Wanneer de auto door bijvoorbeeldeen ongeval schade heeft opgelopen
aan de lak en de beschermende coa-
ting, moet u deze zo spoedig moge-
lijk laten repareren. Voor de kosten
van dergelijke reparaties is de eige-
naar van de auto verantwoordelijk.
Wanneer u speciale ladingen met chemicaliën, kunstmest, zout, enz.,
vervoert, let dan goed op of alles
goed is verpakt en afgesloten.
Wanneer u vaak op grindwegen rijdt, raden wij u aan spatlappen bij
ieder wiel te laten aanbrengen.
Gebruik Touch Up Paint of een ge- lijkwaardig product om krassen zo
snel mogelijk bij te werken. Uw er-
kende dealer heeft de lakstift die
overeenkomt bij uw lakkleur.
Verzorging van velgen en
wieldoppen
Alle velgen en wieldoppen moeten re-
gelmatig worden gereinigd met een
milde zeep en water om corrosie tegen
te gaan. Dit geldt vooral wanneer een
coating van aluminium of chroom is
aangebracht.
LET OP!
Gebruik geen schuursponsen,
staalwol, een harde borstel of me-
taalpoets. Gebruik geen ovenreini-
ger. Deze producten kunnen de be-
schermlaag van de velgen
beschadigen. Maak geen gebruik
van automatische wasinstallaties
waarin bijtende reinigingsproduc-
ten of harde borstels worden ge-
bruikt. Deze beschadigen de be-
schermende coating van de velgen.
Gebruik uitsluitend goedgekeurde
velgenreinigers of gelijkwaardige
producten.
Reinigingsprocedure voor
vlekwerende stof (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Vlekwerende stoelen kunnen op de
volgende wijze worden gereinigd:
Verwijder de vlek zo goed mogelijk door te deppen met een schone,
droge doek.
Dep de rest van de vlek vervolgens met een schone, vochtige doek. Bij hardnekkige vlekken brengt u
een milde zeepoplossing aan op een
schone, vochtige doek en verwijdert
u de vlek. Verwijder zeepresten met
een andere vochtige doek.
Verwijder vetvlekken met een reini- gingsmiddel van hoge kwaliteit en
een schone, vochtige doek. Verwij-
der zeepresten met een andere
vochtige doek.
Gebruik geen bijtende oplosmidde- len of enige andere vorm van be-
scherming op vlekwerende produc-
ten.
Verzorging van het interieur
Oppervlakken van het instrumen-
tenpaneel
De dashboardbekleding heeft een spe-
ciale antireflectielaag, zodat er geen
hinderlijke weerspiegelingen in de
voorruit ontstaan. Gebruik geen be-
schermproducten of andere middelen
die een hinderlijke weerspiegeling
veroorzaken. Gebruik zeepsop en
warm water om de antireflectielaag te
herstellen.
356
De verwarmde spiegels, het elektrisch
aansluitcontact in het instrumenten-
paneel onder en de uitneembare
vloerconsole voorin zijn beveiligd met
zelfterugstellende zekeringen die al-
leen kunnen worden vervangen door
een erkend dealer. Het circuit voor het
elektrische stoelverstelsysteem is be-
veiligd via een 30A-
stroomonderbreker onder de bestuur-
dersstoel. Het circuit voor elektrische
raambediening is beveiligd via een
25A-stroomonderbreker onder het
dashboard bij de stuurkolom. Als
deze circuits tijdelijk of permanent
uitvallen, ga dan naar een erkende
dealer voor onderhoud.
STALLEN VAN DE AUTO
Als u meer dan 21 dagen geen gebruik
maakt van uw auto, dient u voor-
zorgsmaatregelen te nemen ter be-
scherming van de accu. U kunt als
volgt tewerk gaan:
Verwijder de 20A-minizekering uitde volledig geïntegreerde voedings-
module (TIPM) met het label onge-
schakeld contact (IOD). O koppel de minkabel van de accu
los.
Wanneer u de auto stalt of minstens twee weken lang niet meer ge-
bruikt, laat dan het aircosysteem
bij stationair toerental ca. vijf mi-
nuten lang draaien in de buiten-
lucht bij een hoge aanjagersnelheid.
Zo wordt het systeem voldoende
gesmeerd en wordt de kans op
schade aan de aircocompressor tot
een minimum beperkt wanneer u
het systeem weer start.
