Page 17 of 404

EXTRA ACTIEVE HOOFDSTEUNEN . . . . . . . . .44
ACTIEF MOTORKAPSYSTEEM . . . . . . . . . . . . .46
GEAVANCEERDAUTOGORDELWAARSCHUWINGSSYSTEEM
(BeltAlert®) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49
VEILIGHEIDSGORDELS EN ZWANGERSCHAP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .50
AIRBAGSYSTEEM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .50
COMPONENTEN VAN HET AIRBAGSYSTEEM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51
KENMERKEN GEAVANCEERDE FRONTAIRBAGS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51
Sensoren en regeleenheden voor airbags . . . . . .54
KINDERZITJES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61
AANBEVELINGEN VOOR INRIJDEN . . . . . . . . . . .72
Aanvullende vereisten voor een dieselmotor . . . .73
VEILIGHEIDSTIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .73
Passagiers vervoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .73
Uitlaatgas . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .73
Aanbevolen veiligheidscontroles in de auto . . . .74
Veiligheidscontroles buiten de auto . . . . . . . . . .75
11
Page 18 of 404

UW SLEUTELS
Uw auto is uitgerust met een startcon-
tact zonder sleutel. Dit systeem be-
staat uit een sleutelhouder met af-
standsbediening en Wireless Ignition
Node (WIN) met geïntegreerde con-
tactschakelaar. U kunt de sleutelhou-
der op twee manieren in de contact-
schakelaar steken; het maakt niet uit
welke kant van de sleutel zich aan de
bovenzijde bevindt.
Keyless Enter-N-Go-functie
Deze auto is mogelijk uitgerust met de
functie Keyless Enter-N-Go. Lees de
paragraaf "Startprocedures" in het
hoofdstuk "Starten en rijden" voor
meer informatie hierover.
WIRELESS IGNITION
NODE (WIN)
Wireless Ignition Node (WIN) werkt
op dezelfde manier als een contact-
schakelaar. Er zijn vier bedienings-
standen, waaronder drie klikstanden
en een stand met veerbelasting. De
klikstanden zijn OFF, ACC en ON/
RUN. De stand START is een veerbe-
laste contactstand. Bij het loslaten uitde stand START keert de schakelaar
automatisch terug in de stand ON/
RUN.
OPMERKING: Als uw auto is uit-
gerust met Keyless Enter-N-Go,
wordt op het elektronisch voer-
tuiginformatiecentrum (EVIC) de
stand van de contactschakelaar
(OFF/ACC/RUN) getoond. Raad-
pleeg de paragraaf "Elektronisch
voertuiginformatiecentrum (EVIC)
(voor bepaalde uitvoeringen/
landen)" in het hoofdstuk "Het in-
strumentenpaneel" voor meer in-
formatie hierover.
Sleutelhouder
Met de sleutelhouder wordt de con-
tactschakelaar bediend. Steek het
vierkante uiteinde van de sleutelhou-
der in de contactschakelaar op het
instrumentenpaneel en draai de sleu-
telhouder naar de gewenste stand. De
sleutelhouder bevat ook de afstands-
bediening en de noodsleutel, die in de
achterzijde van de sleutelhouder is
ondergebracht.
Met de noodsleutel kunnen de portie-
ren worden geopend wanneer de accu
van de auto of de batterij van de af-
standsbediening leeg is. Met de nood-
sleutel kan ook het onderste hand-
schoenenkastje worden afgesloten. U
kunt de noodsleutel bij u houden als
iemand anders de auto voor u par-
keert.
U verwijdert de noodsleutel uit de
sleutelhouder door de mechanische
vergrendeling aan de bovenzijde van
de houder met uw duim opzij te schui-
ven en de sleutel vervolgens met uw
andere hand uit de houder te trekken.
1 — OFF
2 — ACC (ACCESSOIRESTAND)
3 — ON/RUN
4 — START
12
Page 19 of 404

OPMERKING: U kunt de nood-
sleutel op twee manieren in de
slotcilinder steken; het maakt niet
uit welke kant van de sleutel zich
aan de bovenzijde bevindt.
