT adviseert alleen goedgekeurde SEAT-
accessoires en Originele SEAT ®
-onderdelen
te gebruiken. Hiervoor heeft SEAT de be-
trouwbaarheid, veiligheid en geschiktheid
vastgesteld. Daarnaast zorgen de Technische
Diensten ervoor dat de montage op een des-
kundige manier worden ingebouwd.
Ondanks dat SEAT de markt continu in de ga-
ten houdt, garandeert SEAT niet dat de niet
door SEAT goedgekeurde producten betrouw-
baar, veilig en geschikt zijn voor de wagen.
SEAT is daarom niet aansprakelijk voor de
producten, ook niet als in bepaalde gevallen
een bepaald, officieel erkend technisch keu- ringsinstituut of een officiële instantie hier-
voor g
oedk
euring heeft gegeven.
Naderhand ingebouwde apparaten die direct
de controle van de bestuurder over de wagen
beïnvloeden moeten voorzien zijn van een e-
code (keuringscode van de Europese Unie)
en voor uw wagen door SEAT zijn goedge-
keurd. Hieronder vallen bijvoorbeeld snel-
heidsregelsystemen of elektronisch geregel-
de dempingen.
De extra aangesloten stroomverbruikers die
niet voor de directe controle van de wagen
dienen, moeten zijn voorzien van een -co-
de (conformiteitsverklaring van de fabrikant
in de Europese Unie). Hieronder vallen bij-
voorbeeld koelboxen, computers of ventila-
tors. ATTENTIE
Niet deskundig uitgevoerde reparaties of wij-
zigin g
en aan de wagen kunnen het gedrag
van de airbags beïnvloeden en storingen in
de werking of fatale ongelukken veroorzaken.
● Plaats, bevestig of monteer nooit voorwer-
pen zo
als bekerhouders, telefoonhouders op
de afdekkingen van of binnen de actieradius
van de airbagmodules.
● Voorwerpen die zich op de afdekkingen van
of binnen de actier
adius van de airbags be-
vinden, kunnen ernstig of fataal letsel veroor-
zaken als de airbags geactiveerd worden. 260
Page 263 of 340

Verzorging en onderhoud
Vloeistoffen en onderdelen Alle vloeistoffen en bedrijfsmiddelen
, zo als
distributietandriemen, banden, koelvloeistof,
motorolie, bougies en accu's van de wagen
worden voortdurend verder ontwikkeld. Daar-
om moeten deze vloeistoffen en bedrijfsmid-
delen in een gespecialiseerde werkplaats
vervangen worden. De technische diensten
worden continu van elke wijziging op de
hoogte gebracht. ATTENTIE
Als u een ongeschikte vloeistof of bedrijfs-
middel g
ebruikt, of deze verkeerd inzet, kan
dit ongelukken, ernstig letsel, brandwonden
en vergiftigingen veroorzaken.
● Daarom moeten de vloeistoffen gesloten in
de originele v
erpakking bewaard worden.
● Bewaar vloeistoffen nooit in lege blikken
waarin v
oedingsmiddelen hebben gezeten,
lege flessen of andere verpakkingen. Anderen
zouden ervan kunnen gaan drinken.
● Houd de vloeistoffen en bedrijfsmiddelen
uit de buur
t van kinderen.
● Lees altijd de informatie en de waarschu-
wing
en op de vloeistofverpakkingen.
● Werk, wanneer u producten gebruikt die
sch
adelijke dampen veroorzaken, altijd in de
buitenlucht of in een goed geventileerde
ruimte.
● Gebruik nooit brandstof, terpentine, motor-
olie, acet
on of andere heel vluchtige vloei- stoffen voor de reiniging van de wagen. Deze
zijn gif
tig en s
nel ontvlambaar. Ze kunnen
brand of explosies veroorzaken! VOORZICHTIG
● Vu l
alleen geschikte vloeistoffen bij. Haal
de vloeistoffen niet door elkaar, anders zijn
ernstige storingen en motorschade het ge-
volg.
● Accessoires en andere onderdelen vóór de
koelluc
htinlaat verslechteren de koelende
werking van de motorkoelvloeistof. Als de
motor een zware krachtsinspanning moet le-
veren en de buitentemperatuur erg hoog is,
kan de motor oververhit raken. Milieu-aanwijzing
De uitgelopen vloeistoffen kunnen het milieu
ver v
uilen. Vang de uitgelopen vloeistoffen op
in een geschikte opvangbak en lever de vloei-
stoffen in bij een daarvoor bestemd afvalinza-
melingspunt om het milieu te beschermen. Reparaties en technische wijzigingen
Neem tijdens reparaties en technische wijzi-
gin
g
en de
SEAT-richtlijnen in acht! ››› Veranderingen doorvoeren aan elektronische
onder
del
en en de b
ijbehorende software kan
tot storingen leiden. Vanwege de koppeling
van elektrische onderdelen kunnen deze sto-
ringen ook direct de werking van systemen die er niet in eerste instantie mee te maken
hebben, belemmer
en. Dit kan de betrouwba-
re werking van uw wagen in gevaar brengen
en zijn onderdelen sneller doen slijten. Dit
kan ertoe leiden dat de wagen niet meer wet-
telijk wordt goedgekeurd.
De technische dienst wijst iedere aansprake-
lijkheid af voor beschadigingen als gevolg
van technische wijzigingen of ongeschikte re-
paraties.