VERVANGENDE LAMPEN
GLOEILAMPEN –
Interieur Gloeilampnummer
Daklamp midden en
achter . . . . . . . . . . . . . . . . . . 578
Leeslampjes midden en
achter . . . . . . . . . . . . . . . . . . 578
Instapverlichting
voorportier . . . . . . . . . . . . . . 578 Kaartleeslampen hemel voorin
(voor bepaalde uitvoeringen/
landen) . . . . . . . . . . . . . . . . 578
Lamp(en) achterklep . . . . . . 578
Leeslampen in
dakconsole . . . . . . . . . . . PC579
Uitneembare consolelamp
(voor bepaalde uitvoeringen/
landen) . . . . . . . . . . . . . . . . 194
Lampen in
zonneklep . . . . . . . . . . 6501966
OPMERKING: Informeer bij uw
dealer voor instructies over het
vervangen van verlichte schake-
laars.
Alle gloeilampen van de interieurver-
lichting hebben een glazen voet van
het wig- of patroontype. Gloeilampen
met aluminium fitting zijn niet goed-
gekeurd en mogen bij vervanging niet
worden gebruikt.
363
Contactsleutel. . . . . . . . . . . .12, 13
Contactsleutel verwijderen . . . . . . .13
Corrosiebescherming . . . . . . . . . .355
Dagkilometerteller . . . . . . . . . . .186
Dakconsole . . . . . . . . . . . . . . . .156
Dakdrager (imperiaal) . . . . . . . .175
Dashboardbekleding . . . . . . . . . .356
Datarecorder . . . . . . . . . . . . . . . .60
Datarecorder, gebeurtenis . . . . . . .60
Derde remlicht . . . . . . . . . . . . . .366
Diagnosesysteem . . . . . . . . . . . .339
Diagnosesysteem, onboard . . . . . .339
Dieselbrandstof . . . . . . . . . .302, 368
Dieselbrandstof, vereisten . . . . . .302
Disselgewicht / Gewicht aanhangwagen . . . . . . . . . . . .306
Dodehoekbewaking . . . . . . . . . . .88
Driepuntsgordels . . . . . . . . . . . . .38
Elektrisch bediende achterklep . . . .35
Elektrisch bediende buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . .86
Elektrisch bediende ramen . . . . . . .27
Elektrisch bediende ramen, automatisch openen . . . . . . . . .28
Elektrisch bediende ramen, automatisch sluiten . . . . . . . . . .28
Elektrisch bediende stoelen . . . . .117Elektrische aansluitingen
. . . . . . .161
Elektrische bediende spiegels . . . . .86
Elektrische portiervergrendeling . . .23
Elektrische schuifdeur . . . . . . . . . .30
Elektrische spiegels, buiten . . . . . . . . . . . . . . . . . .85
Elektronische snelheidsregeling (cruisecontrol) . . . . . . . . . . . .146
Elektronisch remregelsysteem . . . .274
Elektronisch remregelsysteem, rembekrachtiging . . . . . . . . .274
Elektronisch stabiliteitsregelsysteem (ESP) . . . . . . . . . . . . . . . . . .275
Elektronisch voertuiginformatiecen- trum (EVIC) . . . . . . . . . .154, 197
Enter-N-Go sleutelloze toegang . . . . . . . . . . . . . .24, 256
Ethanol . . . . . . . . . . . . . . . . . .300
Filters, airco . . . . . . . . . . . . . .250, 345
luchtfilter . . . . . . . . . . . . . . .341
motorolie . . . . . . . . . . .341, 368
oliefilter afvoeren . . . . . . . . .341
Gebruiksaanwijzing (instructieboekje) . . . . . . . . . . . .6
Geheugen (stoel met geheugenfunctie) . . . . . . . . . .133
Geluidsinstallatie (radio) . . . . . . .215Geluidsinstallaties
. . . . . . . . . . .215
Gevaar, rijden door stromend, opkomend,
of ondiep stilstaand water . . . .268
Gevarenknipperlichten . . . . . . . .317
Geïntegreerde voedingsmodule (zekeringen) . . . . . . . . . . . . . .358
Gordelsystemen . . . . . . . .37, 54, 58
Gordelsystemen (sedan) . . .53, 54, 57
Gordelverankering, kinderzitje . . . .67
Grip . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .268
Grootlichtschakelaar/ dimlichtschakelaar . . . . . . . . .141
Handleiding voor het trekken van een aanhangwagen . . . . . . . . .306
Handrem . . . . . . . . . . . . . . . . .271
Handsfree telefoon (Uconnect™) . .93
Hoofdsteunen . . . . . . . . . . . . . .122
Huisdieren vervoeren . . . . . . . . . .72
Indicatielampje, Elektronisch Stabiliteitsprogramma
(ESP) . . . . . . . . . . . . . . . . .277
tractiecontrole . . . . . . . . . . .277
wachten met starten . . . . . . .202
Indicatielampje Olie verversen . . . . . . . .187, 188, 204
Indicatielampje Olie verversen, resetten . . . . . . . . .187, 188, 204
384