De sleutelhouder uit het contact
verwijderen
Zet de schakelhendel in de stand
PARK. Draai de sleutelhouder naar de
stand OFF en verwijder vervolgens de
sleutelhouder.OPMERKING: De schakelaars
voor elektrische raambediening
blijven ook 10 minuten lang wer-
ken nadat de contactschakelaar in
de stand OFF is gezet, afhankelijk
van de instelling voor vertraagd
uitschakelen van de accessoires.
Door het openen van een voorpor-
tier wordt deze functie uitgescha-
keld.
WAARSCHUWING!
Laat nooit kinderen in de auto
achter. Het achterlaten van kin-
deren zonder toezicht in een auto
is om verschillende redenen ge-
vaarlijk. Kinderen of derden lo-
pen dan het risico op ernstig of
zelfs dodelijk letsel. Laat de sleu-
tel niet achter in de contactscha-
kelaar. Een kind zou de knoppen
van de elektrische raambediening
of andere schakelaars kunnen be-
dienen of de auto in beweging
kunnen zetten.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Laat nooit kinderen of dieren achter in een geparkeerde auto bij
warm weer. De warmte in het in-
terieur kan ernstige gezondheids-
problemen veroorzaken en zelfs
dodelijk zijn.LET OP!
Een niet-afgesloten auto is een uit-
nodiging voor dieven. Verwijder al-
tijd de sleutelhouder uit de contact-
schakelaar en vergrendel alle
portieren wanneer u de auto zonder
toezicht achterlaat.
Waarschuwingssysteem
contactsleutel
Als u het bestuurdersportier opent
terwijl de sleutelhouder zich in het
contact bevindt en de contactschake-
laar in de stand OFF of ACC staat,
klinkt er een geluidssignaal om u er-
aan te herinneren de sleutel te verwij-
deren.
Noodsleutel verwijderen
13
Page 20 of 404

OPMERKING: Het waarschu-
wingssysteem voor de contactsleu-
tel werkt alleen wanneer de sleu-
telhouder in de stand OFF of ACC
staat.
Als uw auto is uitgerust met Keyless
Enter-N-Go, klinkt er een geluidssig-
naal wanneer u het bestuurderspor-
tier opent terwijl de contactschake-
laar in de stand ACC of ON/RUN
(motor uitgeschakeld) staat. Raad-
pleeg de paragraaf "Startprocedures"
in het hoofdstuk "Starten en rijden"
voor meer informatie hierover.
STUURSLOT
Uw auto is mogelijk uitgerust met een
passief elektronisch stuurslot. Dit slot
zorgt ervoor dat de auto zonder con-
tactsleutel niet kan worden bestuurd.
Het stuurslot heeft zes posities (een
per 60 graden). Als het stuurwiel naar
een van deze posities wordt bewogen
terwijl de sleutel zich in de OFF-stand
bevindt, wordt het stuurwiel vergren-
deld.Handmatig het stuurwiel
vergrendelen
Draai het stuurwiel een halve slag bij
draaiende motor. Zet de motor af en
verwijder de contactsleutel. Draai het
stuur een iets in een willekeurige rich-
ting tot het wordt vergrendeld.
Het stuurslot ontgrendelen
Schakel het contact uit en weer in en
start de motor.
OPMERKING: Als u het stuur
naar rechts hebt gedraaid om het
slot te vergrendelen, moet u het
stuur iets naar rechts draaien om
het te ontgrendelen. Als u het stuur
naar links hebt gedraaid om het
slot te vergrendelen, moet u het
stuur iets naar links draaien om
het te ontgrendelen.
SENTRY KEY® (voor
bepaalde uitvoeringen/
landen)
De Sentry Key® startonderbreker
voorkomt ongeoorloofd gebruik van
de auto door derden door de motor teblokkeren. U hoeft het systeem niet te
activeren of in te schakelen. Dit sys-
teem werkt automatisch, ongeacht of
de auto is afgesloten.
