Page 345 of 404

BOORDDIAGNOSESYS-
TEEM — OBD II
Uw auto is uitgerust met een geavan-
ceerd diagnosesysteem genaamd OBD
II (On-Board Diagnostic). Dit systeem
bewaakt de regelsystemen voor uit-
laatgasemissie, de motor en de auto-
matische versnellingsbak. Als deze
systemen correct werken, zal uw auto
uitstekende prestaties leveren, brand-
stof besparen en lage emissiewaarden
hebben die aan de strengste eisen vol-
doen.
Als een van deze systemen onderhoud
nodig heeft, zorgt OBD II ervoor dat
het storingslampje gaat branden.
Daarnaast slaat het systeem diagnos-
tische codes en andere gegevens op die
monteurs kunnen helpen bij het uit-
voeren van reparaties. Hoewel u dan
meestal nog met de auto kunt rijden
en niet gesleept hoeft te worden, dient
u toch zo spoedig mogelijk uw er-
kende dealer te bezoeken voor service.
LET OP!
Als u lange tijd blijft rijden meteen brandend storingslampje,
kan het emissieregelsysteem ver-
der beschadigd raken. Het kan
ook van invloed zijn op het
brandstofverbruik en het rijge-
drag. De auto vereist onderhoud
om emissietests te kunnen uitvoe-
ren.
Als het lampje knippert wanneer de motor draait, zal de katalysa-
tor vrij snel ernstig defect raken
en zal het motorvermogen afne-
men. Raadpleeg dan onmiddellijk
uw dealer.
VERVANGENDE
ONDERDELEN
Het gebruik van originele onderdelen
voor normaal/periodiek onderhoud
en voor reparaties wordt ten zeerste
aanbevolen om zeker te zijn van de
gespecificeerde prestaties. Schade of
storingen die worden veroorzaakt
door het gebruik van onderdelen die niet van dezelfde kwaliteit zijn als ori-
ginele onderdelen voor onderhoud en
reparatie, worden niet gedekt door de
garantie van de fabrikant.
ONDERHOUDSPROCE-
DURES
De volgende pagina's bevatten de
vereiste
onderhoudswerkzaamheden
zoals vastgesteld door de fabrikant
van uw auto.
Naast de onderhoudsaspecten die
worden vermeld in het onderhouds-
schema zijn er mogelijk ook andere
componenten die op een later tijdstip
onderhoud vereisen of vervangen
moeten worden.
339
Page 346 of 404

LET OP!
Onvoldoende onderhoud van uwauto of het achterwege laten van
benodigde beurten en reparaties
kan leiden tot duurdere repara-
ties, schade aan andere onderde-
len of slechtere prestaties van de
auto. Laat mogelijke storingen
onmiddellijk onderzoeken bij een
erkende dealer of garagebedrijf.
Laat het onderhoud van uw auto over aan een LANCIA-dealer.
Voor routine-onderhoud en klein
onderhoud dat u zelf wilt uitvoe-
ren, raden wij u aan om het juiste
gereedschap, originele reserveon-
derdelen van LANCIA en de ver-
eiste vloeistoffen te gebruiken.
Voer geen onderhoud uit als u
geen ervaring hebt.
(Vervolgd)
LET OP!(Vervolgd)
Uw auto is vervaardigd met ver- beterde vloeistoffen, waardoor de
prestaties en duurzaamheid van
uw auto behouden blijven en er
langere onderhoudsintervallen
mogelijk zijn. Gebruik geen che-
micaliën voor het spoelen van on-
derdelen, aangezien de chemica-
liën de motor, versnellingsbak,
stuurbekrachtiging of airconditi-
oning kunnen beschadigen. Der-
gelijke schade wordt niet gedekt
door de standaardgarantie van
een nieuwe auto. Als het nodig is
om te spoelen vanwege een sto-
ring, gebruik daarvoor dan alleen
de voorgeschreven vloeistof.
MOTOROLIE
Oliepeil controleren
Om een optimale smering van de mo-
tor te waarborgen, moet het juiste mo-
toroliepeil gehandhaafd blijven. Con-
troleer het oliepeil daarom
regelmatig, bijvoorbeeld bij elke
tankstop. Het ideale tijdstip voor een controle
van het motoroliepeil is ca. 5 minuten
nadat u een bedrijfswarme motor
hebt afgezet, of ‘s ochtends voordat u
de motor de eerste keer start.
