Inhoudsopgave
Systemen ter ondersteuning van de bestuur-
der . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214
Rem- en stabiliseringssystemen . . . . . . . . . . . . 214
Starthulpsystemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 217
Parkeerhulp* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 221
Inparkeersysteem* (Park Assist) . . . . . . . . . . . . 224
Achteruitrijsysteem* (Rear View Camera) . . . . . 228
Cruise control* (snelheidsregelsysteem -
SRS) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
232
Rij s
trookassistent (Lane Assist)* . . . . . . . . . . . 234
Dodehoekhulp (BSD) met uitparkeerhulp
(RCTA) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 236
D
etectie van verkeersborden (Sign Assist)* . . . 241
Vermoeidheidsherkenning (advies om een
pauze t
e nemen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 244
Dynamische onderstelregeling (DCC)* . . . . . . . 245
Bandenspanningscontrolesysteem . . . . . . . . . 246
Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwa-
gen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 249
Rijden met een aanh
angwagen . . . . . . . . . . . . . 249
Aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 260
Verzorging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . 260
Accessoires, vervanging van onderdelen en
wijzigin
gen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 260
Verzorging en reiniging van de wagen, buiten-
zijde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 267
V
erzorging en reiniging van de wagen, binnen-
zijde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 273
Ge
bruikersinformatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 278
Controleren en bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 279
Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 279
Brandstof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 282
Selectieve katalytische reductie* (AdBlue) . . . 284
Voorbereidingen voor werkzaamheden in de
motorruimte
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 287
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 290
Motorkoelvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 293 Remvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 297
Reservoir ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . 298
Wagenaccu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 299
Wielen en banden
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 303
Wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 303
Winterservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 312
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . 314
Technische kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 314
Wat u moet weten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 314
Rijden met een aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . 315
Wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 316
Motorgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 317
Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 322
Trefwoordenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 323
6
De essentie
Cruisecontrol B edienin
g
van het snelheidsregelsys-
teem (SRS)* Afb. 46
Links van de stuurkolom: bedienings-
s c
h
akelaar en -elementen van de GRA. ●
GRA aanzetten: keuzehendel in stand 1 ›››
afb. 46 z
etten. Het systeem wordt inge-
schakeld, maar regelt niet omdat geen enke-
le snelheid is geprogrammeerd.
● GRA activeren: drukken op de knop A›››
afb. 46 . B
ewaart en regelt de huidige snel-
heid.
● GRA tijdelijk uitzetten: hendel naar
2
› ›
› afb
. 46 zetten en loslaten, of rem of
koppeling intrappen. Het snelheidsregelsys-
teem wordt tijdelijk uitgeschakeld.
● GRA opnieuw aanzetten: hendel naar
1
› ›
› afb. 46 zetten en loslaten. De opgesla-
gen snelheid wordt opnieuw bewaard en ge-
regeld. ●
Geprogrammeer
de snelheid verhogen tij-
dens GRA-regeling: hendel kort naar
+ brengen om de snelheid te verhogen in
int er
v
allen van 10 km/u. Indien u deze inge-
drukt blijft houden, zal de wagen accelereren
tot de gewenste snelheid. Op het moment
dat de toets wordt losgelaten, is de actuele
snelheid in het geheugen opgeslagen.
● Geprogrammeerde snelheid verlagen tij-
dens GRA-r
egeling: hendel kort naar
– brengen om de snelheid te verlagen in in-
t er
v
allen van 10 km/u. Indien u deze inge-
drukt houdt, wordt de snelheid verlaagd door
het gaspedaal te blokkeren zonder dat de
remmen in werking treden. Op het moment
dat de toets wordt losgelaten, is de actuele
snelheid in het geheugen opgeslagen.
● GRA uitschakelen: hendel in stand 2 ›››
afb. 46 br
engen. Het systeem wordt uitge-
schakeld en de opgeslagen snelheid gewist.