Het systeem maakt gebruik van een
sleutelhouder met een afstandsbedie-
ning, een Keyless Ignition Node (KIN)
en een draadloze ontvanger om onge-
oorloofd gebruik van uw auto te voor-
komen. De auto kan daardoor alleen
bediend en gestart worden met sleu-
telhouders die specifiek voor de des-
betreffende auto zijn geprogram-
meerd.
Nadat de contactschakelaar in de
stand ON/RUN is gezet, brandt het
controlelampje van het alarmsysteem
gedurende drie seconden voor een
gloeilampcontrole. Als het lampje na
deze controle blijft branden, is sprake
van een storing in de elektronica. Als
na de gloeilampcontrole het indicatie-
lampje blijft knipperen, geeft dat aan
dat iemand een valse sleutelhouder
heeft gebruikt om de motor te starten.
In beide situaties wordt de motor na
twee seconden uitgeschakeld.
14
Page 21 of 404

Als het controlelampje van het alarm-
systeem gaat branden tijdens normaal
gebruik van de auto (nadat deze lan-
ger dan tien seconden heeft gereden),
duidt dat op een storing in de elektro-
nica. Laat in dat geval de storing zo
snel mogelijk verhelpen door een er-
kende dealer.
Alle sleutelhouders die met uw nieuwe
auto zijn meegeleverd zijn gepro-
grammeerd voor de elektronica van
uw auto.
VERVANGENDE SLEUTELS
OPMERKING: De auto kan alleen
bediend en gestart worden met
sleutelhouders die specifiek zijn
geprogrammeerd voor de elektro-
nica van de auto. Nadat een sleu-
telhouder voor een auto is gepro-
grammeerd, kan deze niet voor een
andere auto worden geprogram-
meerd.
LET OP!
Verwijder altijd de sleutels uit de
auto en vergrendel alle portieren
wanneer u de auto zonder toezicht
achterlaat.
Duplicaten van sleutelhouders kun-
nen worden geleverd door een er-
kende dealer.
OPMERKING: Als de Sentry
Key® startonderbreker moet wor-
den gerepareerd, dient u alle sleu-
tels van de auto mee te brengen
naar de erkende dealer.
SLEUTELS LATEN
PROGRAMMEREN
Sleutelhouders of afstandsbedienin-
gen kunnen worden geprogrammeerd
door een erkende dealer.
ALGEMENE INFORMATIE
Sentry Key® werkt op een draaggolf-
frequentie van 433,92 MHz. De start-
onderbreker Sentry Key® wordt ge-
bruikt in de volgende Europese
landen waarvoor richtlijn 1999/5/EG geldt: België, Denemarken, Duits-
land, Finland, Frankrijk, Grieken-
land, GrootBrittannië, Hongarije,
Ierland, Italië, Joegoslavië, Luxem-
burg, Nederland, Noorwegen, Oos-
tenrijk, Polen, Portugal, Roemenië,
Rusland, Slovenië, Spanje, Tsjechië,
Zweden en Zwitserland.
De werking moet voldoen aan de vol-
gende voorwaarden:
De apparatuur mag geen schade-
lijke interferentie veroorzaken.
De apparatuur moet eventuele ont- vangen interferentie tolereren, ook
interferentie die mogelijk een onge-
wenste werking veroorzaakt.
ALARMSYSTEEM (voor
bepaalde uitvoeringen/
landen)
Het alarmsysteem bewaakt zowel de
portieren, achterklep/elektrisch be-
diende achterklep, motorkap en elek-
trisch bediende schuifdeuren van de
auto tegen toegang door onbevoegden
als de contactschakelaar tegen onbe-
voegd gebruik. Als het alarmsysteem
15
Page 22 of 404

is ingeschakeld, zijn de schakelaars
van de portiersloten, elektrisch be-
diende schuifdeuren en elektrisch be-
diende achterklep geblokkeerd. Het
alarmsysteem geeft zowel geluids- als
lichtsignalen. Als het alarm afgaat en
er geen actie wordt ondernomen om
het alarm te uit te schakelen, schakelt
het alarmsysteem de claxon na 29 se-
conden uit. Na nog eens 31 seconden
worden ook alle lichtsignalen uitge-
schakeld, waarna het alarmsysteem
zichzelf weer activeert.