De technische dienst wijst iedere aansprake-
lijkheid af voor beschadigingen als gevolg
van ongeschikte reparaties en wijzigingen;
de SEAT-garantie dekt deze gevallen ook niet.
SEAT raadt aan de reparaties en technische
wijzigingen in een technische dienst uit te
voeren en daarbij SEAT Originele Onderde-
len ®
te gebruiken.
Wagens met accessoires en speciale uitrus-
tingen
De fabrikanten van extra uitrustingen garan-
deren dat hun producten aan de geldende
milieuwetten en -voorschriften, en dan met
name aan de Richtlijnen 2000/53/EG en
2003/11/EG, voldoen. De eerste richtlijn re-
gelt het beheer van wagens die aan het ein-
de van hun nuttige levensduur zijn, en de
tweede richtlijn heeft betrekking op de be-
perkende bepalingen wat de verkoop en het
gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en
preparaten betreft. »
261
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 264 of 340

Aanwijzingen
De eigenaar van de wagen moet de docu-
ment atie met
betr
ekking tot het inbouwen
van extra uitrusting bewaren en als hij de wa-
gen gaat verschroten overhandigen bij de
overdracht van de wagen. Op deze manier
wordt gegarandeerd dat de wagens met deze
uitrustingen op een milieuvriendelijke wijze
worden gerecycled. ATTENTIE
Onjuist uitgevoerde reparaties of wijzigingen
ku nnen s
chade aan en storingen in de werk-
ing van de wagen veroorzaken en van invloed
zijn op de werking van de hulpsystemen voor
de bestuurder. Dit kan ernstige ongevallen
tot gevolg hebben.
● Reparaties en wijzigingen aan de wagen
mogen al
leen door een gespecialiseerde
werkplaats worden uitgevoerd. Reparatie en storingen in het airbag-
sy
s
t
eem Neem tijdens reparaties en technische wijzi-
gin
g
en de
SEAT-richtlijnen in acht! ››› Wijzigingen en reparaties van voorbumpers,
por
tier
en,
voorstoelen, en reparaties aan het
dak of de carrosserie mogen alleen door een
gespecialiseerde werkplaats worden uitge-
voerd. In deze wagenonderdelen bevinden
zich onderdelen en sensoren van het airbag-
systeem. Wanneer u werkzaamheden aan de airbags
uitvoer
t en systeemonderdelen vanwege an-
dere reparatiedoeleinden uit- en inbouwt,
kunnen onderdelen van het airbagsysteem
worden beschadigd. Dat kan tot gevolg heb-
ben dat de airbags in geval van een aanrij-
ding niet goed of helemaal niet werken.
Om de beschermende werking van de air-
bags niet te beïnvloeden en te voorkomen
dat uitgebouwde onderdelen lichamelijk let-
sel en milieuvervuiling veroorzaken, moeten
de voorschriften in acht genomen worden.
Deze voorschriften zijn bekend bij de gespe-
cialiseerde werkplaatsen.
Als de ophanging van de wagen gewijzigd
wordt, kan dit in geval van een botsing gevol-
gen hebben voor de werking van het airbag-
systeem. Als er bijvoorbeeld combinaties van
wielen en banden gebruikt worden die niet
goedgekeurd zijn door SEAT, als de wagen
minder hoog wordt, de ophanging stijver
wordt gemaakt en de terugslagveren, veerpo-
ten, schokdempers, enz. worden gewijzigd,
kunnen de door de sensoren van de airbags
gemeten en aan het regelapparaat doorgege-
ven resultaten, gewijzigd worden. Sommige
wijzigingen aan de ophanging kunnen bij-
voorbeeld de door de sensoren gemeten
kracht laten toenemen waardoor het airbag-
systeem bij botsingen geactiveerd wordt;
krachten die onder normale omstandigheden
niet geregistreerd zouden zijn en waarbij de
airbags niet geactiveerd zouden zijn. Andere wijzigingen kunnen de door de sensoren ge-
regi
streerde krachten laten afnemen, waar-
door de airbags niet geactiveerd worden
wanneer dat wel zou moeten gebeuren. ATTENTIE
Onjuist uitgevoerde reparaties of wijzigingen
ku nnen s
chade aan en storingen in de werk-
ing van de wagen veroorzaken en van invloed
zijn op de werking van het airbagsysteem. Dit
kan ernstige of fatale ongevallen tot gevolg
hebben.
● Reparaties en wijzigingen aan de wagen
mogen al
leen door een gespecialiseerde
werkplaats worden uitgevoerd.
● De airbagmodules mogen niet gerepareerd
worden:
ze moeten worden vervangen.
● Bouw nooit airbagonderdelen in die gerecy-
cled of
afkomstig zijn van gebruikte wagens. ATTENTIE
Een wijziging van de ophanging van de wa-
gen, w aar
onder ook het gebruik van combina-
ties van niet-goedgekeurde wielen en ban-
den, kan de werking van de airbags beïnvloe-
den waardoor het risico op ernstige of dode-
lijke verwondingen bij ongevallen toeneemt.
● Bouw nooit onderdelen van de ophanging
in waarv
an de eigenschappen niet exact over-
eenkomen met de eigenschappen van de oor-
spronkelijke wagenonderdelen.
● Gebruik nooit combinaties van banden en
velg
en die niet door SEAT zijn goedgekeurd. 262