››› in Bediening van het snelheidsre-
gelsysteem op pag. 233
››› pag. 232 Controlelampjes
W aar
s
chuwings- en controlelampjes Rode lampjes
Niet verder rijden!
De elektronische parkeerrem is
ingeschakeld, het peil van de
remvloeistof is te laag of het
remsysteem vertoont een sto-
ring.
››› pag. 196
Niet verder rijden!
Storing in het koelsysteem van
de motor.››› pag. 293
Niet verder rijden!
De motoroliedruk is te laag.››› pag. 290
Niet verder rijden!
Minstens één van de portieren
staat open of is niet goed ge-
sloten.
››› pag. 125
Niet verder rijden!
De achterklep staat open of is
niet goed gesloten.››› pag. 128
Niet verder rijden!
Storing in stuurinrichting.››› pag. 206
De motor mag niet opnieuw ge-
start worden!
Peil van "AdBlue" te laag.›››
pag. 284
de bestuurder of voorpassagier
heeft de veiligheidsgordel niet
om.›››
pag. 67 34
De essentie
Trap het rempedaal in!
Schakelen
››› pag. 201
Remmen
››› pag. 196
Generator defect.›››
pag. 299 Gele lampjes
Remblokken voor versleten.
›››
pag. 196
brandt: ESC defect of uitge-
schakeld.
knippert: ESC actief.
ASR handmatig buiten werking
gesteld.
Storing in ABS, of werkt niet.
Storing in elektronische par-
keerrem.›››
pag. 196
Mistachterlicht aan.›››
pag. 135
brandt: Rijlicht geheel of ge-
deeltelijk defect.›››
pag. 95
knippert: Storing in het sys-
teem van de bochtenverlich-
ting.››› pag. 135
brandt of knippert
: storing in
uitlaatgascontrolesysteem.
››› pag. 211
brandt: voorverwarmen van de
dieselmotor.
knippert: storing in het diesel-
motormanagement.
Storing in het benzinemotor-
management.
Roetfilter verstopt.
storing in stuurinrichting.›››
pag. 206
Bandenspanning te laag.›››
pag. 303
Storing in indicator banden-
spanning.››› pag. 246
Het vloeistofpeil voor het was-
sen van de spiegels is te laag.›››
pag. 142
Brandstoftank bijna leeg.›››
pag. 279
knippert: motoroliesysteem de-
fect.
›››
pag. 290
brandt: motoroliepeil te laag.
Storing in het systeem van air-
bags en gordelspanners.›››
pag. 75
De voorairbag van de bijrijder
is uitgeschakeld (
).››› pag. 75
"AdBlue" bijvullen, of er is een
storing in het "AdBlue"-sys-
teem.›››
pag. 284
De benzinetank is niet goed ge-
sloten.›››
pag. 279
De rijstrookassistent (Lane As-
sist) is ingeschakeld, maar niet
actief.›››
pag. 234 Andere controlelampjes
Linker of rechter knipperlicht.›››
pag. 135
Alarmlichten aan.››› pag. 139
Trap het rempedaal in!
Schakelen
››› pag. 201
Remmen
››› pag. 196
Snelheidsregelsysteem actief.›››
pag. 232
de rijstrookassistent (Lane As-
sist) is ingeschakeld en actief.›››
pag. 234
Grootlicht aan of grootlichtsig-
naal in werking gesteld.
›››
pag. 135 Grootlichtregeling (Light As-
sist) ingeschakeld.
Elektronische wegrijblokkering
actief.›››
pag. 191
Service-intervalindicatie.›››
pag. 108» 35
Aanwijzingen
Selectieve katalytische reduc-
tie* (AdBlue) In l
eidin
g tot themaIn wagens met "Selective Catalytic Reducti-
on" (Selectiev
e K
atalytische Reductie) wordt
een speciale oplossing van ureum (AdBlue)
in het uitlaatgassysteem geïnjecteerd, voor
een katalysator, om de uitstoot van stikstof-
oxiden te verminderen.
