Page 343 of 404
MOTORCOMPARTIMENT — 3,6-LITER BENZINE1 — Luchtfilter6 — Reservoir koelvloeistof
2 — Reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof 7 — Peilstok motorolie
3 — Reservoir remvloeistof 8 — Vulopening motorolie
4 — Accu 9 — Radiatordop koelvloeistof
5 — Volledig geïntegreerde voedingsmodule (zekeringen) 10 — Reservoir ruitensproeiervloeistof
337
Page 356 of 404

Controleer de vuldop en reinig deze
grondig wanneer er afzettingen zicht-
baar zijn op het sluitvlak.WAARSCHUWING!
Als waarschuwing is de tekst "DONOT OPEN HOT" (NIET OPE-
NEN, HEET) op de vuldop van
het koelsysteem aangebracht. Vul
nooit koelvloeistof (antivries) bij
als de motor oververhit is. Draai
nooit de vuldop los om een over-
verhitte motor te laten afkoelen.
Door de hitte komt het koelsys-
teem onder druk te staan. Om
brandwonden en ander letsel te
voorkomen, mag u nooit de vul-
dop verwijderen van een koelcir-
cuit dat heet is of onder druk
staat.
Gebruik geen andere vuldop dan de voorgeschreven vuldop voor
uw auto. Dit kan leiden tot per-
soonlijk letsel of motorschade. Afvoeren van afgewerkte
koelvloeistof
Afgewerkte koelvloeistof (antivries)
op basis van ethyleenglycol is een af-
valstof die conform de milieuvoor-
schriften moet worden afgevoerd.
Raadpleeg de gemeentelijke instanties
over de juiste wijze van afvoeren. Om
inslikken door kinderen of dieren te
voorkomen, dient u koelvloeistof (an-
tivries) met ethyleenglycol nooit in
open reservoirs te bewaren. Laat de
vloeistof ook nooit in plassen op de
grond terechtkomen. Schakel onmid-
dellijk medische hulp in als een kind
of huisdier koelvloeistof heeft inge-
slikt. Verwijder gemorste vloeistof on-
middellijk.
Koelvloeistofpeil
Aan het koelvloeistofreservoir kunt u
snel en duidelijk controleren of er vol-
doende koelvloeistof in het koelsys-
teem aanwezig is. Wanneer de motor
koud is, moet het peil van de motor-
koelvloeistof (antivries) in het expan-
siereservoir tussen het minimum- en
maximumpeil op het reservoir liggen.
Omdat de radiator normaal gespro-
ken volledig gevuld blijft, is het niet
nodig de radiatordop te verwijderen,
tenzij u het koelvloeistofgehalte (anti-
vriesgehalte) wilt controleren of de
motorkoelvloeistof (antivries) wilt
verversen. Maak uw monteur hierop
attent. Zolang de bedrijfstemperatuur
van de motor in orde is, hoeft u het
expansiereservoir slechts eenmaal per
maand te controleren.
Als de koelvloeistof (antivries) moet
worden bijgevuld, doet u dit via de
vulopening van het koelvloeistofreser-
voir. Vul nooit te veel vloeistof bij.
350
Page 357 of 404

Belangrijk
OPMERKING: Wanneer u na en-
kele kilometers de auto tot stil-
stand brengt, ziet u mogelijk wa-
terdamp opstijgen vanuit de
voorzijde van het motorcomparti-
ment. Dit is meestal het gevolg van
een hoge luchtvochtigheid, of van
regen of sneeuw die op de radiator
is achtergebleven en verdampt
wanneer de thermostaatklep
opengaat, zodat er hete koelvloei-
stof (antivries) in de radiator kan
stromen.
Wanneer bij een inspectie van het mo-
torcompartiment blijkt dat de radi-
ateur en de slangen geen defecten ver-
tonen, kunt u gerust met de auto gaan
rijden. De damp zal snel verdwijnen.
Vul niet te veel vloeistof bij in hetkoelvloeistofreservoir.
Controleer het koelvloeistofgehalte (antivriesgehalte) in de radiator en
in het expansiereservoir. Als de
koelvloeistof (antivries) moet wor-
den bijgevuld, moet ook de inhoud
van het expansiereservoir worden
beschermd tegen bevriezing. Als u regelmatig koelvloeistof (an-
tivries) moet bijvullen of het vloei-
stofpeil in het koelvloeistofreservoir
niet daalt wanneer de motor af-
koelt, moet het koelsysteem door
middel van een druktest op lekkage
worden gecontroleerd.
Zorg altijd voor een concentratie van minimaal 50% motorkoelvloei-
stof (antivries) en gedistilleerd wa-
ter, voor optimale corrosiebescher-
ming van de aluminium onderdelen
van uw motor.
Zorg ervoor dat de overloopslangen van de radiateur en het koelvloei-
stofreservoir niet geknikt of geblok-
keerd zijn.
Houd de voorzijde van de radiateur schoon. Als uw auto is uitgerust met
airconditioning, reinig dan ook de
voorzijde van de condensor.
Vervang nooit de thermostaat door een zomer- of wintertype. Wanneer
vervanging noodzakelijk is, mag
UITSLUITEND het voorgeschre-
ven type thermostaat worden inge-
bouwd. Andere modellen kunnen
onvoldoende koelprestaties leveren en een hoger brandstofverbruik en
hogere emissiewaarden teweeg-
brengen.
REMMEN
Om altijd optimale remprestaties te
waarborgen, moeten alle onderdelen
van het remsysteem regelmatig wor-
den gecontroleerd. Raadpleeg het
hoofdstuk "Onderhoudsschema"
voor de juiste onderhoudsintervallen.
WAARSCHUWING!
Rijden met uw voet op het rempe-
daal is gevaarlijk en kan leiden tot
ongevallen. Rijden met uw voet op
het rempedaal veroorzaakt abnor-
maal hoge remtemperaturen, ver-
hoogt de slijtage van de remvoering
en kan leiden tot schade aan het
remsysteem. U beschikt dan in
noodgevallen niet over het volledige
remvermogen.
351
Page 366 of 404

ZEKERINGEN/TIPM
Locatie Patroonzekering Minizekering Omschrijving
J10 30 A roze —Relais koplampsproeier/afstelklep spruitstuk
J11 30 A roze —Module elektrische schuifdeur/module inbraakbeveiliging
relais vergrendeling voeding
J12 30 A roze Motor aanjager achterin/koelventilator
J13 60 A geel —Spanning bij uitgeschakeld contact (IOD) – hoofd
J14 40 A groen — Achterruitontwasemer
J15 40 A groen — Aanjager vóór
J17 40 A groen — Elektromagneet startmotor
J18 20 A blauw —Regelmodule aandrijflijn versnellingen
J19 60 A geel — Radiatorventilator
J20 30 A roze —Ruitenwisser voor LO/HI (laag/hoog)
J21 20 A blauw — Sproeier vóór/achter
J22 25 A blanco — Module schuifdak
M1 —15 A blauw Remlicht midden achter/remschakelaar
M2 —20 A geel Aanhangerverlichting/mistlampen
M3 —20 A geel Vergrendeling voor-/achteras/motor vacuümpomp
M4 —10 A rood Trekhaak
M5 —25 A blanco Omvormer
M6 —20 A geel Elektrisch aansluitcontact nr. 1 (ACC), regensensor
M7 —20 A geel Aansluitcontact 2 (ACCU/ACC KEUZE)
M8 —20 A geel Stoelverwarming voorin (voor bepaalde uitvoeringen/
landen)
360