Page 313 of 404

LET OP!
Tijdens de eerste 805 km die metuw nieuwe auto worden gereden,
mag geen aanhangwagen worden
aangekoppeld. Hierdoor kunnen
onderdelen van de motor of de
assen, of andere onderdelen be-
schadigd raken.
Daarna mag tijdens de eerste 805 km die met een aanhangwa-
gen worden gereden niet sneller
dan 80 km/u worden gereden en
niet met volgas vanuit stilstand
worden opgetrokken. Op deze
manier kunnen de motor en ove-
rige onderdelen van de auto op
juiste wijze worden ingereden on-
der zwaardere belastingen.
WAARSCHUWING!
Onjuist trekken van een aanhanger
kan leiden tot ongevallen en letsel.
Volg de onderstaande richtlijnen
om uw aanhanger zo veilig moge-
lijk te trekken:
Zorg dat de vracht stevig is vast-gezet en tijdens het rijden niet
kan schuiven. Als u de lading niet
goed vastzet, kunnen tijdens het
rijden onbeheersbare veranderin-
gen in de gewichtsverdeling op-
treden. U kunt de controle over
het stuur verliezen en een ongeval
veroorzaken.
Trekhaken mogen uitsluitend door bevoegde vakmensen wor-
den gemonteerd.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Als u lading vervoert of een aan- hanger trekt, belaad de auto of de
aanhanger dan nooit te zwaar.
Overbelading kan ertoe leiden dat
u de macht over het stuur verliest,
tot slechte werking of beschadi-
ging van de remmen, assen, mo-
tor, versnellingsbak, de stuurin-
richting, het chassis of de banden.
Breng altijd veiligheidskettingen aan tussen uw auto en de aanhan-
ger. Maak de kettingen altijd vast
aan het frame of de daarvoor be-
stemde bevestigingspunten op de
trekhaak. Voer de kettingen krui-
selings onder de dissel door en
zorg voor voldoende speling voor
het nemen van bochten.
Parkeer een auto met aanhanger nooit op een helling. Als u een
auto met aanhanger parkeert,
trek dan altijd de handrem aan.
Plaats altijd blokken voor de wie-
len van de aanhanger.
Overschrijd nooit het GCWR.
(Vervolgd)
307
Page 314 of 404

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Het totale gewicht moet wor-
den verdeeld over de auto en
de aanhanger, zodat de vol-
gende vier waarden niet wor-
den overschreden:
1. Maximaal toelaatbaar totaal- gewicht
2. GTW
3. GAWR
4. Disselgewicht voor de ge- bruikte trekhaak.
Vereisten voor het trekken van
een aanhanger – banden
Probeer de aanhanger niet te trek- ken wanneer een compact reserve-
wiel is gemonteerd.
Voor een comfortabel en veilig ge- bruik van uw auto is een juiste ban-
denspanning absoluut noodzake-
lijk. Zie "Banden – algemene
Informatie" in "Starten en rijden"
voor de juiste procedures voor het
op spanning brengen van de
banden. Controleer de spanning van de ban-
den van de aanhanger voordat u de
aanhanger gebruikt.
Controleer de banden op slijtage of zichtbare beschadigingen voordat u
de aanhanger gebruikt. Zie "Ban-
den – Algemene Informatie" onder
"Starten en rijden" voor de juiste
controleprocedure.
Zie voor het verwisselen van ban- den het gedeelte "Banden – alge-
mene informatie" in "Starten en
bedienen" voor de juiste procedures
bij het verwisselen van banden. Het
vervangen van banden door exem-
plaren met een hogere belastingsca-
paciteit leidt niet tot verhoging van
de GVWR- en GAWR-limieten van
de auto.
Vereisten voor het trekken van
een aanhanger –
aanhangerremmen
– Sluit het hydraulische remsysteem of vacuümsysteem van uw auto
niet aan op dat van de aanhanger.
Dit kan leiden tot onjuist remge-
drag en lichamelijk letsel. – Bij het trekken van een aanhanger
met hydraulisch geregelde remmen
is geen elektronische remregelmo-
dule voor de aanhanger vereist.
– Aanhangwagenremmen worden aanbevolen voor aanhangwagens
van meer dan 450 kg en zijn ver-
plicht op aanhangwagens van meer
dan 750 kg.
LET OP!
Als de aanhangwagen geladen meer
weegt dan 450 kg, moet deze zijn
voorzien van eigen remmen met
voldoende capaciteit. Wanneer dit
niet het geval is, slijten de remvoe-
ringen sneller, is meer pedaalkracht
vereist en wordt de remweg langer.
308
Page 315 of 404