ALARM INSCHAKELEN
Volg deze stappen om het alarmsys-
teem in te schakelen:
1. Verwijder de sleutel uit de contact-
schakelaar (raadpleeg de paragraaf
"Startprocedures" in het hoofdstuk
"Starten en rijden" voor meer infor-
matie hierover).
Als uw auto is uitgerust met Keyless
Enter-N-Go, controleer dan of de con-
tactschakelaar in de stand OFF staat.
Indien uw auto niet is uitgerust met
Keyless Enter-N-Go, controleer danof de contactschakelaar in de stand
OFF staat en de sleutel is verwijderd
uit de contactschakelaar.
2. Sluit de auto op een van de vol-
gende manieren af:
Druk op LOCK op de schakelaar
voor de centrale portiervergrendeling
in het interieur terwijl de bestuurders-
en/of passagiersportier is geopend.
Druk op de vergrendelknop op de
Passive Entry-portiergreep aan de
buitenzijde, terwijl een geldige sleu-
telhouder zich ook aan buitenzijde
bevindt (raadpleeg de paragraaf
"Keyless Enter-N-Go" in het hoofd-
stuk "Uw auto" voor meer informatie
hierover).
Druk op vergrendelknop op de af-
standsbediening.
3. Sluit eventuele geopende portie-
ren.
ALARM UITSCHAKELEN
Het alarmsysteem kan op de volgende
manieren worden uitgeschakeld:
Druk op de ontgrendelknop op de
afstandsbediening. Pak de Passive Entry Unlock-
portiergreep vast (voor bepaalde
uitvoeringen/landen). Zie de para-
graaf "Keyless Enter-N-Go" in het
hoofdstuk "Uw auto" voor meer in-
formatie hierover.
Draai de contactschakelaar uit de stand OFF.
Als uw auto is uitgerust met Keyless Enter-N-Go, druk dan
op Start/Stop-knop van Keyless
Enter-N-Go (hiertoe dient mini-
maal één geldige sleutelhouder
aanwezig te zijn in de auto).
Wanneer uw auto niet is uitgerust met Keyless Enter-N-Go, steek
dan een geldige sleutel in de con-
tactschakelaar en draai de sleutel
naar de stand ON.
OPMERKING:
Het alarmsysteem kan niet wor- den in- of uitgeschakeld via de
slotcilinder van het bestuur-
dersportier of de achterklep-
knop op de afstandsbediening.
Het alarmsysteem blijft actief wanneer de elektrisch bediende
16
Page 23 of 404

achterklep wordt geopend. Als u
op de achterklepknop drukt,
wordt het alarmsysteem niet uit-
geschakeld. Als iemand de auto
binnendringt via de achterklep
en een portier opent, gaat het
alarm af.
Als het alarmsysteem is geacti- veerd, kunt u de portieren niet
ontgrendelen met de schakelaar
voor centrale portiervergrende-
lingin het interieur.
Het alarmsysteem is bedoeld om uw
auto te beveiligen, maar er zijn om-
standigheden die een ongewenst
alarm veroorzaken. Als een van de
eerder beschreven procedures voor
het inschakelen van het alarm is uit-
gevoerd, zal het alarmsysteem worden
ingeschakeld, ongeacht of u zich in de
auto bevindt. Wanneer u dan in de
auto blijft zitten en vervolgens een
portier opent, gaat het alarm af. Als
deze situatie zich voordoet, schakel
dan het alarmsysteem uit. Wanneer het alarmsysteem is geacti-
veerd en de accu wordt losgekoppeld,
blijft het alarmsysteem actief nadat
de accu weer is aangesloten; de bui-
tenlampen knipperen en de claxon
geeft een geluidsignaal. Als deze situ-
atie zich voordoet, schakel dan het
alarmsysteem uit.
