ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . .21
PORTIERVERGRENDELING . . . . . . . . . . . . . . . . .22
HANDMATIGE PORTIERVERGRENDELING . . .22
CENTRALE PORTIERVERGRENDELING(voor bepaalde uitvoeringen/landen) . . . . . . . . .23
KEYLESS ENTER-N-GO (voor bepaalde uitvoeringen/landen) . . . . . . . . . . .24
RAMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27 ELEKTRISCH BEDIENDEVENTILATIERAMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
ELEKTRISCH BEDIENDE RAMEN . . . . . . . . . .27
WINDGERUIS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
SCHUIFDEUR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
ELEKTRISCH BEDIENDE SCHUIFDEUR(voor bepaalde uitvoeringen/landen) . . . . . . . . .30
KINDERSLOT SCHUIFDEUREN . . . . . . . . . . . .33
ACHTERKLEP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
ELEKTRISCH BEDIENDE ACHTERKLEP(voor bepaalde uitvoeringen/landen) . . . . . . . . .35
BEVEILIGINGSSYSTEMEN VOOR INZITTENDEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
DRIEPUNTSGORDELS . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38
VEILIGHEIDSGORDELS OP PASSAGIERSZITPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . .42
AUTOMATISCH BLOKKEREND OPROLMECHANISME . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43
SPANKRACHTBEGRENZER . . . . . . . . . . . . . . . .43
GORDELSPANNERS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44
10
UW SLEUTELS
Uw auto is uitgerust met een startcon-
tact zonder sleutel. Dit systeem be-
staat uit een sleutelhouder met af-
standsbediening en Wireless Ignition
Node (WIN) met geïntegreerde con-
tactschakelaar. U kunt de sleutelhou-
der op twee manieren in de contact-
schakelaar steken; het maakt niet uit
welke kant van de sleutel zich aan de
bovenzijde bevindt.
Keyless Enter-N-Go-functie
Deze auto is mogelijk uitgerust met de
functie Keyless Enter-N-Go. Lees de
paragraaf "Startprocedures" in het
hoofdstuk "Starten en rijden" voor
meer informatie hierover.
WIRELESS IGNITION
NODE (WIN)
Wireless Ignition Node (WIN) werkt
op dezelfde manier als een contact-
schakelaar. Er zijn vier bedienings-
standen, waaronder drie klikstanden
en een stand met veerbelasting. De
klikstanden zijn OFF, ACC en ON/
RUN. De stand START is een veerbe-
laste contactstand. Bij het loslaten uitde stand START keert de schakelaar
automatisch terug in de stand ON/
RUN.
OPMERKING: Als uw auto is uit-
gerust met Keyless Enter-N-Go,
wordt op het elektronisch voer-
tuiginformatiecentrum (EVIC) de
stand van de contactschakelaar
(OFF/ACC/RUN) getoond. Raad-
pleeg de paragraaf "Elektronisch
voertuiginformatiecentrum (EVIC)
(voor bepaalde uitvoeringen/
landen)" in het hoofdstuk "Het in-
strumentenpaneel" voor meer in-
formatie hierover.
Sleutelhouder
Met de sleutelhouder wordt de con-
tactschakelaar bediend. Steek het
vierkante uiteinde van de sleutelhou-
der in de contactschakelaar op het
instrumentenpaneel en draai de sleu-
telhouder naar de gewenste stand. De
sleutelhouder bevat ook de afstands-
bediening en de noodsleutel, die in de
achterzijde van de sleutelhouder is
ondergebracht.
Met de noodsleutel kunnen de portie-
ren worden geopend wanneer de accu
van de auto of de batterij van de af-
standsbediening leeg is. Met de nood-
sleutel kan ook het onderste hand-
schoenenkastje worden afgesloten. U
kunt de noodsleutel bij u houden als
iemand anders de auto voor u par-
keert.
U verwijdert de noodsleutel uit de
sleutelhouder door de mechanische
vergrendeling aan de bovenzijde van
de houder met uw duim opzij te schui-
ven en de sleutel vervolgens met uw
andere hand uit de houder te trekken.
1 — OFF
2 — ACC (ACCESSOIRESTAND)
3 — ON/RUN
4 — START
12
OPMERKING: Het waarschu-
wingssysteem voor de contactsleu-
tel werkt alleen wanneer de sleu-
telhouder in de stand OFF of ACC
staat.
Als uw auto is uitgerust met Keyless
Enter-N-Go, klinkt er een geluidssig-
naal wanneer u het bestuurderspor-
tier opent terwijl de contactschake-
laar in de stand ACC of ON/RUN
(motor uitgeschakeld) staat. Raad-
pleeg de paragraaf "Startprocedures"
in het hoofdstuk "Starten en rijden"
voor meer informatie hierover.