Controleer het oliepeil als de auto op
een vlakke ondergrond staat. De me-
ting is dan nauwkeuriger. Het oliepeil
moet gehandhaafd blijven tussen de
MIN en MAX merktekens op de peil-
stok. Als bij deze motoren 1 liter olie
wordt bijgevuld als de olie bij het
MIN-merkteken staat, komt het olie-
peil tot aan het MAX-merkteken.
LET OP!
Door te vullen met te veel of te
weinig motorolie kan schuimvor-
ming optreden of is er te weinig
oliedruk. Dit kan leiden tot motor-
schade.
340
Page 347 of 404

LET OP!
Laat het onderhoud van uw auto
over aan een LANCIA-dealer. Voor
routine-onderhoud en klein onder-
houd dat u zelf wilt uitvoeren, ra-
den wij u aan om het juiste gereed-
schap, originele reserveonderdelen
van LANCIA en de vereiste vloei-
stoffen te gebruiken. Voer geen on-
derhoud uit als u geen ervaring
hebt.
Motorolie verversen - alle
motoren
De indicator voor olieverversing her-
innert u eraan dat uw auto een onder-
houdsbeurt nodig heeft. Raadpleeg
"Onderhoudsschema" voor meer in-
formatie over dit systeem.
Keuze van motorolie – 3,6-liter
motor
Geheel synthetische motorolie SELE-
NIA K Power met viscositeitsgraad
SAE 5W-30 die voldoet aan de kwali-
ficatie FIAT 9.55535-CR1, API SN,
ILSAC GF-5 of een gelijkwaardig
product. Keuze van de motorolie –
2,8-liter-dieselmotor
Geheel synthetische motorolie SELE-
NIA MULTIPOWER C3 met viscosi-
teitsgraad SAE 5W-30 die voldoet aan
de kwalificatie FIAT 9.55535-S3, API
SM/CF, ACEA C3 of een gelijkwaar-
dig product.
Synthetische motorolie
U mag synthetische motorolie gebrui-
ken mits de olie voldoet aan de aan-
bevolen kwaliteitsnormen en u de
aanbevolen verversingsintervallen
voor olie en oliefilter in acht neemt.
Additieven voor motorolie
Voeg geen andere additieven toe aan
de motorolie, behalve kleurstoffen om
lekken op te sporen. Motorolie is een
geavanceerd en hoogwaardig product
waarvan de prestaties door additieven
nadelig kunnen worden beïnvloed.
Afvoeren van afgewerkte
motorolie en oliefilters
Wees zorgvuldig bij het afvoeren van
afgewerkte motorolie en een ge-
bruikte motoroliefilter. Onzorgvuldigafgevoerde olie en motoroliefilters
kunnen een belasting voor het milieu
vormen. Neem contact op met uw er-
kende dealer, werkplaats of de ge-
meentelijke overheid voor advies over
het afvoeren van afgewerkte olie en
oliefilters.
MOTOROLIEFILTER
Het motoroliefilter moet bij elke mo-
torolieverversingsbeurt door een
nieuw filter vervangen worden.
Keuze van het motoroliefilter
Motoren van dit merk hebben een
full-flow-oliefilter. Kies ter vervan-
ging een filter van dit type. De kwali-
teit van vervangingsfilters verschilt
aanzienlijk. Alleen hoogwaardige fil-
ters staan garant voor een juiste wer-
king. LANCIA-motoroliefilters zijn
van uitstekende kwaliteit en worden
daarom aanbevolen.
LUCHTFILTER
Raadpleeg het hoofdstuk "Onder-
houdsschema" voor de juiste onder-
houdsintervallen.
341
Page 348 of 404

WAARSCHUWING!
Het luchtinlaatsysteem (luchtfilter-
huis, slangen, enz.) biedt bescher-
ming tegen terugslag. Verwijder het
luchtinlaatsysteem (luchtfilterhuis,
slangen, enz.) uitsluitend als dat
nodig is in verband met onderhoud
of reparatie. Zorg dat zich niemand
in de nabijheid van het motorcom-
partiment bevindt voordat u de
motor start wanneer het luchtin-
laatsysteem (luchtfilterhuis, slan-
gen, enz.) is verwijderd. Anders be-
staat er een risico op ernstig letsel.