Het verbruik van AdBlue hangt af van de indi-
viduele rijstijl, de temperatuur van het sys-
teem en de omgevingstemperatuur.
AdBlue bevindt zich in een aparte tank in de
voertuig en moet bijgevuld worden bij een of-
ficiële dealer. De vulhoeveelheid van de Ad-
Blue-tank is ongeveer 17 liter.
De AdBlue-vulhoeveelheid moet gecontro-
leerd worden wanneer er servicewerkzaam-
heden worden uitgevoerd. ATTENTIE
Als de AdBlue-vulhoeveelheid te laag is, is
het mog elijk
dat de wagen na het uitschake-
len van het contact niet opnieuw gestart kan
worden. De wagen kan ook niet met een
noodstop of starthulp gestart worden!
● Vul voldoende hoeveelheid AdBlue bij, als
er nog 1.000 km (600 mijlen) te g
aan zijn.
● De AdBlue-tank niet leeg rijden. ATTENTIE
AdBlue is een irriterende en corroderende
vloeis t
of die verwondingen veroorzaken kan
als de vloeistof in contact komt met de huid,
de ogen of de ademhalingsorganen.
● Indien AdBlue in contact komt met de ogen
of de huid, moet min
stens 15 minuten ge-
spoeld worden met ruim water en een arts ge-
raadpleegd worden.
● In geval van inname van AdBlue, dient u de
mond gedurende min
stens 15 minuten te
spoelen met ruim water. Probeer niet te bra-
ken tenzij dit op advies van de arts gebeurt.
Roep onmiddellijk medische hulpverlening
in. VOORZICHTIG
AdBlue beschadigt oppervlakken zoals bij-
voorbeel d g
elakte onderdelen van de wagen,
kunststoffen, kleding en vloerbedekkingen.
Verwijder weggelekte AdBlue zo snel moge-
lijk met een natte doek en voldoende koud
water.
● Als de AdBlue gestold is, verwijder de Ad-
Blue dan met l
auw water en een spons. Waarschuwings- en controlelampjes
Gaat rood branden
De motor kan niet
opnieuw worden ge-
start! Het AdBlue-ni-
veau is te laag.Stop de wagen op een geschik-
te, veilige en vlakke plaats en
vul de minimale hoeveelheid
AdBlue bij ››› pag. 285.
Gaat rood brandensamen met
De motor kan niet
opnieuw worden ge-
start! Storing in het
AdBlue-systeem.Raadpleeg een gespecialiseerde
werkplaats. Laat het systeem na-
kijken.
Gaat geel branden
De reservehoeveel-
heid AdBlue is klein.
Vul AdBlue bij binnen het aan-
gegeven aantal kilometer (of
mijl)
››› pag. 285. SEAT raadt
aan om daarvoor een gespeciali-
seerde werkplaats te raadple-
gen. 284
Controleren en bijvullen
Gaat geel brandensamen met
Er is een storing in
het AdBlue-systeem
opgetreden, of er is
een AdBlue-vloeistof
gebruikt die niet vol-
doet.
Raadpleeg een gespecialiseerde
werkplaats. Laat het systeem na-
kijken.
Wanneer het contact wordt ingeschakeld,
gaan sommig
e c
ontrole- en waarschuwings-
lampjes enkele seconden branden terwijl een
werkingscontrole wordt uitgevoerd. Na enke-
le seconden gaan de lampjes uit. ATTENTIE
Veiligheidsaanwijzingen ›››
in Waarschu-
win g
s- en controlelampjes op pag. 110 in
acht nemen. Informatie over AdBlue
Als er nog 2.400 km te gaan zijn, wordt er
een beric
ht
op het
instrumentenpaneel weer-
gegeven waarin staat dat de AdBlue bijge-
vuld moet worden ››› pag. 285. Als dit be-
richt genegeerd wordt, kan de motor vervol-
gens niet meer gestart worden ››› pag. 284.