STUURSLOT
Uw auto is mogelijk uitgerust met een
passief elektronisch stuurslot. Dit slot
zorgt ervoor dat de auto zonder con-
tactsleutel niet kan worden bestuurd.
Het stuurslot heeft zes posities (een
per 60 graden). Als het stuurwiel naar
een van deze posities wordt bewogen
terwijl de sleutel zich in de OFF-stand
bevindt, wordt het stuurwiel vergren-
deld.Handmatig het stuurwiel
vergrendelen
Draai het stuurwiel een halve slag bij
draaiende motor. Zet de motor af en
verwijder de contactsleutel. Draai het
stuur een iets in een willekeurige rich-
ting tot het wordt vergrendeld.
Het stuurslot ontgrendelen
Schakel het contact uit en weer in en
start de motor.
OPMERKING: Als u het stuur
naar rechts hebt gedraaid om het
slot te vergrendelen, moet u het
stuur iets naar rechts draaien om
het te ontgrendelen. Als u het stuur
naar links hebt gedraaid om het
slot te vergrendelen, moet u het
stuur iets naar links draaien om
het te ontgrendelen.
SENTRY KEY® (voor
bepaalde uitvoeringen/
landen)
De Sentry Key® startonderbreker
voorkomt ongeoorloofd gebruik van
de auto door derden door de motor teblokkeren. U hoeft het systeem niet te
activeren of in te schakelen. Dit sys-
teem werkt automatisch, ongeacht of
de auto is afgesloten.
Het systeem maakt gebruik van een
sleutelhouder met een afstandsbedie-
ning, een Keyless Ignition Node (KIN)
en een draadloze ontvanger om onge-
oorloofd gebruik van uw auto te voor-
komen. De auto kan daardoor alleen
bediend en gestart worden met sleu-
telhouders die specifiek voor de des-
betreffende auto zijn geprogram-
meerd.
Nadat de contactschakelaar in de
stand ON/RUN is gezet, brandt het
controlelampje van het alarmsysteem
gedurende drie seconden voor een
gloeilampcontrole. Als het lampje na
deze controle blijft branden, is sprake
van een storing in de elektronica. Als
na de gloeilampcontrole het indicatie-
lampje blijft knipperen, geeft dat aan
dat iemand een valse sleutelhouder
heeft gebruikt om de motor te starten.
In beide situaties wordt de motor na
twee seconden uitgeschakeld.
14
is ingeschakeld, zijn de schakelaars
van de portiersloten, elektrisch be-
diende schuifdeuren en elektrisch be-
diende achterklep geblokkeerd. Het
alarmsysteem geeft zowel geluids- als
lichtsignalen. Als het alarm afgaat en
er geen actie wordt ondernomen om
het alarm te uit te schakelen, schakelt
het alarmsysteem de claxon na 29 se-
conden uit. Na nog eens 31 seconden
worden ook alle lichtsignalen uitge-
schakeld, waarna het alarmsysteem
zichzelf weer activeert.
ALARM INSCHAKELEN
Volg deze stappen om het alarmsys-
teem in te schakelen:
1. Verwijder de sleutel uit de contact-
schakelaar (raadpleeg de paragraaf
"Startprocedures" in het hoofdstuk
"Starten en rijden" voor meer infor-
matie hierover).
Als uw auto is uitgerust met Keyless
Enter-N-Go, controleer dan of de con-
tactschakelaar in de stand OFF staat.
Indien uw auto niet is uitgerust met
Keyless Enter-N-Go, controleer danof de contactschakelaar in de stand
OFF staat en de sleutel is verwijderd
uit de contactschakelaar.
2. Sluit de auto op een van de vol-
gende manieren af:
Druk op LOCK op de schakelaar
voor de centrale portiervergrendeling
in het interieur terwijl de bestuurders-
en/of passagiersportier is geopend.
Druk op de vergrendelknop op de
Passive Entry-portiergreep aan de
buitenzijde, terwijl een geldige sleu-
telhouder zich ook aan buitenzijde
bevindt (raadpleeg de paragraaf
"Keyless Enter-N-Go" in het hoofd-
stuk "Uw auto" voor meer informatie
hierover).
Druk op vergrendelknop op de af-
standsbediening.
3. Sluit eventuele geopende portie-
ren.
ALARM UITSCHAKELEN
Het alarmsysteem kan op de volgende
manieren worden uitgeschakeld:
Druk op de ontgrendelknop op de
afstandsbediening. Pak de Passive Entry Unlock-
portiergreep vast (voor bepaalde
uitvoeringen/landen). Zie de para-
graaf "Keyless Enter-N-Go" in het
hoofdstuk "Uw auto" voor meer in-
formatie hierover.