Keuze van het luchtfilter
De kwaliteit van vervangende lucht-
filters verschilt aanzienlijk. Alleen
hoogwaardige filters staan garant
voor een juiste werking. Luchtfilters
van LANCIA zijn van uitstekende
kwaliteit en worden daarom aanbevo-
len. ACTIEVE
REGENERATIESTRATEGIE
– 2,8L DIESELMOTOR
Deze auto is uitgerust met een uiterst
moderne motor en een uitlaatsysteem
met roetfilter. De motor en het uitlaat-
gasnabehandelingssysteem werken
samen om te voldoen aan de uitlaat-
gasnormen. Het systeem controleert
de verbranding in de motor, zodat de
katalysator roetdeeltjes kan opvangen
en verbranden zonder uw tussen-
komst.
Raadpleeg de paragraaf "Elektro-
nisch voertuiginformatiecentrum
(EVIC)" in het hoofdstuk "Het in-
strumentenpaneel" voor meer infor-
matie hierover.
UITLAATSYSTEEM
De beste bescherming tegen koolmo-
noxidevergiftiging is een goed onder-
houden uitlaatsysteem.
Wanneer u merkt dat het uitlaatgeluid
is veranderd, uitlaatgassen in de auto
ruikt of als de onder- of achterzijdevan de auto is beschadigd, is er moge-
lijk sprake van lekkage in het uitlaat-
systeem. Laat een vakbekwame mon-
teur het volledige uitlaatsysteem en de
naburige carrosseriedelen controleren
op breuk, schade, slijtage of verplaat-
singen. Open naden of losse verbin-
dingen kunnen ertoe leiden dat uit-
laatgassen binnendringen in het
interieur. Laat het uitlaatsysteem ook
altijd controleren wanneer de auto op
een hefbrug wordt gezet voor het ver-
versen van smeervet of olie. Laat in-
dien nodig onderdelen vervangen.
WAARSCHUWING!
Uitlaatgassen kunnen gezond-
heidsproblemen veroorzaken of
zelfs dodelijk zijn. Ze bevatten
koolmonoxide (CO), een kleur- en
geurloos gas. Het inademen ervan
kan bewusteloosheid en vergifti-
ging veroorzaken. Om inademen
van koolmonoxide (CO) te voorko-
men raadpleegt u "Veiligheidstips/
uitlaatgas" in "Zaken die u moet
weten voordat u de motor start"
voor meer informatie.
342
Page 349 of 404

LET OP!
Vanwege de katalysator mag uit-
sluitend loodvrije benzine worden
getankt. Door gelode benzine ver-
liest de katalysator zijn regelende
werking voor de uitlaatgassen en
kunnen de motorprestaties aan-
zienlijk afnemen met ernstige mo-
torschade tot gevolg.
Onder normale bedrijfsomstandighe-
den heeft de katalysator geen onder-
houd nodig. Het is echter van belang
dat de dealer de motorafstellingen re-
gelmatig optimaliseert om zo schade
aan de katalysator te voorkomen.LET OP!
De katalysator kan worden bescha-
digd als u de auto niet in goede
conditie houdt. Bij een motorsto-
ring, vooral bij het overslaan van de
motor of duidelijke vermogensver-
liezen, moet u de auto meteen laten
repareren. Als u doorrijdt met een
ernstige storing kan de katalysator
oververhit raken waardoor deze en
de auto beschadigd raken. OPMERKING: Opzettelijk
knoeien aan het uitlaatgasregel-
systeem is strafbaar en kan leiden
tot strafrechtelijke vervolging.
WAARSCHUWING!
Een heet uitlaatsysteem kan brand
veroorzaken wanneer u boven
brandbaar materiaal parkeert.
Denk bijvoorbeeld aan droog gras
of bladeren die in aanraking komen
met de hete uitlaat. Parkeer
daarom nooit op een ondergrond
waar uw uitlaat in aanraking kan
komen met brandbaar materiaal.
In uitzonderlijke situaties (bij zeer
ernstige motorschade) kan een door-
dringende geur duiden op een ernstige
en abnormale oververhitting van de
katalysator. Als dit gebeurt, moet u de
auto stilzetten, de motor uitschakelen
en laten afkoelen. Laat onmiddellijk
onderhoudswerkzaamheden uitvoe-
ren, met inbegrip van het afstellen
van de motor volgens specificaties van
de fabrikant. Houd rekening met het volgende om
mogelijke schade aan de katalysator
tot een minimum te beperken:
U mag nooit de motor uitzetten of
het contact afzetten terwijl de ver-
snellingsbak is ingeschakeld en de
auto rijdt.