WAARSCHUWING!
Sluit de remmen van de aanhan-ger niet aan op de hydraulische
remleidingen van uw auto. Dit
kan leiden tot overbelasting en
uitval van het remsysteem. Dan
kan het voorkomen dat u niet
kunt remmen wanneer dit nodig
is en zo een ongeval veroorzaakt.
Bij het trekken van een aanhan- ger moet u rekening houden met
een langere remweg. Bij het trek-
ken van een aanhanger dient u
extra afstand te bewaren tot het
voorliggende voertuig. Een te
kleine afstand tot uw voorganger
kan leiden tot een ongeval.
Vereisten voor het trekken van
een aanhanger – verlichting en
bedrading
Ongeacht het formaat van de aanhan-
ger moet deze voor de rijveiligheid
zijn voorzien van remlichten, rich-
tingaanwijzers en een mistachterlicht.
De trekhaakset kan een bedradings-
bundel met zeven of dertien pennen bevatten. Gebruik een door de fabriek
goedgekeurde kabelboom en stekker.
OPMERKING: Probeer niet de
bedrading van de auto door split-
sing te verbinden met die van de
aanhanger.
De elektrische aansluitingen zijn com-
pleet; u hoeft alleen de kabelbundel
aan te sluiten op de stekker van de
aanhanger.
Bijzonderheden zevenpens-
connector
Pen Functie Kleur
draad
1 Linkerrichting- aanwijzer Geel
2 Mistachterlicht Blauw
Bijzonderheden zevenpens- connector
Pen Functie Kleur
draad
3 Massa/ gemeenschappe-lijke retourlijn Wit
4 Rechterrichting- aanwijzer Groen
5 Positieverlich- ting rechtsach-
ter, zijmarke-
ringsverlichting en verlichting
kentekenplaat
achter.
1
Bruin
6 Remlichten Rood
7 Zij-kenlichten rechtsachter en
verlichting ken- tekenplaat
achter.
1
Zwart
1De verlichting van de kenteken-
plaat achter wordt zo aangesloten
dat geen enkele lamp een gemeen-
schappelijke verbinding heeft met zowel pen 5 als 7.
Zevenpens-connector
309
Page 316 of 404

Bijzonderheden dertienpens-connector
Pen Functie Kleur draad
1 Linkerrichting- aanwijzer Geel
2 Mistachterlicht Blauw
3 Massa/ gemeenschappe-lijke retour voorcontacten (pen- nen) 1 en 2 en
4 t/m 8
2
Wit
4 Rechterrichting- aanwijzer Groen
Bijzonderheden dertienpens-
connector
Pen Functie Kleur draad
5 Parkeerlicht rechtsachter,
zijmarkerings- verlichting en
verlichting ken-
tekenplaat ach- ter.
b
Bruin
6 Remlichten Rood
7 Zij-kenlichten rechtsachter en
verlichting ken-
tekenplaatachter.
1
Zwart
8 Achteruitrijlam- penRood/
zwart
9 Permanente voeding (+12V) Bruin/
wit
10 Voeding gere- geld door con-tactschakelaar (+12V) Rood
Bijzonderheden dertienpens-
connector
Pen Functie Kleur draad
11
a
Retour voor
contact (pen) 10
2
Wit
12 Reserve voor latere
toewijzing ³ Rood/
blauw
13 Retour voor contact (pen)9
2
Wit
1De verlichting van de kenteken-
plaat achter wordt zo aangesloten
dat geen enkele lamp een gemeen-
schappelijke verbinding heeft met zowel pen 5 als 7.2De drie retourcircuits mogen niet
elektrisch in de aanhanger worden
aangesloten.
³ De toewijzing van pen 12 is ver-
anderd van "Code voor gekoppelde
aanhanger" in "Reserve voor latere toewijzing".
Dertienpens-connector
310
Page 317 of 404