Draai de contactschakelaar uit de stand OFF.
Als uw auto is uitgerust met Keyless Enter-N-Go, druk dan
op Start/Stop-knop van Keyless
Enter-N-Go (hiertoe dient mini-
maal één geldige sleutelhouder
aanwezig te zijn in de auto).
Wanneer uw auto niet is uitgerust met Keyless Enter-N-Go, steek
dan een geldige sleutel in de con-
tactschakelaar en draai de sleutel
naar de stand ON.
OPMERKING:
Het alarmsysteem kan niet wor- den in- of uitgeschakeld via de
slotcilinder van het bestuur-
dersportier of de achterklep-
knop op de afstandsbediening.
Het alarmsysteem blijft actief wanneer de elektrisch bediende
16
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Laat de sleutelhouder niet achter in of in de buurt van de auto of op
een voor kinderen bereikbare
plaats en laat Keyless Enter-N-
Go™ niet in de stand ACC of
ON/RUN staan. Een kind zou de
knoppen van de elektrische
raambediening of andere schake-
laars kunnen bedienen of de auto
in beweging kunnen zetten.
CENTRALE
PORTIERVERGRENDELING
(voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Op het bekledingspaneel van beide
voorportieren bevindt zich u een
schakelaar voor de centrale portier-
vergrendeling. Met deze schakelaar
kunt u de portieren vergrendelen en
ontgrendelen. Als u op de schakelaar van de centrale
portiervergrendeling drukt wanneer
de sleutelhouder zich in de contact-
schakelaar bevindt en een voorportier
is geopend, zal de centrale portierver-
grendeling niet werken. Hierdoor
wordt voorkomen dat u per ongeluk
uw sleutels insluit in de auto. Na het
verwijderen van de sleutelhouder of
het sluiten van het portier werken de
sloten weer zoals gebruikelijk. Er
klinkt een geluidssignaal als de sleu-
telhouder in de contactschakelaar zit
en er een portier open staat om u
eraan te herinneren de sleutelhouder
te verwijderen.
Als u de knop voor centrale portier-
vergrendeling indrukt terwijl de
schuifdeur is geopend, zal de schuif-
deur worden vergrendeld.
Automatische
portiervergrendelingen
Wanneer deze ingeschakeld is, wor-
den de portieren automatisch ver-
grendeld zodra de rijsnelheid hoger is
dan 24 km/u. De automatische por-
tiervergrendeling kan door de er-
kende dealer in of buiten werking
worden gesteld op schriftelijk verzoek
van de klant. Bezoek uw erkende dea-
ler voor service.
Schakelaars centrale
portiervergrendeling bestuurder
Schakelaars centrale
portiervergrendeling voorpassagier
1 - Raam open/dicht
2 - Centrale portiervergrendeling
23
Portieren automatisch
ontgrendelen bij uitstappen (voor
bepaalde uitvoeringen/landen)
De functie Portieren automatisch ont-
grendelen bij uitstappen ontgrendelt
alle portieren als één portier wordt
geopend. Dit gebeurt alleen als de
schakelhendel in de stand PARK is
gezet nadat er met de auto is gereden
(de versnellingshendel uit de stand
PARK was geschakeld en alle portie-
ren waren vergrendeld).
De functie Portieren automatisch ont-
grendelen bij uitstappen werkt niet
als de centrale portiervergrendeling
handmatig worden bediend (vergren-
delen of ontgrendelen).
Raadpleeg de paragraaf "Elektro-
nisch voertuiginformatiecentrum
(EVIC)/Persoonlijke instellingen
(door de klant te programmeren func-
ties)" in het hoofdstuk "Het instru-
mentenpaneel" voor meer informatie
hierover.OPMERKING: Neem bij gebruik
van de functies Portieren automa-
tisch vergrendelen bij 24 km/u en
Portieren automatisch ontgrende-
len bij uitstappen de lokale voor-
schriften in acht.
KEYLESS ENTER-N-GO
(voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Het Passive Entry-systeem is een uit-
breiding van het afstandsbediening-
systeem van de auto en een functie
van Keyless EnterNGo™. Met deze
functie kunt u portieren van uw auto
vergrendelen en ontgrendelen zonder
dat u op de vergrendel- en ontgrendel-
knoppen van de afstandsbediening
hoeft te drukken.
OPMERKING:
Passive Entry kan door middel
van programmeren worden in-
en uitgeschakeld. Raadpleeg de
paragraaf "Elektronisch voer-
tuiginformatiecentrum (EVIC)/
Persoonlijke instellingen (door
de klant te programmeren func-
ties)" in het hoofdstuk "Het in-
strumentenpaneel" voor meer
informatie hierover.