SEAT raadt aan om daarvoor een gespeciali-
seerde werkplaats te raadplegen. Als u geen gespecialiseerde werkplaats kunt opzoeken,
moet u tijdelijk minim
aal 5,0 liter AdBlue bij-
vullen. Vul enkel AdBlue bij die uitdrukkelijk
is goedgekeurd door SEAT.
Wanneer de controlelampjes en tege-
lijk gaan branden, is er een storing. SEAT
raadt aan de dichtstbijzijnde gespecialiseer-
de werkplaats op te zoeken.
AdBlue ®
is een geregistreerd handelsmerk in
de V.S., Duitsland, de Europese Unie en an-
dere landen die aangesloten zijn bij de Duit-
se vereniging van autofabrikanten ("Verband
der Automobilindustrie e. V.", VDA).
AdBlue bijvullen Afb. 237
Linksachter in de bagageruimte: Ad-
Blue-t ank, ac
ht
er een deksel. Afb. 238
AdBlue-tank met sluiting van vulope-
nin g en fl
e
s voor bijvullen. Om AdBlue bij te vullen, moet de wagen op
een
vl
ak
terrein staan en bijv. niet met een
zijde op de stoeprand of op een helling. In-
dien de wagen niet op een vlak terrein staat,
is het mogelijk dat de vulindicatie de toege-
voegde hoeveelheid niet juist aangeeft. »
285
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Aanwijzingen
Vulopening van tank openen
● Achterklep openen.
● Draai de snelsluiting van het deksel rechts-
om ››
›
afb. 237 en open het deksel naar vo-
ren.
● Draai de dop van de vulopening van de
tank ›
›› afb. 238 1 linksom los.
AdBlue b ij
v
ullen
Gebruik uitsluitend door SEAT goedgekeurde
AdBlue die aan de norm ISO 22241-1 vol-
doet. Gebruik uitsluitend originele flessen.
● Neem de instructies en informatie van de
fabrikant
van de bijvulfles in acht.
● Let op de uiterste gebruiksdatum.
● Schroef de dop van de bijvulfles los.
● Plaats de bijvulfles 2 met de hals omlaag
g eric
ht
verticaal op de vulopening van de
tank.
● Druk de bijvulfles tegen de vulopening en
houd de fles
zo vast.
● Vul minstens 5,0 liter AdBlue bij (6 fles-
sen). Een kl
einere hoeveelheid zal niet vol-
doende zijn.
● Wacht tot de inhoud van de bijvulfles in de
AdBlue-tank g
elopen is. De fles niet indruk-
ken of beschadigen!
● Schroef de bijvulfles linksom los en haal ze
voor z
ichtig naar buiten ››› .●
Wanneer de fl
e
s geen AdBlue meer bevat,
weet u dat de AdBlue-tank vol is.
Vulopening van tank sluiten
● Draai de dop van de vulopening van de
tank ›
›› afb. 238 1 rechtsom in tot hij vast-
k likt
.
● Pl
aats het deksel en draai de snelsluiting
linksom om z
e te sluiten.
Handelingen die voor het wegrijden moeten
worden uitgevoerd
● Schakel na het bijvullen all
een het contact
in.
● Houd het contact gedurende minimaal 30
seconden ing
eschakeld zodat het systeem
kan detecteren dat de tank bijgevuld is.
● Wacht tot de 30 seconden voorbij zijn voor-
dat u w
egrijdt! ATTENTIE
Bewaar AdBlue enkel in de originele fles, die
goed g e
sloten op een veilige plaats bewaard
moet worden.
● Bewaar AdBlue nooit in lege blikken, fles-
sen of andere
verpakkingen om te vermijden
dat andere personen het product verwarren
met een andere vloeistof.