Probeer de auto niet te starten door deze te duwen of te slepen.
Laat de motor niet stationair draaien als een of meerdere bougies
zijn losgekoppeld of verwijderd,
bijvoorbeeld tijdens diagnosetests,
of gedurende langere perioden
waarbij de motor zeer onregelmatig
stationair draait of sprake is van
afwijkende bedrijfsomstandighe-
den.
ONDERHOUDSVRIJE ACCU
De bovenzijde van de onderhoudsvrije
accu is permanent afgesloten. U hoeft
nooit water bij te vullen of onder-
houdswerkzaamheden te laten uit-
voeren.
343
Page 350 of 404

WAARSCHUWING!
Accuvloeistof is een gevaarlijkecorrosieve vloeistof die brand-
wonden of zelfs blindheid kan
veroorzaken. Zorg dat uw ogen,
huid en kleding niet in aanraking
komen accuvloeistof. Leun niet
over de accu wanneer u de klem-
men aansluit. Wanneer accuzuur
in uw ogen of op uw huid spat,
spoel dan onmiddellijk met een
ruime hoeveelheid water.
Accugas is brandbaar en explo- sief. Houd open vuur of vonken
daarom altijd uit de buurt van de
accu. Gebruik geen hulpaccu of
andere acculader van meer dan
12 volt. Zorg dat de kabelklem-
men elkaar niet raken.
Accupolen, accuklemmen en toe- behoren bevatten lood en lood-
houdende stoffen. Was uw han-
den nadat u hiermee in aanraking
bent gekomen.
LET OP!
Let er bij het aansluiten van deaccukabels op dat de pluskabel
op de pluspool en de minkabel op
de minpool aangesloten worden.
De accupolen zijn gemarkeerd
met plus (+) en min (-) op de
accubehuizing. De kabelklem-
men moeten stevig op de aan-
sluitpolen zitten en mogen geen
corrosie vertonen.
Wanneer u een snellader gebruikt terwijl de accu nog in de auto
aanwezig is, koppel dan beide ac-
cukabels in de auto los voordat u
de lader op de accu aansluit. Ge-
bruik een snellader nooit als
starthulp.
ONDERHOUD VAN DE
AIRCONDITIONING
Voor optimale prestaties kunt u het
aircosysteem het best laten controle-
ren door een erkende dealer aan het
begin van het zomerseizoen. Bij deze
onderhoudsbeurt moeten ook de con-
densorribben worden gereinigd en
moeten de systeemprestaties worden gecontroleerd. Laat ook de spanning
van de aandrijfriem controleren.
LET OP!
Spoel het systeem van de aircondi-
tioning niet met chemicaliën, om-
dat daardoor de onderdelen van de
airconditioning beschadigd kunnen
raken. Dergelijke schade wordt niet
gedekt door de standaardgarantie
van een nieuwe auto.WAARSCHUWING!
Gebruik voor uw airco uitsluitend
door de fabrikant goedgekeurde
compressorsmeermiddelen en
koudemiddelen. Sommige niet-
goedgekeurde koudemiddelen
zijn brandbaar en explosief en
kunnen daardoor ernstig letsel
veroorzaken. Andere niet-
goedgekeurde koudemiddelen of
smeermiddelen kunnen het sys-
teem beschadigen, wat hoge repa-
ratiekosten met zich meebrengt.
(Vervolgd)
344
Page 351 of 404

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Het aircosysteem bevat een kou- demiddel onder hoge druk. Om
letsel of schade aan het systeem te
voorkomen, moet het bijvullen
van koelmiddel of het uitvoeren
van reparaties waarbij leidingen
moeten worden losgekoppeld,
worden overgelaten aan een vak-
bekwame en speciaal opgeleide
monteur.
Koudemiddel opvangen en
recyclen
Het airconditioningsysteem van uw
auto bevat R-134a, een koudemiddel
dat de ozonlaag niet aantast. De fabri-
kant raadt u aan het onderhoud aan
het airconditioningsysteem te laten
uitvoeren door een erkende dealer of
een vakgarage die beschikt over de
uitrusting om het koudemiddel op te
vangen en te laten recyclen.