Als een van de Passive Entry- portiergrepen langere tijd niet is
gebruikt, kan de Passive Entry-
functie voor deze portiergreep
zijn uitgeschakeld. Als u aan de
desbetreffende portiergreep
trekt, wordt de Passive Entry-
functie voor de portiergreep op-
nieuw geactiveerd.
Als u handschoenen draagt of als de portiergreep met Passive
Entry is natgeregend, is het mo-
gelijk dat de vergrendeling min-
der gevoelig wordt en daardoor
langzamer reageert.
24
VOERTUIGINFORMATIE(INFORMATIEFUNCTIES VOOR DE KLANT) . .206
BERICHTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .206
UNITS (eenheden) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .206
SCHERM KEYLESS ENTER-N-GO (voor bepaalde uitvoeringen/landen) . . . . . . . .207
KOMPAS-/TEMPERATUURWEERGAVE (voor bepaalde uitvoeringen/landen) . . . . . . . .207
DOOR DE KLANT TE PROGRAMMEREN FUNCTIES (SYSTEEMINSTELLINGEN) . . . . .210
AUDIOSYSTEMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .215
NAVIGATIESYSTEEM (voor bepaalde uitvoeringen/landen) . . . . . . . . . .215
BEDIENING iPod®/USB/MP3 (voor bepaalde uitvoeringen/landen) . . . . . . . . . .215
De iPod® of het externe USB-apparaat aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .216
Gebruik van deze functie . . . . . . . . . . . . . . . . .216
De iPod® of het externe USB-apparaat bedienen met de radioknoppen . . . . . . . . . . . .217
Afspeelmodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .217
De List- of Browse-modus . . . . . . . . . . . . . . . .218
Bluetooth Streaming Audio (BTSA) . . . . . . . . . .219
UCONNECT™ MULTIMEDIA VIDEO ENTERTAINMENT SYSTEM (VES)™
(voor bepaalde uitvoeringen/landen) . . . . . . . . . .220
Beginnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .220
Videospelletjes spelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .221
180
Niet-opgeslagen berichten
Deze berichten worden weergegeven
totdat de oorzaak waardoor het be-
richt is geactiveerd is verholpen.
Voorbeelden van dit type bericht zijn
"Turn Signal On" (richtingaanwijzer
aan, als een richtingaanwijzer niet is
uitgeschakeld) en "Lights On" (lam-
pen aan, als de bestuurder uitstapt).
Niet-opgeslagen berichten tot
RUN
Deze berichten worden weergegeven
totdat de contactschakelaar in de
stand RUN wordt gezet. Een voor-
beeld van dit type bericht is "Press
Brake Pedal" (rempedaal intrappen)
en "Push Button to Start" (druk op
startknop).
Niet-opgeslagen berichten met
vijf-seconden-weergave
Zodra ze van toepassing zijn, worden
deze berichten gedurende vijf secon-
den in het hoofdscherm weergegeven,
waarna opnieuw het vorige scherm
wordt getoond. Voorbeelden dan dit
type bericht zijn "Memory System
Unavailable - Not in Park" (geheu-
gensysteem niet beschikbaar - niet instand PARK) en "Automatic High
Beams On" (automatisch grootlicht
aan).
Het gedeelte met instelbare indicato-
ren bestaat uit witte indicatoren aan
de rechterzijde, oranje indicatoren in
het midden en rode indicatoren aan
de linkerzijde.
Onder bepaalde voorwaarden geeft
het EVIC de volgende berichten weer:
Key in ignition (sleutel in contact-
slot)
Ignition or Accessory On (contact- schakelaar in ON of ACC)
Wrong Key (verkeerde sleutel)
Damaged Key (sleutel beschadigd)
Key not programmed (sleutel niet geprogrammeerd)
Vehicle Not in Park (auto niet in parkeerstand)
Key Left Vehicle (sleutel niet in auto)
Key Not Detected (sleutel niet aangetroffen) Press Brake Pedal and Push Button
to Start (Rempedaal intrappen en
knop indrukken om te starten)
Liftgate Ajar (achterklep open) (er klinkt een geluidssignaal als de
auto gaat rijden)
Lage bandenspanning
Service TPM System (Onderhoud bandenspanningscontrolesysteem)
(raadpleeg "Bandenspanningscon-
trolesysteem" (TPMS) in "Starten
en rijden")
Turn Signal On (richtingaanwijzer aan)
RKE Battery Low (batterij af- standsbediening leeg)
Service Keyless System (afstands- bediening controleren)
LOW WASHER FLUID (ruiten- sproeiervloeistof bijvullen)
Olieverversing vereist
Check gascap (brandstofvuldop controleren)
199