● Bewaar AdBlue steeds buiten bereik van
kinderen. VOORZICHTIG
● Vu l
enkel AdBlue bij die uitdrukkelijk is
goedgekeurd door SEAT. Elk ander type van
AdBlue kan de motor beschadigen!
● AdBlue mag nooit gemengd worden met
water of
andere toevoegingen. Elke willekeu-
rige storing veroorzaakt door een mengsel
valt niet onder de garantie.
● Nooit AdBlue aan de dieseltank toevoegen!
De lekk
en kunnen immers leiden tot bescha-
diging van de motor.
● Neem de bijvulfles niet continu mee in de
wagen. A
ls gevolg van temperatuurschomme-
lingen en beschadigingen van de fles kan de
fles doorlaatbaar worden en kan de AdBlue
het interieur beschadigen. Milieu-aanwijzing
Lever de bijvulfles met het oog op milieube-
sc hermin
g in bij geschikte inzamelpunten. Let op
U kunt bij een SEAT-garage geschikte bijvul-
fle s
sen met AdBlue verkrijgen.286
Trefwoordenlijst
Trefwoordenlijst A
Aanbev o
l
en versnelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 206
Aanbrengen trekhaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 257
Aandrijfslipregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214
Aandrijfslipregeling (ASR) . . . . . . . . . . . . . 215, 217
Aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 249 aanhangwagengewicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . 258
aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 253
achterlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 250, 254
alarmsysteem uitgeschakeld . . . . . . . . . . . . . . 254
beladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 255
bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 241
Buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 251
controle van de functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 254
de stang met kogelkop elektrisch ontgrende-len . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 251
dodehoekhulp (BSD) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 241
een trekhaak inbouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 257
kabel van de aanhangwagen . . . . . . . . . 250, 254
Kogeldruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 249
koplampen afstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 255
led-achterlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 250, 254
optisch parkeersysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . 224
parkeerhulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 222
rijden met een aanhangwagen . . . . . . . . . . . . 255
stabilisatie van het samenstel wagen/aanhan- ger . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 256
stang met kogelkop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 251
stopcontact . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 253
vasthaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 253
Aanhangwagengewicht maximaal toegelaatbaar . . . . . . . . . . . . . . . . . 258
Aanhangwagengewichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 315 Aantal zitplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Aantrekmoment . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
316
wielbouten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Aanwijzingen voor het rijden beladen wagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157
ABS zie Antiblokkeersysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . 214
Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 260
Achterbank neerklappen laadoppervlak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 161
Achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 noodsluiten en noodopenen . . . . . . . . . . . . . . . 12
Waarschuwingslampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 129
zie ook Bagageruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 128
Achterruitverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Achteruitkijkspiegels buitenspiegels verstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . 146
Achteruitrijcamera . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 228
Achteruitrijsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 228 bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 230
display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 229
gebruiksaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 229
modus 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 231
modus 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 231
storing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 231
AdBlue bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 285
informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 285
minimale vulhoeveelheid . . . . . . . . . . . . . . . . 285 specificatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 286
vulhoeveelheid van het reservoir . . . . . . . . . . 284
waarschuwings- en controlelampjes . . . . . . . . 284
Afdekkingen van de airbags . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Afdichtrubbers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 272
Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 322
AFS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137 Afstandsbediening
zie Sl eutels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115
Afstandsbediening van de interieurvoorverwar- ming
de batterij vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 189
interieurvoorverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . 188
Afvoer airbagsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 279
Gordelspanner . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
wagens aan einde van levensduur . . . . . . . . . 279
Airbags zie Airbagsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Airbagsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19, 71 activering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
beschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
dashboard schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . 277
frontairbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19, 73
gebruik van kinderzitjes . . . . . . . . . . . . . . . . 20, 76
hoofdairbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
knie-airbag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
regelmatig onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 277
reparaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 262
wagen blokkeren na activering . . . . . . . . . . . . 118
Werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
zijairbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Airconditioning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 182 bedieningselementen . . . . . . . . . . . . . . . 38, 183
bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 185
climatronic . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38, 182, 183
gebruiksaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 184
handbediende elektrische airconditioning . . 183
indirecte ventilatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 185
luchtcirculatiefunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 186
luchtroosters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 185
plaatsen achterin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 184
storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 184
323
Trefwoordenlijst
oprolautomaat van de gordel . . . . . . . . . . . . . . 70
s c
hoonm
aken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 277
spanningsbegrenzer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
verloop van de gordel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Veiligheidsgordels losgespen . . . . . . . . . . . . . 17, 67
Veiligheidsvoorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
Veiligheid van kinderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
Veilig rijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Velgen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 305 een wiel verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
vastgeschroefde sierelementen . . . . . . . . . . . 306
vastgeschroefde velgringen . . . . . . . . . . . . . . . 305
Verbanddoos plaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85
Vergrendelen en ontgrendelen Bagageruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 129
in de slotcilinder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Vergrendelknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 203
Verifiëren bandenspanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 307
Verlichting dashboardkastje . . . . . . . . . . . . . . . . 141
Verlichting van het instrumentenpaneel . . . . . . 140
Verloop van de gordels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67 Bij zwangere vrouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Veiligheidsgordels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Vermoeidheidsherkenning . . . . . . . . . . . . . . . . . 244
Verschroting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 279
Versnelling ingeschakeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Versnellingshendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Vervoer van kinderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
Verwarming en frisse lucht bedieningselementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Verwarmings- en ventilatiesysteem . . . . . . . . . . 182
Vierwielaandrijving sneeuwkettingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
winterbanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 312
Vloeistoffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 261 Vloeistofniveaus controleren . . . . . . . . . . . . . . . . 290
Vloermatten
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
Voorairbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Vóór elke rit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Voorruitverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Voorverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 194
Vulhoeveelheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 AdBlue-tank . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 284
ruitensproeiervloeistofreservoir . . . . . . . . . . . 299
W Waarschuwings- en controlelampjes ABS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 197
achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 129
adBlue . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 284
afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 188
airbagsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
bandenspanningsindicatie . . . . . . . . . . . . . . . 247
Brandstofvoorraad . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 281
dodehoekhulp (BSD) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 237
dynamo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 300
ESC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 197
katalysator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
koelvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 294
Lane assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 234
lichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135, 136
motoroliesensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 290
motorregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34, 110
portier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125
remsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 197
remvoeringslijtage-indicatie . . . . . . . . . . . . . . 197
ruitensproeiervloeistofpeil . . . . . . . . . . . . . . . 142
schakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 202
sleutel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 116
snelheidsregelsysteem (SRS) . . . . . . . . . . . . . 232 stuurslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 207
tanken
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 281
uitlaatgasreinigingssysteem . . . . . . . . . . . . . . 211
uitparkeerhulp (RCTA) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 237
van de gordel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
vervangen van lampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96
wagenaccu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 300
Wagen beladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157
chassisnummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 314
identificatienummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 314
omhoog brengen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
parkeren op een helling . . . . . . . . . . . . . . . . . . 199
parkeren op hellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 199
recycling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 279
sticker met wagengegevens . . . . . . . . . . . . . . 314
voornaamste kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . 314
Wagenaccu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43, 299 aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 301
automatisch uitschakelen van apparaten . . . . 302
beladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 301
het accupeil controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . 300
losmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109, 301
ontladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 191, 192, 302
positieve pool voor starthulp . . . . . . . . . . . . . . . 55
starthulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54, 55
verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 301
voorbereidingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 300
waarschuwings- en controlelampjes . . . . . . . . 300
zuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 301
Wagen beladen aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 255
algemene informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157
Bagageruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
beladen wagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 159
Bevestigingsogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 166
dakdragersysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171
334