OPMERKING:
Gebruik uitslui-
tend vloeibare afdichtingsmidde-
len voor aircosystemen, producten voor het stoppen van lekken, af-
dichtingsconditioners, compres-
sorolie of koudemiddelen die goed-
gekeurd zijn door de fabrikant.
AircoluchtfilterLET OP!
Laat het onderhoud van uw auto
over aan een LANCIA-dealer. Voor
routine-onderhoud en klein onder-
houd dat u zelf wilt uitvoeren, ra-
den wij u aan om het juiste gereed-
schap, originele reserveonderdelen
van LANCIA en de vereiste vloei-
stoffen te gebruiken. Voer geen on-
derhoud uit als u geen ervaring
hebt.
Raadpleeg het hoofdstuk "Onder-
houdsschema" voor de juiste onder-
houdsintervallen.WAARSCHUWING!
Het luchtfilter van het aircosysteem
niet verwijderen als de aanjager
aanstaat, anders kan persoonlijk
letsel het gevolg zijn. Het luchtfilter van het aircosysteem
bevindt zich in de luchtinlaat achter
het handschoenenkastje. Volg de on-
derstaande procedure om het filter te
vervangen:
1. Open het handschoenenkastje en
neem alle voorwerpen eruit.
2. Druk op de zijwanden van het
handschoenenkastje en laat de klep
zakken.
3. Klap het handschoenenkastje naar
beneden.
4. Maak de twee houders los waar-
mee het filterdeksel aan de ventilatie-
behuizing is bevestigd en verwijder
het deksel.
Vervanging luchtfilter airconditioning
345
Page 352 of 404

5. Verwijder het luchtfilter van de
airco door het recht uit de behuizing
te trekken.
6. Installeer het luchtfilter van de
airco met de pijl op het filter naar
beneden wijzend. Bij het terugplaat-
sen van het filterdeksel zorgen dat het
deksel goed in de houders klikt en vast
wordt gezet.LET OP!
Het luchtfilter van de airco is voor-
zien van een pijl die de richting van
de luchtstroom door het filter aan-
geeft. Als het filter niet op de juiste
wijze wordt geïnstalleerd, moet het
wellicht vaker worden vervangen.
7. Draai de klep van het handschoe-
nenkastje weer op zijn plaats.
SMEREN VAN
CARROSSERIEDELEN
De sloten en alle scharnierpunten aan
de carrosserie, zoals de stoelrails, por-
tierscharnieren en -rollers, kofferbak-
deksel, achterklep, schuifdeuren en
motorkapscharnieren, moeten voor een stille en soepele werking en be-
scherming tegen corrosie en slijtage
regelmatig worden gesmeerd met een
vet op lithiumbasis. Voordat carrosse-
riedelen worden gesmeerd, moeten de
desbetreffende punten goed worden
gereinigd. Verwijder na het smeren
overtollig vet of olie. Besteed vooral
aandacht aan de onderdelen voor ver-
grendeling van de motorkap, om ze-
ker te zijn van een correcte werking.
Als u werkzaamheden onder de mo-
torkap verricht, moet u de motorkap-
vergrendeling reinigen en indien no-
dig smeren.
Smeer de buitenste portierslotcilin-
ders twee keer per jaar, bij voorkeur in
het voorjaar en in het najaar. Breng
een kleine hoeveelheid smeermiddel
van hoge kwaliteit direct aan in de
slotcilinder.
LET OP!
Laat het onderhoud van uw auto
over aan een LANCIA-dealer. Voor
routine-onderhoud en klein onder-
houd dat u zelf wilt uitvoeren, ra-
den wij u aan om het juiste gereed-
schap, originele reserveonderdelen
van LANCIA en de vereiste vloei-
stoffen te gebruiken. Voer geen on-
derhoud uit als u geen ervaring
hebt.
RUITENWISSERBLADEN
Reinig de rubberdelen van de wisser-
bladen en de voorruit regelmatig met
een spons of zachte doek en een mild
niet-schurend reinigingsmiddel. U
verwijdert zo de resten van strooizout
of olie.
Als de ruitenwissers langdurig worden
gebruikt terwijl de ruit droog is, zul-
len de wisserbladen sneller slijten. Ge-
bruik altijd ruitensproeiervloeistof als
u met de wissers strooizout of vuil van
een droge voorruit wilt verwijderen.
346