Page 329 of 416

KEUZEHENDEL UITSCHAKELENAls een defect voorkomt en de keuzehendel
niet uit de stand PARK kan worden bewogen,
dan kunt u de volgende procedure volgen om
de keuzehendel tijdelijk te bewegen:
1. Trek de handrem volledig aan.
2. Zet de motor af.
3. Verwijder de rubberen voering van de be-
kerhouder (naast de schakelhendel op de mid-
denconsole).
4. Met een schroevendraaier of een gelijksoor-
tig gereedschap verwijdert u voorzichtig de
kap van het ontgrendelmechanisme die zich op
de bodem van de bekerhouder bevindt.5. Houd het rempedaal goed ingedrukt.
6. Met een schroevendraaier of een gelijksoor-
tig gereedschap drukt u de hendel van de
schakelvergrendeling naar beneden en houdt
u deze ingedrukt.
7. Zet de keuzehendel in de stand NEUTRAL.
8. De auto kan dan in de N (Neutraal)-stand
worden gestart.
9. Breng de kap van het ontgrendelmecha-
nisme aan en plaats de rubberen voering in de
bekerhouder.
SLEPEN VAN EEN DEFECTE AUTODit hoofdstuk beschrijft de procedures voor het
afslepen van een defect voertuig door een
commerciële afsleepservice. Wanneer de
transmissie en de aandrijflijn nog functioneren,
kunnen defecte voertuigen ook gesleept wor-
den zoals beschreven onder “Slepen achter
een motorhome” in hoofdstuk “Starten en be-
dienen”.OPMERKING:
Van voertuigen welke voorzien zijn van
Quadra-Lift™ moet de rijhoogte verlaagd
worden naar de
Park-stand (laagste stand)
en moet de automatische uitlijning worden
uitgeschakeld, voordat u het voertuig (aan
de carrosserie) vastzet op een aanhanger of
autoambulance. Raadpleeg voor meer infor-
matie het hoofdstuk Quadra-Lift™. Wanneer
het voertuig niet verlaagd kan worden naar
de Park-stand (bijv. wanneer de motor niet
werkt), moeten de sjorbanden aan de assen
worden bevestigd (niet aan de carrosserie).
Het niet opvolgen van deze instructies kan
resulteren in storingsmeldingen en/of het
verliezen van de juiste spanning op de sjor-
banden.
Toegangsdeksel uitschakelen keuzehendel
325
Page 330 of 416

SleepmethodeWielen van de grond Modellen met vierwielaandrijving
Slepen met alle wielen op de grond GeenZie de instructies in “Slepen achter een motorhome” onder “Starten en be-
dienen”
•
Transmissie in PARK
• Tussenbak in NEUTRAL
• Slepen in voorwaartse richting
Slepen met behulp van een wiellift of dolly Voor
NIET TOEGESTAAN
Achter NIET TOEGESTAAN
Autoambulance ALLE BESTE METHODE
Het juiste sleep- of takelgereedschap is vereist
om schade aan uw auto te voorkomen. Gebruik
uitsluitend sleepstangen en andere apparaten
welke voor dit specifieke doel zijn ontwikkeld.
Volg hierbij altijd nauwgezet de instructies van
de fabrikant. Het gebruik van veiligheidskettin-
gen is verplicht. Bevestig sleepstangen of an-
dere sleepmiddelen altijd aan een dragend
deel van het voertuig, nooit aan bumpers of
hieraan bevestigde beugels. De nationale en
plaatselijke wetten m.b.t. het slepen van voer-
tuigen moeten worden opgevolgd. Wanneer u tijdens het slepen accessoires
wenst te gebruiken (ruitenwissers, ruitont-
dooier, enz.), dient de contactschakelaar in
stand ON/RUN te staan en niet in stand ACC.
Wanneer de accu van het voertuig leeg is,
raadpleeg
Handmatig uitschakelen verbin-
ding rem/transmissie (onder Starten en bedie-
nen, automatische transmissie) voor instructies
hoe de automatische transmissie uit de PARK-
stand te schakelen voor het afslepen.
LET OP!
• Hang de auto niet in een strop om te
slepen. Bij het vastmaken van de auto op
een sleepwagen mogen de suspensie-
onderdelen vóór of achter niet worden vast-
gemaakt. Door een foutieve sleepwijze kan
uw auto worden beschadigd.
• Wanneer het af te slepen voertuig bestuur-
baar moet blijven, moet het contact in de
stand ON/RUN of ACC staan, niet in de
stand LOCK/OFF.
326
Page 331 of 416