TIPS VOOR HET TREKKEN
VAN EEN AANHANGER
Oefen, voordat u met de aanhanger de
weg op gaat, het nemen van bochten,
remmen en achteruitrijden met de
aanhanger in een gebied zonder druk
verkeer.
Automatische versnellingsbak
Gebruik de stand DRIVE bij het rij-
den met een aanhanger. Als in de
stand DRIVE echter vaak moet wor-
den geschakeld, gebruikt dan het
schakelsysteem Electronic Range Se-
lect (ERS) om een lagere versnelling
te kiezen.
OPMERKING: Het kiezen van een
lagere overbrenging bij gebruik
van de auto onder zware belasting
zal de prestaties verbeteren en de
levensduur van de transmissie ver-
lengen, doordat overmatig schake-
len en het opbouwen van hitte wor-
den beperkt. Hierdoor zal ook de
motorremwerking worden verbe-
terd.Indien u REGELMATIG met een aan-
hanger rijdt gedurende langer dan 45
minuten, ververs dan de transmissie-
vloeistof en vervang het filter van de
versnellingsbak zoals voorgeschreven
voor politieauto's, taxi's, bedrijfswa-
gens of frequent rijden met een aan-
hanger. Raadpleeg het "Onderhouds-
schema" voor de juiste
onderhoudsintervallen.
Cruisecontrol (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Gebruik de cruisecontrol niet in
heuvelachtig terrein of met een
zware belading.
Als de rijsnelheid bij gebruik van de cruisecontrol afneemt met meer
dan 16 km/u, schakel het systeem
dan uit totdat u weer de kruissnel-
heid kunt aanhouden.
Gebruik de cruisecontrol in vlak terrein en bij lichte belading om de
brandstofzuinigheid te verbeteren. Koelsysteem
Doe het volgende om het risico op
oververhitting van de motor of de ver-
snellingsbak te beperken:
Rijden in stadsverkeer
Als u kort moet stilstaan, zet dan de
schakelhendel in NEUTRAL en ver-
hoog het stationair toerental.
Rijden op de grote weg
Minder snelheid.
Airconditioning
Schakel deze tijdelijk uit.
311
Page 318 of 404
Bevestigingspunten trekhaak
Uw auto vergt extra uitrusting om
veilig en efficiënt een aanhanger te
kunnen trekken. De trekhaak moet
aan uw auto worden bevestigd met
behulp van de speciale bevestigings-
punten aan het autochassis. In de vol-
gende afbeelding ziet u de correcte
bevestigingspunten. Ook andere uit-
rusting, zoals aanhangerstabilisato-
ren, hulpremmen, gewichtverdeelsys-
temen en extra brede spiegels, ismogelijk verplicht of wordt aanbevo-
len.
Bevestigingspunten voor trek-
haak en overhanglengte
Grand Voyager
A N.v.t.
B 441,72 mm
C 568,61 mm
D 763,62 mm
E (max. over-
hanglengte) 1185,40 mm
F 670,20 mm
312
Page 319 of 404
DE AUTO SLEPEN ACHTER EEN CAMPER
SLEPEN VAN DEZE AUTO ACHTER EEN ANDERE AUTO
SleepmethodeWielen VAN de grond Alle modellen
Slepen met alle wielen op de grond GEENAls de versnellingsbak werkt:
Transmissie in de stand NEUTRAL
Max. snelheid 40 km/u
Max. afstand 24 km
Slepen met behulp van een wiellift of
dolly Achter
Voor OK
Autoambulance ALLEBESTE METHODE
LET OP!
Deze auto NIET slepen met alle vier
de wielen op de grond. Dit zal be-
schadiging van de aandrijflijn ver-
oorzaken.
LET OP!
Als de auto in strijd met de boven-
genoemde voorschriften wordt ge-
sleept, kan de versnellingsbak ern-
stig beschadigd raken.
Beschadigingen die zijn veroor-
zaakt door onjuist slepen, vallen
niet onder de standaardgarantie
van een nieuwe auto.
313
Page 320 of 404