INSTAPVERLICHTING
De instapverlichting gaat aan wan-
neer u de portieren ontgrendelt met de
afstandsbediening of een portier
opent.
Deze functie schakelt ook de nade-
ringsverlichting in de buitenspiegels
in (voor bepaalde uitvoeringen/
landen). Raadpleeg de paragraaf
"Spiegels" in het hoofdstuk "De func-
ties van uw auto" voor meer informa-
tie hierover.
De verlichting gaat na circa 30 secon-
den langzaam uit of dooft onmiddel-
lijk als de contactschakelaar van de
stand OFF in de stand ON/RUN
wordt gezet.OPMERKING:
De interieurverlichting vooraan
in de dakconsole en de portier-
verlichting gaat niet uit als de
dimschakelaar in de hoogste
stand staat.
De instapverlichting werkt niet als de dimschakelaar in de laag-
ste stand staat.
AFSTANDSBEDIENING
(voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Met dit systeem kunt u de portieren en
achterklep vergrendelen en ontgren-
delen, beide zijramen vóór openen, de
als optie verkrijgbare elektrische ach-
terklep evenals de linker en rechter
elektrische schuifdeuren openen op
een afstand van maximaal circa 11
meter met behulp van de afstandsbe-
diening. U hoeft de afstandsbediening
niet op de auto te richten om het sys-
teem te activeren.
17
Page 24 of 404

OPMERKING: Wanneer u de af-
standsbediening met ingebouwde
sleutel in de contactschakelaar
steekt, worden de knoppen op
deze afstandsbediening uitgescha-
keld. De knoppen op de andere
afstandsbedieningen blijven ech-
ter ingeschakeld. Vanaf een rij-
snelheid van 8 km/u reageert het
systeem op geen enkele knop van
geen enkele afstandsbediening
meer.
GEBRUIK VAN DE
AFSTANDSBEDIENINGPortieren en achterklep op
afstand ontgrendelen
Druk eenmaal kort op de ontgrendel-
knop op de afstandsbediening om het
portier aan de bestuurderszijde te
ontgrendelen of druk tweemaal om
alle portieren en de achterklep te ont-
grendelen. Hierdoor wordt ook de in-
stapverlichting ingeschakeld.
Portieren en achterklep op
afstand vergrendelen
Druk kort op de vergrendelknop van
de afstandsbediening om alle portie-
ren en de achterklep te vergrendelen.
Ontgrendelen met
afstandsbediening bij eerste keer
indrukken
U kunt het afstandsbedieningssys-
teem zodanig programmeren dat na
één keer drukken op de ontgrendel-
knop van de afstandsbediening uit-
sluitend het bestuurdersportier of alle
portieren worden ontgrendeld.
Voor
auto's met elektronisch voer-
tuiginformatiecentrum (EVIC):
raadpleeg de paragraaf "Elektro-
nisch voertuiginformatiecentrum (EVIC)/Persoonlijke instellingen
(door de klant te programmeren
functies)" in "Het instrumentenpa-
neel" voor meer informatie hier-
over.
Bij auto's zonder EVIC kan de por- tierontgrendeling op afstand wor-
den in- of uitgeschakeld door de
onderstaande stappen te volgen:
1. Doe dit terwijl u zich buiten de
auto bevindt.
2. Houd de vergrendelknop op een
geprogrammeerde afstandsbediening
langer dan vier maar korter dan tien
seconden ingedrukt. Terwijl u de ver-
grendelknop nog steeds ingedrukt
houdt, drukt u op de ontgrendelknop.
3. Laat beide knoppen tegelijkertijd
los.
4. Test de functie buiten de auto door
op de vergrendel- en ontgrendelknop-
pen op de afstandsbediening te druk-
ken, terwijl de contactschakelaar in
de stand OFF staat en de sleutelhou-
der is verwijderd.Afstandsbediening met ingebouwde sleutel
18