Slepen zonder contactsleutelEr moeten speciale voorzorgsmaatregelen wor-
den genomen wanneer de auto wordt gesleept
met het contact in de stand LOCK/OFF. De
enige goedgekeurde methode voor slepen
zonder contactsleutel is op een dieplader. Ge-
schikte sleepuitrusting is noodzakelijk om
schade aan de auto te voorkomen.
Voertuigen met vierwielaandrijvingDe fabrikant raadt aan om de auto te vervoeren
met alle vier wielenVA Nde grond. Accepta-
bele methoden zijn het vervoeren van het voer-
tuig op een autoambulance of deze te slepen
met het ene einde opgetakeld en het andere
einde geplaatst op een dolly. Wanneer geen autoambulance beschikbaar is
en de tussenbak nog functioneert, mag het
voertuig gesleept worden (uitsluitend in voor-
waartse richting en met
ALLEwielen op de
grond), WANNEER de tussenbak in NEUTRAL
staat en met de transmissie in PARK. Zie
“Slepen achter een motorhome” onder “Starten
en bedienen” voor meer informatie.
LET OP!
• Gebruik geen wiellift voor de voor- of ach-
terwielen. Het gebruik van een wiellift voor
de voor- of achterwielen bij het slepen zal
resulteren in interne schade aan de trans-
missie of tussenbak.
• Het niet volgen van deze sleepmethoden
kan leiden tot ernstige beschadiging van de
transmissie en/of de tussenbak. Dergelijke
schade wordt niet gedekt door de beperkte
garantie van een nieuw voertuig.
327
Page 332 of 416
Page 333 of 416
7
ONDERHOUD VAN UW AUTO
•MOTORRUIMTE — 3.6L ...................... 332
• MOTORRUIMTE — 5,7L ...................... 333
• MOTORRUIMTE – 3,0-LITER DIESEL ............... 334
• BOORDDIAGNOSESYSTEEM — OBD II ............. 335
• Melding brandstofvuldop los ................. 335
• VERVANGINGSONDERDELEN .................. 335
• ONDERHOUDSPROCEDURES .................. 336
• Motorolie – benzinemotoren .................. 336
• Motorolie – Dieselmotor .................... 337
• Synthetische motorolie ..................... 338
• Additieven voor motorolie ................... 338
• Afvoeren van afgewerkte motorolie en filters ....... 338
• Motoroliefilter .......................... 338
• Luchtfilter benzinemotor .................... 338
• Onderhoudsvrije accu ..................... 339
• Onderhoud van de airco .................... 339
329
Page 334 of 416

•Smeren van carrosseriedelen ................. 340
• Wisserbladen voorruitwissers ................. 340
• Ruitensproeiervloeistof bijvullen ............... 341
• Uitlaatsysteem .......................... 342
• Koelsysteem ........................... 343
• Remsysteem ........................... 346
• Vloeistof in voor- en achteras ................. 348
• Tussenbak ............................ 348
• Automatische versnellingsbak ................ 349
• Verzorging van de auto en bescherming tegen roest . . . 351
• ZEKERINGEN ............................ 354
• Volledig geïntegreerde voedingsmodule .......... 354
• STALLEN VAN DE AUTO ...................... 358
• VERVANGINGSLAMPEN ...................... 358
• GLOEILAMPEN VERVANGEN ................... 358
• HID-koplampen (High Intensity Discharge) - indien
aanwezig ............................. 358
• Halogeen koplampen - indien aanwezig ........... 359
• Richtingaanwijzer voor ..................... 359
• Mislampen vóór ......................... 359
• Achterlichten, remlichten en richtingaanwijzers ...... 360
• Op achterklep gemonteerd achterlicht ............ 360
330
Page 335 of 416
•Mistlamp in bumperpaneel achter .............. 361
• Derde remlicht .......................... 361
• Verlichting kentekenplaat achterzijde ............ 361
• INHOUD VLOEISTOFFEN ..................... 362
• VLOEISTOFFEN, SMEERMIDDELEN EN ORIGINELE
ONDERDELEN ............................ 363
• Motor ............................... 363
• Chassis .............................. 365
331
Page 336 of 416
MOTORRUIMTE — 3.6L
1 — Volledig geïntegreerde vermogensmodule (zekeringen)6 — Luchtfilter
2 — Oliepeilstok 7 — Reservoir ruitensproeiervloeistof
3 — Vulopening motorolie 8 — Overdrukdop koelvloeistof (radiateur)
4 — Reservoir remvloeistof 9 — Reservoir koelvloeistof
5 — Reservoir voor stuurbekrachtigingsvloeistof
332